Bewust_zijn
mijn levensvisie
08-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zonderhaatstraat.

Zonderhaatstraat.

Waar je gaat langs Vlaamse wegen,
Overal kom je ze tegenwoordig tegen:

De ZONDERHAATSTRAAT naambordjes.

De eerste keer dat ik er eentje zag keek ik verwonderd:

- Wat is de boodschap? Waar zitten die mensenhaters dan wel?

- Wie hangt zoiets aan zijn raam? Een Belg? Een Chinees? Een Nederlander? Een Marrokaan? Een Fransman? Ik heb er het gissen naar.

- Om zoiets te doen moet je er eerst en vooral van overtuigd zijn dat er wel degelijk haat is in je straat. Anders is het natuurlijk zinloos. Wie haat? Wat haat? Waar haat?

Zijn wij dan een volk van mensenhaters? Kom zeg, we lieten zich hier Italianen, Spanjaarden, Chinezen, Hongaren, Fransen, Nederlanders en Japanners integreren zonder dat we daar ooit een probleem over maakten. Geen van die nationaliteiten of rassen heeft ons ooit van rascisme kunnen of willen beschuldigen.

Zo lang het daarbij bleef waren àlle straten zonderhaatstraten. Zijn wij dan eensklaps collectief mensenhaters geworden? En zo ja, waardoor?

En dus blijf ik me afvragen: wie of wat vond die ‘vredelievende’ boodschap uit? En … IS die boodschap uiteraard wel zo vredelievend of schuilt er meer achter?

Veel vragen… geen antwoorden. En dus blijf ik die dingen met gemengde gevoelens en vooral veel verwondering bekijken.

Willy.

08-10-2010 om 17:48 geschreven door Willy


» Reageer (0)
07-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.España

España!

We schreven 1975, september of zo… en voor het eerst bevonden we ons op Spaans grondgebied, met onze Ford Escort Stationwagen. Achterin had ik een eenpersoonsmatras met de nodige dekens gedeponeerd, méér ruimte was er niet, maar het was voldoende om er met twee in te slapen.

De rit door Frankrijk had ons veel tijd gekost: een drietal dagen. Vooral dan omdat we van elke kilometer wat wilden opsteken en de cultuur proeven. Ook hadden we bewust de autowegen vermeden en ons beperkt tot de ‘nationales’: goed onderhouden nationale wegen. Met voor de doorsnee toerist het nadeel dat je hier en daar een verkeerslicht had of doorheen een stad moest, maar dat vonden wij, met onze ingesteldheid, juist een voordeel boven de eentonigheid van de snelwegen: liever een typisch baancafeetje met terras dan zo’n snelweg-fastfood dinges.

Spanje was toen, voor ons, de ‘grote onbekende’. Vandaar dat we ook niet erg haastig waren om de grens te bereiken.

Maar goed… een gammel barakje met een streng kijkende en militair aandoende douanebeambte ervoor leerde ons dat we op het punt stonden Spanje binnen te rijden. Eventjes ‘papieren’ laten zien, en we konden doorrijden.

Eerste Spaans dorpje op onze weg, de naam ontglipt me, auto geparkeerd en ons in de gezellige drukte gemengd. Een dorpje, zo groot als een voorschoot, maar de straten liepen vol! Tja… we moesten nog wennen aan het feit dat Spanjaarden, vanwege het klimaat, veel meer buiten dan binnen leven. Hun huisjes bevatten dan ook meestal enkel het hoognodige. Het echte leven speelde zich grotendeels af op straat.

Een leuk terrasje lokte ons onweerstaanbaar aan en ja, we bestelden… wat had je verwacht? Dos cervesas natuurlijk! De kelner (camarero) bracht ons het gevraagde en ‘la cuenta’ was ‘quince pesetas’. De taal nog niet goed begrijpend, telde ik 50 pesetas uit, wat ik uiteraard erg goedkoop vond. De camarero keek verwonderd en herhaalde: ‘Quince pesetas señor!’

(15 pesetas). Oei! 15 pesetas voor 2 pintjes? Zowat het equivalent van 12 eurocent!!! Spanje beloofde voor ons een luilekkerland te worden. (In die tijd kostte één biertje in België zowat 20BF, of een halve euro).

We deden nog een wandelingetje, liepen in het terugkeren dat terrasje weer voorbij, maar werden herkend en teruggefloten door die kelner: ‘Señor, señor, tus gafas!’ En inderdaad, ik had mijn zonnebril vergeten op ons tafeltje. En ja… twee nieuwe frisse cervesas waren natuurlijk het resultaat.

Kort nadien begon die spaanse eerlijkheid me zo op te vallen dat ik nooit meer mijn auto sloot toen ik hem achterliet. Nooit ook werd er iets uit gestolen! Maar eerlijk gezegd… anno 2010 zou ik dat niet meer riskeren, want ook Spanje is ‘geëvolueerd’!!!

Maar we trokken verder en reden Figueras binnen. Een betrekkelijk groot stadje, waar de tijd was blijven stilstaan. Nogal vuil en rommelig aandoende straten naar onze normen… maar het werd middag, we kregen honger, en bemerkten op een hoek een vaalgeel geschilderd hostalletje. Niet erg aantrekkelijk… zéker niet uitnodigend… maar we waagden onze kans. We hadden namelijk gehoord dat een ‘hostal’ in Spanje eigenlijk zowel café, restaurant, als familiepension was.

En we gingen binnen. De gelagzaal leek uit een vorige eeuw te komen: een onwaarschijnlijke mengeling van art déco, met de obligatoire afwisselend wit en zwarte tegels, gietijzeren pilaren, en moderne attributen zoals een up to date espressomachine en meer van dit moois.

Aarzelend gingen we aan een tafeltje zitten en bestelden twee tintos (rode wijn). Er zaten ook wat Spanjaarden, druk gesticulerend en vrolijk kletsend en lachend. Tiens… voor een arm volk leken ze toch erg optimistisch!

Ondertussen was ons ook al opgevallen hoe ‘vuil’ het hier eigenlijk was: sigarettenpeuken op de vloer… en ander afval… niet echt een zaak waar je graag zou komen eten.

Na een poosje verzamelde ik toch maar mijn moed en vroeg of we hier konden eten. De eigenaar, of gerant, keek op zijn uurwerk, en antwoordde dat we dat wel konden, maar pas vanaf 13.30 uur. De ‘comedor’ (eetzaal) ging niet eerder open.

Weer wat bijgeleerd: in Spanje haalt niemand het in het hoofd om vóór 13.30 uur te eten. De ochtend van een werkdag duurt er lang, maar na het middageten volgt dan ook de siesta.

Oké dan maar… nog wat tintos binnengeslurpt, en dan ging plechtig een dubbele deur open en konden we naar de comedor. Tafels gedekt met kraaknette en gestreken tafelnapjes… blinkend opgepoetst eetgerei… leek super hygiënisch, maar die vloer bleef ons imponeren: kraaknet was toch anders!

Nu… niet geklaagd. We waren gasten en wilden het gastland ook een kans geven.

De dagschotel bleek subliem! Heel anders… en beter dan thuis. Maar die vloer hé…?

Toen kregen we het door: aan een andere tafel werd kip gegeten, en de beenderen werden gewoon op de grond gegooid. Asbakken stonden er niet op tafel: de as en de peuken verdwenen gewoon… naar de grond.

De Spanjaard, ten minste in dié tijd, bleek een heel propere persoon, zowel op zichzelf als op wat hij at. In zijn cultuur hoorde afval op de grond, en zéker niet op tafel. Wat op tafel en op zijn bord kwam moest clean zijn. Met de vloer echter had hij geen enkel probleem. Een asbak op tafel hoorde niet! Wie zet nu een vuilbak vol as op een tafel waaraan je eet? Tja… eens je die logica snapt, bekijk je het heel anders.

En die vloer? Ach ja, die werd een paar keer per dag ‘geveegd’ met grove streken van een borstel van zowat een meter breed, en dat was het dan weer.

En na het eten volgde natuurlijk weer ‘la cuenta’, en weeral een verrassing: 99 peseta’s per persoon (minder dan een euro)!

En hoe vreemd het ook moge klinken: we hebben die ‘vuile’ cultuur leren appreciëren en zochten ze zelfs op: want waar de vloer vuil was, daar kon je netjes en lekker eten! Helaas! Toeristen hebben ook dàt kapotgemaakt. Die aten liever een hamburger vol ondefinieerbare troep in een inrichting die er clean uit zag.

En zélfs die eerste keer in Benidorm, maar dan in een verouderd stadsgedeelte, vonden we toch weer zo’n hostalletje. We zaten heerlijk te smullen aan het venster, en nog zie ik die wat oudere toeristen, overgewaaid uit wat zij vermoedelijk het ‘échte Benidorm’ noemden, voorbijwandelen. Het oude heertje keek naar binnen en wees vol walging met zijn wandelstok de vloer aan en richtte een schampere opmerking tot zijn gezelschap.

En ik dacht: “Och arme… jij weet niet wat je mist, en nog minder wat je kapot maakt”.

Ook in dit verhaal steekt weer moraal: je zult veel beter ontvangen, bediend en gewaardeerd worden door je aan te passen aan de wereld om je heen, dan als je probeert die wereld aan te passen aan jouw persoontje.

Willy.

07-10-2010 om 13:59 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spiegels

Spiegels.

Wie een beetje in mijn columns heeft gegrasduind, kan zich misschien niet ontdoen van de indruk dat ik een pessimist ben die niets liever doet dan de mensheid te hekelen.

Het tegendeel is echter waar: ik geloof rotsvast in het goede in de mensheid, en heb met de doorsnee mens geen enkel probleem.

Wie ik wél hekel zijn de uitschieters, die grotendeels de problemen veroorzaken, gezonde oplossingen verhinderen door hun betweterigheid, en hard meehelpen aan het leegplunderen van de schatkist om aan hun ondoordachte willetjes te voldoen.

Maar ik weet ook, gelukkig, dat dit een piepkleine minderheid is. De doorsnee, volwassen mens, is geen janker en vraagt geen inspraak. Tenminste, zo lang de zaken niet totaal uit de hand gaan lopen.

De media, die de spiegels van een volk zouden moeten zijn, schieten schromelijk tekort door vooral de extremen van dat volk aan te tonen. Extremen, hen opgedrongen door een domme minderheid die heel luid schreeuwt om aandacht en belangstelling.

En een rampzalig nevenverschijnsel daarvan is het feit dat we onze eigen spiegel langzaam maar zeker gaan vervangen door de televisie, en op de duur gaan geloven dat we zijn zoals ons wordt “voorgespiegeld”.

Néém nu die jankers. Waaruit bestaan ze? Vooral uit gemakkelijk te beïnvloeden jeugd: nog geen levenservaring, moeten het klappen van de zweep nog leren, komen nog maar pas kijken, en eigen aan die leeftijd: vinden dat ze het allemaal beter weten en beter zouden kunnen!

Gelukkig wordt die jeugd (meestal) volwassen, en na een tiental jaar te hebben meegedraaid in het volle leven, weten ze wel beter en hebben dan veel spijt over hun jeugdige escapades. Maar het zij hen vergeven.

Gevaarlijker zijn de ‘volgroeide’ jankers, want blijkbaar worden die mensen niét volwassen en zullen ze dat ook nooit zijn.

Maar nogmaals: ik zie die hele groep toch als een minderheid die zéker niet model staat voor het echte wezen van een volk.

Een ander, meer en meer opdoemend gevaar, is de opvoeding! Want hiér lijken we toch wel regelrecht op een ramp af te stevenen.

Er was een tijd (toen ik klein was) dat de meeste leraren op school erg losse handjes hadden. Er vielen regelmatig harde klappen. Mààr… ik stelde ook vast dat die klappen eigenlijk wel verdiend waren door het ronduit ongepast gedrag van de ‘slachtoffers’: kereltjes die zich echt niet wilden aanpassen en regelmatig de klas op stelten probeerden te zetten en de anderen voortdurend stoorden.

En op een dag, ik zat in het derde studiejaar, kwam André, een medeleerling, met een krantenknipsel zwaaien: er was een wet gemaakt om de leerkrachten het slaan te verbieden. Hoera!

Nu ja… eigenlijk merkten we die eerste jaren niet veel verschil. Het was niet echt doorgedrongen tot de leerkrachten, en vermits de kinderen in die tijd nog niet te vergelijken waren met de ‘watjes’ van nu, zou ook niemand het in zijn hoofd hebben gehaald om naar de politie te stappen.

De ouders nog minder, want als je thuis kwam klagen dat je klappen had gekregen van de meester, had je veel kans dat je er nog een bij kreeg van pa.

Ergens was die toestand misschien wel niet erg humaan… maar het werkte. Je werd voorbereid op het leven, je kon tegen een stootje en je had geleerd hoe je te gedragen om niemand ten laste te zijn.

Het was misschien niet de ideale opvoedingsmethode, maar het wérkte. En dit kan niet worden gezegd van wat jeugdpsychologen nu aanraden in ‘moeilijke gevallen’: praten. Dénken ze, maar staan ze er wel bij stil dat met moeilijke gevallen juist niét te praten valt?

Hoe een leraar het nú moet waarmaken in een klas vol watjes waar je zelfs niet boos meer mag naar kijken, maar anderzijds toch zélf graag alles en iedereen terroriseren… dat weet ik écht niet.

Hoe die leraren dat tot hun pensioen moeten volhouden gaat mijn petje te boven. Dat moet bovenmenselijke inspanningen kosten.

Nu ja, de leerstof is één ding… en dat zal misschien nog wel lukken in de meeste gevallen. Maar op dié manier van een dwars kind een volwassene maken? Daar geloof ik niet echt meer in. Temeer omdat veel ouders op net dezelfde manier tewerk gaan en de kinderen eigenlijk al verpest zijn vóór hun eerste schooldag.

Ik weet gezinnen waar niet de vader, maar het kind gezinshoofd is en bepaalt waar ze zondag heengaan, wat ze zullen eten, welk speeltje het nodig heeft… En ik heb het dan wél over kinderen van 5-6 jaar oud hoor!

