Met voorzichtige lijntjes probeer ik iets te construeren waar diepte in zit. Niet dat ik die lijntjes heel precieus op papier zet. De lijnen lopen vlot uit de vingers, maar ze worden a.h.w. met ingehouden adem neergelaten. Geen emotionele wereldveroverende lijnen, maar zachte, strelende lijnen. Om het effect van donker te bekomen moeten er dan veel lijnen over elkaar getrokken worden. Het is tekenen met geduld als begeleider.
06-04-2013
Tussen de drukte door
Hoewel de kunstroute t Alent nog een maand op het goede weer zal wachten, starten we nu al de voorbereidingen. We moeten rekening houden met de uren dat Christel vrij is. Als gepensioneerde beschik ik over mijn tijd hoewel die meestal eivol zit.
Toch nog wat tijd gevonden om te tekenen. Ik probeer met zachte lijntjes, hoewel die niet zo duidelijk zijn op de foto, tot een geheel te komen. Die zuinige lijntjes roepen een andere wereld op, een meer kwetsbare wereld. Wel vraagt het aandacht om die zachte lijnen tot het einde vol te houden.
05-04-2013
Maar weet dat deze doden in mij brullen
Wanneer ik de dag na het bezoek aan het Kazerne Dossin museum wakker word, blijft trieste onrust in mij aanwezig. Natuurlijk ben ik nog moe en doen mijn spieren pijn van in de kou te wachten. Maar het is vooral een innerlijk kou die me omvat. Ik heb helemaal geen zin om te tekenen. Ik doe boodschappen omdat we nu eenmaal voor het weekend staan en de frigo aanvulling nodig heeft.
Om mezelf terug wat op dreef te krijgen kijk ik de catalogus in die ik kocht. Verzorgd uitgegeven. Daarin tref ik weer de fotos die me gisteren zo aangrepen.
Ik haal ook het gedicht boven dat ik gebruikte bij mijn werk als eindejaars in de schilderacademie. Daarmee wil ik het relaas over het Kazerne Dossin museum afsluiten en ieder de raad geven zelf te gaan zien.
Herinneringen uit Polen
In Warschau zei een meisje dit:
Als je mij wil strelen, zal ik me niet verzetten
Als je mij wil kussen, zal ik dat toestaan
Ik zal je toestaan mijn borst te ontbloten.
Maar weet wel dat de Duitsers vader hebben neergeschoten
En een van mijn broers verbrand in de oven.
Als je mij wil strelen, zal ik me niet verzetten,
Maar weet wel dat deze doden in mij brullen
En ik geheel en al van as ben.
Kus mij, maar vind mij niet bitter.
Geo Bogza, Roemenië
Uit: Woorden tegen vernietiging
04-04-2013
Stilte tussen de woorden
We nemen allebei soep: dat zal ons opwarmen. Daarna kunnen we nog iets eten.
Het doet wat vreemd aan in deze moderne cafetaria te zitten en gewoon te bestellen waar je zin in hebt. Het is de tegenovergestelde wereld van wat we gezien hebben.
Het gesprek verloopt wat moeizaam en kent niet de spettering die we anders samen delen. Het is alsof al wat we zeggen zo triviaal geworden is. We hebben het over de(klein)kinderen, over ouder worden, over Iris is moe, maar ik voel me ook uitgeput. Wat dit museum aanbiedt kruipt onder je huid je lijf in. Hier heb je geen antwoord op. Soms vallen er stiltes tussen de woorden. Het is net of mijn wereld van nu voor mezelf onbereikbaar geworden is.
Ik werd geboren in augustus 1942, midden de transporten vanuit deze plaats. Mijn ouders konden me voldoende zorg geven maar wat gebeurde er met de moeders die hier moesten bevallen?
Ik kan me onmogelijk geconcentreerd houden op het nu. Ook Iris heeft het blijkbaar moeilijk. We vertrekken na de koffie. Terug naar de bushalte. Bij het naar buiten gaan zien we twee klassen, hogere middelbare, binnen komen. Zullen ze kunnen vatten wat dit museum wil uitdragen?
De bus die we moeten hebben, zien we voorbijrijden als we bijna aan de halte zijn. Dan maar wachten op de volgende: over een half uur. Het is koud, maar we beschikken beiden over een goede winterjas. In het museum hangt in een glazen kast het bekende strepenpak daarmee moesten de dragers die zware winters door. Dus niet zeuren over de kou, ook als die bus na een half uur niet komt opdagen en we een uur moeten wachten voor we kunnen vertrekken.
Aan het station nemen we onmiddellijk afscheid, want Iris kan zo een trein nemen en mijn trein vertrekt 8 minuten later. Wanneer we op ons perron aankomen, zien we elkaar staan en zwaaien nog eens. Een ritueel dat zich telkens bij het afscheid herhaalt.
In het museum heb ik een catalogus gekocht, maar ik heb nog geen zin om er in te bladeren. Alles weegt nog te veel. Ik laat de beelden maar rondtollen in mijn hoofd.
Na een tiental minuten stopt de trein in Haacht. Ik struikel bijna de trapjes af. Loodzwaar voel ik me. Naar de auto. Als een automaat bestuur ik de wagen en ben opgelucht veilig thuis te komen. Karel is blij als hij me ziet, maar ik ben nog doordrongen van de wereld die ik in Mechelen achter liet. Ik doe mijn best een soort relaas te geven, maar feitelijk kan ik alleen woorden over de buitenkant van mezelf uitspreken.
