Hij wordt rood tot in het har.
Hij bloost.
De mond brengt dikwijls uit Wat het hertje besluit.
Het is moeilijk om iets waar je hart vol van is geheim te houden.
Hij heeft het hoofd in de schoot gelegd.
Hij heeft zijn verzet opgegeven.
Zo rap als tellen.
Heel erg snel.
Twee zakken kunnen malkaar niet drogen.
Twee onvermogenden kunnen elkaar niet bijstaan.
Hij is niet thuis.
Hij is er met zijn gedachtes niet bij.
|