Hij ging er als een haas vandoor.
Hij rende hard weg.
Zij was poesmooi.
Zij had haar mooiste kleren aan.
Iemand iets in de hand stoppen.
Iemand iets geven.
Dat is een holle darm.
Dat is een veelvraat.
Wijd van huis is altijd rijk.
Iemand die van ver komt kan makkelijk liegen.
Het dunkt elke uil dat zijn jong een valke is.
Iedereen vindt zijn eigen werk / kind het best.
28-04-2015 om 22:23
geschreven door schaar
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:spreuken
|