Hij is zo dronken als een staartmolen.

Hij is heel erg dronken.

Het is daar een dooie boel.

Het is daar erg saai.

Hoog van gemoed leeg van goed.

Menigeen die zich voornaam voordoet is vaak helemaal niet rijk.

Menige zak wordt toegebonden die niet vol is.

Veel mensen hebben niet veel te eten.

Een mens zonder verbeelding is niets.

Je moet het niet overdrijven maar een beetje eigendunk kan geen kwaad.

Iemand in goud beslaan.

Iemand erg waarderen.

Eens burgemeester altijd burgemeester.

Als je eenmaal een hoge positie hebt bekleed behoud je je aanzien.

Dat loopt spaak.

Dat gaat verkeerd.

Iets in zijn kraag lappen.

Al zijn geld aan drank besteden.

Het loon verzoet de arbeid.

Een goede beloning maakt vervelend werk draagbaar.

Hij is een wandelend woordenboek.

Hij heeft een grote woordenschat.

Een soepzootje.

Een grote troep.

Hij heeft het geheim in zijn graf meegenomen.

Niemand zal ooit zijn geheim te weten komen want hij is nu dood.

Hij wil geen rijst met een rietje.

Hij distantieert zich daarvan.

Hij is van de club.

Hij is homofiel.

De zee is altijd zonder water.

Rijke mensen hebben nooit genoeg; ze klagen altijd dat ze zo weinig overhouden.

Er is klei aan de knikker.

Er klopt daar iets niet.

Dat is koeterwaals.

Dat is kromme kindertaal.

Het is een verschil als tussen kussen en geselen.

Het is een groot verschil.

Zij lieten zich niet onbetuigd.

Zij aten flink mee.

Hij is een kind van Naboth.

Hij heeft wel het postuur van een volwassene maar niet het verstand en gedrag van een

Iemand iets naar het hoofd smijten.

Iemand iets verwijten.

Het veld ruimen.

Verloren hebben.

Iemand een tand trekken.

Iemand oplichten.

Dat gaat uit als een nachtkaars.

Dat loopt ongemerkt af.

Wat ziet zij er opgetakeld uit.

Zij heeft zich te overdreven behangen met sieraden opzichtige kleding enz.

De Duivel heeft het vragen uitgevonden.

Je moet niet alles willen weten.

Hij heeft daar een tafel en een bed.

Hij heeft daar kost en inwoning.

Het hek is van de dam.

Het toezicht ontbreekt.

Voor de bijl gaan.

Hij zal worden bestraft.

Hij weegt zijn woorden op een goudschaaltje.

Hij denkt goed na wat hij zegt opdat hij geen verkeerde of ondiplomatieke dingen zegt.

Buig het rijsje als het nog jong is.

Als een kind jong is dan kun je het nog leren luisteren.