Vandaag is Jeanne begraven. Vorige week kregen we bericht dat ze overleden was. Ze was enkele maanden terug opgenomen in een verzorgingsinstelling, want alleen leven was niet meer verantwoord.
We hebben een goede buurt. De mensen lopen elkaars deur niet plat, maar als we elkaar tegenkomen kan er altijd wel een babbel af, al was het maar om te zeggen dat het mooi weer is en dat de gezondheid het nog goed doet. Onze buurt bestaat vooral uit ouder wordende mensen.
We hadden een soort routine ontwikkeld. Wanneer we ’s morgens opstonden keken we even vanuit de keuken naar het huis van Jeanne: was haar rolluik al opgetrokken? We zagen alleen de bovenste rand. Wanneer het rolluik opgetrokken was wisten we dat alles in orde was.
Wanneer Karel de brievenbus ging leegmaken, kwam Jeanne ook haar brievenbus leegmaken en kon er steeds een babbeltje af. Ze was als het ware een regelmatige aanwezigheid op de achtergrond van ons leven.
Karel is een paar keer naar Jeanne getrokken toen de rolluiken een signaal gaven dat de routine doorbroken was: even kijken of het toch in orde was met haar. Haar kinderen drongen er op aan dat ze naar een tehuis zou gaan … maar als je al gans je leven in een vertrouwd huis gewoond hebt, dat je man zelf gebouwd heeft, als je gans je leven erg op je zelfstandigheid gestaan hebt, dan geef je je zomaar niet over omdat je wat vergeetachtig wordt. Dat die vergeetachtigheid toch wel ernstige vormen aan nam, besefte Jeanne niet. Tot de beslissing voor haar genomen werd: nu moet je gaan.
Toen we hier kwamen wonen, had Jeanne mijn leeftijd. Ze hing nog in de ramen om ze te wassen, was zeer actief in het contact met mensen … tot haar man enkele jaren terug stierf. Toen is er iets in haar gebroken. Ze deed of ze dat allemaal vlot kon verwerken, ze liep nog meer naar haar vriendinnen voor een koffie en een babbel … maar we zagen haar stilaan achteruit gaan.
Ook voor ons zal het even wennen zijn: niet meer zorgelijk uitkijken naar de rolluiken, geen gesprek meer aan de brievenbus, haar voetpad niet meer bijwerken als we ons voetpad onder handen nemen.
Een vrouw is uit het leven weg gegaan die ooit kind was, opgroeide in een tijd waarvan haar kleinkinderen en achterkleinkinderen zich geen beeld meer kunnen vormen, die verliefd werd, trouwde, kinderen kreeg en ze ook het huis zag uitgaan, die liefhad en ook hevig ruzie kon maken … een vrouw zoals alle andere vrouwen, niets opvallend. Alleen was ze onze buurvrouw. We hebben elkaar bij naam genoemd. We betekenden iets voor elkaar.
Dank je wel Jeanne.
|