Een boekje tussendoor: Europeana, een zeer korte geschiedenis van de twintigste eeuw van Patrik Ourednik. Pocketformaat, leesbaar lettertype, 156 paginas
De schrijver overschouwt, als vanuit een buitenaardse positie, de geschiedenis van vorige eeuw, die zoals we weten, niet zo gunstig was voor de mensheid. Trouwens, zijn er ooit betere tijden geweest?
Patrik Ourednik doet dat op een heel eigen manier. De tijd benadert hij sprongsgewijs. Het ene moment zit hij bij het begin van de eeuw, een zin verder haalt hij het einde van de eeuw boven water om dan bij de naoorlogse jaren te belanden. Zonder zich te bekommeren om een tijdslijn roept hij feiten op, WOI en WOII komen uitgebreid aan bod, maar ook Vietnam, Korea
worden niet vergeten. Meestal haalt hij dan een fait divers aan, iets dat toevallig ook bij de grote geschiedenis behoort (vb. De vrouwen die in de wapenfabrieken werkten, hadden oranje haar en gele wangen en werden kanaries genoemd. En volgens artsen zou tweederde van hen na de oorlog onvruchtbaar worden. p. 23). Daarbij trakteert hij de lezers op ontzettende cijfers, die niet door hem maar door deskundigen concreet in beeld worden gebracht, je zou anders wel eens kunnen denken dat wat hij schrijft op fantasie berust. Vb. hoeveel lijken van bepaalde lengte heb je nodig om
, waarbij je je afvraagt wat die deskundigen bezielde om met zulke triviale vragen bezig te zijn.
Hij legt historische feiten naast filosofische beschouwingen, hygiënische normen en het gebruik van elektriciteit naast kunst en cultuur, het antisemitisme van de nazis en communisten naast het racisme in Amerika; psychologie en theologie, exegese en sociologie komen ook aan bod en niet te vergeten: de eugenetica, die niet alleen door de nazis een ernstig onderwerp van studie was. De sterilisatie van minderwaardige individuen was niet alleen voorbehouden aan nazi Duitsland:
De eerste wet betreffende de sterilisatie van minderwaardige en asociale elementen werd ik 1907 in de Verenigde Staten uitgevaardigd. De wet maakte het mogelijk onverbeterlijke misdadigers en geesteszieken te steriliseren en in 1914 werd op instigatie van de psychiaters de wet uitgebreid tot recidivisten van diefstal en alcoholici en in 1923 werd die in Missouri ook nog uitgebreid tot kippendieven van negroïde en indiaanse afkomst, omdat men van mening was dat er voor kippendieven van blanke afkomst nog een weg terug was en zij door hard en plichtsbewust werken weer konden deelnemen aan de samenleving. (p.53)
Daardoor ontneemt hij de lezer de overtuiging dat alleen de nazis, de communisten, de anderen fout handelden, maar krijgt diezelfde lezer een eigen spiegel voorgehouden. Hij laat de opkomst van allerlei ismen aandraven: in de kunst, godsdienst, psychologie, wetenschap, geneeskunde
en met een onverbiddelijk scherpe analyse ontneemt hij de lezer de gemoedsrust van het besef dat het bij ons allemaal heel correct verlopen is.
Een wirwar van feiten, met een taal die vaak zo onschuldig lijkt alsof kinderen worden toegesproken, maar die daardoor juist doordringt tot het merg van het bewustzijn:
Joden mochten geen openbare functies bekleden, niet werken in het leger, bij justitie of in de media en ze mochten niet naar het zwembad en naar de bioscoop, en in het park mochten ze uitsluitend op voor hen bestemde bankjes zitten die geel geverfd waren, zodat die meteen opvielen. En joodse kinderen mochten niet naar school en in de draaimolen, en de nazis hoopten dat de joden zouden begrijpen dat ze in Duitsland niet welkom waren en ze ergens anders heen zouden gaan. (p. 75)
Ondertussen laat hij de feiten aanrukken en plaatst ze zo naast elkaar dat je niet goed weet of je mag lachen of eerder moet gruwen. In één zin wordt op een ludieke manier een Amerikaanse president in zijn blootje gezet terwijl in diezelfde periode Irak wordt gebombardeerd:
en de Irakezen zeiden dat men daarmee de aandacht van het incorrecte seksuele gedrag van de president wilde afleiden. (p. 109)
of een oorlog om de seksuele escapades van een president te verdoezelen.
En tussendoor vertelt hij zgn. anekdotes, een niemendalletje tussen de plooien van de geschiedenis. Maar waarschijnlijk laten die kleine verhalen over een individu met een vergeten naam in de geschiedenis, de gruwel van mede-mens zijn aan bod komen.
Een Belgische soldaat was bij Kortrijk tot aan zijn knieën in het moeras weggezakt en het lukte vier van zijn kameraden niet hem eruit te trekken en alle paarden waren al dood. En toen ze zich twee dagen later over dezelfde weg moesten terugtrekken, was de soldaat nog steeds in leven, maar alleen zijn hoofd was nog te zien en hij schreeuwde niet meer. (p. 44)
Ook de uitvindingen passeren de revue: de elektriciteit, en strijdgassen die maar beperkt gebruikt werden, niet omdat het ethische problemen opwierp, maar omwille van strategische motieven want als de eigen soldaten zich moesten terugtrekken in de behandelde gebieden was dit geen gezonde onderneming. De vliegtuigbouw kende een ongelooflijk succes, maar ook de tv en de millennium bug. Tussendoor kreeg de beha vorm en leerden kleine meisjes met de volwassen Barbie spelen.
Het is een wervelend boek dat je meeneemt en dwingt om het niet neer te leggen voor het uitgelezen is, een moderne versie van verhalen uit duizend en één nacht. De taal die de schrijver hanteert, heeft de souplesse die een uitmuntende verhalenverteller kenmerkt. Juist wanneer je denkt aan het einde van de zin even adem te kunnen halen, komt de volgende voltreffer op je af.
Het bevordert de leesbaarheid als je wat geschiedenis, filosofie, wetenschap, geneeskunde
in je gelezen leeskorf hebt zitten. Maar als je daarvan kan vertrekken, explodeert het boek in een verhaal dat je niet verwacht, dat je onzeker maakt, want durf je dit nog humor noemen of blijf je versteend van ontzetting achter: is dit de geschiedenis van de mens van de twintigste eeuw? Zonder zelf een standpunt in te nemen ontvouwt Patrik Ourednik een lappendeken van anekdotes uit de geschiedenis die als het ware de echte geschiedenis toedekken, maar daardoor juist de gruwelijke consequenties van een bepaalde ideologie oproepen. Terwijl de mensen zich met overgave storten in wat ze vooruitgang noemden, werd met dezelfde pennenhaal een oorlog ontketend of tot een genocide opgeroepen.
Aan het einde van het verhaal blijf je achter met het gevoel dat alle zekerheden verdwenen zijn en blijft alleen dit over: beschaamd zijn om deel uit te maken van dit menselijk ras.
|