Het is niet omdat ik voel dat ik met een lossere pols wil tekenen dat het daarom ook lukt. Is dat losser tekenen nodig? Niets is noodzakelijk, alles mag, alles kan … het plezier dat je ervaart bij het tekenen is toch het voornaamste. Als het resultaat dan nog wat meevalt is dit mooi meegenomen.
Bij het ontwerp van deze leporello dacht ik aan cellen en het membraan dat de cel omsluit. Ik had juist een boeiend boek gelezen over ‘De biologie van de overtuiging’, door Bruce Lipton (celbioloog), wellicht inspireerde me dat bij het tekenen.
Ik kan het boek aanraden voor wie een wetenschappelijk onderbouwde visie wil confronteren i.v.m. hoe onze overtuigingen ons gedrag bepalen. Niet uitsluitend onze genen besturen ons leven, wat een deterministische visie als gevolg heeft, er zijn andere factoren die meespelen, waarin de vrijheid van een mens de bovenhand haalt. Als criminologe vind ik dat een problematiek die me aanspreekt.
En waarom dat niet meenemen achter mijn tekentafel?
23-07-2015
Laat de kleuren maar komen
Ik heb de stiften weer boven gehaald en waag me aan de volgende leporello. Het gaat nog allemaal voorzichtig en gedisciplineerd, geen lijntje mag ontsnappen. De losheid in vormgeving moet nog komen.
Toch heb ik er vertrouwen in dat het op een bepaald moment veel vlotter zal gaan, dat mijn fantasie aan de vormgeving zal sleuren. Ik moet geduld hebben (wat een opgave) en plezier hebben in wat zich aanbiedt. Gelukkig kan ik al met kleuren aan de slag.
Ondertussen geniet ik van de warmte … ik leef op bij warmte en licht. Mag het niet altijd zomer zijn en daarin af en toe een hittegolf?
22-07-2015
Waar liggen de restjes
Ik had me voorgenomen na Rock Werchter mijn atelier in te duiken en te schilderen. Een voormiddag heb ik het volgehouden, het lukte me niet geconcentreerd te raken. Ik zat voortdurend naar mijn tekentafel te ‘giezen’ (dialectwoord voor verlangen), naar papier en Oost-Indische inkt … ik had helemaal geen zin om te schilderen. Dus op het einde van die voormiddag nam ik maar de pot met Gesso (witte grondverf waarop dan kan geschilderd worden) en herstelde het doek in zijn maagdelijk witte staat, wellicht dat het een volgende keer beter zou lukken.
Dan een dapper besluit genomen: eerst nog wat tekenen en dan zou het schilderen wellicht vanzelf komen als afwisseling.
Begin september is het Tremartre, de jaarlijkse kunstmarkt in Tremelo. Christel en ik hebben ons ingeschreven. Omdat ik telkens wat nieuw werk wil tonen, liepen de laatste weken de gedachten in en uit en wou ik me nog eens aan leporello’s wagen, vooral omdat die vouwboekjes maken iets speels en erg ontspannend is.
Ik had voor mijn tekeningen van 50 x 70 cm, tekenpapier moeten afsnijden tot de juiste proporties. De repen die daarbij afvielen, bewaarde ik (nooit iets weggooien heeft mijn moeder geleerd). Ik had ze in de farde ‘papierafval’ gedropt. Die kon ik nu gebruiken voor die leporello’s.
Een eerste reeks leporello’s hebben een afmeting van 6 op 8 cm. Ik vouw ze zo dat het volgende blad telkens 1 cm korter is. Daardoor kan ik een tekening maken die, als het boekje dichtgevouwen is, zich presenteert als één geheel en als het boekje opengevouwen wordt, er weer een geheel ontstaat.
De eerste leporello probeer ik in wit-zwart maar met verschillende kleurtinten van de Oost-Indische inkt: ik breng mijn experimenten bij het tekenen op het grote papier mee naar de kleine restjes van datzelfde papier.
Maar het is me te ernstig. Ik wil mijn kinderziel aan bod laten komen en daarvoor heb ik felle kleuren nodig. En tijdens de vakantie mag die kinderkant toch wat extra verzorgd worden, niet?
