Herinneringen aan de achttiendaagse veldtocht in Eeklo
Bron: Een bewerkt verhaal uit:
Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland, 19 de jaargang 2005-4 de trimester
Vincent Van Den Bossche en Clemence De Metsenaere, baatten een zeer goed geklante herberg uit op de Tieltsesteenweg nr. 5 in Eeklo. We werden opgeschrikt door het loeien van de sirenes en hoorden het motorgeronk van vleigtuigen. Dit was de nacht van donderdag 9 op vrijdag 10 mei 1940. het eerste wat mijn moeder toen zei, was: "Ja 't is oorlog!" Vrijdag 24 mei 1940 werd Eeklo door de Duitsers ingenomen. De publiciteitspanelen van onze voorgevel braken we af zodat zowel de voorbij trekkende Belgische soldaten alsook de binnentrekkende Duitse soldaten de deur niet zouden openbreken om zich bier of limonade te verschaffen. Opeens liep een buurman voorbij onze herberg en riep: "De Duitsers zen daere". We deden onze gordijntjes dicht en loerden om te zien wat er nu zou gebeuren. Zes Duitsers per fiets, op hun helmen hadden ze kleine takken vastgemaakt, de mouwen opgesloopt, en in hun korte botten staken langs de buitenkanten granaten. Ze plaatsten hun fietsen tegen het gemetste muurtje aan het huis van Van Damme. Een paar minuten later kwam een kleine militaire wagen van de Duitsers voorbij gereden en achteraan hing een klein kanon. Dit kanon werd opgesteld in het midden van de straat voor de hoofdingang van het klooster en ze begonnen te schieten in de richting van Veldekens. Nu gingen we schuilen in onze kuil. Nu brak de hel los! De Belgische troepen die zich achter het Schipdonkkanaal hadden ingegraven, beschoten de aanrukkende Duitsers en kort er na hoorden we een verschrikkelijke knal en hoorden de aan stukken geslagen ruiten van ons huis op de grond vallen. Het grootste aantal obussen vielen op het Gesticht. Aan de gevel van de herberg stond een betonnen paal waar de ene helft van het ijzeren afsluithek aan vastgemaakt was. Aan deze paal kleefde bloed. Een van de zes Duitsers was tijdens de aanval geraakt door een schrapnel in zijn hoofd. Deze gestorven soldaat werd weggedragen naar de Villa van Herman D'Hulsters, Raverschootstraat 58, waar reeds een ander overleden Duitser gebracht werd.
(Door Jan Martens)Wordt vervolgd
|