Bij het tv kijken, komen we terecht bij de nieuwe paus en de Dwaze moeders van Argentinië. Ook van hun wereld zou een museum kunnen opgericht worden die aanklaagt, pijn uitschreeuwt, vraagt naar de mensenrechten tijdens de Junta en waar bleef de proteststem toen van de huidige paus nu?
Verdwaasd ga ik slapen ik heb alleen maar zin om te huilen.
03-04-2013
Kazerne Dossin museum
We stappen, na de uitleg van de toevallige gids, richting Kazerne Dossin. Op de weg: een gerestaureerde beestenwagon. Daarin werden minimaal 50 personen gepropt, maar als het nodig was werden er meer ingeslagen. Hoe voelden die mensen zich toen ze er heen gedreven werden. Zwangere vrouwen, oudere vrouwen, jonge meisjes die nog een heel leven voor zich hadden, omas die zich bekommerden om hun kleinkinderen, moeders die hun babys trachten te redden van een verstikkingsdood, mannen die onmachtig waren hun vrouw of kinderen te beschermen? Stuk voor stuk mensen die gestart waren als hoopvolle mensen, moedige mensen die wilden leven en dit leven door geven aan hun kinderen.
We staan voor een modern gebouw, als het ware uit één blok graniet gehouwen, maar het zijn stenen die opeen gelegd werden. Het heeft iets van: dit monument is niet meer omver te krijgen. Het staat voor integriteit, zonder één moment van frivole fantasie. Hier komt men zwijgen.
In een ruime hal is de ontvangstbalie gevestigd. We krijgen uitleg hoe we ons museumbezoek kunnen organiseren. Zelfs de vestiaire en toiletten worden vernoemd.
Eerst gaan we ons in de kelderverdieping ontdoen van jas en overbodige bagage. Dan nog even naar het toilet. Waarschijnlijk is het plafond ook daar wellicht tegen de drie meter. De deuren zijn uit mat glas. Voor elk toilet heeft men zowat een wastafel: modern van stijl, gemakkelijk te onderhouden. Terwijl ik mijn handen was vraag ik me af hoe het in 1942 was, wanneer duizenden mensen de kazerne ingedreven werden. Op deze verdieping is ook het cafetaria. Wellicht voor straks.
Terug naar het gelijkvloers. We beginnen met een film. Een audio apparaat geeft in verschillende talen uitleg. De meeste beelden en video fragmenten heb ik al gezien, maar toch blijft het me grijpen. Na de film kan de rondgang beginnen.
Het museum is niet alleen historisch bedoeld, het wil het lijden dat toen aan bod was, kaderen in een bredere problematiek, die ook de hedendaagse tijd betrekt: ook nu nog worden mensenrechten geschonden.
Het museum is opgebouwd rond drie themas: massa, angst en dood. Op elke verdieping wordt verwezen naar het nu. Iris en ik volgen ons eigen ritme
Fotos vertellen ons het verhaal van toen. Elke foto plakt op mijn ziel, nochtans zie ik vele fotos niet voor de eerste keer, ze zijn zo schreeuwend overbekend.
Familiefotos die spreken van samenzijn, fierheid van ouders op hun kinderen en daar stopt het verhaal, toekomst die in het gas verdween. Naakte vrouwen die naar de executieplaats worden gedreven zodat hun kleren konden hergebruikt worden voor degenen die van het juiste ras waren daar kon ik bij zijn als ik toen tot het verkeerde ras had behoord, maar ook mijn moeder en mijn dochters of zou ik tot de daders behoord hebben? Elke foto daagt me uit te kijken, te zien wat er toen gebeurde alsof het een nu is
Familiefotos met de witte figuren van degenen die wegvielen. Dan nog zijn er mensen die de Holocaust ontkennen of minimaliseren. Ook intelligente mensen, ook mensen die hun vermogen tot empathie ontwikkeld hebben. Waarom ontwikkelt zon blinde vlek zich?
Op elke verdieping aan de zijmuur: een soort vergrote pasfotos van de mensen die van hieruit de dood ingereden werden: 25.482 joden en 351 zigeuners. Foto na foto, eindeloos alsof een stad hier verzameld werd.
Ik kijk en kijk, tot ik uitgeput bij Iris op een bank val. Ja, we gaan nu best iets eten. Hoewel het voelt zo onwerkelijk aan. Als ze niet veroordeeld werden tot rechtstreeks naar de oven, werden ze de wereld van honger ingedreven om te sterven door uitputtend slavenwerk.
Wij hoeven alleen af te dalen naar de kelderverdieping, naar de cafetaria. We nemen zelfs de lift want na meer dan twee uur foto na foto te bekijken, lijken mijn benen het te begeven. Hopelijk kunnen we daar wat bekomen van de ervaring.
02-04-2013
De Dossin kazerne
Eerst wat informatie:
De Dossin kazerne werd in 1756 gebouwd in opdracht van Maria Theresia van Oostenrijk en heette aanvankelijk het Hof van Habsburg. Het gebouw diende als infanteriekazerne en gaf huisvesting aan 2400 soldaten. Later werd het pand ook gebruikt als opslagruimte. Pas in 1936 kreeg het gebouw de naam Kazerne Dossin, voluit Kazerne Dossin de Saint-Georges, genoemd naar luitenant-generaal Baron Dossin de Saint-Georges.
