De muts stond hem scheef.

Hij had een slechte bui.

Hij heeft de hoek in de keel.

Hij is verliefd.

Loop niet in het water.

Jij bent wel erg trots op je mooie kleren.

Er is ruimschoots voldoende.

Er is ruim voldoende aanwezig.

Iemand uit zijn tent lokken.

Iemand ertoe aanzetten om zijn mening te geven.

Hij is van Saulus een Paulus geworden.

Hij was eerst de vervolger maar is nu de verdediger.

Naar iemands pijpen dansen.

Alles doen wat iemand je zegt.

De nacht is een goede raadsman.

Als je overdag problemen hebt dan zie je na een nachtje slapen en rustig nadenken vaak

Voor de vuist weg.

Zonder voorbereiding.

Iemand een klad aanwrijven.

Iemand beschuldigen van slechte dingen.

Bij iemand in het gevlij komen.

Iemands sympathie winnen door met hem aan te pappen.

Hij is zat van dagen.

Hij is oud.

Roken is duur.

Wie zijn kinderen liefheeft kastijdt ze.

Geld baart onrust.

Door geld is er veel ruzie en onenigheid in de wereld.

Hij probeert kerken te verzetten.

Velen zijn geroepen maar weing uitverkoren.

Hoewel veel mensen een doel hebben zijn er maar weinig die dit doel ook bereiken.

Hij heeft last van vliegen.

Hij is een stotteraar.

Zij is van de tand.

Zij is al oud.

Iets voor ogen houden.

Iets goed blijven onthouden.

Wees trouw maar vertrouw niemand.

Je moet eerlijk zijn maar je moet er niet van uitgaan dat iedereen ook eerlijk is.

Tegen iemands kar rijden.

Iemand boos maken.

Hij wast er zijn handen van af.

Hij aanvaardt geen verantwoordelijkheid.

Hij is in de olie.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij is zo sterk als Simson.

Hij is heel erg sterk.

Honger is de meester van de kunst.

Je kunt een hond het makkelijkste kunstjes leren als deze honger heeft

Hij kwam met de nachtschuit.

Hij kwam laat in de nacht.

Hij is goed in God.

Hij gelooft alles.

Het is naadje pet.

Het lijkt helemaal nergens op.