Donderdag 22 en vrijdag 23 oktober is de tentoonstelling toegankelijk voor de bezoekers. Ik zorg dat ik tijdig ter plaatse ben, zodat ik nog eens kan rondkijken bij de mede-exposanten.
Eerst bekijk ik mijn werken met kritische aandacht: hier moet een werk rechter getrokken worden, daar zou het werk beter wat hoger hangen.
Ik leer mijn buurvrouwen kennen. Zou het kunnen dat er meer vrouwen dan mannen deelnemen aan deze tentoonstelling? Wanneer ik de deelnemerslijst bekijk blijkt dat er toch een evenwicht is tussen de aanwezigheid van mannen en vrouwen. Wellicht krijg ik die indruk omdat in mijn buurt vooral vrouwen hun werk tonen.
Tijdens de openingsuren trek ik me vaak terug aan een tafel in het midden van de ruimte. Ik voel me niet geroepen om uitleg te geven bij mijn werk: dat hou ik toch niet lang vol. Daarbij, ik heb liever dat men ‘kijkt’ en zelf een interpretatie formuleert als men er nood aan heeft. Het is wel leuk om zien hoe sommige mensen echt met aandacht blijven staan bij sommige werken. Je ziet ze zich afvragen hoe het gemaakt is.
En af en toe duikt een oud-collega op. Leuk om elkaar weer te zien … ook om te ontdekken dat we ouder zijn geworden. Sommigen werken nog en dan worden wat nieuwtjes van de dienst uitgewisseld, anderen zijn op pensioen en dan gaat het over de tijd die voorbij vliegt. Korte maar hartverwarmende gesprekken.
|