Aldus verwend komt zo’n kind dan in het eerste leerjaar terecht… en ja, ik hoef er geen tekeningetje bij te maken!

Nochtans, de jeugd is de toekomst van de natie. Hoe is het mogelijk dat veel ouders hun kinderen niet méér leiding geven, maar integendeel, al direct bij de schooldirectie gaan klagen als een leraar even boos naar dat watje heeft gekeken. Moeten dààr volwassen mensen uit groeien?

Maar kom… ik wil geen pessimist zijn, stel gelukkig ook vast dat er veel uitzonderingen zijn, maar toch is het een probleem dat steeds erger zal worden, want hoe zullen die watjes hún kinderen weer opvoeden?

Of … zullen de fameuze ‘tijdslingers’ hier weer ingrijpen en zullen we weer naar extreem tegengestelde opvoedingsmethoden evolueren? Goed mogelijk, want vroeg of laat zullen die ettertjes er wel achterkomen dat het op die manier niet lukt en zullen ze hun kinderen heel anders gaan opvoeden.

Willy.

07-10-2010 om 09:55 geschreven door Willy


» Reageer (0)
06-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn partij!

Mijn partij.

Ik vrees dat ik de lezer, tot welke politieke partij hij ook behoort, nu wel zal moeten teleurstellen:

Ik héb geen partij! Politiek dakloos dus! Gewoon omdat ik er geen kan kiezen. Partijen liggen me niet. Sommige politici wél. En bij gebrek aan betere keuzes, stem ik dan maar voor dié politicus die bewezen heeft dat hij de belangen van het land ernstig verdedigt en liefst zonder al te opvallende stemmenronselarij.

Tot wélke partij die politicus behoort imponeert me ook al niet veel meer. Of eigenlijk toch wel, maar helaas… goed menende partijen die eerlijk willen opkomen voor het belang van het land… die vind je gewoon niet. Ze kunnen niet eens in eigen partij tot overeenstemming komen over wat het algemeen belang nu eigenlijk is. Laat staan dat ze in ‘eendracht’ in staat zouden blijken met de andere partijen samen te werken.

Een ‘partij’ aanhangen vind ik dan ook eerder een door gemakzucht ingegeven keuze: “Ze beloven toch het goed te doen…”

En daar gaan we weer: “we beloven… we zullen… we gaan… “

Neen jongens, dat interesseert me niet. Gebruik eens die andere werkwoorden: we deden… we hebben gedaan… we hebben gerealiseerd…

En aan partijen die andere partijen bekladden heb ik nog minder een boodschap. Met modder gooien is niet de correcte manier om jezelf wit te wassen.

Dus: liever géén partij kiezen, maar politici volgen in wat ze doen, en dààr dan de ‘minst slechte’ proberen uit te pikken. Ook dààrin schiet de belg erg tekort, want blijkbaar hebben we een héél kort collectief geheugen.

Ik heb politici geweten die onbeschaamd ‘zonevreemde’ huizen zomaar lieten afbreken, zodat de bewoners op straat stonden. De bevolking vond het halucinant. Dat hadden we sedert de holocaust niet meer meegemaakt. Temeer daar de meeste van die mensen ooit van een of ander politicus ‘tussen pot en pint’ toelating hadden gekregen daar te bouwen. Of tenminste de verzekering dat niemand ze zou lastigvallen.

Waren bepaalde politici hier politieke zelfmoord aan het plegen? Helemààl niet! Een paar jaar later leek het weeral gewist uit ons collectief bewustzijn en konden ze na de verkiezingen weer op een monsterscore bogen.

Tja… zo gaat dat, als we niet kijken, niet luisteren, niet volgen, en niet onthouden. En òf die lui daarvan profiteren!

Met cadeautjes gooien is dan de andere, tegengestelde manier om gemakkelijk een ministerszitje te veroveren en te behouden. Maar het werkt al even funest.

Het budget van de staat beheren heeft veel punten van gelijkenis met het beheren van het gezinsbudget. Mama kan haar kindjes volstoppen met ijsjes, speeltjes, en wat hun hartje ook maar lust, en ze zullen haar héél graag zien. Dat kan doorgaan tot het maandsalaris er door is. En dan komt de dag dat ze moet zeggen: “Sorry kindjes, droog brood vandaag. Mama heeft geen geld meer.”

Zijn die kindjes beter af in een dergelijke gezinspolitiek? Ik denk het niet. Wel, wij zijn ook niet beter af als de landelijke politiek hetzelfde doet. Want bovendien, die cadeautjes komen heus niet uit de dikke portefeuille van de wilde weldoener! Ze komen van ons eigen belastingsgeld.

Ik heb dan veel liever een politicus die durft te zeggen: “Sorry mensen, als we aan onze kinderen een gezonde staat willen overlaten, dan moeten we nú snoeien. Zoniet stevenen we recht op een failissement en chaos af.”

We zullen het dan wel voelen in onze bankrekening, maar we weten dan tenminste waarom en waarvoor.

Tot slot: mijn mening over de huidige ‘politieke crisis’ in België? Raar maar waar: neutraal. Bart Dewever trok de stekker er uit... hm.

We hadden ooit een ‘loodgieter’ als premier… het ziet er naar uit dat daar nu ook nog een ‘electrieker’ bijkomt.

Hij zal wel zijn reden gehad hebben om de stekker er uit te trekken denk ik, maar vanwege heel dat geheimzinnig gedoe met informatie, preformatie en formatie kunnen alleen de insiders oordelen, en dus: ik bemoei me er niet mee want ik beschik niet over de nodige informatie daaromtrent.

Ik wacht af… kijk toe… en zal mijn conclusies wel trekken na daden en resultaten gezien te hebben.

Willy

06-10-2010 om 16:15 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Actueel(2)

Actueel(2)

Mijn column van gister sprong wat uit de band qua inhoud, maar ik wist wel heel goed wat ik deed:

Ten eerste wou ik de ouderwets - logge administratie van ons landje toch wel even aan de kaak stellen;

Ten tweede wou ik door het zelf te doen een daadwerkelijk voorbeeld geven van hoe inspraak zonder inzicht altijd ‘meent’ het beter te weten, maar gemakshalve totaal geen rekening houdt met de vele factoren die tot een bepaald besluit hebben geleid.

En dus reikte ik zo’n minute-maid oplossing van de doorsnee ‘vermeende inspraakgerechtigde’ aan: ‘stuur ze dan toch een deurwaarder’!

Wel, heel lang geleden hoorde ik uit welingelichte bron dat vadertje staat niet gerechtigd is een deurwaarder aan te stellen voor het innen van belasting. Blijkbaar is dat dus nog steeds zo, maakt deel uit van ons heerlijk pakketje sociale vangnetten, en geldt het blijkbaar ook voor de verkeersbelasting.

Vroeger, toen ons land nog uit brave mensen, en vooral dan uit brave belgen bestond, werkte dit. Nu? Worden brave belgen steeds meer een zeldzaam verschijnsel. Een met uitsterven bedreigd ras.

Braaf en gehoorzaam zijn blijkt niet meer te lonen en is uit de tijd. Hoog tijd dat ook de overheid dit gaat inzien en de wetgeving navenant aanpast. Niet langer bedoeld voor braaf spinnende poesjes, maar voor klauwende beren en giftige slangen!

Terzake: de administratie staat voor schut en zet dan maar de grote middelen in: de politie ze op heterdaad laten betrappen. Zonde toch om het politiepotentieel daar als laatste redmiddel te moeten voor inschakelen?

Resumerend kunnen we dus stellen dat we, weer dank zij een van die sociale vangnetten, eigenlijk allemaal mee betalen aan de verkeersbelasting van de velen die lustig rondrijden zonder die belasting te betalen.

En of we nu zélf netjes betalen of niet, of we zélf autoriijden of niet, meebetalen doén we. Want waar vadertje staat miljarden misloopt aan allerlei gelijkaardige toestanden, om zijn begroting in evenwicht te krijgen kan hij niets anders dan ze dan maar te compenseren uit de zak van de brave belastingbetaler.

Oplossingen liggen dan ook niet binnen het bereik van de administratie, maar binnen het bereik van de politiek.

Maar je snapt het al: rechtvaardige wettelijke maatregelen kunnen, vooral dan bij de wanbetalers zélf, onsympathiek overkomen en tot stemmenverlies leiden. Want ook die wanbetalers gaan stemmen hoor! En dus blijft het parlement er liever af, neemt dat miljardenverlies er maar bij, en gaat vrolijk verder met het bedenken van betuttelende pamperwetjes.

Of … ze sturen de politie er op af. Dan is dié weer de slechterik, en zoals gewoonlijk, de kop van jut in een uit de hand gelopen sociaal systeem.

Willy.

06-10-2010 om 13:09 geschreven door Willy


» Reageer (0)
05-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Actueel.

Actueel (in ’t nieuws)

Het was al eens op het nieuws geweest, maar werd vandaag nog eens bevestigd: de politie zal massaal op pad worden gestuurd om bestuurders die hun wegenbelasting niet betaalden, er uit te pikken!

Eerste vaststelling:

- Tiens, ik had écht gedacht dat ze computers hadden in Brussel! Niét dus.

- En dat alle auto-eigenaars in een database staken. Nee?

- En dat met één muisklik alle wan- of nietbetalers op je scherm getoverd kunnen worden met naam en adres? Domme vraag? Sorry dan.

- En dat je met die naam en adres een deurwaarder met een goede gps tot aan de voordeur krijgt? Allemaal teveel gevraagd? Oei!

Enfin… zo werkt mijn pc toch. In de ministeries blijkbaar niét dus! Zouden ze daar nog met ganzenveren schrijven?

Wat er ook van zij: nu zullen weer honderden man-uren worden gespendeerd aan het ‘zoeken’ naar wat met één muisklik te vinden zou zijn als ze over een peeceeke beschikten. Maar ja, met een ganzenveer lukt dat natuurlijk niet hé?

Tweede vaststelling:

Had ik dàt maar vroeger geweten. Welke onnozelaars zijn we geweest om jaar na jaar braaf onze wegentaks te betalen? Vooral nu blijkt dat ze in Brussel helemaal niet kunnen weten wie niet betaalde!

- Vandaag plots wéten ze dat ‘velen dat niet doen’. (Is toch al wàt vooruitgang)

- Gister wisten ze dat dus niét? (Of wilden ze het niet weten?).

- En morgen hebben ze een oplossing: honderden politiemannen duizenden chauffeurs laten tegenhouden (en serieus het verkeer storen) om een tiental wanbetalers te zoeken als naalden in een hooiberg.

Arm België. Arme Ministeries! Niet eens een peeceeke? Hoeveel zo’n dingen zouden niet kunnen gekocht worden met die kostbare man-uren van de politie? Man-uren die wél voor nuttiger zaken kunnen worden gebruikt!

Dat weten we dan alweer zie. ’t Was maar een kort en licht columpje, maar dat deed ik met opzet: ik moet het, naar het voorbeeld van de Brusselse ministeries, immers nog te voet naar Seniorennet brengen. Hopelijk ben ik op tijd terug voor de niet te missen humor in het nieuws van morgen!

Willy

05-10-2010 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (2)
04-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kids en ouders.

Kids en ouders.

Vanwege mijn functie in het verkeersbeleid in een bepaalde stad, kwam ik nogal dikwijls in aanraking met schooldirecties, leerkrachten, leerlingen, en… oudercomités!!! (Tot op heden word ik nog steeds misselijk als ik aan dit laatste woord denk!)

Met de eerste drie categorieën had ik geen probleem. Daar viel verstandig mee om te gaan. Maar telkens het september werd, wist ik het al en moest me voorbereiden: er kwamen nieuwe kindjes… maar vooral: nieuwe kersverse oudertjes! Vadertjes die een baardje hadden laten groeien om volwassen te lijken… gewichtig kijkende moedertjes… och arme!

Doodangstig, doodongerust, want door hun kind naar school te brengen werden ze voor het eerst geconfronteerd met de grote verkeersdrukte rond de school tijdens de in- en uitgangsuren, en vreesden, neen, waren er zéker van, dat hun kind ooit onder zo’n auto zou terechtkomen.

En, eigen aan de huidige maatschappij: ze stelden hun eisen en wilden inspraak! Zélf hun kind opvoeden en de gevaren leren onderkennen zat er blijkbaar niet in. Anderen moesten maar ‘boeten’ voor die verkeesdrukte en er wat aan doen. Want:

“Omdat steeds meer mensen hun kinderen met de auto naar school brengen wordt het verkeer rond de school steeds drukker en besluiten steeds meer mensen hun kinderen met de auto naar school te brengen!”

Weeral zo’n vicieuze cirkel! En daar sta je dan. Aan de leerkrachten heb je het al honderd maal uitgelegd, en die hebben het al lang begrepen. Maar aan het verstand brengen van die oudertjes dat die ‘gevaren’ héél subjectief zijn, dat is een ander paar mouwen.

Want inderdaad, gedurende mijn 38 jarige carriere heb ik zelden (eigenlijk nooit) in mijn stad een kind weten verongelukken in de schoolomgeving!

Als veel ouders tegenwoordig hun kinderen naar school brengen, en allemaal op hetzelfde uur, dan kàn het niet anders dan druk zijn rond de school: er staan ouders dubbel geparkeerd… anderen proberen er doorheen te wurmen… kinderen stappen uit… het lijkt een totale chaos!

MAAR! Het is een veilige chaos. Want juist door dat stilstaan, dubbel parkeren en zo, is het onmogelijk snel te rijden, en zoveel als onbestaande dat een kind wordt gekwetst. Ook het doorgaand verkeer, dat anders misschien 60 of 90 km/u zou rijden, is nu zodanig gestremd dat het stapvoets moet. Met andere woorden: er heerst een ‘subjectieve onveiligheid’: het wordt als onveilig aanzien, maar de naakte cijfers bewijzen juist het tegendeel.