21-07-2015
En nu de volwassenen
De kinderen inspireren ons om ook aan de slag te gaan. De gelatineplakken zijn ondertussen opgesteven tot uitnodigende vormen. Nu uitproberen wat we er mee kunnen doen.
Eerst probeer ik drukinkt uit, daarna laat ik acrylverf aanrukken. Ik knoei maar op, maar na wat experimenteren vind ik toch mijn draai. Ik wil wat ik nu maak als achtergrond gebruiken. Wellicht dat ik boven op die achtergrond, als die droog is, een tweede druklaag leg maar dan met een linosnede. Ik kan er ook op tekenen, maar die linosnede trekt me wel aan.
Omdat de afdrukken moeten drogen, hang ik ze op aan een droogrek: het is warm en een beetje wind, ideaal droogweer.
Na een paar uren intens werken vind ik het genoeg: ik ben moe. Dan zie jet het verschil met de kinderen. Ze kregen er niet genoeg van en gingen thuis nog aan de slag: ’s namiddags bleven ze maar drukken, namen de droogmolen van de mama in beslag en voor het avondeten hadden ze de leporello klaar die ze ’s morgens hadden gevouwen. Ze stuurden de foto’s van hun kunstwerkjes door. Gewoon prachtige werkjes. Als dat geen (woord van) dank is.
20-07-2015
De eerste drukexperimenten
En dan is het moment aangebroken om het grote experiment aan te gaan. Je ziet ze denken: niet uitleggen, laat ons beginnen. Omdat we maar één gelatineplak hebben, moeten ze elkaar aflossen bij het drukken. Dat lukt wonderwel, ze zijn geboeid in en enthousiast over elkaars uitproberen.
Christel heeft een soort hocus pocus doos meegebracht waar allerlei spulletjes in liggen om ‘leven’ in het drukken te brengen. Wanneer je het drukplak met drukinkt kleurt en er nadien met iets wat drukinkt weghaalt overgaat, geeft dat een tekening in het gedrukte. Maar de jongste zoekt het toch liever in de natuur: een bladje met sterke nerven, een bloemetje … en het resultaat is leuk om zien.
Stilaan echter moeten we denken aan opruimen. We geven de kinderen enkele repen papier mee om nog wat leporello’s te maken en voldoende drukbenodigdheden om hun experimenten verder te zetten met dat kleine gelatineplakje van Christel.
Stralend gaan ze naar huis: het was erg leuk. We spreken af om volgende week weer samen te komen met de belofte dat, wat ze gemaakt hebben, meebrengen om te tonen. Ik ben benieuwd naar wat ze thuis verder gaan uitspoken.
Mooi toch als de jeugd het ‘gamen’ even verlaat om zich te wijden aan die oude ambachtelijke techniek die drukken heet.
19-07-2015
Gelatinedruk en leporello's
We zijn met zijn vieren om het experiment van gelatinedruk te wagen. De kinderen van een vriendin van Christel zijn meegekomen. Tijdens ’t alent’, de voorbije kunstroute in Werchter, hadden ze kennis gemaakt met die gelatinedruk: Christel had wat werkjes ten toon gesteld … en dat wilden ze ook wel eens proberen.
We komen samen om 9 uur en duiken mijn atelier in. Christel heeft thuis alles voorbereid voor het ‘koken’, ik heb gezorgd dat er een kookvuurtje is en een frigo die het bekomen product kan afkoelen.
Voor we beginnen leg ik aan de kinderen uit wat we vandaag zullen doen: eerst zelf een gelatineplak maken en terwijl dit opstijft gaan we met dat kleine plakje van Christel een eerste experiment wagen. Ook wil ik hen motiveren om thuis daaraan verder te werken … dan hoeven ze zich niet te vervelen.
We gaan beginnen met het gelatinebrouwsel: dit in vormen gieten en laten afkoelen. Ondertussen gaan we een leporello vormen waarop we de drukexperimenten kunnen lijmen, zodat iets moois ontstaat.
Het koken doen we in het atelier, maar dan komt de zon er door. We sleuren een tuintafel naar een lommerrijke plek om daar verder te werken.
