Egidius
Dagen gaan voorbij, het gewone leven herneemt zich. De omgeving is teruggekeerd naar de routine. Verweesd blijf je achter, de naam van de geliefde komt nog nauwelijks over je lippen. Binnenin huil je zijn of haar naam. Aan wie kan je de verscheurdheid, het vernietigd zijn kenbaar maken?
Je gaat terug aan het werk. Je lichaam herkent de bewegingen die moeten gesteld worden, je spreekt woorden die op dat moment dienen uitgesproken te worden. Achter die façade is het één grote ruïne. Je hebt angst dat ze die zullen opmerken. Wie kan je helpen om het puin te ruimen dat het afscheid van de geliefde teweeg bracht?
|