Al wie dolend in het donker in de holte van de nacht en verlangend naar een wonder op de nieuwe morgen wacht: Vrijheid wordt aan u verkondigd door een koning zonder macht.
Onze lasten zal Hij dragen onze onmacht totterdood geeft als antwoord op ons vragen ons Zichzelf als levensbrood: nieuwe vrede zal er dagen liefde straalt als morgenrood.
Tot de groten zal Hij spreken even weerloos als een lam het geknakte riet niet breken Hij bewaakt de kleine vlam: hoort en ziet het levend teken van een God die tot ons kwam.
Hoor, de englen zingen d'eer van de nieuw geboren Heer. Vreed' op aarde, 't is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem. Hoor de englen zingen d'eer van de nieuw geboren Heer.
Hij die heerst op 's hemels troon, Here Christus, Vaders zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in, in het menselijk gezin. Hoor de englen zingen d'eer van de nieuw geboren Heer.
Lof aan u die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt, taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuw geboren zouden zijn. Hoor de englen zingen d'eer van de nieuw geboren Heer
De mensen zijn naar binnen Want het is aan het beginnen Er komt nu een fikse sneeuwbui Jan de wind is ook niet lui Hij laat alles stuiven En als het straks klaar is met sneeuwen Dan zie je vanzelf de kinderen en de meeuwen De kinderen willen spelen En de meeuwen willen eten Dit was ook weer een winter om niet te vergeten!
LIED 76: 1-2 1 Geest des Heren, kom van boven! Laaf met uw
genadegoed alle zielen, die geloven, doe ze blaken van uw gloed! Op het
blinken uwer stralen buigt zich d' aard voor Jezus neer, zaam'len zich van
heind' en veer, alle tongen, alle talen. Halleluja, U zij d' eer, U zij
d' eer, halleluja! 2 Heilig licht en Gids ten leven, breng ons door het
Woord te zaam! Leer ons God ons harte geven met de lieve
Vadernaam! Maak ons vrij van alle dwaling, vrij van alle
fabelleer, trouw aan Christus, onze Heer, tot onz' uiterst'
ademhaling! Halleluja, U zij d' eer, U zij d' eer, halleluja!
Klaprozen, korenbloemen, barstenvolle goudgele aren streelden mijn gezicht. Groengouden vliegen zoemden een gedicht. Rood liet het ooft de appelwangen bollen.
Zomernachtdonker is gesmolten licht. Niet bang zijn voor kabouters en voor trollen. Ze komen 's nachts het grasveld voor je rollen. Alleen een dom kind houdt zijn ogen dicht.
Zullen wij dit soort zomers nooit meer zien? Ging dan het paradijs voorgoed verloren omdat wij aan de wereld toebehoren? Huil niet, huil niet, de hemel zal misschien een zolder in een huis zijn zonder zorgen. Daar hebben ze die zomers opgeborgen.
Kees Stip uit: Au! de rozen bloeien. Sonnetten van bedreigd geluk. Bert Bakker 1983
Het spruit aan de boomen Het groent in de wei En vogeltjes zingen een liedjen erbij Zij keerden naar hier weer Van 't zonnige Zuid En vieren de lente met vroolijk geluid
Wat vriend'lijke klanken Wat schitt'ring van kleur Wat zonnegetoover en lieflijke geur En klanken en kleuren En geuren en zon Ze zeggen ons blijde: Het voorjaar begon
Zie, de sneeuw zo zacht en zuiver, tintelt als kristal En het is zo blank en vredig, hier en overal En hoe klinkt zo wijd en helder ieder, ieder fijn gerucht Ergens beiert er een kloksken, in een ver gehucht
Al de grote stille bomen, beuk en eik en els Dragen om hun hoge leden, elk een witte pels Door de boslaan gaan mijn voeten, o-zo, o-zo blooden zacht Is het niet om voor te knielen, deze stille pracht!
Boven de harde, bevroren grond Dwaalt een verkleumd klein vogeltje rond Mezeke, mezeke Mezeke klein Wil je niet liever hier binnen zijn
Huup! vliegt schuw Mezeke weg op een tak Stil maar, jij bangerdje, hou je gemak Pieteke, pieteke Pieteke-piet Hou je van kruimels, of lust je die niet
Kruimeltjes, néé! maar hangt daar geen spek Dáárin heeft er een meesje wel trek Schommelend, schommelend Schommelend, kijk Hangt hij aan 't draadje, den koning te rijk
Klauwtjes maar stijf om het bengelend koord 't Bekje in 't lekkere hapje geboord Pikkerde-pikkerde Pikkerde-pik 'n Touwtje met spek, en een mees heeft al schik
Een lied voor deze dag, misschien bent u niet vrolijk vanwege de grauwheid van het weer...Kijk dan alleen op naar de Heer...die alles geeft op Zijn tijd en de mens in het hart verblijdt!
Ruwe stormen mogen woeden, alles om mij heen zij nacht, God, mijn God zal
mij behoeden, God houdt voor mijn heil de wacht. Moet ik lang zijn hulp
verbeiden, zijne liefde blijft mij leiden: door een nacht, hoe zwart, hoe
dicht, voert Hij mij in 't eeuwig licht.
Tikketol, oliebol, pak ze maar Tikketol, oliebol, gelukkig nieuwe jaar Grote en kleine, met krenten en rozijnen Grote en kleine, ze liggen voor je klaar Tikketol, oliebol, gelukkig nieuwe jaar