Eind juli 1942 werd de Dossin kazerne als verzamel- en doorgangskamp ingericht. De Dossin kazerne was voor dit doel ideaal gelegen: centraal tussen Brussel en Antwerpen, waar 90 procent van de Joden woonden. Er liep een goederenspoorweg vlak naast de Dossin kazerne, zodat de gevangenen direct en ongezien naar de treinwagons konden worden geleid. Vanuit dit kamp in Mechelen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog 25.482 Joden en 351 zigeuners naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Van hen keerden 1.240 personen levend terug. Dit is minder dan 5% van het aantal mensen dat in de kazerne terecht kwam. Aanvankelijk werden Joden in Mechelen verzameld via een tewerkstellingsbevel. Later ging men over op een meer agressieve aanpak. Vanaf dan werden in verschillende regios in Antwerpen en Brussel razzias gehouden. In de zomer van 1942 werden de meeste mensen gedeporteerd. In 100 dagen verzamelde het Duitse leger toen 16.873 Joden en zigeuners voor transport. Slechts 385 overleefden.
Bij hun aankomst in de Dossin kazerne werden Joden en zigeuners geregistreerd en werden hun namen op de deportatielijsten geschreven. Hun goederen werden geconfisqueerd door het Duitse leger. Tijdens hun verblijf werden mannen en vrouwen fysiek en mentaal mishandeld door de bewakers. Ze moesten zich openbaar uitkleden voor onderzoek en werden vaak zonder reden geschopt en geslagen. Onder Hans Johannes Gerard Frank veranderde de situatie enigszins. De werkdruk werd verlaagd en de slaapruimtes werden verwarmd. De gevangenen bleven gemiddeld minder dan een week in de kazerne.
De gedeporteerden werden in 28 transporten naar Auschwitz gebracht. Op 19 april 1943 werd transport XX door het Belgische verzet te Boortmeerbeek tegengehouden. Hierbij konden 232 gevangenen ontsnappen, waarvan er 119 nooit meer opgepakt werden. Dit was tevens het eerste transport waarbij Joden werden vervoerd in goederenwagons. De gevangenen, ook (zwangere) vrouwen en kinderen, moesten een aantal dagen rechtop blijven staan.
Bij de grote transporten uit 1942 werd ongeveer 65% van de gedeporteerden na aankomst onmiddellijk vergast. De anderen werden als dwangarbeiders aangesteld. Door gebrek aan voedsel en hygiëne stierf ook een groot deel van hen. Vanaf 1944 werden procentueel gezien minder Joden uit België onmiddellijk vergast. Velen van hen kwamen wel om tijdens de zogenaamde dodenmarsen in 1945. Het laatste transport vertrok op 31 juli 1944. Op 4 september 1944 kwamen de laatste 520 gevangenen vrij, één dag nadat de bewakers de Dossin kazerne waren ontvlucht.
Vanaf 4 september 1944, het einde van de Tweede Wereldoorlog in Mechelen, werd de Dossin kazerne een interneringskamp van de Belgische repressie. 200 tot 300 verdachten werden eerst op de binnenkoer van het stadhuis samengebracht en nadien met vrachtwagens vervoerd naar de Dossin kazerne. Opnieuw werd de rechtsgang in de Dossin kazerne met de voeten getreden en werden de mensenrechten er geschonden. Vanaf 16 september 1944 (tot juni 1947) stond de Dossin kazerne officieel onder controle van het Ministerie van Justitie.
In 1948 kreeg het gebouw als school voor de administratie van de Krijgsmacht zijn oorspronkelijke functie terug. In 1973 echter verhuisde dit militaire instituut, waarna de Dossin kazerne in verval raakte. In de jaren 80 werd het complex daarom in appartementen opgedeeld en in 1989 nam ook het stadsarchief zijn intrek in het gebouw. Op vraag van de Vereniging van de Joodse Weggevoerden in België - Dochters en zonen van de deportatie (VJWB) en het Centraal Israëlitisch Consistorie van België (CICB) werd daarbij ook ruimte vrijgemaakt voor een museum over de periode waarin de kazerne als verzamelkamp dienstdeed. Het Joods Museum van Deportatie en Verzet werd officieel geopend in 1995 met steun van de Stad Mechelen en de provincie Antwerpen. Naast een museum werd ook een documentatiecentrum uitgebouwd. Dit documentatiecentrum wil documentatie over Joodse gedeporteerden verzamelen, inventariseren, bewaren en ontsluiten.
Het geheel werd in 2012 geopend als Kazerne Dossin, Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten. Het museum vertelt het verhaal van de Jodenvervolging in België en de functie van Kazerne Dossin daarbinnen. In de eerste plaats wil Kazerne Dossin een historisch museum blijven, maar daarnaast ook kritisch wijzen op mechanismen die leiden tot schendingen van de mensenrechten.
( Deze tekst werd overgenomen uit Wikipedia)
01-04-2013
Naar de Dossin kazerne in Mechelen
Afgesproken met Iris dat we elkaar in Mechelen zouden treffen en zoals afgesproken naar het museum van de Dossin kazerne trekken. Ik vertrek met de wagen naar Haacht en daar neem ik de trein naar Mechelen. Onze respectievelijke treinen zouden op hetzelfde moment het station binnen rijden. Van synchronisatie gesproken.
Aan het loket verneem ik dat de vorige trein naar Mechelen nog niet voorbijgekomen is en dat ik die waarschijnlijk wel zal halen. Ik stap direct op naar spoor twee (er zijn maar twee sporen in Haacht, zo groot is het station nu ook niet). Daar wordt omgeroepen dat wegens een koperdiefstal in ik weet niet meer welke plaats de trein twintig minuten vertraging heeft dit betekent dat die trein juist vijf minuten vroeger vertrekt in Haacht dan de trein die ik van plan was te nemen.
Ik neem toch die verlate trein: het is er warm binnen en wie weet wanneer mijn trein er door komt. Van Haacht naar Mechelen is een tiental minuten rijden. Toch heb ik een boekje meegenomen hoe ouder ik word hoe minder tijd ik heb om zomaar te niksen: er is nog zoveel dat ik wil weten.
