Ik kan wel allerlei redenen verzinnen waarom het werk van Mondriaan me aanspreekt. Maar hoeft het? Is gewoon zeggen dat ik echt geniet van het werk van Mondriaan niet voldoende? Toen we het Rijksmuseum in Amsterdam bezochten was hij in de vaste collectie aanwezig. In zijn eenvoud van vormgeving (rechte lijnen, basiskleuren) springt het werk in volle levendigheid zo van de muur. In de zoektocht naar zijn wijze van schilderen durfde die man doorheen alle conventies breken om tot de essentie van lijn en kleur te komen, daarin evenwicht te vinden en de kijker in een overvloed van energie te dompelen. Opgefrist ga je dan verder.
Van bij het begin van de cursus kantklossen had ik iets in mij om een Mondriaan in die techniek om te zetten. Een boek geraadpleegd met kleurenfoto’s en afmetingen, een schilderij eruit gekozen … en dan aan het werk.
Eerst het werk op papier getekend: de lijnen die de vlakken omsluiten, volgens de echte grootte, nl. op een oppervlakte van 46 x 46 cm. Dan de juiste kleur gezocht in de draad waarmee ik wil werken. Gelukkig is het aanbod in de kantklosklas erg uitgebreid en houdt Mondriaan het bij de kleuren van rood, geel en blauw, grijs en zwart. Ik denk na in welke slagen ik die verschillende lijnen en vlakken ga vormgeven … en waag me aan het avontuur.
Eerst zorg ik dat de zwarte lijnen op het tekenpapier dat ik op het kantkloskussen leg, vorm krijgt. Dat is niet zo moeilijk. Dan de basiskleur grijs. Ook dat lukt nog. Wel vraagt de verbinding met de zwarte lijnen enige in‘haak’kunst: met een haaknaald van 0,50 mm verbind ik de draden met elkaar. Omdat ik niet onmiddellijk aan de randen de afzet kan beginnen, blijven de klossen hangen. Resultaat: een berg van klossen die om definitieve afwerking vragen. Om het geheel ordelijk te houden stop ik ze in houten houders of gehaakte repen: zo blijven de klossen hun juiste volgorde behouden en geraken de draden niet in de war. Om dat geheel te kunnen vervoeren naar de klas in Rillaar, steek ik alles in plastieken zakjes en speld die vast op het kussen, zodat alles op zijn plaats blijft.
Natuurlijk heeft zo’n werk grote showwaarde als ik me in de klas installeer. Iedereen heeft wel een leuke of lieve opmerking. Maar ik heb vertrouwen in mezelf: op een bepaald moment kan ik de klossen beginnen afzetten. Alleen zal dat nog wel wat uren kantklossen vragen. Wie iets ‘vlug’ wil gedaan hebben, begint best niet aan kantklossen.
Ik heb me voorgenomen tijdens de kerstvakantie weer wat met Oost-Indische te werken. Het is een vorm van heimwee. Mijn werken aan die Mondriaan zal heel beperkt gebeuren. Ik leg het kantkloskussen ergens waar ik gemakkelijk bij kan, maar installeer me aan mijn tekentafel om mezelf weer eens te verliezen in wat ik zo graag doe: lijntjes trekken.
|