Maar dat kun je die oudertjes niet wijsmaken! Ze eisen maatregelen. Er moet een ‘plakaat’ komen dat aanwijst dat daar een school is. Als je hen er dan op wijst dat zo’n ‘plakaat’ er wel degelijk staat, kijken ze wat verbouwereerd, gaan het checken, en inderdaad… het staat er! Maar ze ‘hadden er niet op gelet omdat het niet opvallend genoeg is’

Tja, dat héb je nu eenmaal met oversignalisatie! Niemand let er nog op. Maar toch willen ze hun gelijk halen en eisen meer opvallende signalisatie: met zwaailichten, toeters, bellen en weet ik veel!

Tja… dat zou allemaal wel kunnen, maar zullen die dingen op termijn nog wel opvallen als ze door élke school in het hele land worden nageaapt? Natuurlijk niet!

Maar ondertussen… o wee… lopen die oudertjes (lees: jankertjes) ook naar de politici. En ja hoor: hier halen ze tenminste hun gelijk, en de politicus in kwestie belooft betere signalisatie. Slik! Betere? Hoe? Alles wat er moet zijn stààt er al!!!

“Ach ja, we weten het wel maar schud toch maar iets uit je mouw…” En ja, Willy vond tegen beter weten in toch weer iets dat erg opviel… tijdelijk… tot het wéér september werd en wéér nieuwe oudertjes kwamen opdagen die over die nieuwe signalisatie heen keken… en zo ging het maar door.

En toen werden de ‘Kiss and ride” zones populair: wéér uitgevonden om de jankers te plezieren: een zone waar je even ‘uit de weg’ kon stilstaan om je kind veilig af te zetten. Resultaat: tegengesteld aan het beoogde doel. Daar nu niet meer dubbel geparkeerd moest worden, kon het doorgaand verkeer lustig zijn gang gaan tegen hoge snelheden. Dàt was pas echt gevaarlijk!!!

Ondertussen zijn die jankertjes er notabene al in geslaagd elke school in het land als ‘schoolzone’ te laten verklaren met een maximum snelheid van 30 km/u. Laat me niet lachen! Slechts aan héél weinig scholen kan tijdens de in- en uitgangsuren 30km/u worden gehaald! En buiten die uren is het totaal overbodig om tot 30km/u af te remmen.

De benodigde signalisatie voor die totaal nutteloze maatregel heeft de belastingbetaler weer hele hopen geld gekost, maar de jankertjes zijn weer tevreden: wéér hebben ze een open deur kunnen intrappen!

Inspraak? Laten we niet flauw doen hé? Het hierboven vermeld verhaal is letterlijk een 'schoolvoorbeeld' van hoeveel weggegooid geld inspraak zonder inzicht kost aan de maatschappij!

Willy.

04-10-2010 om 11:40 geschreven door Willy


» Reageer (2)
03-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.België verdelen?

België verdelen?

In de zeventiger jaren werden ons op politiek niveau verschillende totale tegenstellingen door de strot gedrukt:

Ten eerste vond Europa dat we Europees, en in ’t groot moesten gaan denken en leven. Leek ons wel leuk: in plaats van voor al die verschillende regerinkjes te betalen, nog slechts één regering voor het geheel! Het zou echter anders uitdraaien: betalen voor Europa plús onze eigen regering!

Maar die woorden waren nog niet koud of onze eigen regering vond dat we nu meteen ook maar héél klein moesten gaan denken en in België, naast de Europese, voor nog eens vier eigen regeringen gaan betalen: een Vlaame, een Waalse, een Brusselse en daar bovenop nog een federale!

Zijn we daar beter van geworden? Betalen voor welgeteld 5 regeringen, in een landje zo groot als een achtertuintje in Amerika? Betalen voor een heel leger ministers, parlementairen, senatoren en de hele achterban van hun respectievelijke ambtenaren?

Maar… wat was er nu eigenlijk écht gebeurd? Wel, de leuke postjes voor politieke vriendjes waren zowat opgebruikt. De zak van sinterklaas was leeg! En dus werd met alle middelen gezocht naar manieren om die zak nog veel groter te maken. En inderdaad… na deze vernieuwingen konden wéér duizenden politieke jobkens uit de zak worden getoverd.

De politieke toverdoos blijkt dus onuitputtelijk, en dat zal wel zo blijven tot er voor iedere burger een minister kan worden aangesteld. Hoe ze het daarna nog zullen weten uit te breiden weet ik ook niet.

Maar oké… nu willen ze België weer verdelen. Heeft één vlaamse burger problemen met een waalse? Ik geloof het niet. Het wordt ons gewoon opgedrongen door de politici, volgens het oude principe: ‘Verdeel en heers’. Zo lang er verdeeldheid heerst zullen we ons achter onze leiders scharen… een principe uit de tijd der romeinen… maar het blijkt nog steeds te werken. Hebben we dan echt niéts geleerd van de geschiedenis en de evolutie?

Zouden we het, als vlamingen, beter hebben als we apart gaan? Tijdelijk misschien wél, want inderdaad is er ‘momenteel’ meer werkloosheid in Walonië. Maar blijft dat zo? De geschiedenis zou ons tot nadenken moeten stemmen: ooit was Walonië rijk aan steenkool en industrie. De vlamingen waren maar wàt blij om daar te kunnen gaan werken. Nu is het tij gekeerd. Maar de geschiedenis herhaalt zich altijd: ooit kan weer het tegengestelde gebeuren.

Stel dat, heel extreem gesteld, rotssteen plots goudwaarde kreeg door bepaalde ontwikkelingen in de industrie of de electronica! Wij in Vlaanderen hebben dat niet! In Walonië wél! En floep… de rollen worden weer omgekeerd.

Ons vaandel draagt de leuze: ‘Eendracht maakt macht’. Natuurlijk! Het impliceert dat, waar de een het tijdelijk minder heeft, de ander een helpende hand reikt. Zo word je samen sterk!

Vlaanderen alleen, zou het misschien een tijd redden, maar door gebrek aan diversiteit in grondstoffen en zo, bij de geringste nieuwe ontwikkeling misschien totaal ontwricht raken. En dan zit er maar één ding op: aansluiten bij Nederland. Die zullen ons wel graag zien komen, maar of de doorsnee vlaming zich zou kunnen aanpassen aan de strakke mentaliteit van de nederlander? Ik vrees van niet!

Noch walen, noch vlamingen kunnen, na een totale splitsing, de toekomst zorgeloos tegemoet zien. De politici spelen momenteel een héél gevaarlijk spelletje! Een spelletje dat van niet méér inzicht getuigt dan het inzicht van een dwarse kleuter.

De contrasten waal/vlaming zijn ook gegroeid door de eeuwen heen, maar vooral dan door de verschillende politieke ontwikkelingen waar de gewone burger nooit in werd gehoord.

Zo sprak de generatie van mijn ouders nog altijd graag over de discriminatie in het Belgisch leger, dat voornamelijk uit waalse officieren bestond. De franse bevelen werden dan vertaald als:‘et pour les Flamands la même chose’. Onze generatie heeft die woorden ingelepeld gekregen en onthouden.

Maar: als we eens een paar eeuwen verder achteruit kijken… wat zien we dàn? Jawel… België behoorde tot het Koninkrijk der Nederlanden en de voertaal was nederlands!

Hoe zouden de walen dàt hebben doorgemaakt? Was dat ‘pour les Flamands la même chose’ soms niet een terechte wraak?

Moeten we dan, van beide zijden, maar wraakzuchtig blijven? Of kunnen we ons eindelijk eens opstellen als volwassenen en samenwerken? Of het nu eendracht maakt macht is, of union fait la force… wat is het verschil?

De Duitsers hebben ons in twee wereldoorlogen zóveel aangedaan, maar we begroeten ze ondertussen weeral sedert jaren als welkome toeristen. Kunnen we dat dan ook niet met eigen landgenoten?

We worden opgedrongen ‘multicultureel’ te denken als vreemde rassen zich hier vestigen, maar in één adem door moeten we van diezelfde politici onze waalse ras- en landgenoten haten ( En natuurlijk ook vice versa)! Kom nou…

Dat een waal minder snel geneigd zal zijn vlaams te leren? Liggen we dààr van wakker? Oh ja… wij leren graag frans. Waarom? Omdat we met onze sappige vlaamse dialektjes niet erg ver geraken: twee dorpen verder verstaan ze ons al niet meer!

Bijgevolg ondervinden wij veel meer voordelen van het frans leren dan een waal door vlaams te leren. En toch doet de waal de laatste tijd er toch echt zijn best voor. Chapeau!!! Zó ver hebben we het toch al weten te krijgen en dat is heel positief. Laat ons nu echter niet gaan vitten om het onderste uit de kan te halen!

Neen! België heeft bewezen dat het goede en slechte tijden aankan. Moet je een winnend team vervangen?

Willy.

PS: sedert ik het bloggen heb ontdekt lijkt mijn inspiratie wel grenzeloos. Maar nu wil ik toch echt proberen het wat minder haastig aan te doen. Ik wil niet op een punt komen waarin de kwantiteit de overhand haalt op de kwaliteit. Mijn streefdoel is eigenlijk één column per week… maar ja… als er zóveel bruist en borrelt in je, is dat soms moeilijk!

03-10-2010 om 10:28 geschreven door Willy


» Reageer (0)
02-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Nieuws.

Het Nieuws!

De klok slaat zeven uur, en in de meeste gezinnen gaat toch één iemand naar het nieuws zitten kijken. De anderen horen met een half oor mee, en gunnen de kijkbuis enkel maar een blik als er weer ergens een ongeval met dodelijke afloop is gebeurd of een twintigling is geboren.

Het politieke nieuws? Ach wat… ver van mijn bed. Ik heb wel mijn eigen beslommeringen en zorgen. Laat ze het zelf maar uitvechten. Daarvoor betalen we ze.

Zo reageerde ook ik tijdens mijn actieve carriere: “Elk zijn pijp en zijn tabak. Ik denk dat ik mijn job goed doe, heb al voldoende aan mijn hoofd, en veronderstel van de politici hetzelfde.”

Wàt een misvattingen!!!

Ten eerste: politiek is helemààl niet ver van je bed, maar juist medebepalend over hoe de toekomst van je bed er zal uit zien!

Ten tweede: inderdaad, wij betalen ze ervoor. Maar ze kunnen het verdorie niet! Moest een team in een autofabriek de wielen bovenaan plaatsen in plaats van onderaan, dan vliegt dat team direct de deur uit en moet nooit meer terugkomen.

De politiek is milder: ze vliegen ook wel de deur uit ( lees: ‘gooien zichzelf eruit met een regeringsval’), maar staan die fameuze verkiezingszondag wéér op dezelfde lijsten, en nemen na de verkiezingen weer hetzelfde zitje in! Wie kan nog mee?

Hoe zouden onze auto’s er uitzien als de auto-industrie op dezelfde manier zou werken? Wel, stel je dan meteen ook maar de vraag: hoe zal ons landje er op de duur uitzien als het zo werkt?

En op een dag sta je dan in het stemhokje; gedurende zowat één minuut in je leven heb je dan zélf de touwtjes van de democratie in handen. Maar je bent onwetend, hebt niet gevolgd wat die politici zo allemaal uitspookten… je weet niet op wie te stemmen en maakt zomaar ergens het bolletje zwart van iemand wiens sympathieke smoelwerk je regelmatig op TV ziet en die het goed kan uitleggen.

Niemand kan toch geloven dat dit de juiste manier is om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen? En inderdaad… als ze dan verkozen zijn, blijken ze het nog maar eens ‘ niet te kunnen’.

MAAR… zó dom zijn we nu toch ook niet hoor! Hebben we dan onze enige kans op een gezonde democratie verkwanseld in het stemhokje, niets is verloren! Want dan gaan we maar de straat op in domme betogingen, of we gaan staken en duizenden onschuldige burgers gijzelen.

En waarvóór we betogen of staken? De helft weet het niet maar doet mee voor de lol. En de helft die het wél weet, staakt soms voor het verkeerde doel door de samenhang van het geheel niet te hebben begrepen.

Waarom heb ik mijn blog ‘Bewust zijn’ genoemd? Juist omdat ik weet dat veel mensen bewuste-‘loos’ leven! Mezelf inbegrepen hoor! Tot ik met pensioen ging, geen eigen zorgen meer had, en met open gemoed en objectief oordeel het nieuws kon volgen.

Ik stond perplex! Ik kon gewoon niet geloven wat ik zag: zóveel stommiteiten op elkaar stapelen, zoveel keren met de kop tegen de muur lopen zonder ervan te leren… en zonder ervoor afgestraft te worden toch nog verder mogen doen? Glashelder bewijzen dat je het niet kunt en toch nog verkozen worden? Je reinste waanzin.

Wàt een spijt had ik toen van mijn vroegere schijnbare ‘bewusteloosheid’.

Ik wil dan ook een lans breken voor iedereen die luisteren wil: kijk naar Het Nieuws en leer het objectief te beoordelen. Kijk naar wat je ziet, beoordeel het naar je eigen zijn en geweten, maar luister niet altijd naar wat ze zeggen! Want net als het weerbericht is het nieuws ook een bol kaas met heel grote gaten. Gaten die je dan maar zelf moet proberen in te vullen.

Aan zogenaamde statistieken als bewijsstukken heb je ook niets, want met statistieken kun je alle kanten uit en kun je letterlijk àlles bewijzen.

De media volgen slaafs de politiek en de politiek volgt slaafs de media, omdat ze mekaar broodnodig hebben. Het is een vicieuze cirkel die nooit zal gebroken worden zo lang we gehoorzaam alles slikken wat gezegd wordt, al komt alles in jezelf ertegen in opstand.

Het is ook een cirkel die al draaiende zichzelf opblaast tot astronomische groottes: politici geloven rotsvast in de media en de media geloven rotsvast in de politiek. En op de duur worden op die manier zelfs de eigen leugens geloofd. En de man met de pet… die loopt er klakkeloos in!

“Ze hebben het op TV gezegd” heet het dan… alsof het dàn pas correct is!

