Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Meng in een grote mengkom meel, suiker, zout, gist en rozemarijn, voeg olijfolie toe en voldoende warm water voor een soepel deeg.
Kneed het deeg 5 minuten op een licht bestoven werkblad totdat het zacht en elastisch aanvoelt.
Leg het terug in de kom, dek die af met folie en laat het deeg op een warme plek 1 uur rijzen totdat het in omvang is verdubbeld.
Snijd ondertussen de paprika's in vieren en verwijder de kern en de zaadjes.
Leg de parten op een rooster met de schil naar boven en besprenkel ze met olijfolie.
Leg ze 10 minuten onder de voorverwarmde grill totdat de schillen zijn geblakerd.
Verpak ze in aluminiumfolie en laat ze afkoelen.
Trek de schillen met een mesje van de paprika's en snijd de paprika in reepjes.
Breng ze op smaak met de azijn.
Leg het deeg op een licht bestoven werkblad, kneed het goed door en snijd het in tweeën.
Rol elk deel uit tot een dunne ovaal van 28 x 15 centimeter en bestrijk deze met tomatenpuree.
Verdeel de paprikareepjes over beide ovalen en vouw ze in de lengte dicht.
Leg de deegrollen voorzichtig op een grote, ingevette bakplaat, bestrooi ze met overgebleven paprikastukjes en dek ze af met folie.
Laat ze op een warme plaats 30 minuten goed rijzen.
Verwijder de folie en besprenkel de broden met olie en rozemarijn.
Bak ze 15 minuten in een voorverwarmde oven op 220ºC en dek ze af met aluminiumfolie als ze dreigen te verbranden.
Serveer het brood warm of koud.
Met de broodmachine
Haal het bakblik uit het apparaat, zet de kneedvleugel vast en doe er de aangegeven hoeveelheid koud water en olie in.
Strooi het meel erover en daarna de rozemarijn, het zout en de suiker en maak in het midden een kuiltje voor de gist.
Zet het bakblik in de machine, sluit het deksel en selecteer het gewenste deeg.
Druk op start.
Volg verder het recept voor bakken met de hand, vanaf het snijden van de paprikas.
Tip:
Maakt u dit brood vooraf en wilt u het later opwarmen?
Bak het dan iets minder lang.
Dan wordt het niet te droog tijdens het opwarmen.
Bouillabaisse zoals in Marseille
Ingrediënten voor 4 personen
250 g roodbaarsfilet 250 g zeewolffilet 250 g wijtingfilet 250 g rode-poonfilet 250 g zeebarbeelfilet 1 langoest van 500 g (of kreeft) 2 uien 3 tomaten 3 teentjes knoflook 1 venkelknol 1 stukje sinaasappelschil (gedroogd) 0.5 bosje peterselie 1 takje tijm 1 blaadje laurier 0.5 potje saffraanpoeder peper zout
De groenten wassen en schoonmaken.
De uien en knoflookteentjes pellen en fijnhakken.
De tomaten laten schrikken in kokend water, pellen, in vieren snijden, de pitjes verwijderen en het vruchtvlees grof hakken.
De peterselie hakken.
De venkel in zeer kleine blokjes snijden.
De visfilets spoelen, droogdeppen en in dobbelsteentjes snijden.
Het vaste visvlees (zeewolf, rode poon, roodbaars) scheiden van de zachte soorten (wijting, zeebarbeel).
De uien, knoflook, tomaten, venkel, tijm, laurier, peterselie en de sinaasappelschil fruiten in een grote pan en er vervolgens de langoest en de vaste vissoorten op schikken.
Kruiden met peper, zout en saffraan.
Overgieten met water tot alles onderstaat.
Aan de kook brengen en een achttal minuten laten koken.
Vervolgens de zachte vissoorten toevoegen en nogmaals acht minuten laten koken.
De langoest uit de soep halen, de schaal verwijderen en het langoestenvlees in porties verdelen over de warme, diepe borden.
De bouillabaisse over de borden verdelen en garneren met gehakte peterselie en takjes venkelgroen.
Serveren met geroosterde sneetjes stokbrood en rouille.
