'kbeloof mooi Klaartje ik doe het nimmer meer, maar ze is zo mooi,zo lelijk ik mijnheer dat ik mijn lust om haar in 't glinsterend oog schouwen en haar te kussen zelfs,niet langer kon weerhouden snikkend gilt ze ' uit en schreit en kermt en klaagt ik werd bij ieder spel meedoogloos verjaacht de jongens jouwen mij uit,de meisjes moet ik mijden geen kus die ooit mij troost voor al mijn bitter lijden maar ach ' t is niets 'k beloofhet ik zal het nooit mer doen toen gaf de meester haar op ieder wang een zoen