Iemand aftroeven.
Iemand overbluffen.
Die op geen strikken let zit welhaast in het net.
Je moet altijd uitkijken dat je niet wordt bedrogen.
Zich in de grond bouwen.
Teveel geld aan een bouwwerk besteden.
Hij is aan de flep.
Hij is aan de alcohol verslaafd.
Een belofte in dwang en duurt niet lang.
Een afgedwongen belofte houdt men niet langer dan noodzakelijk.
Zijn levensboom verdort.
Hij is stervende.
|