Koninklijke taart
Ingrediënten voor 4 personen
300 g boudoirkoekjes 200 g chocolade (puur) 2 dl koffie 4 eieren 125 g boter (bakboter) 125 g poedersuiker 5 g suiker
De chocolade in stukjes breken en smelten au bain-marie.
Ondertussen de boter tot room roeren en hierin de gezeefde poedersuiker lepel per lepel toevoegen.
Wanneer de chocolade gesmolten is, laten afkoelen tot het mengsel lauw is en vervolgens door het boter-suikermengsel roeren.
De eieren scheiden en het eiwit tot sneeuw kloppen met een snuifje suiker.
Het eigeel bij de chocoladepasta voegen, goed mengen en vervolgens het stijfgeklopte eiwit toevoegen.
Het mengsel even laten rusten.
Ondertussen sterke koffie maken.
Een springvorm bekleden met aluminiumfolie.
De rand van de springvorm bekleden met boudoirkoekjes waarvan met een mes ongeveer 1 cm werd afgesneden (de suikerlaag moet aan de buitenzijde zitten).
De afgesneden topjes en de rest van de boudoirkoekjes eventjes onderdompelen in de koffie en er de bodem van de bakvorm mee bedekken.
Vervolgens een laag chocolademengsel aanbrengen en opnieuw een laag koekjes.
Dit herhalen en eindigen met een laag chocolademengsel.
Een nacht laten opstijven in de koelkast alvorens te serveren.
Eventueel versieren met hagelslag, chocolade-blaadjes of slagroom.
De Sint-Jakobsnoten ontvliezen, spoelen, droogdeppen en in plakjes snijden.
De Sint-Jakobsnootplakjes op smaak brengen met zout en de fijngeplette peper en besprenkelen met sojasaus.
De tomaten even laten schrikken in kokend water, ze onmiddellijk afkoelen in koud water, pellen, de pitjes verwijderen en het vruchtvlees in blokjes snijden.
Het fijngehakte basilicum over de helft van de tomatenblokjes strooien.
Kort roerbakken in hete boter, kruiden met een snuifje zout en een mespuntje suiker, uithalen en warm houden.
In de wok de olijfolie verhitten en de Sint-Jakobsnoten kort roerbakken.
De kokosmelk, het vispoeder en de andere helft van de tomatenblokjes toevoegen.
Alles nog even laten pruttelen en op smaak brengen met zout.
Alles op warme borden of in Sint-Jakobsschelpen schikken.
Garneren met de warmgehouden tomatenblokjes en basilicum.
Desgewenst serveren met een rivierkreeftje en rijst.
Zeeduivel in parmaham met romige savooienkool
Ingrediënten voor 4 personen
600 g zeeduivelfilet 150 g parmaham (sneetjes) 2 wortelen 0.5 knolselder 1 savooikool 2 eetlepels olijfolie (extra vierge) 50 g boter (bakboter) 2.5 dl slagroom zeezout peper (zwarte peper)
Verwijder met een scherp mes zoveel mogelijk van het grijzige vlies aan de buitenkant van de vis.
Verwijder het stuk kraakbeen in het midden, zodat u twee vlezige filets krijgt.
Bekleed uw werkvlak met een vel plasticfolie en spreid hierop de plakjes ham uit, zodat ze elkaar licht overlappen.
Leg de twee visfilets hier naast elkaar middenop, kop tegen staart.
Wikkel de plakjes ham eromheen, zodat de vis volledig is bedekt.
Verpak het geheel in de plasticfolie.
Draai de uiteinden stevig bijeen.
Zet de visrol minstens 1 uur in de koelkast, om in vorm te komen (u kunt hem ook een dag van tevoren samenstellen).
Schil wortelen en knolselderij en snijd ze in blokjes.
Snijd de kool in vieren, verwijder lelijk buitenblad en de harde kern.
Snijd de rest van de kool fijn.
Breng een grote pan met water aan de kook en houd een kom met ijswater bij de hand. Blancheer wortelen en knolselderij 2 minuten in het kokende water, schep ze er met een schuimspaan uit en dompel ze onder in het ijswater.