Ik had, vroeger, beter moeten weten en ook beter het nieuws moeten volgen, want je betrapt ze vroeg of laat op tegenstrijdigheden, halve waarheden, of hele leugens.

Ik had het nochtans moeten weten: in mijn carriere ben ik meermaals in situaties betrokken geweest waarvan ik dan de volgende dag het ‘verslag’ kon lezen in de krant: doorspekt met sensationele onzin, maar ontdaan van de naakte realiteit. Want de massa vrààgt niet naar realiteit! Ze vraagt naar sensatie.

En dus, beste mensen, er is maar één toverwoord: Bewust leren zijn!

Persoonlijk ben ik altijd beter af geweest door anderen te beoordelen naar wat ze gedaan hebben. Nooit door te luisteren naar wat ze ‘zullen’ doen!

Misschien zou iemand me nu wel graag de vraag stellen:
"Zou jij het dan beter doen in de politiek?"
Het antwoord is:
"Neen. Maar ik zou me ook nooit royaal willen laten betalen voor iets dat ik niet kan!"

Willy

02-10-2010 om 17:06 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het grote geheel.

Ik was van plan het wat kalmer aan te doen in het weekend, maar toen wenste een lieve dame me donderdagavond in mijn gastenboek veel inspiratie toe voor het weekend, en verdorie… het lijkt nog te werken ook!

Het grote geheel.

Niemand is in staat het ‘grote geheel’ te bevatten. De een komt er dichter bij, de ander blijft er verder van af. Maar alles in zijn totaliteit snappen doet niemand. En dan heb ik het zowel over het gezinsleven, de maatschappij, de politiek en de eeuwigheid, of wàt na het leven op aarde ook mag komen.

We zijn allemaal radertjes in een enorme machine. Het ene radertje is alleen maar in staat zichzelf te zien, andere radertjes vangen een glimp op van de raders in hun nabijheid of iets verder, maar niemand is in staat de hele machine in zijn totaliteit waar te nemen, en minder nog, te doorgronden! Integendeel, hoe verder je daar in slaagt, hoe meer nieuwe problemen je gaat ontdekken.

En toch is geen enkel probleem een op zichzelf staand gegeven. Er zijn altijd meerdere oorzaken in de dichte of verdere omgeving aan te wijzen. Je kunt een probleem dan ook alleen maar zo degelijk mogelijk oplossen als je in staat bent zoveel als mogelijk van het grote geheel te snappen.

Vandaar ook de grote twijfels die ik bij de zogenaamde jankers heb, die in alles en nog wat inspraak willen. Meestal zijn dat mensen die, ofwel door hun jeugdige leeftijd, ofwel door het feit dat ze nooit echt volwassen werden, niet verder kijken dan hun neus lang is. Ze zien niet verder dan het probleempje voor hun eigen deur, en denken dat met een oplossing dààrvoor alle wereldproblemen zijn opgelost.

Zelf heb ik er altijd naar gestreefd om bij elk probleem of elke vraag, naar die grote samenhang te speuren. En ik moet bekennen: ik ben daar tamelijk ver in geraakt, maar op een bepaald moment valt er toch als het ware een doek voor je ogen, en zegt een stemmetje binnen in je: ‘tot hier en niet verder’. Met andere woorden: voor iedereen bestaat er ergens een grens waar de samenhang zo complex wordt dat de hersenen het niet verder kunnen bijhouden en bevatten. Je kunt, door je in de materie te verdiepen, die grens verleggen, en vaststellen dat dit steeds weer een stukje verder kan. Maar nooit of te nimmer zul je àlles weten over alles.

Vandaar dat ik problemen, die rond de toonbank van je stamcafé, heel simpel worden voorgesteld, liever aan gespecialiseerde breinen overlaat en er niet gauw een oordeel zal over vellen of inspraak willen.

Ooit hoorde ik het citaat:

“Een expert is iemand die steeds meer weet over steeds minder, tot hij bijna alles weet over bijna niets”.

En zo is het, in onze moderne maatschappij, ook wel geworden. De problemen zijn zo complex geworden dat een leek er zich beter niet mee moeit en het overlaat aan een aantal personen die elk héél veel weten over dat éne kleine onderdeeltje van het grote geheel, en in onderlinge samenwerking tot een gezonde oplossing kunnen komen.

Als iedereen er zo over dacht zou een gezonde politiek kunnen ontstaan in plaats van de hedendaagse marionettenpolitiek die, vooral door naar de steeds groeiende benden jankers te moeten luisteren, geen enkel probleem meer op een degelijke manier kan oplossen.

Dàt, is zowat de enige mogelijkheid die ons rest om goede, en geen halfslachtige oplossingen te realiseren.

Als schoolvoorbeeld haal ik even het migratieprobleem aan. Hoe is het ontstaan? Laten we de zaken even analiseren:

In de jaren zestig en zeventig ging onze levensstandaard met sprongen de hoogte in. En dan vooral door onze gezonde werklust en motivatie. MAAR! Sociale wetten deden de een na de ander hun intrede. Politici strooiden met milde hand cadeautjes in het rond. De staatskas werd er door leeggeroofd, maar dat was geen probleem: dan maar lenen! Roofbouw plegen op de toekomst van het vaderland!

Het leek echter allemaal rozengeur en maneschijn voor mensen die zich jarenlang met enkel het essentiële hadden moeten beredderen.

MAAR!!! Er ontstond direct al een nevenverschijnsel: de luiaards kregen hun kans en grepen die ook. Vermits werkloosheid niet langer een financieel probleem hoefde te zijn, werd de doorsnee Belg of Europeaan lui, en in plaats van naar een baan te zoeken, werd naar een reden gezocht om van de werklozensteun te kunnen genieten.

En ja… de industrie kwam in een neerwaartse spiraal terecht en werd verplicht arbeidskrachten in het buitenland te gaan zoeken. En dat lukte: Italianen en Spanjaards kwamen zich hier kapot werken als mijnwerker of in andere jobs waarvoor de doorsnee Belg de neus optrok.

Die mensen integreerden zich perfect, werden met open armen ontvangen, pasten zich aan het gastland aan en er ontstond geen enkel probleem. Hoera migratie!!!

Maar toen gingen de politici een brug te ver: Europa hadden we al zowat leeggezogen aan arbeidskrachten, en bepaalde politici gingen hun blikken op Noord Afrika richten. En dat leek aanvankelijk nog te werken ook!

Tot bleek dat we niet alleen vreemde arbeidskrachten in huis hadden gehaald, maar ook een cultuur die moeilijk in een monderne samenleving te integreren viel en ook geen enkele bereidheid tot aanpassen vertoonde!

Wat nu? Voor politici bleek het van meet af aan een groot probleem om die anderen zich te laten aanpassen aan het gastland, maar ze hadden er al gauw een gemaksoplossing voor! “Dan passen we het gastland maar aan aan hén!” En het wapen werd gebruikt dat politici altijd gebruiken: de wet. En dus werden wetten gemaakt om de gastheren te verplichten zich aan te passen aan de gasten. De logica op zijn kop gezet dus, maar ja, de Belg laat zich toch gemakkelijk overtuigen en dat kwam de politici goed uit.

En ja, zo zien de zaken in 2010 er nu uit!

Kunnen we het de migranten kwalijk nemen? Neen, want ook wij zouden ons laten bekoren als een land ons de hemel op aarde beloofde en zijn eigen inwoners wettelijk verplicht zich aan te passen aan ónze, wat middeleeuws aandoende cultuur.

In elk geval, de genieën die ons ‘multicultureel’ hebben willen leren denken, hebben enkel een negatief beeld van andere culturen weten te scheppen. Ik bén geen rascist en verfoei dat woord. Ik héb bewondering voor Afrikaanse culturen: zo lang ze ook in Afrika blijven!

En het ergste van alles: juist dié ondernemende mensen uit die culturen, die de capaciteiten bezitten om ook van hún land een paradijs te maken, worden naar hier aangezogen, en al even lui als wijzelf gemaakt.

Kunnen we het de Westeuropeaan, waaronder de Belg, kwalijk nemen? Ja!!! Lui geworden door de vele sociale vangnetten, liet hij het werken liever over aan vreemdelingen.

Kunnen we het de politici kwalijk nemen? Ja!!! Ze hadden verder moeten kijken dan hun neus lang is en doof moeten blijven voor de klachten van de industrie die geen arbeidskrachten meer vond. Die arbeidskrachten hadden ze zonder probleem op eigen bodem kunnen genereren door de sociale vangnetten niet zo uitnodigend te maken.

En juist omdat ik geloof dat ik het grote geheel beter snap dan de doorsnee mens, én bovendien heel objectief kan denken, moet ik tot mijn spijt besluiten: ‘Eigen schuld, dikke bult!’

Willy.

02-10-2010 om 13:43 geschreven door Willy


» Reageer (0)
01-10-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toeristen !

Toeristen.

Door een toevallige samenloop van omstandigheden ben ik zowat mijn hele leven in contact (of conflict) gekomen met toeristen. Dat begon al als kind in de jaren 50, toen mijn vader gerant werd in een benzinestation in een toeristische stad.

Als je mij naar de definitie van een toerist vraagt kan ik het dan ook maar in één zinnetje verwoorden: “Iemand die op vrijdagavond, samen met zijn werkkledij, zijn verstand aan de kapstok hangt’.

Want ja, het zijn soms wel heel normale intelligente mensen, die thuis en op hun werk heel normaal doen. Maar zodra ze op vacantie of daguitstap gaan, vinden ze dat ze de toerist moeten gaan uithangen.

En in hun ogen betekent dat dan: moeilijk doen… vitten over prijzen… kelners en diensters uit de hoogte behandelen… hun rechten opeisen… prima service eisen, maar dan toch liefst zo goedkoop mogelijk… En vooral: opvallen. Iedereen moet weten dat ze toerist zijn. Denken die lui heus dat ze dan beter bediend zullen worden?

Dat letterlijk iedereen die ook maar iéts met toerisme heeft te maken het vroeg of laat op de heupen krijgt, dat beseft blijkbaar geen enkele toerist. Hoe belacheliijk hij overkomt bij de mensen die hem de nodige ‘service’ moeten bieden evenmin. Noch dat hij véél beter zou worden aanvaard en bediend als hij zich wat nederiger opstelde, want tenslotte blijft hij een ‘gast’, en zou hij zich ook aldus mogen gedragen.

Neen. Om dàt te begrijpen moet je ooit zélf voor toeristen hebben gewerkt. Dan zou je direct begrijpen dat je jezelf alleen maar hopeloos benadeelt en belachelijk maakt door letterlijk ‘de toerist’ uit te hangen.

Gewapend met deze wetenschap begon ik ook te experimenteren als toerist. Op jonge leeftijd met brommer en tent naar de Ardennen, later telkens wat verder, om tenslotte een ‘vliegreis’ naar Tunesië te wagen. Door het feit dat ik me in geen geval als toerist wilde laten opvallen maar me probeerde aan te passen aan de plaatselijke omstandigheden, viel dat allemaal wel mee.

Het enige nadeel dat ik ondervond van vliegreizen was dat je door een reisorganisatie ergens werd ‘gedumpt’ waar het mooi was, maar je snapte het wel: ze toonden je alleen maar dàtgene wat ze je wilden tonen. Hoe de rest van het land functioneerde… dat wist je niet, en dàt was nu juist wat me wel degelijk interesseerde. Een zon- en zeevacantie hoefde niet. Kon ik thuis ook vinden. Eten als thuis hoefde ook niet, want dan kon ik beter voor veel minder geld thuisblijven. Ik wilde juist andere levenswijzen en culturen leren kennen.

Dus: geen vliegvacanties meer, en zéker geen kant en klaar voorgekauwde reisplannen met weinig ruimte voor improvisatie.

Dan er maar liever op uit met de auto, en zoveel als mogelijk ver van de toeristische plaatsen vandaan blijven. En zo kwam ik op zekere dag in de zeventiger jaren, plots aan de Spaanse grens te staan. Ik had een beetje ‘gedraald’ door Frankrijk en besloot met veel twijfel om toch maar eens die grens over te wippen. Vooral ook omdat ik thuis wat elementair ‘Spaans voor op reis’ had geleerd.

En oh wonder, daar waar ik, rijdend doorheen Frankrijk, me steeds verder van huis voelde, voelde mijn eerste contact met Spanje aan alsof ik weer thuiskwam. Mijn eerste middagmaal in een café-restaurantje in Figueras viel reuze mee. Het klein beetje spaans dat ik sprak werd door de spanjaarden reuze geaprecieerd en in de kortste keren had de spaanse cultuur mijn hart veroverd.

En toen… de kustlijn volgend van het ene onbekende plaatsje naar het andere, reden we plots Benidorm binnen! Een ware cultuurschok wachtte ons! Een serieuze koude douche! Wàren we uiteraard nog wel in Spanje?

Café België… Bistro Antwerpen… schreeuwende Nederlandse, Engelse en Franse muziek uit honderden luidsprekers uit even zoveel ‘zonevreemde’ horeca zaken…

Wég spaanse cultuur; wég spaanse keuken. De toerist had het (toen al) volledig laten ‘kanibaliseren’ en aan zijn persoonlijke wensen en eisen doen aanpassen. We zijn er één dag gebleven, uit nieuwsgierigheid. Toen hielden we het voor bekeken en konden niet snel genoeg weer naar het echte Spanje rijden.

Zowat drie weken hebben we toen het land doorkruist. Eten en drinken waren er destijds spotgoedkoop en mede door de openheid en vrolijkheid van de nochtans arme bevolking, konden we er letterlijk leven als god in Frankrijk.

Het hoeft dan ook geen betoog dat we van Spanje onze vaste bestemming maakten. MAAR NIET als toerist por favor! In plaats van me duidelijk herkenbaar te maken in een ‘toeristen-uniform’ deed ik altijd heel gewoontjes, en ging hardnekkig door met spaans leren, tot ik mijn doel bereikt had: me in Spanje als een spanjaard te kunnen gedragen. En dat lukte! Soms geloofden ze niet eens dat ik een buitenlander was, en op die manier hebben we er nog vele heel leerrijke vacanties kunnen doorbrengen en er vele vrienden gemaakt.

