1774 Perikelen
Selig Salomon werd in de zomer van 1774 door Hertog Philips, die eveneens in Lichtenvoorde woonde, aangeklaagd. Wat was er gebeurd?
De beide mannen hadden in de buurt van het huis van Garrit Hennekes, in de “Boerschap” Lievelde, op het gemene voetpad ruzie gemaakt en met elkaar gevochten.
De aangeklaagde en de klager verschenen op 8 juli 1774 met getuigen ten huize van de stadhouder van Lichtenvoorde A. Tongerlo.
De opgeroepen getuigen, Jan en Janna Klein, Garrit Jan steger, Garrit steger, en Garrit Hennekes, verklaarden dat de joden “op malkanderen hadden gelegen en één sterk had geschreeuwd”. Hertog Philips was met een bloedende hoofdwond weggevlucht.
De eis was 6 daalder boete en de proceskosten. De uitspraak van de stadhouder op 4 november 1774 luidde: Selig Salomon moest twee daalder boete betalen.
|
Simon Isaäks, (Isèaac, Izak) wordt geboren uit het huwelijk van de betovergrootouders van probante Johanna Geertruide ten Bosch, Isaäk Meijer en Ruesken Jacobs.
Hij zal later in het huwelijk treden met voornoemde Rachel Mozes.
|
1775 September 4 Fam. Hulshof Wiggers (Wijggers, Wieggers)
Atonij (Tone) Wieggers wordt geboren uit het huwelijk van Jan Hendrik Wieggers en Johanna van Klein Tiller (betovergrootouders van Johannes Bernardus Franciscus en Johanna Geertruide ten Bosch (probanten)
04.09.1775 baptizatus est ANTONIUS WIJGGERS
cujus parentes Jan Hendrik Wijggers et Joanna van Klein Tiller
patrini Gerrit Jan Hulshof op Klein Tiller et Joanna Wiggers dicta Zijbinck
|
Vlechtheggen
In de Middeleeuwen waren vlechtheggen populair maar pas in de 18e en 19e eeuw vindt er op grote schaal uitbreiding plaats van het aantal vlechtheggen. In deze periode komt er een einde aan het gemeenschappelijk bezit van de grond en gaat iedereen zijn eigen percelen afbakenen.
Naast perceelafbakening doet de heg ook dienst als veekering. Ook worden er in de heggen geneeskrachtige kruiden aangetroffen en vruchten gevonden. Bovendien zijn vlechtheggen de meest soortenrijke biotopen. Vogels als de fitis, de geelgors, grauwe klauwier en klapekster gebruiken de hagen om te broeden
|
1776.
De Gelderse staten constateren op de landdag dat de meeste joden in de mediene zich aan de joodse wetten houden, maar in het algemeen huwelijksbepalingen negeren.
|
1782 Oktober Lichtenvoorde Verpachting voor 5 jaren.
Uitgelicht. Volledig document elders in de weblog
Bij verkoping bij afslag is het de gewoonte “mijn” te roepen om zich tot koper van iets te verklaren, en dat wordt genoteerd als “gemijnt bij…”.
Verponding is een soort grondbelasting. “En doende in Verpondinge 2 Guld”
De in dit document vermelde Hulshofs zijn niet zomaar thuis te brengen, zij zijn in ieder geval tijdgenoten en familieleden van Jan Hulshof en Leide Holkenborg (betovergrootouders van probante Johanna Geertruide ten Bosch) en diens broers Hendrick Hulshof en Gerrit Jan Hulshof op Tiller en zijn eega Janna Spekschoor
|
1782 Oktober Lichtenvoorde Verpachting voor 5 jaren.
Uitgelicht. Volledig document elders in de weblog
Bij verkoping bij afslag is het de gewoonte “mijn” te roepen om zich tot koper van iets te verklaren, en dat wordt genoteerd als “gemijnt bij…”.
