Hij loopt bij de nachtapotheker.

Hij gaat naar zijn drugsdealer.

Hij is goed in zijn gat gekarnd.

Hij is behoorlijk bang geworden.

Dat zweefde hem op de lippen.

Dat wou hij juist zeggen.

Hij is onder water.

Hij is aan het stappen.

Iemand werk uit handen nemen.

Iemand helpen door een gedeelte van het werk te doen.

Ere wie ere toekomt.

Ieder heeft recht op zijn deel.

Zij is een vaatje zuur bier.

Zij is te oud om nog aanzoeken te kunnen verwachten

Hij organiseert een landdag.

Hij ruimt op.

Hij is in een hinderlaag gelopen.

Ze hebben hem onverwachts te pakken genomen.

Iemand de mantel uitvegen.

Iemand zeggen waar het op staat.

Aan de man komen.

Als vrouw kunnen trouwen.

Hij is in de lappenmand.

Hij is ziek.

Zijn proefstuk leveren.

Bewijzen dat men bekwaam is.

Het Oranje legioen.

De Nederlandse supporters.

Hongerige magen hebben geen oren.

Mensen die honger hebben luisteren niet naar argumenten.

Hij heeft een ruim geweten.

Hij heeft een gezicht als een prent.

Dat is Gods vinger.

Dat is iets waar God voor gezorgd heeft.

Hij is een linker.

Hij is niet te vertrouwen.

Dit is een waardeloze leeuw het is niet de vinger van God

Kan het soms niet laten om de spot er mee te drijven

Stom rennen achter een bal

En het oranje legioen heeft veel gelal...