De stormbal hijsen.

Waarschuwen voor gevaar.

Hij praat met een aardappel in zijn mond.

Hij praat overdreven deftig.

De kei leutert hem in het hoofd.

Hij is zeer dom.

Hij houdt van Wijntje en Trijntje.

Hij houdt van de drank en van de vrouwen.

Hij heeft een mond als een Lazerusklep.

Hij praat aan één stuk door en weet niet van ophouden.

Een kermis is een bilslag waard.

Voor een goed feest moet je wat over hebben.

Het is daar dood stroom.

Het is daar erg saai; er is daar geen handel Het is daar een Augiasstal.

Als de katten muizen miauwen ze niet.

Onder het eten wordt er vaak weinig gezegd.

Hij heeft de kinderschoen uitgetrokken.

Hij is volwassen geworden.

Uit kijf komt kijf.

Als je ruziet worden vaak dingen gezegd die alleen maar tot nog meer ruzie leiden.

In die vergadering is niet veel besloten.

Ze gaan aan hetzelfde euvel mank.

Ergens de vruchten van plukken.

Van iets waarvoor je een tijdlang hebt gewerkt het voordeel krijgen.

Een balletje opgooien.

Voorzichtig een onderwerp aansnijden.

Iets in petto hebben.

Iets bewaren voor een later moment.

De bijbel van 52 bladen.

Het kaartspel.

Dat is een lelijke kiezentrekker.

Dat is een grote tegenvaller.