Hij vaart mee voor halve vracht.

Hij wordt niet voor vol aangezien.

De schellen vielen hem van de ogen.

Het werd hem ineens duidelijk.

Hij is er op verslingerd.

Hij is er dol op.

Het naadje van de kous willen weten.

De details van iets willen weten.

Ze waren één hart en één ziel.

Ze hielden ontzettend veel van elkaar.

De schaar hangt daar uit.

Het is daar allemaal erg duur.

Dat mag wel met een rode letter in de almanak.

Dat is iets heel aparts.

Hij heeft een aardig stuivertje.

Hij heeft een aardig kapitaaltje.

Dat is te gek om los te lopen.

Dat is iets wat niet zou mogen worden toegestaan.

Dat trekt op niets.

Dat lijkt nergens op.

Iedereen moet zijn eigen zaken behartigen.

Die vrij wil zijn van vlas en vlok die gaat niet tussen

Hij is een onzeker ei.

Je kunt niet van zijn beloftes op aan.

Het schip gaat naar de kelder.

Het schip zinkt.

Iets onder de pet houden.

Ergens geen ruchtbaarheid aan geven.

Dat staat zo vast als een huis.

Dat is heel erg zeker.

Hij is boven Jan.

Hij heeft de problemen opgelost.

Dat is een droogstoppel.

Dat is een saai persoon Dat is een druif uit zijn mond.

Hij trekt een gezicht als een bakje.

Hij trekt een zuur gezicht.

Iemand op zijn mieter komen.

Iemand slaag geven.

Wedders zijn kijvers.

Mensen die een weddenschap met elkaar afsluiten krijgen na afloop van de weddenschap

Hij is van de gard gegaan.

Hij is doodgegaan.

Het kuiken wil wijzer zijn dan de kip.

Jongeren denken het vaak beter te weten dan de ouderen.

Zij is het katje van de baan.

Zij is er als eerste bij.

Volle krop dolle kop.

Mensen die veel gedronken hebben zijn vaak lichtgeraakt.

De koninklijke weg bewandelen.

Eerlijk en openlijk te werk gaan.

Een blinde passagier hebben.

Zwanger zijn.

Zij huppelt als een kalf.

Zij is dartel en vrolijk.

Wat voorbij is kopen geen kremers.

Als je kans verkeken is kun je daar niets meer aan doen.

Naar iemands pijpen dansen.

Alles doen wat iemand je zegt.

Wie kan het voegen naar elks genoegen? Je kunt het nooit iedereen naar de zin maken.

Wie knollen wil eten moet Sweler markt niet

Iemand uit de weg ruimen.

Iemand vermoorden.

Voor de vuist kopen.

Zomaar zonder uit te zoeken iets kopen.

Een blind paard kan er geen schade doen.

Die ruimte is helemaal leeg; er staat niets van waarde.

Ze wonen daar in een Eden.

Zij wonen daar paradijselijk.

Van streek raken.

Overstuur raken.

Hij zaait zijn geld.

Hij besteedt zijn geld niet goed.