Laat ze uitlekken en houd ze apart.
Blancheer de kool op dezelfde manier 1 minuut, dompel hem onder in het ijswater en laat hem uitlekken.
Verwarm vlak voor u de vis wilt bereiden de oven voor op 180°C.
Verwijder de plasticfolie van de visrol, bind hem op enkele plaatsen op met keukentouw, zoals een rollade.
Verhit de olie en de boter in een koekenpan tot zich schuim vormt.
Laat de visrol in de pan glijden en bak hem rondom 3-4 minuten, tot hij bruin kleurt.
Doe de visrol over in een ovenschaal en sprenkel de jus uit de pan erover.
Zet hem 5-6 minuten in de oven, of tot de vis precies gaar is.
Neem hem eruit en laat hem op een warme plaats nog 5 minuten rusten.
Breng intussen in een grote pan de room aan de kook en laat hem tot de helft inkoken.
Schep de groenten erdoor, voeg zout en peper naar smaak toe en verwarm alles nog 1-2 minuten.
Verwijder het keukentouw van de visrol.
Snijd hem in 8 dikke stukken.
Verdeel de romige groenten over de voorverwarmde borden en schik de stukken vis erop.
Schil de ananas en snijd deze in kleine stukjes. Doe de ananas met de suiker in een keukenmachine en laat deze draaien tot een mooi glad mengsel is gevormd. Doe de yoghurt in een schaal en roer het ananasmengsel erdoor.
Voeg eventueel meer suiker toe. Klop de eiwitten stijf.
Schep de eiwitten en de munt door het yoghurt-ananasmengsel.
Zet de kom 2 uur in de vriezer.
Haal het ijs 5 minuten voor server uit de vriezer.
Schrob de mosselen zo nodig schoon onder koud stromend water en verwijder de baard. Verwijder open exemplaren die niet dichtgaan als u ermee op het werkvlak tikt.
Leg de mosselen in een grote pan, strooi er één ui, een teentje knoflook (in dunne plakjes gesneden), korianderstengels en rode-pepervlokken over, giet er de wijn bij en overgiet ze met kokend water.
Leg een deksel op de pan en laat de mosselen ongeveer 5 minuten op een hoog vuur koken tot ze open zijn.
Schep de mosselen een keer om, zodat ze gelijkmatig gaar worden.
Laat ze uitlekken in een vergiet en bewaar het kookvocht.
Zeef het vocht door een fijne zeef.
Meng voor de salsa de ontvelde, van zaad ontdane en fijngesneden pruimtomaten met de ui, het teentje fijngewreven knoflook, het korianderblad, de witte-wijnazijn, de ahornsiroop, de Harissa, het citroensap en de geroosterde, ontvelde en versneden paprika's.
Haal de mosselen uit de schelpen, maar bewaar voor elke mossel een schelp.
Laat de mosselen afkoelen en zet ze 1 uur in de koelkast.
Leg voor het serveren elke mossel in een schelp en schik ze op een schaal.
Schep de salsa erover.
Visfondue 'de koraal'
Ingrediënten voor 4 personen
4 scampi 200 g zalmfilet 200 g pladijsfilet 200 g roodbaarsfilet 200 g zeeduivelfilet 200 g kabeljauwfilet 200 g Noordzeetongfilet 200 g grietfilet 1 citroen 1 limoen 0.5 paprika (rood) 4 kolfjes maïs 4 worteltjes (primeurs) 150 g zeekraal 20 dl visfumet 1 takje citroenmelisse 1 takje verbena 1 bosje peterselie cayennepeper 1 blaadje laurier 1 takje tijm
De visfilets spoelen onder stromend water en droogdeppen.
De Noordzeetongfilets oprollen met de velkant naar binnen en van kop naar staart en ze vastprikken met een cocktailprikkertje.
De overige visfilets in blokjes snijden.
De visblokjes, de reuzengarnalen en de tongrolletjes op een dienblad schikken.
Het dienblad versieren met de citroenmelisse, de verbena, partjes limoen en citroen, rozemarijn, partjes paprika, worteltjes en zeekraal.
De visfumet aan de kook brengen.