Met de drommen toeristen, samengepakt op de stranden van Benidorm als vliegen op een hondendrol, kan ik dan ook alleen maar medelijden hebben.

Nu ja… daar lig ik niet van wakker en het is niet aan mij daarover te oordelen. Als mensen zich daar goed bij voelen is dat hún zaak. Ik wou alleen aantonen dat het ook anders kan, en vooral: hoe doorgedreven toerisme prachtige culturen totaal kan vernietigen.

Want jawel, de spanjaarden waren niet vies van het geld dat via het toerisme begon binnen te stromen, en mede door dat toerisme heeft het land zich tot een hoger niveau, met minder armoede, kunnen verheffen.

Maar tegen welke prijs?

Willy

01-10-2010 om 17:18 geschreven door Willy


» Reageer (1)
30-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.My way

My way.

“And now, the end is near…”

Iemand gaf als vriendelijke commentaar in mijn gastenboek, dat het knap is op deze manier 70 te worden. Vind ik eigenlijk ook, maar sta daar zelden bij stil. Want waar gaat het tenslotte om? Om wat je nog over hebt, of om de heerlijke nasmaak van wat je al geconsumeerd hebt?

Voor mij is de fles altijd ‘halfvol’, en nooit ‘halfleeg’. Het hangt er namelijk allemaal van af hoe je het leven bekijkt.

Zodra je geboren wordt, begin je al stilaan te sterven. De een vroeg, de ander laat. En eigenlijk zou je je leeftjd niet moeten bepalen door terug te rekenen naar je geboortedag, maar met door-rekenen naar je sterfdag.

Uiteraard kan dat niet, omdat we die datum niet kennen, maar waar ik wil op neerkomen is het volgende: een negentienjarige zou misschien op zijn twintigste een dodelijk ongeval of een dodelijke ziekte kunnen krijgen. In dit geval heeft die negentienjarige eigenlijk nog maar één jaar te leven.

Wie is er dan eigenlijk de oudste? Die 19-jarige met nog één jaar te gaan, of die 70-jarige die ‘misschien’ de 90 haalt?

Best dat we het allemaal niet weten op voorhand! Reden te meer om je niet op het half lege gedeelte, maar op het nog half vol gedeelte van de fles te focussen en te hopen dat het nog zo lang mogelijk duurt.

Jawel, ik heb ook ogen in mijn hoofd, en zie ook die ‘ouwe mensjes’ van mijn leeftijd op straat sukkelen. Soms doen ze wat zielig aan… soms ook doen ze niets dan klagen… eigenen zich graag privileges toe waarop ze als ‘oudje’ menen recht te hebben… Ik kan het niet altijd begrijpen! Jawel, ik begrijp heel goed dat sommige mensen zich aan die leeftijd minder goed voelen, gezondheidsproblemen hebben en zo, maar dat dit er zóvelen zijn kun je me moeilijk wijsmaken.

Zéker niet als ik zie wat er in warenhuizen gebeurt. Wanneer zié je die ‘zielige mensjes’ daar? Jawel! Uitgerekend op zaterdag, de enige dag dat mensen die de hele week gewerkt hebben, hun inkopen kunnen doen en het reuze druk is. Dàn precies lopen ze er met hopen: sukkelend en iedereen vertragend en op de zenuwen werkend.

Kom nou, is dat nu écht nodig als je de hele week de tijd hebt? Zou je dan de werkende mensen niet die tijd gunnen waarvan jij er toch veel te veel hebt?

Helaas staan die mensen model voor wat de jongere mensen vinden van onze leeftijdsgroep! En weeral: het gaat om een minderheid, maar alweer een minderheid die zich heel sterk laat opvallen en een verkeerd beeld van ‘ouderdom’ ophangt.

Wie positief denkt hoéft zich niet oud en zielig te voelen. Wie aanvaardt dat het de natuurlijke gang van zaken is dat een aantal lichaamsfuncties sowieso vermindert, heeft daar ook geen enkel probleem mee. Hoeft totaal niet.

Het spreekwoord zegt dan soms wel: “Je bent wat je eet”. Maar wat me even correct lijkt is dat je bent wat je denkt. Eeuwige doemdenkers worden vroeg oud. Mensen die in de spiegel kijken en hun verouderingsproces niet kunnen of willen aanvaarden eveneens. En het is dan toch zo gemakkelijk om je in een slachtofferrol te wentelen en je als een ‘zielig oudje’ voor te doen.

Mij niet gezien in elk geval. Ik besef heel goed dat niemand de eeuwige jeugd is beschoren en heb daar totale vrede mee. Evenmin wil ik me belachelijk maken door in een kort broekje waaruit dan witte spillebeentjes steken de straat op te gaan als een soort eerste communiekantje. De mensen hoéven niet te denken dat ik een jong manneke ben. Dat maak ik wel voor mezelf uit.

Maar goed, ‘the end’ mag dan misschien ‘near’ zijn… so what? Komt er nog iets na dit leven? Ik denk, neen, ik ben overtuigd: jawel.

Wat? Joost mag het weten. Niemand is ooit teruggekomen om het ons te vertellen. Waarom niet? Omdat de natuur ons zó heeft gemaakt dat we het, wàt we ook doen, niet kúnnen weten, en daar zal de natuur ook wel grondige redenen voor hebben.

Welke redenen? Wel, bevoorbeeld de volgende:

Als het leven op aarde in principe een ‘taak’ is om onze capaciteiten zowel uit te testen als verder te ontwikkelen, dan kan dat enkel in volledige onwetendheid. Zoniet zou het eindresultaat vervalst kunnen worden.

Als iedereen er zou van overtuigd zijn dat het leven nà ons leven een stuk beter zal zijn op voorwaarde we ons hier op aarde goed gedragen, dan zou het gemakkelijk worden: iedereen zou zijn best doen een goed mens te blijven, uit egoisme!!! Wetend dat goedheid beloond wordt, zouden alle strevers naar goedheid gaan streven. En wat zou dàn de bedoeling zijn geweest van het leven op aarde? Met ‘gespiekte’ cijfers aan de ‘hemelpoort’ te gaan staan?

Nee hoor! De natuur is slimmer! Ze heeft ons dan weliswaar verstand gegeven, maar er ook voor gezorgd dat een groot deel van de hersenen niet kan gebruikt worden. Wat hierna komt moet dus wel iets zijn dat onze hersenen niet kunnen bevatten, en dat moet ook juist de bedoeling zijn. Pas op dié manier kan met ‘eerlijke’ cijfers het ‘eeuwig leven’ aangevat worden. Als je ‘goed’ doet, moet dat omdat je zo bent ingesteld, en niet om er ooit profijt uit te kunnen halen.

Enfin, we zien wel wat hierna komt. Benieuwd ben ik echter wél.

Willy

30-09-2010 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (0)
28-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Rijken.

De Rijken!

Wie helemaal beneden aan de ladder staat en omhoog kijkt, wordt onwillekeurig jaloers op de mensen die daarboven aan de touwtjes trekken en zou in hun plaats willen zijn. Hij zou het helemaal anders aanpakken!

“Die kerels zitten daar maar op hun luie kont te genieten van ons zweet”, klinkt het dan.

Die mensen weten echter niet waar ze het over hebben! Een arbeider komt ’s avonds lichamelijk vermoeid thuis, maar er wacht hem een goede nachtrust. Een ondernemer, of andere mensen hoog op de ladder, komt geestelijk afgemat thuis en raakt niet eens in slaap! De nog op te lossen problemen verhinderen hem dat.

Zijn die rijken dan te benijden? Misschien wel, de weinige keren dat ze zorgeloos met vacantie kunnen. Dan omringen ze zich, welverdiend, met buitensporig lijkende luxe. Dan worden ze ook direct door iedereen gezien en denkt men dat ze het altijd zo makkelijk hebben.

Veel gewone arbeiders denken dan ook dat hun bazen profiteurs zijn die leven van hun zweet. Ze vinden dat rijkdom niet nodig is; voor niemand. Ze vinden dat hun 'relatieve armoede' de schuld is van de rijken.

De vork zit echter anders in de steel!

Een welstellende natie ontstaat door ondernemende mensen die met kop en schouders boven de massa uitsteken en bereid zijn risico’s te nemen. Dat kan tegenslaan, en dan wacht hen de bedelstaf. Het kan ook meevallen. De firma die ze uit het niets uit de grond stampten zal misschien ooit beginnen te renderen… uitbreiden… en uiteindelijk misschien honderden arbeiders te werk stellen. Arbeiders die anders nooit aan de bak zouden zijn gekomen, omdat ze zelf nooit het lef hadden dergelijke risico’s te nemen.

Een tweede klacht die soms gehoord wordt door werknemers is het feit dat bazen nooit genoeg lijken te hebben en steeds maar meer willen verdienen.

Klopt! Maar dat moét ook. Een firma met amper genoeg kapitaal om te overleven hààlt het niet als de tijden eens slechter worden of als zich tegenslagen voordoen (denk maar aan de financiële crisis). Hoe groter het kapitaal dat de ‘baas’ jaarlijks opzij kan leggen, hoe kleiner de kans is dat de tewerkstelling in het gedrang komt.

Met andere woorden: minder ondernemende of minder begaafde mensen mogen van geluk spreken dat ondernemende mensen rijk genoeg worden om hen een tewerkstelling aan te bieden, en ze mogen blij zijn als ‘de baas’ veel centjes overhoudt. Dat kan hun tewerkstelling enkel maar stabiel houden.

Zitten er gaten in mijn theorie? Jawel! Want we hebben het nog niet gehad over de nakomelingen van die ‘ondernemers! Dié krijgen het toch maar mooi gratis in de schoot geworpen, nietwaar?

Inderdaad! Die beginnen hun leven met een flink startkapitaal en hebben sowieso al een flinke streep vóór op de gewone mens. Maar! Het hangt toch nog altijd grotendeels af van hun eigen intelligentie en ondernemingslust of ze dat kapitaal ook verstandig kunnen beheren, en vooral: behouden!

Dikwijls wordt gezegd: “De eerste generatie bouwt het op, de tweede generatie profiteert ervan, en de derde verspeelt het.’

Zit veel waarheid in… soms. Maar wàt er ook van zij, mensen die een zaak hebben geërfd, hebben er ook, willen of niet, de verantwoordelijkheid voor geërfd. En het ligt volledig in hun handen wat ze er van maken. Als ze zich serieus voor hun zaak willen inzetten kunnen ze een zorgeloos leven wel vergeten. Doen ze dat niét en leven ze er maar op los… tja, dan gaat de zaak vroeg of laat onder de hamer.

En wat hebben we geleerd vandaag?

1. Nooit jaloers zijn op de rijken. Hun kapitaal is van levensbelang voor de tewerkstelling.

2. Chapeau voor al wie zich in het zweet werkt en ’s avonds doodmoe thuiskomt.

3. Maar vergeet niet dat die mensen daar boven, op die bureaustoelen, dan misschien wel geen zware fysische inspanningen moeten leveren, maar ’s avonds al even doodmoe thuiskomen. Psychisch moe dan. En dat is heus niet te onderschatten. Tenminste… voor diégenen die hun taak serieus nemen, maar dat geldt ook voor de arbeiders.

Persoonlijk ben ik in mijn carriere stilletjes aan hoger op de ladder geraakt, en heb gelukkig nooit de fout gemaakt hoger te willen geraken dan mijn capaciteiten aankonden. Maar wat ik wel degelijk heb ondervonden: hoe hoger je raakt, hoe meer je moet werken! En zéker niet omgekeerd, hoewel dat soms zo lijkt.

Willy.

28-09-2010 om 16:54 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kustvolk.

Kustvolk.

Wie zegt ‘kustvolk’ denkt al gauw aan stoere vissers en ruwe zeebonken. Die zijn er ook natuurlijk, maar het kustvolk heeft andere eigenschappen die soms over het hoofd worden gezien, en ik vraag me af of Dana Winner met haar ‘Westenwind’ wel goed heeft begrepen dat ze nét de nagel op de kop sloeg:

“Aan de zee zijn de gedachten niet zo klein en niet zo beperkt.”

Inderdaad! Hier zijn de gedachten véél minder beperkt en klein! En ik denk dat ik er ook een verklaring voor heb gevonden:

Heel lang geleden leefde het kustvolk hoofdzakelijk van wat de zee hen bood. Nederzettingen ontstonden dan ook vooral in of achter de duinen, zo dicht mogelijk bij de zee.

Het was ook een tijd dat een vreemde nog niet als toerist werd beschouwd, maar wantrouwend werd bekeken. Wat kwam die hier doen? Komt die ons bestelen? Tja… het waren ook tijden dat het elk voor zich was en dat je verondersteld werd om eigenhandig je dierbare bezit te beschermen.

Bijgevolg was iedereen, en niet alleen de kustbewoner, op zijn hoede en leerde onbewust welke manier de beste verdediging was.

Omdat het binnenland in die tijden heel bosrijk was, voelden de mensen aldaar zich pas veilig als ze tussen de bomen konden lopen waar ze niet zo gauw zichtbaar waren voor ‘vijanden en vreemden’. Met andere woorden: als ze ‘klein en beperkt’, verborgen bijna, konden leven, voelden ze zich prima.

Aan de kust daarentegen, en zéker op het strand, waar het ‘bedrijfsleven’ zich grotendeels afspeelde, waren geen bomen en werd onbewust een andere manier van bescherming gebruikt: omdat zowel de zee als de kuststrook heel ‘open gebied’ was, voelden ze zich pas veilig als ze een eventuele vijand, of die nu uit de zee kwam of vanaf het vasteland naderde, van heel ver konden zien en zich konden voorbereiden op de ‘confrontatie’.

En ik denk dat deze mentaliteit zich in ons onderbewustzijn heeft blijven nestelen, want telkens weer moet ik vaststellen dat kustbewoners nog altijd veel meer ‘openminded’ en minder vitterig zijn dan de mensen uit het binnenland.

