Een goede haan is niet vet.

Je kunt maar beter niet te dik zijn.

Ik ben er weg van.

Ik vertrek.

Zijn leven staat op het spel.

Zijn leven loopt erbij gevaar.

Het veld ruimen.

Verloren hebben.

Pissen gaat vóór dansen.

De meest urgente noodzakelijke dingen moeten het eerst gebeuren.

In de dagen van Olim.

Heel lang geleden.

Men moet een ongeluk geen bode zenden.

Je moet je niet onnodig aan gevaar blootstellen.

De trom roeren.

Veel ophef maken.

Hij blaast de chamade.

Hij maakt zich uit de voeten.

Wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht.

Als je van je familie schande spreekt zet je ook jezelf te kijk.

Dat is dubbel en dik.

Dat is meer dan voldoende.

Iemand het spits bieden.

Iemand weerstand bieden bij een aanval.

Hij drinkt als een trechter.

Hij consumeert erg veel alcoholische drank.

Van hoger hand.

Van de leiding.

Iemand aan de galg praten.

Iemand de verdoemenis inhelpen.

Iemand de handen zalven.

Iemand geld geven.

Zij is een loze kreeft.

Zij is een slechte vrouw.

Hij heeft de varkens geschoren.

Hij is er bekaaid van afgekomen.

Dat zou men hem niet aanzeggen.

Dat had men van hem niet verwacht.

Hij is een studiepik.

Hij is een overijverige student.

Dat was naadje.

Er taart genoeg van hebben.

Er niets mee van doen willen hebben.

Vele handen maken licht werk.

Door iets gezamelijk aan te pakken is het werk sneller klaar.

Strijden met open vizier.

Open en eerlijk voor een zaak vechten.

Strijden met open vizier.

Open en eerlijk voor een zaak vechten.

Dat zijn witte kamaraden.

Dat zijn goede vrienden.