Even voor de trein in Muizen (laatste station voor Mechelen) stopt, krijg ik een berichtje op mijn gsm dat Iris al toegekomen is. Later blijkt dat ze een trein vroeger kon nemen dan gepland. Ik sms haar dat ik er bijna ben. Ik stop mijn boek(je) in mijn handtas want nu ben ik gefocust op het weerzien van Iris: sinds ons laatste elkaar zien zijn er reeds enkele maanden verlopen.
Wanneer de trein in Mechelen tot stilstand komt, kan ik niet rap genoeg uitstappen wel wat moeizamer dan ik wil met mijn oude benen wat blijft die onderste treintrap hoog steken boven het perron.
Dan de trap af en rondkijken. Iris staat even verder te wachten. Blij weerzien. Een buitenstaander ziet dan twee ouder wordende vrouwen die de kille stationsgang vol warmte stralen.
Dik ingepakt tegen het winterse weer vetrekken we. Niet te geloven dat twee dagen later het zomeruur gaat beginnen.
Iris, die steeds zowat reisgids speelt, bevraagt welke bus we moeten nemen naar de Dossin Kazerne. Blijkt dat we om het kwartier vervoer hebben, best een meevaller. Even later komt de bus het perron opgereden. Met onze 65-plusser kaart, reizen we gratis. t Zou jammer zijn mochten ze dat afschaffen voor mensen die slecht ter been zijn (wat nogal eens voorkomt boven de 65) en beperkte financiële middelen hebben, zou dat slecht uitkomen.
Iris vraagt de chauffeur een teken te geven als we aan de halte voor de Dossin kazerne zijn. Voor de chauffeur geen probleem. Even later horen we iemand vragen naar een Delhaize op de route, ook daar weet de chauffeur een antwoord op.
Terwijl de chauffeur in afwachting van het vertrek even buiten een sigaret gaat roken, installeren we ons. We zijn blij weer samen te zijn, terug het gevoel vinden dat we elkaar zoveel te vertellen hebben alsof er geen tijd verstreken is sinds de jaren van intense vriendschappen in dat (voor mij toch) ellendige pensionaat. Woorden gaan over en weer. Tot de bus vertrekt. We kijken uit naar dat Dossin museum. De chauffeur geeft ons tijdig teken dat we moeten afstappen. Toch even de weg vragen aan een voorbijganger (feitelijk een fietster) welke richting we juist uit moeten.
We kunnen het gebouw niet missen, het torent een beetje boven de andere uit. Nog even door de kou stappen en we bereiken de plaats waar we heen willen. Mooi zo.
31-03-2013
Thuis gelaten
Dit was de laatste tekening die ik maakte voor ik deelnam aan Kunst en Kado. Even dacht ik ze in te kaderen en mee te nemen, maar gezien ik dan een kader van 80 x 60 nodig zou hebben en dit wellicht vervoersproblemen zou geven, heb ik het maar niet gedaan. Jammer dat die grijze achtergrond het werk doet verdwijnen, terwijl die achtergrond wit is.
Ik ben benieuwd of ik zal merken dat er een voor en na Kunst en Kado is. De techniek die de mede-exposante me toonde, spreekt me wel aan. Anderzijds, ik ben gewoon verzot op lijntjes trekken met Oost-Indische inkt.
30-03-2013
Ingekaderd
Deze tekening maakte ik nog voor de kunstbeurs. Omdat ik ze mooi vond deed ik er een kader rond, zodat ik het kon tonen op de beurs. Verscheidene mensen hebben hun waardering uitgesproken. Dat geeft energie om verder te werken. Hoewel, na zon evenement, moet ik terug mijn concentratie veroveren. Het is alsof er een nieuwe energie door mij heen gewaaid is en nu moet ik kijken hoe daar een uitweg voor gevonden kan worden.
29-03-2013
De laatste dag
Wanneer ik s morgens de gordijnen open trek ligt er een dik pak sneeuw. Neen! Hier komt geen mens doorheen.
Christel komt wat later dan afgesproken: ze moest haar auto van onder de sneeuw halen. Op de radio raden ze aan de wagen thuis te laten als er geen dringende reden is om zich op straat te begeven: vele wegen zijn glad en er zijn al verschillende ongelukken gebeurd.
De wegen naar Heist o/d Berg zijn meestal goed berijdbaar, maar soms is het toch behoorlijk glad en durft Christel maar stapvoets rijden. Het is dan ook een opluchting als we de parking opdraaien en ons een plaats zoeken. Op de parking is niet gestrooid, de weg ligt er spekglad bij. Maar we geraken veilig terug op ons podium. Om tien uur opent de beurs weer maar wie gaat zijn leven wagen om ergens te velde een kunstbeurs te bezoeken.
Iemand komt met het verhaal dat er normaal op zondag een (rommel)markt in de buurt gehouden wordt, waar nogal veel volk op afkomt en dat die mensen gemakkelijk doorstromen naar hier. Nu zijn er welgeteld zes kramen verschenen en van volk was er nog minder sprake. Bijgevolg: het bezoekersaantal is erg beperkt.
Nu ja, de moed niet laten zakken, wellicht klaart het weer op en zullen de wegen beter berijdbaar worden.