Verponding is een soort grondbelasting. “En doende in Verpondinge 2 Guld”
De in dit document vermelde Hulshofs zijn niet zomaar thuis te brengen, zij zijn in ieder geval tijdgenoten en familieleden van Jan Hulshof en Leide Holkenborg (betovergrootouders van probante Johanna Geertruide ten Bosch) en diens broers Hendrick Hulshof en Gerrit Jan Hulshof op Tiller en zijn eega Janna Spekschoor
|
Den Hof of Plein van ‘t Kasteel alwaar ‘t Huijs heeft gestaan word verpacht in 4 Parceelen
5 1 Parceel Zijnde 5 Spints gezaaij, van de Kerkhof en Plaats voor ’t Amthuis tot aan de Pael Num.1. In gebruik bij Toni Manschot. Ingezet op 10 guld. Gemijnt bij A Manschot 6-0-. Borgen B.Beteman en J.B.Hulshof.
6 2 Parceel Van Num: 1 tot 2. Zijnde 2 Spint gezaaij. Ingebruik bij Jan Berent Hulshof. Ingezet op 10 guld. Gemijnt 6-0- Borgen J.Huinink en J.B.Westerman
7 3 parceel Van 2 tot 3. Zijnde 5 Spints gezaaij. Ingebruik bij Hulshof of Westerman. Ingezet op 10 guld. Gemijnt 6-0- Bij J.B.Hulshof. Borgen J Huinink en J.B.Westerman.
8 4 Parceel Van 3 tot 4. Zijnde 5 Spints gezaaij. Ingebruik bij Hulshof of Hesselink. Ingezet op 10 guld. Gemijnt bij J.B.Hulshof 6-0-. Borgen J.Huinink en J.B Westerman.
|
Vlog of Bouwlanden onder Lichtenvoorde.
Verpagt voor 4 jaar Martini 1784 tot Martini 1788 Ordinaire verponding voor de pagter Den Hof Esch verpacht in 15 parceelen
Parceel 13 Zijnde vier stukken lands 4½ Schepels gezaaij, In gebruik bij Berend Hulshof. En doende in Verponding 1 guld: 18 st. Ingezet op 25 gulden Gemijnt bij Gerrit Hulshof Borgen Coenraad Breukelder (overleden 21-09-1805) en H.Elfferink.
44 2 Parceel 4 Stukken lands naast het vorige, ruim 1 Molders gezaaij.
In gebruik bij Hulshof en Breukeler. En doende in Verpondinge 2 gul. 6 st. Ingezet op 20 gulden. Gemijnt bij Coenraad Breukelder 13-0-0. Borgen Gerrit Hulshof en Godert van Bronkhorst.
26 10 Parceel twee stukken Lands ad.5 Schepels gezaaij. In gebruik bij J.B. Hulshof. En doende in Verpondinge 2 Guld.-1 st. Ingezet op 30 Gulden. Gemijnt bij J.B. Hulshof 17-10 Borgen H.Manschot en Jan Brundel ?
|
1784. Den harden winter en ongemeenen water-vloed
Op den dank- vast- en bede-dag den 14den van grasmaand 1784, spreekt Johannes Claessen (kerk leeraar te Leerdam) te Asperen ter gedachtenis van den harden winter en ongemeenen water-vloed van het jaar 1784 en tot waarachtige veroodmoediginge van de Nederlanders twee kerkelyke redevoeringen uit. (de eerste uit Amos IX:5,6. te Leerdam, de tweede uit 1 Petr. V:6,7.)
|
Joden mogen ingevolge van het reglement betreffende het huisvesten of logeren ten platte lande niet op afzonderlijke plaatsen wonen en slechts kort in dorpen.
Ze moeten jaarlijks een bewijs van goed gedrag aanvragen. Bij voorgenomen afwezigheid van langer dan acht dagen moet een bewijs van goed gedrag worden overlegd en bij vertrek en terugkeer moet de reiziger zich melden bij de politie.
|
*1789 Fam. Jorissen Derkzen
Joanna Jorissen wordt te Huissen geboren uit het huwelijk van Joannes Jorissen en Elisabeth Derkzen (overgrootouders van Stephanus Henricus Iding, probant)
Huissen Taufen 1660-1900
REC 5853 - NAAM JORISSEN, Joanna - GEB. 1789 - PLAATS Huissen - OUDERS 5851en 5852
|
1790.
In 1790 begint het optreden van de zogeheten Grote Nederlandse Bende. De bende bestaat uit vier vertakkingen; tweederde van de leden is joods en voornamelijk afkomstig uit de marskramerij.