Steeds weer ondervind ik dat mensen uit het binnenland veel op een wat meer gesloten manier blijven denken en leven, meer in ‘zwart-wit’ denken, en minder openstaan voor andere meningen. (Door de prehistorie ingebouwde ‘oogkleppen’? Ik zou het niet weten).

Maar voordat jullie de wenkbrouwen gaan fronsen: ik bedoel er niets negatief mee. Ik stel enkel dit kleine (of grote?) verschil in denkwijze vast en denk dus inderdaad dat aan de zee de gedachten minder klein en beperkt zijn.

Waarom ik dit de moeite vind het te vermelden? Wel, ik zegde het al: ik ben een opmerkzaam mens en sta telkens weer verwonderd bij de vele rare hersenkronkels van de mensen, die op lange termijn toch beginnen op te vallen, en me telkens weer weten te boeien.

De mens is dan ook wel een héél boeiend wezen! Elke mens is een boeiend individu op zichzelf, met elk zijn eigen karakter, maar bovendien ook met speciale karaktertrekken, eigen aan streek en afkomst. En het loont zéker de moeite om daar even bij stil te staan en naar achtergronden te zoeken.

Een tweede vaststelling: in eerste instantie door de aanwezigheid van de zee, maar (misschien onbewust) zeker ook door de open mentaliteit van de bevolking, is de kust ondertussen zó aantrekkelijk geworden dat velen zich hier zijn komen vestigen, zodat zich stilaan een mix van beide mentaliteiten aan het vormen is.

Tot mensen die er over denken aan de kust te komen wonen kan ik dan ook enkel maar zeggen: houd rekening met onze mentaliteit, laat futilitaire zorgjes achterwege, en jullie zullen hier met open armen worden ontvangen.

Wat zegt dat verhaal eigenlijk over het menselijk brein? Wel, of we dat nu willen of niet, ons onderbewustzijn scant voortdurend de mensen in onze omgeving. Vrouwen zullen wel meer afgaan op hoe iemand gekleed loopt , maar mannen speuren eerder naar de ‘inhoud’. Pas als we wat meer bewust gaan leven, nemen we dat innerlijke stemmetje ook beter waar.

Bovendien werken informatie uit de media, reglementen en wetten, en dan vooral ‘overreglementering’, in de hand dat we het stemmetje uit ons onderbewustzijn meer en meer het zwijgen opleggen. En daarmee ook: onze natuurlijke instincten, ontstaan uit duizenden jaren ervaring van het menselijke ras.

Maar die oer-ervaringen zijn juist de beste maatstaven om onszelf en onze leefomgeving te beschermen en leefbaar te houden! Ze zijn ons overgeleverd door de ervaringen en tegenslagen van onze voorouders!

En als die oer-instincten ons dan al wantrouwig kunnen maken ten opzichte van landgenoten (soms vinden we de mensen van het dorp naast het onze al op een of andere manier ‘vreemd en anders’), hoe staat het dan ten opzichte van andere rassen?

Zijn we dan verstokte rascisten? Neen! We proberen gewoon volgens de stem binnen in ons te leven: de natuur. En die natuur… die beschermt zélf de rassen, en zorgt ervoor dat elk ras zijn waardigheid behoudt, door ons, zodra mensen in onze omgeving zich héél anders gaan gedragen, een waarschuwingssignaal te geven.

… En dan… dan komen piepjonge parlementairtjes ons in het oor fluisteren dat we multicutureel moeten leren leven, en voorwaar, ze zien zelfs nog de kans om ons dat wettelijk te verplichten en met lede ogen toe te zien voor wié onze voorvaderen eigenlijk hun leven hebben gegeven. Ruikt héél erg naar landverraad. Is het dan verwonderlijk dat die ondoordachte uitspraken niet werken?

Willy.

28-09-2010 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (0)
27-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Relaties(1)

Relaties (1).

Je werd 16… meisjes begonnen jongens stoer te vinden, jongens vonden meisjes charmant… en de romantiek deed zijn intrede in je leven.

Jong en onervaren denk je dan dat dit charmante meisje of die stoere jongen precies denkt als jijzelf en je ziet geen gevaar. Helaas! Wat jongens verlangen is lang niet altijd wat meisjes verlangen, al denken ze allebei dat ze diezelfde witte vlinder volgen. Pas veel later gaan ze beseffen dat ze heel verschilende vlinders volgden…

Want jongens en meisjes verschillen niet alleen fysisch, maar vooral psychisch. Tegen de tijd dat ze dit ondervinden zijn ze al getrouwd, hebben evenueel al kinderen… en ja… daar staan ze dan, van beide zijden voelen ze zich onbegrepen en eenzaam. Een echtscheiding lijkt dan al snel de enige uitkomst uit een sterk teleurstellende relatie.

Vroeger waren er bijna géén echtscheidingen. Omdat het beter was? Helemààl niet. Alleen maar omdat de drempel naar een scheiding veel hoger was. Het was iets ‘dat je niet deed’, dat veel te veel geld kostte, dat veel te veel papierwerk vergde, en dat ook sociaal maar moeilijk werd aanvaard door de gemeenschap. Gescheiden zijn was een soort brandmerk.

Misschien zou het nu wel ergens beter zijn, in dié zin dat, als je met verschillende partners leert samenleven, je uiteindelijk vaststelt dat het niet echt aan dié bepaalde partner ligt, maar aan de sekse in zijn geheel! Want in feite verschillen man en vrouw op psychisch gebied meer dan kat en hond. Helaas wordt dat zelden begrepen.

Pas als je dàt tenvolle hebt verstaan, leer je je aan te passen, want wàt je ook doet, een hond kun je niet leren miauwen, en een kat kun je niet leren blaffen. Die wil tot aanpassing moet dan wel aan beide zijden aanwezig zijn, want het is zéker niet de bedoeling dat de een of de ander zich dan maar slaafs gaat onderwerpen.

Spijtig echter voor de kroost, dat dit begrip soms pas veel later komt, want ondertussen zijn er al een groot aantal kinderen heel ongelukkig gemaakt door de scheiding van de ouders, die eigenlijk… niet nodig was geweest.

Daarom vind ik dat hier vooral voor de scholen een grote taak onvervuld open ligt:

Uitleg over hoe de sexualiteit in mekaar steekt is niet moeilijk en vergt echt geen urenlange uitleg. Maar grondig de psychische verschillen tussen beide seksen uitleggen… dat is een ander paar mouwen. Maar hopelijk ziet het onderwijs ooit in dat het op die manier niet verder kan, en worden gepaste lessen ingelast over dit onderwerp.

De jeugd moét, en nog vóór de tijd dat ze sexueel actief wordt, grondig worden ingelicht over het feit dat het sexueel genot in een huwelijk gauw overgaat, als de twee geesten mekaar niet begrijpen. Dat werkt funest op elke relatie en overkomt zowat iederéén. Vooral omdat zonder enige voorkennis van dit fenomeen in het huwelijksbootje wordt gestapt. De ontluikende sexualiteit bij de mens is dan ook eerder een valstrik dan de vervulling van een levensdroom.

Er kunnen honderden verschillen in het denken van man en vrouw worden aangetoond, maar een heel treffend voorbeeld is volgende uitspraak:

“Als een man huwt, dan hoopt hij vurig dat zijn bruid nooit verandert.
De vrouw is echter de kerk nog niet uit en ze is haar man al aan het veranderen.”

Tja… zo is het, en dat is een van de onhebbelijkheidjes van de vrouw: ze houdt wel van haar man, maar wil toch dit en dat veranderen… proberen hem te doen denken zoals ze zelf denkt… Maar dat werkt gewoon niet en heeft een omgekeerd effect: vervreemding van de kant van de man. Hij voelt zich aangevallen in zijn man-zijn, terwijl hij juist een man wil blijven.

Vrouwen die tegen beter weten in doorzetten op die manier, winnen misschien ooit het pleit… maar verliezen hun man! Ze zijn er dan immers in geslaagd er een vrouw van te maken! Gevolg: die man boeit hen dan (natuurlijk) niet meer en ze gaan op zoek naar een ander.

Sorry dames, dat ik juist een negatief voorbeeld gebruik van de doorsnee vrouw, maar ik bén nu eenmaal een man, kan het op die manier ook beter uitleggen, maar ben me er wél van bewust dat de man, vanuit het standpunt van de vrouw gezien, ook wel minstens evenveel scherpe kantjes heeft.

Welnu… probeer nooit, van beide zijden, die scherpe kantjes er af te ‘hakken’. Werkt nooit, en is hoogstens een korte termijn oplossing! Je kunt wél proberen ze er héél voorzichtig af te strelen. Verdwijnen zullen ze daar niet mee, alleen maar minder scherp worden maar dat is meer dan voldoende voor een goede relatie. Méér kan een hond echt niet van een kat verwachten. Maar het werkt, en op de duur boeit het zelfs, je proberen in te leven in de denkwereld van een heel ander wezen.

Maar zoals in elk facet van de maatschappij: ongeduldige mensen wilen korte termijn oplossingen… die ook maar tijdelijk werken. Geduldige mensen kijken uit naar lange termijn oplossingen en nemen daar ook hun tijd voor. En ja… het kan jaren duren alvorens tot een volwaardig partnerschap kan worden gekomen. Maar het loont de moeite en blijft boeien. Boeiender dan samen te leven met een partner die totaal gelijk is aan jou.

En het loont: met begrip, of tenminste een poging tot begrip, zul je veel meer affectie krijgen van je partner. Want ook hier geldt het onwrikbaar natuurprincipe: ‘wat je geeft komt vroeg of laat terug naar jou’.

Dit was zowat een eerste ruwe schets van hoe ik over de vreemde combinatie man/vrouw denk. Ik kom hier later zéker nog op terug. Vandaar dat ik mijn titel meteen het nummer (1) heb meegegeven.

Willy.

27-09-2010 om 22:53 geschreven door Willy


» Reageer (0)
26-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pesterijen

Pesterijen.

Het zal wel kloppen dat de jeugd tegenwoordig gemakkelijker dan vroeger tot pesterijen overgaat. Vooral dan voor wat het uiterlijk en de kledij betreft. Dit laatste is dan ook de meest onnozele en stomme vorm van pesten vind ik.

Toch kan ik me niet ontdoen van de gedachte dat het in veel gevallen toch ook erg opgeklopt wordt. Want in de media hoor je het bijna dagelijks: pesterijen op school… pesterijen op het werk…

Het fenomeen zal er zéker wel zijn, maar of het nu allemààl zo de spuigaten uitloopt, of als de ‘gepeste’ nogal dikwijs zélf in een of andere zin het pesten heeft uitgelokt… ik weet het niet.

Feit is dat ik zelf, zowel op de schoolbanken als in mijn carriere, ook wel bepaalde uitlatingen over mijn persoontje heb gehoord die ze tegenwoordig ‘pesterijen’ zouden noemen. Maar in plaats van me snel in een slachtofferrol te gaan wentelen ging ik objectief nadenken over mijn gedrag. En nogal dikwijls kwam ik tot de conclusie dat ze eigenlijk wel gelijk hadden, en paste me aan.

Pesterijen op school, tenminste als het niet in extreme vorm gebeurt, zijn eigenlijk onze eerste levenslessen. Op school leren we onbewust en voor het eerst in ons leven ‘in groep’ te leven. Dat komt ons later in de samenleving erg ten goede en we beseffen niet altijd dat het juist kleine pesterijtjes geweest zijn, die ons deze ‘leerstof’ bijbrachten: eentje springt een beetje uit de band, gedraagd zich, naar de maatstaven van de meerderheid, wat vreemd, en de groep geeft hem een signaal in een vorm die we nu ‘pesterijen’ zijn beginnen noemen.

Meestal betekent het alleen maar: ‘Pas je aan aan de groep, of je wordt genegeerd’. Net hetzelfde gebeurt later, op de werkvloer, en eigenlijk vind ik het een natuurlijk gedrag van de mens: we zijn nu eenmaal allemaal op een of andere manier afhankelijk van de groep, en het is ergens wel logisch dat die groep, om zo goed mogelijk te functioneren, zich op mekaar afstelt.

Bijgevolg denk ik dat veel van de vermeende pesterijen eigenlijk niets zijn dan signalen. Die signalen laten je weten dat je uit de boot dreigt te vallen als je minder gewenst gedrag vertoont en zouden je moeten aanzetten tot aanpassen aan de groep.

En in de meeste gevallen is het inderdaad makkelijker je eigen persoontje aan te passen aan de hele wereld, dan de hele wereld aan jouw persoontje te proberen aan te passen, want dan spreken we wél over het aanpassen van de miljarden mensen die op deze aardbol lopen. Een onmogelijke taak dus, en je moet al een héél groot gedacht van jezelf hebben als je denkt dit aan te kunnen.

Mijn logica: pesterijen houden eigenlijk onze eerste levenslessen in. Door ze te negeren maken we het onszelf alleen maar moeilijk.

En dan vraag ik me soms af: zijn die pesterijen werkelijk zo erg geworden dat ze volledig uit de hand lopen?

Zijn de pestkoppen van nu inderdaad veel erger dan die van vroeger?
Of zijn de zogenaamde ‘slachtoffers’ in wezen verwende watjes die niet willen leren van hun fouten?

Of is er nog een derde factor? Misschien wel: het opkloppen van het probleem door de jeugdpsychologie (heeft dan weer een lekker been om af te kluiven) … om tenslotte via de media in de belangstelling te komen? Zo maak je van elke mug een olifant.

Elk moet dat maar voor zichzelf beoordelen, maar het is zéker verkeerd om élke negatieve opmerking als een pesterij te aanzien. Zo leren we immers nooit iets over onszelf en hoe de anderen ons ervaren.

Eigenaardig lijkt me ook het feit dat ‘pesten op het werk’ enorm is toegenomen sedert de legerdienst werd afgeschaft. Heel verklaarbaar, want vroeger werd een jongere die in de school niet aangepast kon worden, in extremis nog wél aangepast in het leger. Want dààr werd je inderdaad wel gepest door je meerderen, maar ook gehard en ‘volwassen’ gemaakt.

