Dat zijn witte kamaraden.

Dat zijn goede vrienden.

Dat is zo zeker als twee keer twee vier is.

Dat is absoluut zeker.

Met tijd en stond gaat men de wereld rond.

Als je maar geduld hebt kom je er wel.

Ergens zijn slinger in hebben Iets met plezier doen.

Ergens zijn tanden inzetten.

Vloeken als een ketter.

Erg vloeken.

De room is er af.

De grootste verdiensten zijn er al op gemaakt.

Grote lantaarn klein licht.

Hij is niet zo slim.

Jan Kalebas.

Een opschepper.

Zo gewonnen zo geronnen.

Iets dat je gemakkelijk hebt verkregen ben je vaak ook zo weer kwijt.

Hij springt als een veulen in de wei.

Hij is erg vrolijk.

Van boven bont van onder stront.

Zij doen zich voornaam voor maar zijn in feite heel gewoon.


Hij is een Pietlut.

Hij is een kleingeestig man die moeilijk doet over allerlei details.

Dat is volstrekt legaal.

Dat kan wat aan de ribben zetten.

Zonder werk geen honig.

Als er geen werk is kun je ook niets verdienen.

Men moet het aan de balk schrijven.

Dat is iets heel bijzonders.

Zij heeft de boter groot.

Zij is hoogzwanger.

Jong te paard [peerd] oud te voet.

Als je als je jong bent te royaal leeft zul je als je oud bent weinig te verteren hebben.

Het is er de dood in de pot.

Er is niemand.

Iemand laten stikken [barsten].

Iemand niet helpen.

De bot vergallen.

De zaak verknallen.

Hij is een lulletje rozenwater.

Hij is een saai en braaf persoon.

Een kinderhand is gauw gevuld.

Kinderen zijn vaak al met iets kleins tevreden.

Zij heeft een buik vol benen.

Zij is zwanger.

Daar men voor scheep komt moet men voor varen.

Als je eenmaal meedoet kun je je niet meer terugtrekken.