Lieve kinderen mogen wel een potje breken.
Als je bij iemand in de gunst staat mag je vaak meer dan anderen.
Vandaag voor geld morgen om niet.
Je zult er voor moeten betalen.
Hij wordt weggegooid als een uitgeknepen citroen.
Nadat men van hem gebruik heeft gemaakt ziet men niet meer naar hem om.
Wie geld heeft kan stoet kopen.
Als je maar over genoeg geld beschikt kun je alles naar je hand zetten.
Hij zocht vijgebladen.
Hij verontschuldigt zich met smoesjes.
Ergens niet naar talen.
Ergens niet naar vragen.
Iemand van het kastje naar de muur sturen.
Iemand steeds maar doorverwijzen naar een ander zonder dat hij er iets mee opschiet.
|