Ondertussen heb ik iemand leren kennen die een standje heeft met mooie gekalligrafeerde kaartjes. Ze heeft haar materiaal bij: zo kan ze terwijl ze hier zit, tonen hoe zon kaartje ontstaat. Ze heeft mijn tekeningen gezien en omdat dit ook grafisch is, vertelt ze me over haar werk en toont ze me haar materiaal. Ik krijg onmiddellijk zin om dat te gaan uitproberen, niet de kalligrafie, maar het werken met inkt en dat speciaal schrijfmateriaal en dan met water de contouren verzachten. Met Oost-Indische inkt moet je het papier eerst nat maken en daarin werken met de inkt. Zij gebruikt gewone inkt. Zo kan ze lijnen trekken en dan met water op die lijnen inwerken. Waar een beurs allemaal goed voor is: komt er geen volk, dan kan je bij de buren op bezoek en een korte cursus aangeboden krijgen.
In de namiddag blijken de wegen beter berijdbaar en wordt het drukker. Plots duikt Sangeeth, mijn jongste dochter voor me op. Samen met een vriendin is ze naar hier gekomen. Ze wilden me verrassen en dat is hen ook gelukt. Neen, ze hebben nog niet rond gekeken en dat willen ze eerst doen. Daarna is er tijd voor een koffie.
Mijn dag kan niet meer stuk. En dan krijg ik nog een cadeautje. Een koppel kijkt heel intens naar de tekenmap en wanneer ik hen aanspreek, ontstaat er een sprankelende babbel. Zelf tekenen ze niet, ze zijn meer met sport bezig, maar het spreekt hen wel aan. Het gaat over ouder worden, op pensioen gaan, vriendschap Zon korte, intense gesprekken maken voor mij zon beurs tot iets waardevols, daarom wil ik die inspanning doen. Je krijgt kans om in de mallemolen van het leven even stil te staan met mensen, waarbij een wederzijdse beaming ontstaat en waardoor een blij gevoel nablijft.
Ik voel me wel moe worden. Gelukkig mogen we tegen vijf uur opbreken. Ondertussen zijn de kinderen van Christel ook komen opduiken en tegen sluitingstijd komt Ludo ook even kijken en helpen inladen.
Christel zet me thuis af. Karel helpt de bagage uitladen. Ik laat alles staan waar het neergezet is: morgen zal ik wel opruimen. Ik ben bekaf.
Ik sleur me door het avondmaal, duik voor de tv een zetel in en na het nieuws val ik in slaap en slaap door tot s anderendaags. Ook Christel was moe en die moest s anderdaags gaan werken.
Toch blij dat ik mee deed. Over enkele maanden is het Tremartre: we hebben ons al ingeschreven.
28-03-2013
Rotweer
Toen we s morgens vertrokken naar de kunstbeurs was het koud maar droog weer. Binnen in de grote zaal hebben we geen uitzicht op de buitenwereld. t Was wel even schrikken toen we hoorden dat het volop sneeuwde en dat merkte je aan het bezoekersaantal. We troosten ons met de gedachte: zaterdag is toch altijd al een mindere dag, want mensen moeten dan boodschappen doen, of moeten de kinderen wegbrengen naar sport of andere activiteit zondag zal het dan wel beter gaan.
Toch is het grote aantal niet zozeer belangrijk voor mij, wel de kwaliteit van de kontakten.
Naast de kaartjes heb ik een tekenmap meegenomen, die de bezoekers kunnen inkijken. Meestal lopen ze er ongeïnteresseerd aan voorbij: niet iedereen is geboeid door wit-zwart werk.
Toch blijft een van de eerste bezoekers plakken en doorbladert heel aandachtig de tekeningen. Daarna hebben we een kort gesprek. Hij vindt die werken heel sterk. Hij hoefde niks te zeggen, zelfs niet te kijken maar wat hij zei meent hij echt. Het doet enorm deugd. Omwille van zon kontakten vind ik dit evenement waardevol: voor mij is het weekend geslaagd.
Het verkopen is wel leuk, omdat je weet dat de mensen iets kopen als ze het waarderen. Maar uiteindelijk ga ik niet naar een beurs of markt voor de inkomsten van een paar verkochte kaartjes. Ik wil gewoon op een bepaalde manier naar buiten komen met mijn werk en mensen ontmoetten die kunnen intreden in mijn passie.
Tot plots Deepak (mijn jongste zoon) naast mij staat. Ook Manon is er bij, zijn vriendin en Karel, die zijnze onderweg gaan oppikken. Het was afgesproken dat ze langs zouden komen, maar als ze er dan concreet staan maak ik innerlijk toch een sprongetje van blijdschap. Ik ben enorm trots op mijn kinderen wellicht iedere moeder. En ze zien er stralend uit. Ja, het weer viel best mee, neen geen last van sneeuw. Ze gaan eerst eens rond gaan en daarna kunnen we samen iets gaan drinken, Christel let dan wel op mijn winkel.
Ook Christel heeft het naar haar zin. Ze krijgt zelfs twee opdrachten om later te maken. Dus die grote drukte hoeft niet om een boeiende namiddag te hebben.
Later zit ik dan met Karel en de kinderen iets te drinken. Karel heeft taart ontdekt en Deepak lust dat ook. We hebben even tijd om afspraken te maken i.v.m. de komende activiteit: t Alent, de kunstroute in Werchter waar Deepak ook aan meedoet. Het is voor hem de eerste keer dat hij aan zon evenement deelneemt. Hij werkt nu aan zijn eindwerk voor zijn opleiding, iets met ontwerpen met een computer. Hij maakt wel mooie dingen. Nu vraag ik hem nog om extra werk: een affiche maken die de groep die bij ons thuis ten toon stelt aankondigt. Maar hij zal het wel klaar spelen, want hij doet dat graag.
Wat later zwaai ik ze uit en zeg voorzichtig te rijden. Deepak wordt over enkele maanden 33, meer dan volwassen dus, toch blijft die moederlijke zorg, maar gelukkig kan hij dat aanvaarden. Dan lacht hij even en gaat zijn eigen weg.
