Johannes Lodewijk Antonius ten Bosch (Johann) slager, werd geboren te Lichtenvoorde 31-08-1884. Hij vertrok op 14-06-1905 uit Lichtenvoorde naar Ahrweiler Duitsland waar hij twee jaar werkzaam was bij de zusters Ursulinen. In augustus 1907 krijgt Johann een getuigschrift.
Mogelijk van hieruit of in ieder geval later ging hij naar Franrijk . Hij werd erebuger van een stadje nabij Parijs.
Burgerlijke Stand Lichtenvoorde Heel opmerkelijk was dat in de kolom aanmerkingen, met een blauwe balpen was bijgeschreven: 14-10-1967 overleden te 57----Racrange (Fr). Of dat door een ambtenaar van Lichtenvoorde is gedaan of iemand anders die zich in het verleden al eens in ten Bosch heeft verdiept is mij niet duidelijk, aldus Bennie Schilderink. Wie weet komen we dat nog eens te weet via deze weblog.
De 80 jarige Johann ten Bosch, kwam op 28 Augustus 1964 op de motor uit Parijs naar Urmond om het 60 jarig priesterfeest van zijn broer Franciscus Antonius Josephus (Pater Eusebius) bij te wonen. Hij had een tentje bij zich en weigerde in het klooster te slapen. Hij bracht de nacht door in zijn tentje.
In die laatste jaren bezocht de bejaarde Johann samen met zijn chauffeur nog verschillende familieleden in en rond Einhoven. De chauffeur wist te vertellen dat hij regelmatig met zijn hengel op pad gestuurd werd om verse forellen te vangen voor Johann.
De ouders van Johannes Lodewijk Antonius zijn Antonius Aloysius Maria (voorheen Salomon) en Johanna Hulshof
1948 December 24. Johanna Geertruide ten Bosch schrijft aan haar broer Johann.
24 December 1948 Meerveldhoven.
Zeer beminde Broer.
Ja, daar ben ik al weer. Ik moet zoo veel aan je denken nu toch op den vooravond van Kerstmis. Ik kan wel niet meer in de kerk komen, maar heb hier in de kamer toch een stalletje en zal je bijzonder aan t kindje aanbevelen. Dan wensch ik u nog een gelukkig en voorspoedig nieuw jaar, en ik hoop zoo zeer dat wij u dit jaar eens bij ons zien. Dat zoude voor ons en bijzonder voor mij eene groote vreugde zijn. Ik hoop toch zoo zeer dat ik U bij mijn leven nog eens zie. Vroeger heb ik U aangeraden naar Duitschland te gaan, en daar heb ik nu nog altijd spijt van. Nu wilt gij niet meer in ons mooie Holland zijn. Wilt gij nog niet naar ons toekomen? Wij zullen zoo goed voor je zijn. Wij hebben hier ook slagerij en ons Leo waar ik bij ben heeft een Weensche vrouw getrouwd. Het is toch zoo n heel goed mensch. Ik ben toch haar schoonmoeder, maar zij is net zoo goed voor mij als of ik haar eigen Moeder was. Nu Johan, ge bent toch ook een eindje in de 60 jaar. Wees nu toch wijzer en voeg u bij ons, dan hebt ge tenminste een goeden ouden dag. Antonie uit Essen is dezen zomer met Herbert hier geweest en zij maken het beiden best. En Heer broer Frans weegt 200 en 10 (pond. Red.) dus ook best in orde en Bernard wordt in Maart 82 jaar en ziet er uit als eene van 70 jaar. Kan nog goed loopen en fietsen. Kan wel 100 jaar worden. Zoo beste broer, nu weet U weer zoo n beetje van alles af. Als U nu weer gaat verhuizen hoop ik toch zeker dat u mij Uw adres geeft. Schrijven daar heeft U zoo n hekel aan, maar ik schrijf U toch zo nu en dan. Ontvang veel hartelijke groeten van Annie en Leo en vooral van mij, Uwe U innig liefh. Zuster Johanna
|