Hij laat de kerk in het midden.

Hij kiest geen partij.

Iemand lagen leggen.

Iemand stiekem proberen te benadelen.

Hij meet de straat.

Hij heeft teveel gedronken.

Vrolijke waarden maken vrolijke gasten.

Als je aardig tegen anderen bent zullen zij ook vriendelijk tegen jou zijn.

Hij zit met zijn gat in de brandnetels.

Een meid en een aardappel kies je zelf.

Je kunt niet voor iemand anders een vrouw uitzoeken.

Dat is wat nieuws op een oud thema.

Dat is hetzelfde maar wordt op een andere manier gebracht.

Zich ergens rekenschap van geven.

Iets heel goed beseffen.

Hij werkt van de morgen tot de avond.

Hij is steeds aan het werk Hij werkt zich de ballen uit zijn broek.

Hij is aan het eind van zijn akker.

Zijn geld of kracht is verdwenen.

Hoe stiller water hoe dieper boom.

Mensen die zwijgen hebben vaak goede diepere gedachtes.

Er zijn meer hondjes die Blom heten.

Je hebt iemand vals beschuldigt.

Hij heeft de hand mee in het spel.

Hij is er bij betrokken.

Luiheid is des duivels oorkussen.

Het is niet goed om lui te zijn.

Een halfbakken geleerde.

Iemand die zich geleerder voordoet dan hij is.

Dat hangt aan elkaar als gehakt stro.

Dat heeft geen enkel verband met elkaar.

Een pinte in één teugske en een sulferken in vieren.

Op de kleine dingen bezuinigen maar niet op de grote zaken.

Hij is bij de pinken.

Hij is erg slim.

Hij is kort aangebonden.

Hij is ongeduldig.

Dat was een streep door de rekening.

Dat was een andere afloop dan hij voor ogen had.

Met zeil en treil.

Alles bij elkaar.

Hij gaat met de winst strijken.

Hij krijgt alle opbrengsten.

Dat kost maar een bagatel.

Dat kost maar een klein beetje.

Daar is geen woord Frans bij.

Dat is heel duidelijk gezegd.

Veel boeken te lezen is kwelling des geesten.

Je moet niet teveel naar wijsheid en wetenschap streven.

Doornen brengen geen rozen voort.

Je kunt van kwade mensen geen goede daden verwachten.

Iemand in de luren leggen.

Iemand beetnemen.

De poes op de bak zetten.

Naar het toilet gaan om te urineren.