Archiefhoekje (34)
DE EECLOONAAR – COLLECTIE
Bijna vijf jaar geleden vielen de persen van het toen oudste nog bestaande Belgische weekblad na 159 jaar stil. Voor de komende generaties lokale historici een ware ramp: De Eecloonaar bevatte al die jaren elders niet te vinden informatie over het dagelijkse leven in onze stad. Niet voor niets wordt momenteel gewerkt aan een personenklapper op het blad.
Kort voor de verhuizing naar de Industrielaan kwam de VVV-collectie Eecloonaars op de archiefzolder van het stadhuis terecht. In het nieuwe onderkomen kreeg ze in 2006 een aparte leeszaal, die heel typerend werd vernoemd naar August van Acker, een van de boegbeelden uit de geschiedenis van het blad. Ze werd daar verenigd met de luxueus ingebonden jaargangen 1849-1860, een gift van de familie De Schrijver aan de stad. Dat tijdschriftenzaaltje is intussen de ontmoetingsplaats geworden voor onderzoekers van het dagelijkse leven in heel het Meetjesland.
De collectie vertoont jammer genoeg lelijke hiaten. Na een haast vlekkeloos bewaarde periode 1849-1892 valt een zwart gat tot aan Wereldoorlog I, toen de persen ruim vier jaar aan de ketting werden gelegd. Maar ook nadien, tot 1930, blijven van elk jaar meestal maar enkele losse nummers ter beschikking. Zelfs in de jaargangen 1947-1949 ontbreekt een kwart van de nummers.
Weekbladen zoals de Eecloonaar waren niet bedoeld voor bewaring op lange termijn. Ze werden gedrukt op goedkoop, zwaar zuurhoudend papier. Na 75 jaar en meer draagt dat de funeste gevolgen: randen brokkelen af, vouwen verpulveren, en het papier scheurt als men er te hard naar kijkt ... Tot overmaat van ramp zijn in de jaren zeventig en tachtig barbaarse "herstellingen" gebeurd. Rollen doorschijnende kleefband werden erop gekleefd, met onomkeerbare beschadigingen als gevolg.
Voor de toekomst ziet het er niet al te rooskleurig uit. Een groots bedoeld digitaliseringsproject knapte af op de enorme omvang (en de kosten): zelfs zonder het oudste gedeelte tot 1929 (dat destijds door de mormonen op microfilm werd vastgelegd) staat de teller op z'n 35.000 grote pagina's.
De uitvoering van het project zit er, gelet op de krappe financiën, niet in. Intussen hebben de zware boekbanden zwaar te lijden onder het voortdurende gebruik. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan, heeft het SAE een losbladige schaduwcollectie aangelegd. Uiteraard alleen voor de naoorlogse jaren, want van eerdere jaargangen zijn de SAE-exemplaren meestal de enige nog bestaande.
(Freddy Pille)
|