We hebben afgesproken dat we s avonds samen gaan eten: Karel heeft gereserveerd in het enige restaurant dat Werchter rijk is. Wanneer we bij ons thuis komen, moeten we nog even wachten op Ludo. Karel haalt een fles cava boven. Dat smaakt heerlijk. Op een gelukte eerste dag en dat er morgen toch wat meer volk mag komen.
27-03-2013
Kunst en Kado
Enkele maanden terug schreven Christel en ik ons in voor de kunstbeurs Kunst en Kado in Heist o/d Berg. Het is niet de eerste keer dat we deelnemen aan dergelijk evenement. Christel wou toch nog wat juweeltjes bijmaken maar ik vond mijn voorraad voldoende, ik had vorige zomer mijn kaartjes aangevuld.
Daar kunst en Kado doorging in een overdekte zaal, hoefden we ons niet te bekommeren om tentjes of tafels en stoelen. Dat zou allemaal klaar staan.
Ik ben vroeg wakker zoals de kinderen als ze op schoolreis gaan. Ik wil nog wat boterhammen klaarmaken voor ons beiden, want ik weet niet of er broodjes te krijgen zijn. En ja, nog een thermos vullen met koffie en een chocolaatje zal er bij, dat zal wel smaken. Nog twee flesjes water ben ik niets vergeten? Een boek om te lezen heb ik gisteravond al klaargelegd. De rest staat al een paar dagen de gang te ontsieren.t Zijn maar drie bananendozen en een opplooibare schildersezel. Daar is nog overheen te komen.
Om negen uur, zoals afgesproken, komt Christel mij ophalen: alle bagage kan in één wagen. Christel kent de weg, ze heeft haar ganse leven in deze streek gewoond. Ik ben een inwijkeling en verder dan Tremelo of Haacht gaat mijn oriëntatievermogen niet. Dus vind ik het heerlijk als ik mag meerijden en ondertussen kunnen we wat bijpraten, want het is een tijd geleden dat we elkaar zagen.
Sonybel Studios is een grote zaal, die voor allerlei activiteiten gebruikt wordt, ook voor toneel. En op het podium hebben wij een plaats gekregen. Het is een vrij groot podium en daar staan we met vijf standjes. We voelen er ons direct thuis. Omdat de zaal erg hoog is, krijg je een gevoel van ruimte en dat doet goed.
Eerst even de spullen vanuit de wagen op het podium sleuren. Maar we staan praktisch voor de deur geparkeerd, dus verloopt dat sleuren nogal vlot. Als alles ter plaatse is, kunnen we onze stand beginnen opbouwen, winkeltje spelen noem ik het.
Het is lekker warm. Af en toe schiet de verwarming in gang en dan is het op het podium snikheet. Toch heb ik liever wat te warm dan gans de dag te moeten koukleumen en op sommige plaatsen beneden zie je toch mensen met een dikke jas zitten.
Na een uur goed doorwerken, staat mijn standje klaar. Terwijl Christel volop bezig is, ga ik al eens rondkijken. Nog niet alle plaatsen zijn ingenomen maar overal is het gezellig druk. Wat opvalt: het zijn praktisch allemaal vrouwen die de producten gemaakt hebben en de standjes open houden.
Wanneer ik terugkom van mijn ronde is Christel ook klaar. Om één uur gaat de beurs open. We hebben nog rustig te tijd om te eten. Christel heeft een heerlijk dessert bij: een stuk van een taart die Ludo, haar man, gisteren in de kookles maakte.
Hé hé allebei voelen we ons goed gezind, de beurs kan al niet meer stuk.
26-03-2013
Euopeana
Een boekje tussendoor: Europeana, een zeer korte geschiedenis van de twintigste eeuw van Patrik Ourednik. Pocketformaat, leesbaar lettertype, 156 paginas
De schrijver overschouwt, als vanuit een buitenaardse positie, de geschiedenis van vorige eeuw, die zoals we weten, niet zo gunstig was voor de mensheid. Trouwens, zijn er ooit betere tijden geweest?
Patrik Ourednik doet dat op een heel eigen manier. De tijd benadert hij sprongsgewijs. Het ene moment zit hij bij het begin van de eeuw, een zin verder haalt hij het einde van de eeuw boven water om dan bij de naoorlogse jaren te belanden. Zonder zich te bekommeren om een tijdslijn roept hij feiten op, WOI en WOII komen uitgebreid aan bod, maar ook Vietnam, Korea worden niet vergeten. Meestal haalt hij dan een fait divers aan, iets dat toevallig ook bij de grote geschiedenis behoort (vb.De vrouwen die in de wapenfabrieken werkten, hadden oranje haar en gele wangen en werden kanaries genoemd. En volgens artsen zou tweederde van hen na de oorlog onvruchtbaar worden. p. 23). Daarbij trakteert hij de lezers op ontzettende cijfers, die niet door hem maar door deskundigen concreet in beeld worden gebracht, je zou anders wel eens kunnen denken dat wat hij schrijft op fantasie berust. Vb. hoeveel lijken van bepaalde lengte heb je nodig om , waarbij je je afvraagt wat die deskundigen bezielde om met zulke triviale vragen bezig te zijn.