De cayennepeper, peterseliestaarten, laurier en tijm toevoegen.
Vijf minuten laten koken, zeven en in een fonduepan gieten.
Aan tafel de citroenmelisse en citroenverbena aan de visfumet toevoegen en even laten trekken.
De brander zo regelen dat de visfumet niet doorkookt, maar tegen de kook aan blijft pruttelen.
Naar smaak de visblokjes besprenkelen met limoen of citroen.
De visblokjes op een fonduevorkje prikken en pocheren in de visfumet.
De tongrolletjes en de groenten pocheren met behulp van een netje.
Serveren met stokbrood, aardappelen in de schil, gemengde slaatjes, cocktailsaus, basisvissaus en mosterdsaus.
Chocoladetruffels
Ingrediënten voor 4 personen
200 g boter (roomboter) 250 g chocolade (puur) 0.6 dl melk (halfvol) 3 eierdooiers 100 g suiker 2 eetlepels cacaopoeder
De melk in een pannetje gieten.
De chocolade raspen, bij de melk voegen en smelten op een laag vuurtje.
De boter smelten in een pannetje maar zeker niet laten koken.
Onder voortdurend roeren de gesmolten boter met een houten lepel en op een zacht vuurtje bij de gesmolten chocolade gieten.
Suiker en eierdooiers schuimig kloppen en door het boter-chocolademengsel spatelen.
Laten afkoelen in een diepe schaal.
Truffels rollen van het mengsel en door cacaopoeder rollen.
Schil de knolselderij en snij in plakjes van ongeveer 1 cm dik.
Snij vervolgens uit elk knolselderijplakje een cirkel met een diameter van zes tot acht cm. Stoom de knolselderijrondjes gaar in vier tot vijf minuten.
Snipper de ui.
Verwarm de olijfolie en fruit de ui met de tijm.
Snipper de salieblaadjes in een ruime kom.
Voeg hierbij de notenolie, het citroensap, de ui, walnoten en kaas.
Roer alles goed door elkaar en breng op smaak met peper.
Olie een bakplaat in en leg de rondjes hierop.
Leg op elk knolselderijplakje een hoeveelheid van het kruidige mengsel.
Laat de plakjes goudbruin gratineren in een voorverwarmde oven.
Gestoofde kippenpoten
Ingrediënten voor 4 personen
2 uien (fijngehakt) 2 theelepels kerriepoeder 2 blaadjes laurier 6 kippenbouten olijfolie om te bakken 5 dl water 3 teentjes knoflook 1 doosje tomatenpuree 2 theelepels sambal oelek
Fruit de fijngesneden ui zonder olie in een grote pan op zacht vuur.
Voeg het kerriepoeder en de laurierbladeren toe, dan de kippen.
Hussel door elkaar op hoger vuur met een flinke scheut olie.
Voeg het water toe en breng aan de kook.
Leg het deksel op de pan, zet het vuur laag en laat 45 minuten sudderen met het deksel schuin op de pan.
Fruit intussen de fijngesnipperde knoflook in wat olie in een andere pan.
Voeg een blikje tomatenpuree en de sambal oelek toe.
Voeg de kip toe en laat het geheel nog even doorsudderen.
Boterwafels
Ingrediënten voor 4 personen
120 g boter (roomboter) 500 g bloem (tarwebloem) 5 dl water 5 dl melk (halfvol) 40 g gist 5 g suiker 5 eieren
De eieren splitsen.
Het eiwit tot sneeuw kloppen samen met de suiker.
De gist oplossen in lauw water en samen met de losgeklopte eierdooiers bij de melk voegen.
De bloem zeven en tegelijk door de vloeistof roeren.
Alles zorgvuldig mengen.
De eiwitsneeuw voorzichtig door het deeg spatelen.
Ten slotte de boter smelten en bij het mengsel voegen.
Bakken in een heet wafelijzer.
Serveren met boter, suiker, slagroom, confituur of vruchten.
Kook de champignons in een pan en laat ze uitlekken.
Kook de koolvis 15 minuten in de licht kokende gezouten melk.
