Een leven als een oordeel.

Het was daar een vreselijke herrie.

Zijn kennis is maar dun.

Hij weet er niet veel vanaf.

Die alle dagen viert vraagt naar de zondag niet.

Als je alsmaar plezier maakt kun je niet meer echt genieten als er een feest is.

Het is een lelijk mirakel.

Het is een lelijk persoon.

Het is een wonderlijke heilige.

Het is een vreemd persoon.

Men moet zijn talenten niet begraven.

Je moet van je talenten gebruik maken.

Klare wijn schenken.

Iets duidelijk en helder uitleggen.

De kast indraaien.

In de gevangenis komen.

Een gekke Griet.

Een vrouw met vreemde gewoontes en gedragingen.

De stoute schoenen aantrekken.

Uiteindelijk de vraag stellen die je niet durfde te stellen.

Iemand met schorpioenen geselen.

Iemand een flink pak rammel geven.

De wagen gaat daar niet recht.

Het gaat daar niet helemaal goed.

Iemand om de hooischaar sturen.

Iemand beetnemen.

Kinderen worden kerels.

Je moet jongelui niet meer als kinderen behandelen.

Onder zeil gaan.

Gaan slapen.

Hij spreekt als een boek.

Hij spreekt in schrijftaal.

Zotten en kinderen spreken de waarheid.

Kleine kinderen en dwaze mensen zeggen vaak wat ze echt vinden.

Daar is vlees in de kuip.

Daar hebben ze genoeg in voorraad.

Daar wordt een erfenis verdeeld.

Dat duurt erg lang.

Zij gelijken op elkaar als twee druppels water.

Zij lijken heel erg op elkaar.

Kapitein Rondhemd.

Moeder de vrouw.

Onder valse vlag varen

Zich anders voordoen dan dat je bent.

Door de knieën gaan.

Toegeven aan; zich onderwerpen aan.

Dat is een ventje om in een praam te zetten.

Dat is een onbelangrijk persoon.

Dat is Latijn voor hem.

Dat begrijpt hij niet.

Het is daar Jantje Contantje.

Je moet daar meteen afrekenen.

Men moet het ijzer smeden als het heet is.

Als een kans zich aandient moet men deze direct benutten.

Dat is de hen die de eieren legt.

Dat si degene die het geld verdient.

Ik mag een boon wezen als het niet zo is.

Ik ben er zeker van dat het zo is.

De Duivel is oud.

Antwoord van iemand die als een oude man wordt aangesproken maar dat zelf helemaal niet zo ziet.

De winnende hand is mild.

Iemand die goed verdient heeft vaak ook wat over voor een ander.

Een goed woordeken breekt grote gramschap.

Door vriendelijk te zijn krijg je ook vaak een vriendelijke reactie terug.

Hij heeft een kop als een windmolen.

Hij denkt niet na voordat hij gaat werken.

De magere hanen kraaien het hardst.

Arme mensen voeren vaak nog het hoogste woord.

Hij is zo doof als een pot.

Hij hoort zeer slecht.

De aardappelen afgieten.

Naar het toilet gaan om te urineren.