Het huis heeft zilveren pannen.
Ze hebben een hele hoge hypotheek.
Hij praat honderd uit.
Hij praat over van alles en nog wat.
Daar zal averij vallen.
Daar zal een voordeeltje te behalen zijn.
Hij is op het pad getreden.
Hij vertrouwt het niet meer.
Dat gaat van een leien dakje.
Dat gaat erg makkelijk.
Bitter in de mond maakt het hart gezond.
Om beter te worden moet je vaak bittere medicijnen slikken.
Hij eet dat hij zweet en arbeidt dat hij kou lijdt.
Je zult moeten werken voor de kost.

08-11-2011 om 09:43
geschreven door schaar
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Categorie:spreuken
|