Laat de vis uitlekken en snij hem in blokjes. Verwarm de oven voor op thermostaatstand 5-6 (200 °C).
Braad de gambas 3 minuten in een steelpan in warme olie.
Bestrooi met zout en peper en flambeer met cognac.
Pel de gamba's, snij ze in drie en giet de jus door een puntzeef. Verwarm de bladerdeeggebakjes 10 minuten in de warme oven. Maak de bechamelsaus klaar: braad de bloem aan in de warme boter.
Bestrooi met zout en peper en giet er de melk bij waarin de koolvis is gekookt.
Breng alles aan de kook en laat op laag vuur indikken. Breng op smaak met zout, peper, cayennepeper en nootmuskaat.
Voeg er de verse room, de jus van de gamba's, de stukjes vis en gamba bij. Verdeel het mengsel over de bladerdeeggebakjes en dien onmiddellijk op.
Verwarm de olie en fruit de ui met de kerrie en de geperste look.
Voeg de kikkererwten toe, roer goed en breng verder op smaak.
Laat goed warm worden.
Bestrooi met de gehakte koriander en dien op.
Gratin met rode vruchten
Ingrediënten voor 4 personen
150 g aardbeien 75 g frambozen 75 g bosaardbeitjes 75 g rode bessen 30 g poedersuiker 15 cl cointreau 200 g suiker 4 eierdooiers 20 cl champagne (sec of brut) 2 dl room
De vruchten schoonspoelen en voorzichtig de steeltjes verwijderen.
In een kom leggen, de likeur en de poedersuiker erover gieten en laten intrekken.
In een pannetje de eierdooiers en de suiker opkloppen tot een wit en schuimig mengsel.
De champagne (of de schuimwijn) tot op het kookpunt verwarmen en bij het mengsel voegen. Het pannetje au bain-marie zetten en het mengsel opkloppen tot een vaste maar lichte mousse.
Het pannetje in een kom met ijskoud water plaatsen en de sabayon laten afkoelen onder voortdurend kloppen.
Tot slot voorzichtig de stijfgeklopte room erdoor roeren.
De vruchten verdelen over verwarmde diepe borden, het marinadevocht erover gieten en alles bedekken met de sabayon.
De bereiding, net voor het opdienen, bestrooien met poedersuiker en laten gratineren in de warme oven onder de grill.
Het vlees met de grof gehakte uien aan alle kanten mooi laten kleuren in de hete boter.
Van een limoen met een scherp mesje een heel dunne schil halen (zonder witte velletjes) en fijnsnipperen.
Het vlees overgieten met de kalfsfond (of bouillon) en kruiden met peper, zout, tijm en laurier en het sap van de limoenen toevoegen samen met de fijngesnipperde schilletjes.
Onder deksel ongeveer een uur laten sudderen.
De fijngehakte citroenmelisse en de overige tuinkruiden bijvoegen en nog 10 minuten laten stoven.
Het vlees, de tijm en de laurier uit de pan nemen en de saus pureren.
Room erdoor roeren en kort laten indikken.
Het vlees overgieten met de saus, garneren met een toefje citroenmelisse en serveren met gekookte aardappelen.
Fruitweelde
Ingrediënten voor 4 personen
150 g aardbeien 100 g pruimen 1 appel (Jonagold) 1 perzik (vers) 4 dl yoghurt (mager) 40 g suiker 10 g poedersuiker 4 blaadjes munt
De vruchten schoonmaken en ze zo nodig in plakjes snijden.
De yoghurt op smaak brengen met de suiker (of zoetstof) en enkele geplette vruchten.
De borden bestrooien met een beetje poedersuiker.
De vruchten erop schikken en in het midden de yoghurt gieten.
200 g amori (gekrulde pasta) 1 cl olijfolie (extra vierge) 180 g chorizoworst 500 g maïs (in blik) 4 palmharten uit blik 0.2 dl yoghurt (mager) 4 eetlepels cocktailsaus zout peper paprikapoeder 12 olijven (ontpit) 4 bosjes peterselie 4 sprietjes bieslook 1 krop lollo rosso-sla 4 eetlepels cocktailsaus
Kook de amori beetgaar in gezouten water met olijfolie.