Willy.

26-09-2010 om 21:47 geschreven door Willy


» Reageer (1)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arbeidvreugde

Wàt je doet heeft geen belang.
Belangrijk is dàt je het doet.
                                  Ghandi.

Arbeidsvreugde.

Mijn vader was een heel fijne vakman in een beroep dat ondertussen verdwenen is: slijpen. Hij had het zichzelf aangeleerd uit noodzaak, want in feite was hij, tussen beide wereldoorlogen in, truckchauffeur geweest. Maar een rugletsel verhinderde hem dat beroep nog verder uit te oefenen. En liever dan van de werklozensteun te genieten, leerde hij zichzelf messen en scharen slijpen, zagen en grasmachines vijlen, enzovoort, en vestigde zich zelfstandig.

Veel later, door de komst van onder andere wegwerpmesjes, verdween ook dit beroep.

Maar in zijn tijd was het een noodzaak. Binnen de kortste tijd had hij dan ook een heel uitgebreid en tevreden clienteel: van meneer pastoor die het allerfijnst geslepen scheermes van de stad wilde, tot de chirurgische mesjes van de plaatselijke kliniek toe.

De zeer gunstige kritiek die hij hiervoor kreeg maakte hem tot een gelukkig man, die zichzelf telkens weer naar hogere toppen opzweepte om nóg betere kwaliteit te leveren.

Zijn grootste winst was dan ook: arbeidsvreugde! Dàt was het geheim van zijn gelukkig en zorgeloos bestaan.

Zijn geldwinst? Och god… maakte hij zich weinig zorgen over. Hij stelde zijn winstmarge dan ook zodanig in, dat hij er zijn gezin kon mee onderhouden. En ja, hij rekende de rijken soms wat meer aan, om dan goedkoper… of soms gratis te kunnen werken voor de armen.

Maar de kwaliteit van zijn werk was altijd pico bello. En ergens had hij, ongeleerd, wel heel speciale boekhoudersmethoden: zélfs voor rijken maakte hij een prijs waarover hij nooit beschaamd zou kunnen zijn. In de zin van: “zoveel energie heb ik er ingestoken… zoveel is dat waard. En geen cent méér.”

Oei! Als we dié redenering in het modern management zouden toepassen, zouden we rare ogen opentrekken. Want tegenwoordig wordt een product niet meer geprijsd naar zijn waarde, maar naar de vraag ernaar en de eventuele concurrentie.

En vermits veel van die ‘vragen ernaar’ op exclusiviteit berusten, worden op merkartikelen dan ook schandalig hoge winsten geboekt. Winsten die mijn vader zondermeer ‘diefstal’ zou hebben genoemd.

MAAR… waar blijft tegenwoordig nog dat gelukkige leven dat mijn vader leidde door arbeidsvreugde? Wie mag dit nog ervaren?

De directeur? Zéker niet, want die denkt alleen aan de centen en heeft voldoende hoofdbrekens om zijn winstmarge zo hoog mogelijk te houden.

De arbeiders? Neen, want die hebben niet eens de tijd na te denken over wat ze maken. De directeur wil immers zoveel stuks per dag van de band zien rollen.

Arbeidsvreugde? Arbeidsfierheid? Foetsjie… ergens blijven hangen in een ver verleden…

Motivatie? Hoe zou dàt kunnen als je geen feedback krijgt voor je geleverde inspanningen? Met de eindgebruiker heb je geen contact. Die wil voor zijn goede geld een goed artikel en staat er niet bij stil hoe en door wie het werd gerealiseerd. Hoogstens als het artikel niet aan zijn verwachtingen voldoet zal hij een boze brief schrijven aan de firma… en dat is het dan.

Tja… we zijn er inderdaad veel op vooruitgegaan, maar ten koste van wat?

Want ja, we verdienen wel een pak méér, maar dit kan de arbeidsvreugde nooit vervangen!

MAAR: er bestaat geen probleem zonder oplossing en dus is er geen reden tot wanhoop. Want: arbeidsvreugde kun je voor een groot stuk zelf genereren, en dat is helemaal niet moeilijk:

Het komt er op aan dat je wàt je ook doet, goed doet en met volledige inzet. Een vervelend karwei kun je op twee manieren afwerken:

1. Het doen als een automaat ‘omdat je het moét doen’.
Deze houding mat je af, geeft je geen voldoening en maakt je enkel maar moe en lusteloos.

2. Er met volledige inzet invliegen, het beste van jezelf geven, en om wélk karwei het ook gaat, er persoonlijk een soort levenswerk in zien dat je tot in de puntjes wilt afwerken.

De eerste zal leeg en doodmoe thuiskomen.
De tweede zal dan misschien wat méér gewerkt hebben, maar de arbeidsvreugde zal de vermoeidheid teniet doen. En op de duur zal hij ervaren dat niet het geld, maar de arbeidsvreugde van hem een gelukkige mens maakt.

Willy.

26-09-2010 om 10:01 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.J E E P

‘In the good old days,
when times were bad.’
                    (song van Dolly Parton)

J E E P

Neen, we hebben het niet over het gekende manusje van alles bij zowat alle strijdkrachten. Of toch? Want de naam van dit voertuig werd destijds doelbewust gekozen omwille van de betekenis van de letters:
‘Just Essential Elementary Parts’, en dit was ook de doelstelling van de ontwerpers: enkel essentiële elementaire onderdelen. Met andere woorden: alle nutteloze rommel er af.

Wel, dit was in mijn prille jeugd ook waar wij van leefden: het elementaire en essentiële primeerde. Dat betekende: voldoende voedsel om te leven, maar niet om te snoepen. Klederen om je warm te houden, maar niet om mee te pronken. Plezier kon je niet kopen; je moest het zélf maken. En of we dat ook deden!

Radio brak maar mondjesmaat door bij de gewone mensen. Zo was ik acht jaar toen mijn vader fier met zo’n ‘okkazieke’ thuis kwam: een bastaard van een bak, ‘Itax’ was met merk. Je had een lange antenne en goede aarding nodig om het ding aan de praat te krijgen. Maar we waren er dolgelukkig mee.

We leefden, naar de toenmale maatstaven gerekend, goed, vonden we. Er werd niet veel verdiend, maar het leven was ook niet duur. Vooral ook omdat we met weinig tevreden waren. We hadden immers geen keus en wisten van niet beter.

Maar als je, ondanks alles, onze toenmalige levenskwaliteit vergelijkt met die van nu, ben ik geneigd te geloven dat, hoewel de tijden slecht waren, de dagen toch beter waren dan die van nu. Er was warmte; er was echte vriendschap. Als iemand je iets aanbood moest je je niet afvragen wat er achter stak. Het was gewoon omdat hij je leuk vond. Volwassenen waren écht volwassen en integere mensen uit één stuk. Complexen, frustraties en stress waren nog niet uitgevonden door de psychiaters. Als je een ‘slechte’ was, kon je je nog niet verbergen achter een ‘ziekte van zus of zo’ als dekmantel, maar zat er maar één ding op: proberen een 'goeie' te worden.

Met genoegen zie ik nu jongeren die zowat àlles hebben: eigen TV op de kamer, computer, het allermodernste speelgoed… Allemaal heel erg mooi en voor diegenen die daar verstandig mee omgaan gewoon een zegen. Je kunt dan ook niet anders dan gelukkig zijn dat de jeugd het schijnbaar beter heeft dan wij in onze tijd. Of is dat maar een illusie?

Wij hadden, letterlijk, niets! Het eerste en enige ‘speelgoed’ dat ik ooit van mijn vader kreeg, en ik was toen toch al een jaar of acht oud, was een zakmes.

Wat kon ik dààr nu mee? Wel, je zou verschieten! Ik sneed er takken mee van de bomen, sneed van die takken speelgoed-bootjes en liet die dan drijven in de plassen voor ons huis. Wie niet sterk is moet slim zijn dacht ik, en zonder het te beseffen leerde ik improviseren, mijn plan trekken, en roeien met de riemen die ik had. En geloof me… daar kwam ik een heel eind mee en werd steeds inventiever. Sneed ontelbare keren in mijn vingers, maar ook dààruit trok ik de nodige lessen: ‘Bedenk dat je gevaarlijk bezig bent, en werk bewust!’

En nee, ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets anders aan speelgoed heb gekregen van mijn ouders. En toch vraag ik me af of de hedendaagse jeugd écht gelukkig is.

Die hedendaagse jeugd heeft àlles, maar omdat alles voorgekauwd is leert ze ook het plezier van improviseren niet meer kennen. Bovendien kost dat het gezin ook een bom geld. En ja, er moét wel meer verdiend worden om je zoveel te kunnen permitteren.

Waar ik eigenlijk wil op neerkomen is het volgende: liever dan geld te lenen en de ene put te proberen te vullen met de andere, moet iedereen zich toch eerst afvragen hoe ver hij eigenlijk boven dat elementaire en essentiele uitsteekt, en waar het nodig blijkt, een stapje achteruit zetten alvorens wéér naar de bank te stappen voor nog een lening.

Je zou versteld staan hoe vér je in deze mooie eenentwintigste eeuw achteruit kunt zonder aan je elementaire levensbehoeften te moeten raken, en zonder daarom ongelukkiger te moeten leven.

De enige voorwaarde hiervoor is: je niet met jaloerse blikken blindstaren op leeftijdsgenoten die het ‘schijnbaar’ beter hebben, maar liever eens goed nadenken over die miljoenen mensen op aarde die het duizend keer slechter hebben.

Count your blessings!

Willy

26-09-2010 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (0)
25-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.What goes up...

What goes up… must come down!

Een waarheid als een koe! Niemand die daaraan twijfelt, want nog nooit werd iets naar boven gegooid zonder dat het terug naar beneden kwam. Gewoon de elementairste natuurwet.

Natuurwet?… Hé, wijzelf behoren toch ook tot de natuur? Ons leven gehoorzaamt toch ook aan diezelfde wetten? Gek dat mensen wél bereid zijn te geloven dat we lichamelijk aan diezelfde natuurwetten zijn onderworpen… maar deze wetenschap zelden of nooit doortrekken naar het leven zélf.

We geloven liever dat we van ons leven een rommeltje kunnen maken, stelen en bedriegen, de luilak uithangen, zonder dat datgene ‘dat we opgooiden’ ooit terug zal vallen op ons eigen hoofd.

Daarom ook is zuiver winstbejag klinkklare onzin! Winst kun je wel maken, ja, mits er hard voor te werken, uit te zoeken wat je beste capaciteiten zijn en die tenvolle in te zetten. Dan zul je niet alleen een goede boterham verdienen, maar ook gelukkig leven.

Welnu, ofwel heb ik altijd de verkeerde mensen ontmoet, ofwel spelen de natuurwetten in ons leven een even grote rol als in de natuur. Want nog nooit heb ik mensen gekend die ik heb kunnen volgen van… zeg maar van voorspel tot gevolg… die aan deze wetten wisten te ontsnappen.

Met andere woorden: niets in dit leven krijg je voor niets. Voor alles wat je verwacht van dit leven wordt een tegenprestatie verwacht. Vul je die verwachting niet in, dan neemt diezelfde natuur vroeg of laat wraak, en die wraak zal je veel zuurder opbreken dan als je gewoon die verwachting had ingelost.

Wélke verwachting? Ach, er zijn er zoveel te bedenken: als je wilt eten zul je er moeten voor werken; als je iets wilt kopen zul je er geld voor moeten sparen; als je iemand besteelt zal het gestolen geld je geen geluk brengen. Zo zijn er duizenden te bedenken, en het klopt allemaal, want de natuur is eerlijk!

Er kàn geen nacht zijn zonder dag; er kàn geen zomer zijn zonder winter, noch eb zonder vloed. En je kunt ook niets krijgen zonder er iets voor te doen. Letterlijk alles heeft zijn prijskaartje.

Toch denken velen dat hen dit wél lukt. Lenen geld voor een veel te groot huis… een veel te grote auto… leiden een veel te luxueus leven in vergelijking met hun inkomsten…

Als je die mensen maar tijdelijk, in hun ‘welstellende’ periode kent zou je denken: “Dit is niet eerlijk! Waarom kan ik dat niet?’ Maar het leven is lang, en de natuur neemt zijn tijd.

En als je ze lang genoeg kunt blijven volgen stel je vast dat ooit het tij keert. Dat ze ooit dubbel en dik zullen betalen voor alles wat ze zich onverdiend hebben gepermiteerd.

Religies plegen dan te zeggen: ‘Dat is de rechtvaardige hand van god’. Maar in feite ligt het veel simpeler, want die god waarover ze het hebben, dat is de natuur, en die natuur, of die god, of hoe je het ook wilt noemen, steekt in elk van ons. We hoéven ons bijgevolg niets te laten wijsmaken door welke religie ook. We moeten enkel maar luisteren naar die stem binnen in ons. Dàn zullen we echt wel weten wat we moeten doen en laten.

Maar okee, veel mensen raken niet zover in hun denkvermogen, en dààr nemen de religies het dan maar over. Weliswaar met soms kinderachtig aandoende ‘sprookjesfiguren’… maar als ze de mensheid er op die manier kunnen op wijzen hoe ze het leven het beste aanpakken, voor mij geen probleem. En ik zal niet gauw een religie afkeuren, zo lang ze maar een vreedzame en gezonde samenleving als doel heeft.

Willy.

25-09-2010 om 00:00 geschreven door Willy


» Reageer (0)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roken?

Roken?

In de eerste plaats gaat het er niet om of ik roker, ex-roker of niet-roker ben en wil ik ook geen stelling pro of contra innemen. Neen. Ik wil gewoon objectief de beweegredenen doorlichten die tot dergelijke verregaande bemoeienissen van vadertje staat hebben geleid, en bewijzen dat zulke praktijken meer en meer naar Big Brother toestanden toeneigen.

1. Waarom een parlement?
In een staat moet orde heersen; mensen moeten tegen zichzelf en tegen anderen worden beschermd. Daarvoor moeten er wetten zijn, en dàt is de taak van een parlement.