Hij legt historische feiten naast filosofische beschouwingen, hygiënische normen en het gebruik van elektriciteit naast kunst en cultuur, het antisemitisme van de nazis en communisten naast het racisme in Amerika; psychologie en theologie, exegese en sociologie komen ook aan bod en niet te vergeten: de eugenetica, die niet alleen door de nazis een ernstig onderwerp van studie was. De sterilisatie van minderwaardige individuen was niet alleen voorbehouden aan nazi Duitsland:
De eerste wet betreffende de sterilisatie van minderwaardige en asociale elementen werd ik 1907 in de Verenigde Staten uitgevaardigd. De wet maakte het mogelijk onverbeterlijke misdadigers en geesteszieken te steriliseren en in 1914 werd op instigatie van de psychiaters de wet uitgebreid tot recidivisten van diefstal en alcoholici en in 1923 werd die in Missouri ook nog uitgebreid tot kippendieven van negroïde en indiaanse afkomst, omdat men van mening was dat er voor kippendieven van blanke afkomst nog een weg terug was en zij door hard en plichtsbewust werken weer konden deelnemen aan de samenleving. (p.53)
Daardoor ontneemt hij de lezer de overtuiging dat alleen de nazis, de communisten, de anderen fout handelden, maar krijgt diezelfde lezer een eigen spiegel voorgehouden. Hij laat de opkomst van allerlei ismen aandraven: in de kunst, godsdienst, psychologie, wetenschap, geneeskunde en met een onverbiddelijk scherpe analyse ontneemt hij de lezer de gemoedsrust van het besef dat het bij ons allemaal heel correct verlopen is.
Een wirwar van feiten, met een taal die vaak zo onschuldig lijkt alsof kinderen worden toegesproken, maar die daardoor juist doordringt tot het merg van het bewustzijn:
Joden mochten geen openbare functies bekleden, niet werken in het leger, bij justitie of in de media en ze mochten niet naar het zwembad en naar de bioscoop, en in het park mochten ze uitsluitend op voor hen bestemde bankjes zitten die geel geverfd waren, zodat die meteen opvielen. En joodse kinderen mochten niet naar school en in de draaimolen, en de nazis hoopten dat de joden zouden begrijpen dat ze in Duitsland niet welkom waren en ze ergens anders heen zouden gaan. (p. 75)
Ondertussen laat hij de feiten aanrukken en plaatst ze zo naast elkaar dat je niet goed weet of je mag lachen of eerder moet gruwen. In één zin wordt op een ludieke manier een Amerikaanse president in zijn blootje gezet terwijl in diezelfde periode Irak wordt gebombardeerd: en de Irakezen zeiden dat men daarmee de aandacht van het incorrecte seksuele gedrag van de president wilde afleiden. (p. 109) of een oorlog om de seksuele escapades van een president te verdoezelen.
En tussendoor vertelt hij zgn. anekdotes, een niemendalletje tussen de plooien van de geschiedenis. Maar waarschijnlijk laten die kleine verhalen over een individu met een vergeten naam in de geschiedenis, de gruwel van mede-mens zijn aan bod komen.
Een Belgische soldaat was bij Kortrijk tot aan zijn knieën in het moeras weggezakt en het lukte vier van zijn kameraden niet hem eruit te trekken en alle paarden waren al dood. En toen ze zich twee dagen later over dezelfde weg moesten terugtrekken, was de soldaat nog steeds in leven, maar alleen zijn hoofd was nog te zien en hij schreeuwde niet meer. (p. 44)
Ook de uitvindingen passeren de revue: de elektriciteit, en strijdgassen die maar beperkt gebruikt werden, niet omdat het ethische problemen opwierp, maar omwille van strategische motieven want als de eigen soldaten zich moesten terugtrekken in de behandelde gebieden was dit geen gezonde onderneming. De vliegtuigbouw kende een ongelooflijk succes, maar ook de tv en de millennium bug. Tussendoor kreeg de beha vorm en leerden kleine meisjes met de volwassen Barbie spelen.
Het is een wervelend boek dat je meeneemt en dwingt om het niet neer te leggen voor het uitgelezen is, een moderne versie van verhalen uit duizend en één nacht. De taal die de schrijver hanteert, heeft de souplesse die een uitmuntende verhalenverteller kenmerkt. Juist wanneer je denkt aan het einde van de zin even adem te kunnen halen, komt de volgende voltreffer op je af.
Het bevordert de leesbaarheid als je wat geschiedenis, filosofie, wetenschap, geneeskunde in je gelezen leeskorf hebt zitten. Maar als je daarvan kan vertrekken, explodeert het boek in een verhaal dat je niet verwacht, dat je onzeker maakt, want durf je dit nog humor noemen of blijf je versteend van ontzetting achter: is dit de geschiedenis van de mens van de twintigste eeuw? Zonder zelf een standpunt in te nemen ontvouwt Patrik Ourednik een lappendeken van anekdotes uit de geschiedenis die als het ware de echte geschiedenis toedekken, maar daardoor juist de gruwelijke consequenties van een bepaalde ideologie oproepen. Terwijl de mensen zich met overgave storten in wat ze vooruitgang noemden, werd met dezelfde pennenhaal een oorlog ontketend of tot een genocide opgeroepen.
Aan het einde van het verhaal blijf je achter met het gevoel dat alle zekerheden verdwenen zijn en blijft alleen dit over: beschaamd zijn om deel uit te maken van dit menselijk ras.
25-03-2013
Met de lente op komst
Vanmorgen wat in de tuin gewerkt, gewoon om het heerlijke zachte weer in mij te laten doordringen. Met een frisse neus en geest terug achter de tekentafel. Ik wou die heerlijke ervaring neerleggen in mijn tekenen. Daarom dat de lijnen wat zachter zijn: ze liefkozen het witte blad. Onmiddellijk zie je het verschil met de vorige tekeningen, daar kan je de agressie zo zien uitspringen. Met het scannen gaat veel van het karakter verloren. Het ganse blad kan niet weergegeven worden, zodat de tekening ergens in een hoek gedrumd lijkt en de scherpte van de lijnen verdwijnt ook.