Laat ze uitlekken in een vergiet, spoel ze overvloedig onder koud water en laat goed uitlekken.
Snijd de uitgelekte palmharten in dunne reepjes.
Snijd ook de chorizoworst in dunne reepjes.
Meng de deegwaren met de reepjes chorizo, de maïskorrels en de reepjes palmhart.
Meng de yoghurt met de cocktailsaus en roer door de pastasalade.
Breng op smaak met peper, zout en paprikapoeder.
Maak de lollo rossa schoon en verdeel de blaadjes over de borden.
Schep hierop telkens een beetje van de pastasalade.
Garneer met olijven, enkele takjes platte peterselie en fijn gesnipperde bieslook.
Mignonnettes met frambozensabayon
Ingrediënten voor 4 personen
4 mignonnettes 100 g frambozen 2 eierdooiers peper zout 150 g boter (bakboter) 12 asperges 2 cl sherry (droog) 1 takje tijm 50 g boter (geklaard)
De helft van de frambozen pureren.
In een kom scheppen en au bain-marie zetten op een laag vuurtje.
De frambozenpuree mooi schuimig kloppen met de eierdooiers en de sherry.
Met kleine scheutjes er de geklaarde boter aan toevoegen, op smaak brengen en warm houden.
Het vlees goudbruin bakken in boter en kruiden met peper, zout en verse tijm.
Warm houden.
De asperges schillen en gaarkoken in gezouten water.
Goed laten uitlekken en een paar minuten stoven in boter tot ze een goudbruin kleurtje hebben.
Kruiden met peper en zout.
Het vlees op warme borden schikken, garneren met asperges en overgieten met de frambozensaus.
Versieren met de rest van de frambozen.
Meringues
Ingrediënten voor 4 personen
5 eiwitten 0.5 theelepel zout 160 g suiker 160 g poedersuiker 2 theelepels vanille-extract
De meringues moeten ten minste 1 dag van tevoren worden gemaakt en zijn luchtdicht afgesloten enkele weken houdbaar.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Klop in een superschone kom met een mixer de eiwitten stijf met het zout.
Voeg de tafelsuiker toe en klop het mengsel 10 minuten op de hoogste snelheid.
Schep de poedersuiker erdoor met het vanille-extract.
Schep heel kleine lepeltjes van het mengsel op de bakplaten die zijn bekleed met vetvrij papier.
Schuif de bakplaten in de oven en schakel de temperatuur onmiddellijk terug naar 120°C.
Bak ze 1 uur.
Schakel de oven uit en laat de meringues in de oven afkoelen.
Voor het opdienen: Plak een uur voor het serveren twee meringues met slagroom aan elkaar.
Andere serveerideeën: Plak twee meringues aan elkaar met stijf geslagen slagroom met een smaakje, bijvoorbeeld met limoencurd, bessencompote, passievruchtenpulp of koffielikeur erdoor.
De ossenhaas verdelen in grote blokjes (1 centimeter zijde) en overvloedig bestrooien met paprikapoeder.
De ui pellen en fijnhakken.
De tomaten pellen, in partjes snijden, ontpitten en het vruchtvlees in blokjes snijden.
Licht gezouten water aan de kook brengen en hierin de deegwaren beetgaar koken.
De geperste knoflook vermengen met het paneermeel.
De kerstomaatjes met dit mengsel insmeren en ze gedurende 5 minuten in een warme oven van 200 graden zetten.
De olijfolie laten verhitten in de wok en hierin de vleesblokjes kort dichtschroeien (het vlees moet binnenin nog rood zijn).
Het vlees uit de wok halen en warm houden.
In dezelfde vetstof de gehakte ui fruiten.
De wok deglaceren met de dragonazijn en de witte wijn en de saus laten inkoken.
De room toevoegen en op smaak brengen met peper en zout.
Tot slot de tomatenblokjes en de tomatenpuree toevoegen.
Roeren en heel even opwarmen.
De bereiding over warme borden verdelen, er de gegratineerde kerstomaatjes en de gekookte deegwaren bij schikken en het geheel bestrooien met gehakte dragon.