Hoofdman van de bende is Moyse Jacob.
|
*1791 Fam. Jorissen Derkzen
Te Huissen wordt Jacobus Jorissen geboren uit het huwelijk van Joannes Jorissen en
Elisabeth Derkzen (overgrootouders van Stephanus Henricus Iding, probant)
Huissen Taufen 1660-1900
REC 5854 - NAAM JORISSEN, Jacobus - GEB.1791 - PLAATS Huissen – OUDERS 5851en 5852
|
*1794 Wehl Fam. Iding Weetings Stam
Hendricus (Hendrik) Iding wordt te Wehl geboren uit het huwelijk van de arbeider Joannes Iding en Joanna Weetings. Overgrootouders van Stephanus Henricus Iding (probant) vaders kant.
|
1795
De Republiek wordt in 1795 door Franse troepen bezet en blijft tot 1813, direct en indirect, onder Frans bewind.
De stadhouderlijke familie vlucht en de Nederlandse patriotten stichten onder Franse protectie de Bataafse Republiek.
Een politieke revolutie: de Nederlandse statenbond wordt vervangen door een eenheidsstaat, die in 1798 vorm krijgt in de eerste Nederlandse grondwet.
|
Hervormd in de katholieke enclave Wehl.
De Nederlandse Hervormde Gemeente te Wehl werd in 1721 gesticht. Zij ontstond vooral dankzij het feit dat Zutphense, Doesburgse en Doetinchemse eigenaren van in Wehl gelegen goederen, hun hofsteden bij voorkeur aan Hervormde boeren verpachtten, een kleine Hervormde gemeenschap.
Met de financiële steun van de Kleefse overheid, die een vicarie ter beschikking stelde en de bijdragen van een aantal vermogende personen buiten Wehl, kon in 1721 een Hervormde gemeente worden gesticht.
Een jaar later werd de eerste predikant benoemd.
Aanvankelijk maakte men voor het houden van de diensten gebruik van de havezathe Broekhuizen. Maar sinds 1725, toen een woning voor de predikant werd gekocht, kwam de gemeente bijeen in de pastorie, waar enige jaren later een klein kerkje aangebouwd werd.
Na in 1820/21 grondig te zijn verbouwd, werd de kerk in 1857 afgebroken en vervangen door een nieuwe, die eerst in 1900 van een toren werd voorzien. De toen aangebrachte, uit 1784 daterende, luidklok is afkomstig uit de kerk van het Friese dorp Steggerda. Het orgel is van 1874 en werd vervaardigd door H. Haffmans
|
Het Hagelkruis en de processie
Een oud ijzeren kruis met haan op een houten staak, is bekend door de jaarlijkse processie. Links onder een processie in 1930 De Wehlse processie in volle glorie. Grote bogen, vlaggen en meibomen sierden de straten.
De processie werd gehouden om te danken voor de goede oogst. Het is een eeuwenoude traditie die nog jaarlijks, weliswaar in afgeslankte vorm, te zien is. Nog in de tweede helft van de vorige eeuw bestond het gebruik van de brooduitdeling bij het Hagelkruis.
Op Hemelvaartsdag werd daar door de R.K. armmeesters aan de plaatselijke armen brood en geld uitgedeeld, dat door vermogende personen ter beschikking werd gesteld.
Het Hagelkruis zelf, een teken dat nog maar in zeer weinig plaatsen in Nederland wordt aangetroffen, mag zeker een folkloristische monument worden genoemd.
|
Het Hagelkruis is oorspronkelijk opgericht ter bezwering tegen hagelschade, waarvan hongersnood en armoede het gevolgd konden zijn.
Echter het vervulde tevens al spoedig een functie als halteplaats voor de processie. Voor zover bekend, staat het Wehlse Hagelkruis al meer dan 250 jaar op dezelfde plek.
|
In enkele buurtschappen van Wehl was (en is nog steeds) het gebruik bekend van het zogenaamde TWEEDE GEBOD SCHIETEN; of beter bekend het schieten van carbid m.b.v. melkbussen. Dit vond altijd plaats aan de vooravond van het tweede gebod: de tweede huwelijksafkondiging in de kerk.
