Cursiefjes onder de kerktoren. Humoristisch, kritisch en soms cynisch.
12-12-2008
354 Baltsveren
354 Baltsveren
Wij verwezen reeds eerder naar het feit dat de haan afstamt van de dinosauriërs.
Daarom willen wij u de laatste vondsten niet onthouden.
Chinese onderzoekers hebben in het binnenland van Mongolië een dinosaurus opgegraven, die bedekt was met veren, maar niet kon vliegen. Hij heet Epidexipteryx, Grieks voor baltsveren. Het beest had vier opvallend lange staartveren om mee te pronken. Ook was zijn huid bedekt met een laag veren, maar omdat die geen pennenschacht hadden, kon de Epidexipteryx niet vliegen. Wetenschappers denken dat de Epidexipteryx representatief is voor de overgang naar onze geverderde vrienden. De Epidexipteryx leefde 150 miljoen jaar geleden, in het jura. Het beest was zo groot als een duif en woog slechts 160 gram. Het dier had een langwerpig hoofd en opvallend lange voortanden.
Een en ander vonden wij in EOS. Voor de Plantentuin van Meise is de kolonie kippen opnieuw sterk in opmars. Dit kan ter ere zijn van de Evolutiekas, het pronkstuk van deze prachtige wetenschappelijke instelling. Maar daar beperkt men zich tot planten. Voor de dinos ga je best naar het natuurhistorisch museum in Brussel. Daar zullen ze je het skelet tonen van de voorganger van de gepluimden.
In De laatste wildernis van Robert Macfarlane behandelt de auteur een reeks woeste en onherbergzame restanten van echte natuur, die overgebleven zijn in Schotland, Engeland en Ierland. De titel in de vertaling is misleidend, want oorspronkelijk luidde het The wild places. Hij verwijst hierbij regelmatig naar literatuur over de natuur. Zijn achtergrond is hier niet vreemd aan, want hij doceert aan Cambridge en publiceert in de Observer, Times Literary Supplement en de London Review of Books. Er werd dan ook een selecte bibliografie opgenomen in het boek. Oorspronkelijk is het boek in het Engels en ik las een recensie waarin in de overtreffende trap het fijne Engels van de auteur geprezen werd. Maar in onze bib. is enkel de vertaling beschikbaar. Ik gaf mijn kleindochter dan ook de opdracht de Engelse versie voor mij te kopen in London. Aangezien de oerbossen verdwenen zijn, behandelt de auteur achtereenvolgens het beukenbos, een eiland, de vallei, het veen, het woud, de riviermonding, de kaap, de top, het graf, de bergrug, de holle weg, het stormstrand, de schorren en een rotssculptuur. Hij verzamelt op al die plaatsen relicten (stenen, skeletten, takjes ) en slaapt in open lucht om ten volle te kunnen genieten van de rust en de interactie met de natuur onder, rond en boven hem.
Wij zouden kunnen beginnen met de laatste stukjes puur natuur in onze dorpen te verkennen. Ik deed dat voor Natuurpunt in Meise. Daarom kon ik mij zeer intens inleven in het boek. Het stimuleert mij tevens om terug op stap te gaan in Scotland, maar deze keer te voet, trekkend langs de lochs door de venen, met af en toe een opschrikkende korhoen op mijn pad. Als dat een haan is, zal ik mij er nog meer thuis voelen.