Als je het in t echt wil zien: kom naar de kunstbeurs tijdens het weekend in Heist op den Berg of naar een van de andere tentoonstellingen. Ingekaderd verandert de kracht van de tekening ook nog. Af en toe met je werk naar buiten komen is toch wel leuk: het is het gesprek dat je met het witte blad begonnen bent voortzetten in de ogen van de bezoekers en als het kan verder gaan met een gewone babbel.
24-03-2013
Zachtere tonen
Ik wil het wat rustiger aan doen, wat nuance in de beleving brengen. De kern is nog één bal opgehoopte energie, aan de zijkanten wordt die energie wat zachter.
23-03-2013
Laat maar gaan
Ik wil precies alle energie die ik in mezelf aantref op het papier gooien. Ik laat het maar begaan. Het gaat om het verkennen van de weg, niet om een eindproduct. Wel ben ik benieuwd waar deze manier van tekenen me brengen zal.
22-03-2013
Een bron van tekenplezier
Het is alsof ik een bron van tekenplezier aangeboord heb. Tekenen: zo maar uit de vingers. Ik merk dat het werken met gedisciplineerde lijnen me veel zelfvertrouwen gegeven heeft wat waarschijnlijk tot metaalmoeheid van mijn tekenpen heeft geleid. Ik kruip van binnen uit in mijn tekenen. Het is puur gevoelsmatig. Mijn rationaliteit is stilgelegd. Ik voel waar ik de volgende lijnen moet zetten.
Nu zou ik dag en nacht willen tekenen. Alleen weigert mijn lichaam en mijn concentratie dit ook te doen. Gelukkig maar. Er is nog een ander leven naast tekenen en schilderen.
Wellicht dat de lente toch ooit eens doorbreekt en dan duik ik de tuin in. Met mijn handen (zonder handschoenen, vuile nagels nadien) de aarde voelen, na een winter die niet alleen voor mij veel te lang was. Weer intens genieten van de verbondenheid met de aarde.
21-03-2013
Zonder aarzelen
En dan laat ik al mijn aarzelen achter mij en teken, lijn na lijn, heel heftig, alsof ik geen tijd te verliezen heb. Wat ook zo is: de tijd dat ik nog kan tekenen begint te korten. Daar denk ik nu niet aan. Ik wil proberen vrijuit te gaan, zonder vooropgesteld beeld of doel, alsof de lijnen zelf mijn hand leiden.
Zo tekenen werkt heel ontladend. In welke donkerte van mijn onbewuste haal ik de inspiratie? Ik wil er niet teveel over nadenken. Ik kan alleen maar vaststellen dat ik er enorm plezier aan beleef.
20-03-2013
Een stap verder
Ik wil de gedisciplineerde lijnen van de weefmat achter me laten. Niet dat de mogelijkheden ervan ten volle onderzocht zijn, wellicht herneem ik later die wijze van werken. Nu heb ik nood om vrijer te werken, meer emotionaliteit in mijn tekeningen te leggen. Toch gaat het niet vanzelf, nog altijd wil ik vanuit de constructie van een weefmat vertrekken. Ik voel me nog teveel op glad ijs. Ik gebruik de gedisciplineerde lijnen om er rond met vrijere lijnen te werken. Ik voel dat ik in de goede richting zit, hoewel de tekening nog heel stroef aandoet.
Het is maar door stap na stap de grens te verleggen dat je dingen ontdekt zonder jezelf uit evenwicht te brengen. Ook tekenen kan een organisch groeiproces betekenen.
19-03-2013
Nu kan ik aan het werk
Ik probeer wat anders uit. Met Oost-Indische inkt zet ik met aquareltechniek iets op papier. Het vervelende is dat, als het werk nog nat is, dit een heel ander beeld geeft dan na het opdrogen: alles wordt grijzer, ongenuanceerder. Toch zie ik al de richting die ik uit wil.
Met houtskool zet ik er later forse strepen op die ik wat bijveeg met mijn vinger. Als ik dat nu nog eens kan vertalen in acryl zie ik het wel zitten.
Niet dat ik altijd grondig voorbereid wat ik schilder. Ik heb altijd wel een idee in mijn hoofd van wat ik ga doen, soms maak ik een schets of verf op papier. Maar toch, al schilderend ontdek ik pas mijn werk. Voor mijn eindwerk heb ik nogal wat voorbereidend werk gedaan. Eerst wou ik het inhoudelijk op poten hebben, daarna was het zoeken hoe ik datgene wat ik zeggen wou, zou uitwerken.
Ook het feit dat ik op groot materiaal werk, doeken van 100 x 100 tot 200 x 200 doet me vaak aarzelen om te beginnen ik wil dat materiaal niet verknoeien. Dat lijkt bij mij een elfde gebod: ge zult het schildersmateriaal met zorg omringen.
Ik koop degelijk materiaal. Feitelijk is het een vorm van verliefdheid. Een goed gespannen doek zingt als je er op tikt. Tekenpapier heeft zijn eigen kleur, ook als het wit is. De dikte en korreligheid zijn vaak uitnodigend om met overgave te werken. Zelfs mijn Oost-Indische inkt is van goede kwaliteit: hij plakt beter aan de pen dan bv. de inkt van het merk Talens. Niet dat dit laatste merk niet goed is maar zoals ik mezelf dwing om tot de grenzen van mijn kunnen te gaan, zo wil ik materiaal gebruiken dat die uitdaging kan helpen waar maken.