De vrijgezelle vrienden van de bruidegom maakten dit daverende lawaai bij het huis van de bruid, hopende dat de bruidegom hen daarop bier zou aanbieden. Naast een aantal molens, een foezel- of brandewijnstokerij (1753) herbergde Wehl, waarschijnlijk mede door het grote aantal cafés in Wehl, een aantal bierbrouwerijen. De oudste is al te herleiden naar het jaar 1706.
Reeds in de middeleeuwen werden de grenzen van het kerspel (plattelands rechtsdistrict) Wehl gevormd door weteringen (waterafscheidingen; groter dan een sloot) en wallen (langgerekte ophoping van grond, gemetselde muur die iets omgeeft ter bescherming) begroeid met doornhagen.
Het dorp zelf was ook nog eens versterkt met wallen en grachten, terwijl er bovendien nog sprake was van de aanwezigheid van enige bergvreden (verdedigbare woontorens) rondom het dorp. Dergelijke hindernissen mogen dan enig nut hebben gehad ter afwering van allerlei geboefte, tegen échte oorlogen waren de obstakels niet bestand.
Tijdens de Kleefs-Gelderse schermutselingen in de jaren zestig van de 15e eeuw had Wehl ernstig te lijden van aanvallen van Johan Mom, die vanuit zijn nabij Angerlo gelegen slot Kell de omgeving onveilig maakte. Op 18 maart 1466 zagen inwoners van Doetinchem in de verte een aantal vaten vervoerd worden. In de mening dat deze met wijn gevuld en voor de Kleefse vijand in Wehl bestemd waren, deden zij een uitval. Het bleek echter een krijgslist, in de vaten bevond zich slechts water, en vele aanvallers werden gevangen genomen....
In de jaren 1581-1583 waren invallen van de troepen van Graaf Willem van den Bergh aan de orde van de dag, en in 1582 wordt melding gemaakt van plunderingen van een door in Doesburg gelegerd krijgsvolk. Gedurende de dertigjarige oorlog (1618-1648) kreeg Wehl een dermate hoog opgelegde oorlogsschatting (een afkoop, te voldoen aan de overwinnende vijand, zodat deze het dorp niet zou plunderen), dat het die slechts kon opbrengen na een noodgedwongen verpanding door de geërfden van een aantal gemeenschappelijke gronden.
In 1624 werd de Heerlijkheid Wehl door troepen van de naar de Spanjaarden overgelopen Hendrik van den Bergh geplunderd.
Ruim een eeuw later in 1756, barstte de zevenjarige oorlog uit, waarin o.a. Pruisen en Frankrijk tegenover elkander kwamen te staan. De tol, die Wehl hiervoor heeft moeten betalen is uitermate zwaar geweest. Reeds bij het begin van de oorlog moest men grote hoeveelheden koren, boter, aardappelen, erwten en wortelen naar Wezel zenden ten behoeven van het leger.
Een jaar later werd Wehl, omdat het naar de zin van de Franse bezetters van het Pruisische gebied, niet genoeg had geleverd, bedreigd met plundering en brandstichting. Wie het zich kon veroorloven, vluchtte naar het, in die tijd nog, aangrenzende “Gelderland”. Op 22 juli 1757 trok een militair commando het dorp binnen, vermaakten zich in de herbergen kostelijk met flinke hoeveelheden jenever en voedsel, molesteerden enkele inwoners en vertrokken weer naar het front met een zestal karren en 25 paarden.
In 1758 moesten op een kwade dag op bevel van de Fransen niet minder dan 403 broden voor het leger gebakken worden. Men kwam ze echter niet ophalen, het brood verschimmelde en werd tenslotte als veevoer verkocht, waarbij alles tezamen niet meer dan 10 gulden en 8 stuivers opbracht. Weer een jaar later moesten enorme hoeveelheden stro, haver en hooi geleverd worden.
Omdat echter alle voorraden reeds lang op waren, werden de Wehlenaren gedwongen grote sommen geld te lenen om op die manier alsnog het gevraagde te kunnen leveren. De weinige boeren die nog paarden hadden, werden gedwongen in Wezel aan de versterkingen te werken.
Toen in juni van dat jaar een aantal ambtenaren arriveerde om onwillige inwoners te dwingen, toonde de bevolking zich zo vijandig, dat de beambten zich ijlings in de herberg De Zwaan in veiligheid moesten brengen. Zo ging het jaar in, jaar uit.
|
|