De joden te Groenlo
In de tweede helft van de zeventiende eeuw vestigden de eerste joden zich blijvend in Groenlo. Tussen 1674 en 1895 pachtten zij de Stedelijke Bank van Lening. Hans Kooger die 25 jaar lang onderzoek verrichtte naar de joden in de Achterhoek en Liemers geeft voor de vroegste vestigingen het jaartal 1285 voor Groenlo en overigens voor Bergh 1296, Lochem 1332, Zutphen 1340 en Wish 1342. In Doesburg vestigde zich de familie Godschalck al in 1185.
Van een georganiseerde joodse gemeente was pas vanaf het einde van de 18de eeuw sprake. Aanvankelijk werden de synagogediensten in een gehuurd huis gehouden. Mede door een ruime donatie van koning Lodewijk Napoleon was het mogelijk een synagoge te bouwen aan de Noteboomstraat.
Bij de ressortale herindeling van 1814 kreeg Groenlo, met inbegrip van Lichtenvoorde, de status van Ringsynagoge. Ook Winterswijk en Aalten ressorteerden tot 1862 als bijkerk onder Groenlo. In 1822 werd een nieuwe synagoge aan de Schoolstraat ingewijd. Dit gebouw werd in 1878 in oriëntaalse stijl gerenoveerd.
De joodse gemeente van Groenlo had de beschikking over twee begraafplaatsen; de ene lag buiten het dorp Lichtenvoorde en was tot 1909 in gebruik, de ander lag in een park aan de Kanonswal. Naast het kerkbestuur en de kerkenraad was er een penningmeester voor het Heilige Land en was er zowel voor vrouwen als voor mannen een begrafenis- en studiegenootschap.
|