2. Wat moet een parlement? In de eerste plaats wetten maken en goedkeuren die een eerlijk beleid mogelijk maken en diegenen die buiten de lijntjes lopen kunnen straffen.

3. Wat is ‘buiten de lijntjes lopen’? Wel, stelen, vechten, moorden, enz. En bovendien, als bepaalde stoffen of middelen tot deze wandaden kunnen leiden, die middelen verbieden. Drugs bvb kunnen zowel tot diefstal (om aan drugs te komen) als tot moord (niet meer beseffen wat je doet) leiden. Alcohol eveneens, maar in mindere mate.

Maar wat zien we gebeuren? De gevaarlijkste dingen worden meer en meer gedoogd (drugs) omdat het probleem te moeilijk en te complex lijkt voor die arme parlementaire hersentjes…

Andere, ongevaarlijke gewoontes (roken), worden dan weer draconisch streng beteugeld (als compensatie voor hun machteloosheid tegenover échte problemen?) Toch heb ik nog nooit iemand een moord weten plegen omdat hij gerookt had, noch er een auto-ongeval door weten veroorzaken. Waar steekt dan de logica? Gewoon in het feit dat de roker een gemakkelijker, gewilliger en minder complex doelwit is dan de drugsverslaafde en veel andere ‘personas non gratas’. Bovendien zijn rokers meestal geen jankers, en worden dus niet gehoord. De openbare opinie ‘lijkt’ aan hun kant te staan, verkozenen wagen er dus hun zitje niet mee en kunnen het klusje in een handomdraai klaren.

Is roken gezond? Neen. Zeker weten. MAAR:
Is eten gezond? (met de tegenwoordige fastfoodproducten?)
Is ademen gezond? (uitlaatgassen e.d.)
Is autorijden gezond? (Verminkingen door ongevallen?)
Is leven uiteraard wel gezond? (blijkbaar niet, want niemand heeft dit ooit overleefd)

Waarom wordt dan juist een heuse heksenjacht ontketend op alleen maar die onschuldige roker?

Leef je langer als je niet rookt? Ik denk het niet! Veel rokers roken gewoon de stress van het dagelijks leven weg, en wàt ‘intellectuelen’ hier ook over verkondigen: dat wérkt. Je relativeert meer… je trekt je minder aan van wat niet jouw probleem hoeft te zijn en richt je meer op jouw eigen taak… je kniest minder, kortom, je geestesleven vaart er wel bij en komt tot rust. En een geruste gemoedstoestand is juist een garantie voor een lang leven.

En nu komt de hamvraag: wie zal langer én beter leven?
De vrolijke roker die god’s water over god’s akkers laat vloeien en nooit kankert, maar misschien, héél misschien, ooit aan een longaandoening 'zou' kunnen sterven?
Of de eeuwige kankeraar die nooit tevreden is en op alles en nog wat gaat vitten? Niet kan relativeren maar integendeel van élk probleem 'zijn probleem' maakt en in letterlijk àlles inspraak eist, ook al kent hij er geen snars van? Die zijn leven grondig verpest met problemen die hij beter aan deskundigen zou overlaten? Ooit al eens stilgestaan bij de relatie tussen de ziekte 'kanker' en het werkwoord 'kankeren'?

Het antwoord op die hamvraag ken ik niet. Daar zou eens uitgebreid onderzoek moeten naar gedaan worden. Maar feit is: het is niét de taak van het parlement om ons als een big brother voor te schrijven hoe we ons leven moeten inrichten en welke keuzes we moeten maken om zo lang en zo gezond mogelijk te leven, zo lang we met die keuzes niemand kwaad doen.

Een goed alternatief voor het rookverbod had kunnen bestaan in een wet die de horeca- uitbaters er toe verplicht een keuze te maken: ofwel de hele zaak rookvrij, ofwel roken toegelaten, zélfs als er gegeten wordt.

Dan ligt de keuze bij het publiek zélf en dat moet iedereen dan maar voor zichzelf uitmaken. Maar ik vrees dat de niet-rokers zaken minder aantrekkelijk zullen zijn, zelfs voor de niet-rokers. Omdat er niet gerookt wordt? Neen! Omdat het een pak minder gezellig is om tussen de uitgestreken gezichten van de ‘kankeraars’ te gaan zitten eten.

Want dàt is juist waar de niet-rokers hebben op aangestuurd: ze hielden wel van de gezellige drukte, maar ach… die rook. Met andere woorden, ze wilden wél mee profiteren van de gezelligheid die de rokers meebrachten… maar dan liefst zonder rook.

Sorry jongens, het is het een of het ander!

De media maken ons wijs dat de horeca het goed blijft doen, ondanks het rookverbod. O ja? Vanwaar dan die vele faillissementen? Waarom moet je tegenwoordig zo ver zoeken naar een gezellig cafeetje, daar waar je er vroeger op elke hoek van elke straat een had?

Gewoon: door de roker te bannen, ban je ook grotendeels de gezelligheid. De rokers blijven thuis… en de niet-rokers kunnen enkel nog zitten staren in een cleane inrichting die eerder de sfeer en de geur van een kerk oproept, ofwel… ook thuisblijven.

Jawel… het heeft geen zin te ontkennen: ik rook. Niet véél, maar toch een tiental sigaretten per dag. En ik zou er helemààl geen probleem mee hebben als ik uit rookvrije zaken zou geweerd worden. Integendeel, ik zou weer, en méér dan vroeger, eens naar een ‘rokersrestaurant’ kunnen gaan eten waar niemand een zuur gezicht zou trekken als ik na het eten een sigaretje rook.

Want dat niét-rokers het niet leuk vinden als er tijdens of na het eetmaal wordt gerookt, dat heb ik altijd al begrepen en gerespecteerd. Daarom alleen al zou ik een ‘rokers-restaurant’ waar ik me niet moet gegeneerd voelen als ik er eentje opsteek, toejuichen.

Tja… op die manier zou de zaak mooi opgelost geweest zijn. Maar over zoveel gezond verstand (lees: boerenwijsheid) beschikken de parlementen blijkbaar niet.

Let wél: ik scheer noch alle rokers, noch alle niet-rokers over dezelfde kam! Niet-rokers zijn niet altijd kankeraars, maar heel dikwijls mensen die gewoon geen nicotine nodig hebben om wat minder ‘op scherp’ te staan en te relativeren.

En ook hebben niet alle rokers de beleefdheid om niét te roken waar dat niet gewenst is.

Alleen: er dient keuze te zin voor iedereen, en dat had gekund als het parlement zich er op een verstandiger wijze had mee bemoeid in plaats van in een zuiver discriminerende manier!


Willy.

25-09-2010 om 00:00 geschreven door Willy


Categorie:rokershoekje
» Reageer (1)


Foto

Over mezelf:
Bouwjaar:
1941
Geboren:   Ja.
Geslacht:   Neen. 
                    Nog levend.
Adres:        Hier.
Beroep:      Levensgenieter.
Hobby's:    Veel.
Talen:         Ja. Vooral
                    betalen.
MEDEDELING:
Voor enkel politie-verhaaltjes, klik onderaan deze marge op 'fictie'.
Inhoud blog
  • Verblindingspolitiek.
  • Afgewend!
  • Charly's angels.
  • Nieuwe tijden.
  • Een nieuw jaar...
  • Nieuwjaar!
  • Kerst
  • Be happy!
  • Winterse gevoelens.
  • De bron van het kwaad.
  • Zondagse mijmeringen.
  • De illusionist.
  • Staken?
  • Herinneringen.
  • Nationalisme.
  • Ontdekkingsreis
  • Het septembergevoel
  • Jeugd.
  • Amateurs.
  • Nadenken.
  • Who did it?
  • Moord en brand.
  • Partnerbedrog?
  • Doordenkertje.
  • Kuddegeest!
  • De échte racist!
  • Mosselfestijn.
  • Arrogantie.
  • Ontroerend onschuldig!
  • Maatschappijkritisch.
  • Zomerhit.
  • Serenata.
  • Soelaas.
  • Mijn dag.
  • Greensleeves
  • Defilé.
  • Vrouw en maatschappij.
  • Beschamend!
  • Overdreven snelheid? ...
  • Sapristi!
  • Integratie.
  • Privatisering.
  • Koffiedik kijken!
  • Daar is ie dan!
  • Me-time.
  • Euh...
  • Levering!
  • Voor elkaar.
  • Nooit tevreden dan?
  • Reageren?
  • Bankstrategie.
  • Analfabeet?
  • Zeelucht.
  • La vie de Chateau!
  • Hedendaagse jeugd.
  • Thuisgevoel.
  • Levenskwaliteit.
  • Pasen!
  • Van frigoboxtoeristen...
  • Knokkeblues.
  • Perfectie!
  • Naweeën.
  • Volksmentaliteit.
  • Balconytalk.
  • Mijn nieuw stekje.
  • Welkom in Knokke!
  • Welkom in Knokke.
  • Afscheid van Oostende.
  • Nadere kennismaking.
  • Zondag!
  • Scannen!
  • Te gek!
  • Uitbollen!
  • Nog eens zwerfmail
  • Proef op de som.
  • Emotions.
  • Levenskunst.
  • Verhuismodus.
  • Euforie!
  • Dubbele namen.
  • Jonger dan je denkt.
  • Back to the roots!
  • Leve de vrede!
  • In den beginne...
  • Land van belofte.
  • Ik weet het niet...
  • Zeventien procent!!!
  • Dagdromen.
  • Gewenning.
  • Diversiteit.
  • De huidige generatie...
  • Schrijfseltje.
  • Geluid op hol.
  • De vierde dag.
  • Landverraad!
  • Aardbewoners (2)
  • Aardbewoners.
  • Magic Bullit?
  • Citroentip.
  • Nieuwe technologie.
  • Een nieuw jaar.
  • De facebookgeneratie!
  • Stil!
  • Kerst.
  • De nachtmis.
  • Woordenschat.
  • Tijdloosheid.
  • Interesses.
  • Arm Fientje!
  • Minderjarig gespuis.
  • Hersenen.
  • Wie durft?
  • Vrouwelijke rariteiten.
  • Ach die hippies!
  • Een hondenleven.
  • Gierig of efficiënt?
  • Vluchten voor wat?
  • Waar Welk Weer?
  • Nostalgisch tussendoortje.
  • Jezelf ontmoeten!
  • Muzikaal intermezzo.
  • Oorlogje spelen.
  • Streepje muziek?
  • Strangers in paradise.
  • Net gemist.
  • Scrollen maar!
  • Eerste resultaten.
  • Incognito!
  • Soms...
  • Winteruur.
  • Missen.
  • Eenzaam OF alleen?
  • Oktobergedicht.
  • Terreur.
  • Keyboard geleverd!
  • De oude tijd.
  • Gevonden...
  • Blogberichtje.
  • Jaargetijden.
  • Memoires
  • People.
  • Oktobermarkt.
  • Hygiëne.
  • Kommiezeslunsen.
  • Generatiekloven.
  • Vrolijk België!
  • Koken voor dummies.
  • ALS... (remake)
  • Als. (Herhaling)
  • Treintje spelen.
  • Peutercriminaliteit.
  • Foei!
  • Het Evasyndroom.
  • Hoezo?
  • Bewust zijn!
  • Levenslust!
  • Religieus gedicht.
  • Lonely boy?
  • Gezondheid!
  • Septemberse weeën.
  • Mens sana...
  • Blogberichtje.
  • Hugo Claus
  • Goed gevoel.
  • Reageren.
  • Vier 'heemse' kinderen?
  • De leeflonende leefloners.
  • Slim, niet mo-slim Japan!
  • Net gehoord...
  • Asociaal of wat?
  • Democratie.
  • Chinese pralines.
  • De kracht van humor!
  • Eenmanshuishouden!
  • Westerse bemoeiingen
  • De citroen (2)
  • Gratis opvang.
  • Jager of prooi?
  • Growing older 2013
  • Besnijdenis/verminking.
  • Goden of kosmonauten?(2)
  • Extremisme of boerenbedrog?
  • De zwarte raaf.
  • Goden of kosmonauten?
  • Indringers.
  • Stil verdriet.
  • Hersenen!
  • Feelings.
  • Ode aan de citroen.
  • Gesmolten inspiratie!
  • Amigos para siempre.
  • Verloederend gespuis.
  • Komkommertijd.
  • O zee!
  • Keramisch kookplezier.
  • Illegaal?
  • Religieus extremisme.
  • Verdraagzaamheid?
  • In de nor.
  • De 21° eeuw?

    Archief per maand
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • waar schrijf je niet meer
  • hallo Willy
  • gelukkige verjaardag
  • waanzinnig waterige woensdagwensen
  • EOAI

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Laatste commentaren
  • Bedankt Dr Ilekhojie voor (Imelda Diamante)
        op Relativeren.
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Black Magic Protection Specialist in Melbourne Psychic Voodoo Love Spell Caster Call ☎ +27765274256 Spells To Return Back Ex Lover (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Call/WhatsApp +27765274256 Black Magic Removal Expert in United Kingdom, Carribean, Middle East, Scandinavia, Oceania, Pacific Islands, Africa, Central America, North America, Greenland, Antarctica and South America (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Call/Text ☎ +27765274256 Remote Viewer, Healer and Magic Spell Caster Specialist in London, Lisbon, Denver, Dallas, Melbourne, Adelaide, Miami, Stockholm, Oslo, Brussels, New York, Athens, Beirut and Chicago (Sheikh Hussein)
        op Nieuwjaar 2011
  • Blog als favoriet !


    Categorieën
  • Chico2 (19)
  • Chicofotos (25)
  • Computertips. (11)
  • Culinaire avonturen. (2)
  • Fictie 01. (10)
  • Fictie 02 (10)
  • Fictie 03 (8)
  • INHOUD BLOG. (6)
  • Kroniek van een overlijden. (19)
  • Kroniek van een overlijden2 (11)
  • rokershoekje (17)

  • Mijn favorieten
  • Lieve
  • Fredje
  • Johan1944

  • Interessante blogtips:
  • Febe


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!