1964 Maart 12. Pater Frans ten Bosch schrijft aan nicht Adele. Bidden om genezing en geduldig dragen. Aalmoezenier. Te veel werk en werkeloosheid. Tekorten en konijnen fokken.
Stanleyville 12 Maart 1964.
Beste Adele, Gisteren ontving ik van Jos en Tiny (ten Bosch Rijntjes red.) een brief waarin ze me schreven dat je in het ziekenhuis ligt. Daarom eens gauw een klein briefje. Hoe gaat 't ermee? Hopelijk voel je, je niet al te beroert. Ziek zijn is niet iets wat men wenscht, maar O.L.H. zendt ons vaak iets waar we tegen in opstand zouden willen komen als we geen geloof hadden. In alle geval, ik zal je dagelijks insluiten in mijn memento in de H. Mis, en God bidden om genezing en 't geduldig dragen van dit ziek-zijn.
Nu iets over hier. Na mijn terugkomst, Juni vorig jaar, ben ik eerst 7 maanden aalmoezenier (zoals dat hier heet) van 't Groot Stadsziekenhuis geweest. Ik weet nu wel een beetje wat ziek zijn is en ik heb met Gods hulp de mensen goed kunnen doen, geestelijk maar ook veel op materieel gebied. Sinds half Januari van dit jaar zit ik nu in een grote parochie. We zijn hier met 2 priesters voor een 13 duizend christenen. Gelukkig komt er nu een tweede parochie bij. Dit stadsgedeelte heeft tussen de 50 à 70 duizend mensen. We hebben hier jongens en meisjesscholen elk met een 1500 leerlingen. Verder nog een gedeelte rimboe, een 40 km. maar, met wat dorpen en plantages. Werk is er genoeg en we zouden hier minstens met vier priesters moeten zijn. We zitten hier aan de linkeroever van de Congostroom. Aan de rechteroever zijn 7 parochies. Er wonen een driehonderdduizend mensen. We hebben hier reeds een tiental inlandse priesters. Er heerst een ontzettende werkeloosheid en er is gebrek aan alles.
Vooral oude mensen hebben 't hard te verduren en we helpen zoveel we kunnen. Een honderdtal krijgt geregeld hulp maar ze zouden veel meer moeten kunnen doen. De eenvoudigste dingen zijn niet meer te krijgen en de prijzen zijn schrikbarend duur. Hoe de mensen nog geregeld aan voedsel komen is een raadsel. Wij fokken nu konijnen en eenden. Konijnen kan men gemakkelijk voeden met inlandse wilde bladsoorten die er in overvloed zijn. Verder hebben we veel fruitbomen, sinaasappelen, citroenen, papajas, ananas en andere soorten, in Europa onbekend. Gelukkig helpt de Caritas-Congo, een katholieke instelling ook zodat we daardoor de mensen wat meer kunnen steunen. Beste Adele, een gebedje dagelijks voor ons en ons werk. Draag je lijden een beetje op voor de missie hier, doe je dat? Ik schrijf nog wel eens.
Hartelijke groeten aan heel de familie, en jij bijzonder van je, je toegenegen Frans.
|