Het is een storm in een glas water.
Het is een hoop drukte om niets.
Hij is bij de lepel.
Hij kan zijn mond goed roeren.
Hij krimpt van de kou als een muis op sneeuw.
Hij heeft het stervenskoud.
Het vege lijf redden Zich in veiligheid brengen.
Het veld behouden.
Hoe langer de weg hoe moeder de man.
Hoe langer een ziekte duurt hoe slechter het met de patient gaat.
De maand Meert heeft venijn in de steert.
In maart kan het nog wel eens heel hard regenen en waaien.
|