Meteen opdienen.
Aardbeien-frambozendessert
Ingrediënten voor 4 personen
125 g aardbeien 125 g frambozen 4 cl kirsch 3 dl water 2 blaadjes gelatine (van 3 g) 50 g poedersuiker 25 cl porto (rood) 1 sinaasappel
De aardbeien en de frambozen wassen en vervolgens de kroontjes verwijderen.
De sinaasappel grondig wassen, uitpersen en de schil raspen.
Enkele frambozen apart houden en de rest in grote wijnglazen doen samen met de aardbeien. Ervoor zorgen dat aardbeien en frambozen goed gemengd zijn.
Kirsch over het fruit gieten en 1 uur laten marineren.
De gelatineblaadjes in een beetje water dompelen en de rest van het water in een steelpannetje gieten.
Daarbij de suiker en de geraspte sinaasappelschil voegen.
De suiker laten oplossen en het mengsel aan de kook brengen.
Het pannetje van het vuur nemen en er de uitgeknepen gelatine in oplossen.
Het sinaasappelsap en de porto bijvoegen en laten afkoelen.
Dit mengsel eerst door een zeef gieten en vervolgens verdelen over de glazen met fruit.
Goed mengen.
De glazen gedurende 10 uur in de koelkast zetten.
De resterende frambozen toevoegen en opdienen, al dan niet met een toefje slagroom.
Snij de aubergine in plakjes van 1 cm en stoom of blancheer ze ongeveer 5 minuten.
Ontvel de tomaten en snij ze in plakjes.
Olie een ovenschaal in.
Leg afwisselend en dakpansgewijs een plakje tomaat en een plakje aubergine in de schaal. Strooi er uiringen, olijven en stukjes feta over, bestrooi ruim met kruiden.
Plaats 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200°C.
Tip:
Dit gerecht is ideaal om een overschot van Griekse salade te verwerken.
U kunt dan de ovenschaal met de vinaigrette invetten.
Kersentaart
Ingrediënten voor 4 personen
1 dl melk (halfvol) 1 ei 10 g gist 200 g bloem (tarwebloem) 30 g suiker zout 40 g boter (bakboter) 60 g suiker 2 eierdooiers 40 g bloem (tarwebloem) 1 stokje vanille 4 dl melk (halfvol) 10 g boter (bakboter) 250 g kersen (ontpit) 1 ei 3 eetlepels bessenconfituur
Om te beginnen een gistdeeg maken.
Hiervoor melk, 1 ei en gist al roerend met elkaar vermengen.
De helft van de bloem, een snuifje zout en 30 g suiker bijvoegen en kneden.
De rest van de bloem en 40 g boter bijvoegen en kneden tot een soepel deeg.
Vervolgens de banketbakkersroom bereiden.
De suiker met kleine hoeveelheden tegelijk vermengen met de eierdooiers en er vervolgens de bloem bijvoegen.
Het vanillestokje koken in de melk, het verwijderen en de kokende melk al roerend bij het mengsel dooiers-suiker-bloem voegen.
Terug op het vuur zetten en al roerend laten doorkoken.
De bekomen room laten afkoelen.
Om velvorming te voorkomen wat boter over het oppervlak uitstrijken.
Ten slotte de taart afwerken.
De oven voorverwarmen op 200 graden.
De taartvorm beleggen met klontjes boter en in de oven zetten.
Als de boter gesmolten is, de vorm uit de oven nemen en met draaiende bewegingen de boter over de bodem verdelen.
Het gistdeeg uitrollen tot een dikte van ongeveer 2,5 millimeter en daarmee de taartvorm bekleden. 10 minuten laten rusten.
De banketbakkersroom in de taartvorm gieten en daarop de (uitgelekte) vruchten leggen (in plaats van kersen kunnen ook krieken, abrikozen of perziken worden genomen).
De randen van de taart lichtjes bestrijken met opgeklopt ei.
Bakken in een oven van ongeveer 200 graden gedurende 20 tot 30 minuten.
De taart laten afkoelen.
Ondertussen de confituur met wat water verdunnen en opkoken.