Iemand op de proef stellen.

Iemand testen.

het kan beter van de kerk als van de kapelle.

Het kan beter op de kosten van de rijke dan van de arme.

Iemand in de kam zitten.

Iemand vervelen.

Iemand met vuil gooien.

Veel slechts vertellen over iemand.

De kreeftengang gaan.

Achteruit gaan.

Twee varkens in één hok groeien naar elkaar.

Mensen die veel met elkaar om gaan nemen elkaars gedragingen over.

Zich van kant houden.

Zich niet laten zien.

Iets onder de pet houden.

Ergens geen ruchtbaarheid aan geven.

Hij heeft het lood al in de bil.

Hij heeft al verloren.

Liever een dief aan mijn klink dan een luistervink.

Het is niet goed om te nieuwsgierig te zijn.

Hij is in [door] de wol geverfd.

Hij is een slimme schavuit.

Dat glimt als een hondekeutel in het donker.

Dat is dof.

Ver van huis [je goed] dichtbij je schade.

Je moet je zaak niet aan een ander overlaten.

Kleur bekennen.

Partij kiezen.

Hij heeft het hooi binnen.

Hij heeft teveel gedronken.

Met Sint Jan slaat de eerste maaier an.

Op Sint-Jan (24 juni) kan er gemaaid worden.

Iemand het zwijgen opleggen.

Iemand vermoorden.

De roe is van het gat.

Er zal nu geen straf meer volgen.

Spugers zijn blijvers.

Jonge kinderen die veel spijen (= spugen) die worden vaak heel groot en stevig

IJdelheid uw naam is vrouw.

Vrouwen zijn ijdel.

Dat is Hansje in de kelder.

Dat is een ongeboren baby.

Commandeer je hond en blaf zelf!

Je moet niet denken dat je mij bevelen kunt geven.

De een scheert schapen en de ander varkens.

Sommige mensen krijgen altijd meer dan een ander.

Hij maakt daar aanspraak op.

Hij geeft te kennen daar recht op te hebben.

Terwijl de herders twisten rooft de wolf het schaap.

Door onderlinge twist kan men de belangrijke zaken uit het oog verliezen.

Geduld overwint alles.

Als je maar genoeg geduld hebt komt uiteindelijk alles goed

Ergens naar hengelen.

Iemand uitlokken iets te vertellen dat je nog niet weet.