En er wordt zeer aandachtig gewerkt. Voor de leporello moeten ze nauwkeurig meten en, na een lichte insnijding, het papier plooien. Het lukt bij beiden
… en Christel heeft voor de pauze een cake meegebracht, zodat iedereen voldoende energie heeft om het tot 13 uur uit te houden … en we roepen Karel er even bij om mee te genieten.
18-07-2015
Gelatinedruk
In de kantklas had ik iemand bezig gezien met gelatinedruk en Christel had bij het schilderen die techniek ook uitgeprobeerd. Ik was daar erg door geboeid … en spoedig kwamen we overeen dat we samen zo’n gelatineplak zouden maken en experimenteren met het drukken.
Een gelatineplak maken is feitelijk een recept bereiden, alleen moeten de verhoudingen nogal juist afgewogen worden, wil je een goed gevormd plak bekomen. Veel ingrediënten heb je niet nodig: gelatine, water, glycerine en suiker. Dat moet gekookt en netjes geroerd worden, in een vorm gegoten en dan de koelkast in om te laten afkoelen, waardoor de vorm opstijft. Eens dat gebeurd is kan je aan het drukken gaan met zowat alles wat je in je omgeving vindt van verf of inkt. Je moet vooral ‘durven’ uitproberen: aquarelverf of drukinkt, alles kan, alleen moet je ontdekken welk resultaat bepaalde verven of inkten op bepaald papier of andere dragers heeft.
Christel had me vroeger reeds een klein gelatineplak gegeven om te experimenteren. Op de foto een gelatineplak dat we zelf maakten: het is een glibberig gedoe maar wel stevig genoeg om er mee te werken.
Ik vond het drukken ontzettend leuk om doen … vooral omdat ik met ‘restjes’ van papier aan de slag kon, wat mijn ‘niets mag verloren gaan’-gevoel genoegdoening deed.
Als ik nu een kattebelletje moet schrijven, bv. om een adres of telefoonnummer te noteren, gebruik ik zo’n ‘bedrukt’ papiertje: staat veel chiquer en ik heb er plezier aan beleefd om het een bepaald niveau te geven. Niet iedereen haalt het in zijn hoofd een kunstwerk in opbouw zo maar mee te geven. Zou een boodschappenlijstje zich ook thuis voelen op zo’n mono-druk?
17-07-2015
Een andere mening
De meesten zijn het eens: met hun bijna rechtlijnig denken ondersteunen ze elkaar. Maar wat als er een andere mening komt opdagen? Dit werkt nogal verstorend, waardoor een zekere spanning ontstaat.
16-07-2015
Het groepsgesprek
Samenzijn. Woorden gaan heen en weer. Er zijn mensen die vooral spreken en mensen die vooral luisteren. Zo gaat dat nu eenmaal.
Ik gebruik de sjablonen die ik vroeger aanmaakte en maak er nog een bij voor een lijn. Die lijn teken ik uit in verdunde en niet-verdunde O.I. inkt met een dunne pen. Tenslotte maak ik met een met brede penpunt de lijn (mening) kenbaar die voorrang krijgt.
15-07-2015
Vlindertaal
Ik probeer een andere lijn uit. Een lijn die vlinders oproept en hun fladdervlucht: blije kinderen die na de winter, het licht en de warmte vieren.
Ook hier gebruik ik verschillende tinten inkt, wat het fladderachtige nog versterkt.
14-07-2015
Inhoudelijk
Ik laat de aandacht voor de lettervorm een beetje links liggen en richt me naar de inhoud: hoe kan je in een tekening iets oproepen dat de mededeling in een brief vorm geeft.
Ik begin, met uiteraard weer die aarzeling of het gaat lukken, met een speels bericht. Ik zoek een lijn die luchtig aandoet en maak er een sjabloon van. Door dezelfde lijn steeds te herhalen ontstaat een compact gevoel: het blijft een geheel. Door de lijnen beneden dichter op elkaar te tekenen en naar boven toe meer ruimte te laten, ontstaat een gevoel van vrijheid, ruimte om te ademen.
Ik teken de lijnen in verschillende tinten van inkt, wat op de foto niet zo goed te zien is. Daardoor ontstaat, naast ademruimte, ook diepte
13-07-2015
Iets anders proberen
Ik voel dat ik een beetje op een zijspoor geraak met die lettersymbolen en toch kan ik het niet loslaten.
