Een pinte in één teugske en een sulferken in vieren.

Op de kleine dingen bezuinigen maar niet op de grote zaken.

De vijzel ruikt altijd naar het look.

Je kunt aan iemand altijd zien of hij van goede of slechte afkomst is.

De boel is aan kant.

Het ziet er keurig netjes uit.

Hij beging een flater.

Hij maakte een hele domme fout.

Een uiltje knappen

een dutje doen

Iedereen heeft zijn eigen smaak.

Ieder zijn meug.

Iets breed uitmeten.

Iets uitgebreid en langdurig vertellen.

Als een olifant door de porseleinkast.

Zeer ruw en onvoorzichtig.

Uit de band springen.

Iets geks doen dat niet bij het gereguleerde leven past.

Ik vind er geen reet aan.

Ik vind het helemaal niet leuk.

Zuster Anna zie je nog niets komen?

Wat duurt het lang.

Hij gaat met de mand om melk.

Hij doet het niet goed.

Ik ben een digibeet.

Ik ben iemand die niets van computers weet.

Jonge leugenaars oude dieven.

Als je al op jonge leeftijd gaat liegen dan zul je later geen moeite hebben met bedriegen enz