Geen talent mag braak liggen.

Je moet je gaven en mogelijkheden benutten.

Het leven is geen krentenbol

Het leven gaat niet altijd zoals je wilt, soms zit het tegen.

Hij heeft het lood in de bil.

Hij is gestraft.

Hij steekt de oren op.

Hij heeft alle aandacht.

Hij maakt wissewasjes.

Hij wil ruzie.

Zijn slag slaan.

Gebruik maken van een gunstige gelegenheid.

Een zeeman is geen man.

Een vrouw die met een zeeman getrouwd is is meestal alleen.

Het is nog niet in het vaatje waar het in zuren moet.

het is nog niet helemaal geregeld.

Een mens moet werken voor de brok en voor de rok.

Je zult moeten werken voor de kost ( en je kleren)

Ongeleerd is ongedaan.

Als je iets niet geleerd hebt kun je het ook niet doen.

Het bolletje wassen.

Toasten op de geboorte van een baby.

Om de bosjes lopen.

Zich drukken.

Beloften half gedaan zijn haast in rook vergaan.

Als je niet met overtuiging iets hebt beloofd zul je de belofte vaak snel vergeten.

Men kan de snaren niet te sterk spannen.

Je moet niet te hoge eisen aan iemand stellen.

Weg is weg.

Als alle voorraad verkocht is dan kun je het niet meer kopen.

Het is best met winst uit het spel te scheiden.

Je kunt het stoppen als het nog goed gaat want later kan het altijd tegen gaan vallen.

Hij is van de club.

Hij is homofiel.

Een kus in eren kan niemand deren.

Als je ongewild een kusje krijgt is dat niet zo erg.

Het is te vinden als een naald in een voer hooi.

Het is onvindbaar.

In maart kan het nog wel eens sneeuwen.

Nooit niet.

Uit het oog uit het hart.

Mensen die je niet meer ziet vergeet je snel.

Iemand in de zeef nemen.

Iemand bedriegen.

Een schip op het strand een baken in zee.

Je moet lering trekken uit andermans ongeluk; om te voorkomen dat hetzelfde ongeluk jou treft.

Hij ziet spoken.

Hij ziet gevaar dat er niet is.

In zulke vijvers vangt hij zulke vissen.

Het loon is afhankelijk van het werk wat je doet.

Als een verken droomt dan is het van draf.

Iedereen denkt aan wat hem het dichtste aan het hart ligt.

Er gebeurt in de wereld meer als in zeven dorpen.

Er gebeuren veel dingen op de wereld.

Een snoek van komsa.

Een bijzonder grote snoek.

Zij kijven als de wijven van de vismarkt.

Zij maken ruzie en schreeuwen daar heel ordinair bij.

Hij veegt met de spons van Blanus.

Hij krijgt tot zijn teleurstelling niets.

Jan Hen.

Een kookliefhebber.

Iemand dwarszitten.

Iemand erg hinderen.

kam van een haan.

Een hap en een snap.

Uit zijn tent komen.

Zijn mening geven.

Hij leeft van de nep.

Hij is een grote bedrieger.

Laat maar waaien.

Doe er maar niets aan.

Met Sint Jan slaat de eerste maaier an.

Op Sint-Jan (24 juni) kan er gemaaid worden.

Op dat kompas kan men veilig zeilen.

Daar kun je op vertrouwen.