Ik probeer een spiraalvorm uit, maar hou me strak aan een rooster dat ik op voorhand aanbreng. Ik voel dat ik niet voldoende durf en structuursteun nodig heb, maar wellicht helpt me dat over mijn faalangst heen, want niet is zo uitdagend leeg als een onbeschreven (maar dan in tekentaal) blad. Op de achtergrond heb ik enkele vormen aangebracht in een lichte tint van O.I. inkt … maar een beetje te licht: het is alleen zichtbaar als je er dicht genoeg bijstaat.
Feitelijk zou ik nu wat oefeningen moeten doen om losser te werken: eens een tekening maken met de linkerhand of iets op papier zetten zonder naar mijn papier te kijken. Nu zet ik mezelf klem door voortdurend aan het eindresultaat in december te denken en dan komt de stress opzetten van de twijfel of ik voldoende werk ga hebben dat het nodige niveau haalt.
12-07-2015
Andere lettersymbolen
Ik wil wat anders uitproberen: de nogal vierkantige lettersymbolen vervang ik door een lijn (is schrijven niet een vorm van lijnen trekken, woord per woord?) die ik ook in een sjabloon vastleg. Het resultaat is niet zo denderend: de lettersymbolen zijn te groot en wellicht zou het beter zijn de vrije loop te laten aan het lijnenspel. Ik gebruik deze keer de gekende briefvorm niet en dat valt ook tegen, het is teveel een ‘rechthoek’ die thuishoort in de meetkunde, terwijl ik op zoek ben naar een vorm die me kan binnenleiden in de wereld van het schrijven.
Best wellicht eens een paar dagen dit tekenen laten rusten, er is nog zoveel anders te doen, bv. de tuin nog eens induiken en zorgen dat de wildgroei beperkt blijft.
11-07-2015
Verder experimenteren
Met dezelfde sjablonen voor briefvorm en lettersymbolen begin ik aan een nieuw experiment. De briefvorm die in onverdunde Oost-Indische inkt is opgevuld valt nogal zwaar uit, net een rouwaankondiging en dat is niet de bedoeling. Met stift (zilver) maak ik kleine cirkels in de zwarte vorm … en dan wordt het wel leuker. De foto vervormt de tekening. Op de achtergrond, in verdunde Oost-Indische inkt, laat ik de lettersymbolen hun plaats vinden.
10-07-2015
Lettersymbolen
Naast het blad als ‘vorm’ bestaat een brief ook uit letters. Hoe kan je letters oproepen zonder de gekende lettersymbolen te gebruiken. Ik probeer kleine, nogal vierkantige vormen uit, die ik verwerk met een sjabloon.
De grotere briefvorm zet ik wat dikker aan met verdunde Oost-Indische inkt, de kleinere lettersymbolen laat ik naar de achtergrond verdwijnen door ze met een dunne lijn te tekenen met Oost-Indische inkt.
Ik heb vroeger nog gezocht naar vormgeving van lettersymbolen. Schrift boeit me, enerzijds omdat letters ‘tekeningen’ zijn, anderzijds omdat ik zelf graag lees en schrijf. Hoe hoog is de stapel boeken die ik verslonden heb, hoeveel papier zou ik niet beschreven hebben voor ik me aan het tekenen waagde?
Met die ‘geschreven’ wereld wil ik iets doen in een tekentaal. Ik heb geen bepaald doel voor ogen, ik wil gewoon ontdekken wat die weg me aanbiedt … en vooral: het is zo leuk om doen.
09-07-2015
En ondertussen
Tussen het klossen en de tentoonstellingen door kreeg ik de tijd om nog te tekenen, formaat 50 x 70 cm, de grootte waarmee ik in december ga ten toon stellen.
Ik blijf bij het onderwerp brieven en voer een nieuwe stijlfiguur in: aangelengde Oost-Indische inkt zorgt voor een lichtere toets, zodat er een achtergrond en voorgrond ontstaat. Ik gebruik de sjablonen waarmee ik vroeger in deze reeks al gewerkt heb en ben benieuwd wat er gaat ontstaan.
En dat valt best mee: door alleen de vorm van het blad te gebruiken gecombineerd met verschillende tinten van inkt, ontstaat er een levendig geheel.