Op 3 april werd ‘Ravage, een verhaal’ aan het publiek voorgesteld. Deze tentoonstelling is te zien in Museum M te Leuven als onderdeel van de tijdelijke tentoonstelling ‘Ravage, kunst en cultuur in tijden van conflict’.
‘ De afgelopen maanden werd er in de twee Leuvense gevangenissen en met een groep slachtoffers gewerkt aan het project "Ravage. Mijn verhaal." Gedetineerden en slachtoffers brengen in dit project digitale verhalen. Via digital storytelling vertellen beide partijen verhalen die gaan over dromen, pijn, woede, verdriet... maar vooral over de kracht om verder te gaan. Voor de deelnemers was het niet gemakkelijk om over hun ravage te praten. Toch gaf het hen stof tot nadenken over de toekomst.’
Catherine, die haar twee kinderen, tweelingen, verloren had in een ongeluk, nam deel aan het project. Ze nodigde me uit om naar deze voorstelling van het project te komen. Naast korte interviews met de begeleiders van het project (zag ik het goed, allemaal vrouwen, maar de technische kant werd door een man verzorgd), werden ook de video’s getoond. In het project kregen de deelnemers eerst ruimte in de groep om hun verhaal met woorden te brengen, later zochten ze er dan beelden bij (meestal foto’s) om hun verhaal digitaal aanwezig te stellen.
Slachtoffers maar ook plegers van misdaden, namen aan dit project deel, elk in hun groep. Dan krijgt de pleger ook een menselijk gezicht die droomt, hoopt, iets positiefs wil betekenen in deze samenleving. Slachtoffers krijgen de kracht om met hun concrete verhaal een nieuwe toekomst op te bouwen.
Elke deelnemer beeldde zijn verhaal uit en begeleidde dat met eigen woorden. Het grijpt je aan als je die beelden uit de gevangenis ziet: handen die tralies grijpen, muren, gesloten deuren die alleen geopend worden als de bewaker dit doet. De gevangenis is geen luxe hotel. Ook bij gedetineerden heeft een ravage plaats gevonden: een kind wordt niet tot dit toekomstbeeld geboren.
Catherine had haar verhaal bijzonder aangrijpend uitgebeeld. Uit de familiefoto: papa, mama, broer en twee zussen liet ze de twee meisjes nog als een soort witte schaduw aanwezig, daarbij zei ze: bijna de helft van mijn gezin verdween.
Na de voorstelling volgde nog een receptie … maar dat liet ik aan mij voorbijgaan. Ik wou alleen zijn. De handen rond de tralies bleven me bij. Het waren de handen van iemand die geïnterneerd was … ik dacht aan mijn zoon, wellicht zou dat ooit zijn toekomst geweest zijn als hij blijven leven was. Ik dacht aan de witte figuurtjes op de familiefoto. Kinderen van elf jaar die plots ‘verdwijnen’ uit je leven.
Ik weet, het ongeluk met de tweelingen heeft heel wat heisa veroorzaakt. Maar dan verdwijnt de aandacht voor dit gebeuren. Wat goed is. Als moeder, vader, broer blijf je achter om na die heisa de dood van je dochters of zussen een plaats te geven in je leven.
Catherine is de dader van het ongeluk gaan opzoeken in de gevangenis, voor haar was dit noodzakelijk om ook zijn kant van het verhaal te horen. Voor haar betekende die ontmoeting met de dader het onleefbare van de dood van haar beide tweelingen ombuigen tot een verwoestend menselijk drama, ook voor de dader. Net of ze daardoor elkaars pijn hielpen dragen.
En ze blijft overeind, soms huilend dan weer het leven oppakkend.
Een ravage tekent je … maar hopelijk krijg je toch weer toekomst aangeboden.
|