Vandaag hebben we geen enkele afspraak, ook geen boodschappen te doen. Ja, de vaat die we gisteren lieten staan, moeten we eerst wegwerken, maar dan is alle tijd voor onszelf. Karel duikt een of andere vertaling in van een tekst van of over Spinoza en ik installeer me achter mijn tekentafel.
Het wordt stil in de kamer, alleen achtergrondmuziek is hoorbaar. Zijn we wel thuis? Later besef ik dat zelfs de koffie niet aan bod gekomen is, vergeten in het opgeslorpt zijn door het werk. Gelukkig begrijpen we elkaars ‘obsessie’. Een dag samen en nauwelijks iets zeggen, zo verdiept zitten we in onze eigen wereld. Tegen de middag ontwaken we als het ware: af en toe moet er gegeten worden. Na de maaltijd gaat Karel onmiddellijk verder met zijn bezigheid, ik probeer wat te slapen. Dat lukt me niet. Voortdurend ben ik bezig met het ontwerp voor de lino die geïntegreerd kan worden in een schilderij. Ik besluit maar de siësta achterwege te laten.
Uiteindelijk zal ik vandaag vier ontwerpen maken. Bij het laatste uitproberen voelde ik de concentratie afnemen: ik maak voortdurend fouten, kleine dan. Ik voel dat de oog-hand coördinatie wat minder goed verloopt, mijn lijnen zijn niet meer zuiver. Gelukkig zijn het ontwerpen, toch wil ik daar ook precieze lijnen.
Wanneer Karel van achter zijn pc komt, vallen zijn ogen bijna uit zijn kop. Hij geeft toe dat hij wat te intens heeft gewerkt. Dat is niet de eerste keer … je kan er maar deugd van hebben.
Ik ben tevreden van mijn dag. De vorige ontwerpen vond ik maar niets. Nu weet ik welke richting ik uit wil. Dat geeft een gevoel van opluchting: ’t Gaat toch lukken.
Mijn rug protesteert … maar mits een nacht goed slapen is dat weeral vergeten.
|