Een kringetje drinken.

Een borrel drinken.

Vrouwen kunnen geen geheim bewaren.

Wat wals is vals is.

Zijn goudvinken zijn gevlogen.

Hij is zijn geld kwijtgeraakt.

Zijn reuk is zóó fijn dat hij zonden kan ruiken.

Hij is overdreven vroom.

Dat is klets met kontjes.

Dat is larie.

Hij klopt aan dovemans deur.

Hij vindt geen gehoor.

Als je aarzelt, groeit je angst; als je waagt, groeit je moed


Eén kaars kan duizenden andere kaarsen aansteken zonder haar eigen levensduur te verkorten

Je hebt niet verloren als je opgeeft, maar wanneer je nooit geprobeerd hebt

Borgen brengt zorgen.

Als je alles op krediet koopt heb je later moeite met betalen.

Hij maakt veel wind.

Hij schept op.

Hij zwemt in het geld.

Hij heeft heel veel geld.

Zijn ogen de kost geven.

Goed rondkijken.

Huisarrest hebben.

Als straf niet het huis uit mogen.

Een lichtmis.

Iemand die losbandig leeft.

Spitten en delven betaalt zich zelven.

Als je je grond goed omploegt en behandelt krijg je vanzelf een goede oogst

Hij staat daar in pontificaal.

Hij staat daar in de mooiste kleren.

Ieder land heeft zijn trant.

Je moet je aan de gebruiken van een ander land aanpassen.

Zich schrap stellen.

Zich klaarmaken voor verzet.

Iemand de pas afsnijden.

Iemand in zijn voortgang belemmeren.

Het is een bezoeking.

Het is een niet te voorkomen ramp.

Een valse Judas.

Een verrader.

Een gekke Griet.

Een vrouw met vreemde gewoontes en gedragingen.

De muts staat hem verkeerd.

Hij heeft een slecht humeur.