Gebruik baard, pruik en snor nooit om uw gezicht te verbergen!
Hoofdpunten blog wandelen
sinterklaas
16-04-2009
Suffragiebriefje
Suffragiebriefje
Het vroegere logo van het Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen werd gehaald uit het boek "Ikonografie van Sint-Niklaas in Vlaanderen" (1972) van Renaat van der Linden. In de kolommen 315-316 gaf hij de beschrijving en afbeelding van een Nicolaasmedaillon op een suffragiebriefje uit de 17de of 18de eeuw. Dergelijke prenten waren vergezeld van een tekst en werden op religieuze plechtigheden aan de gelovigen uitgedeeld bij het offeren.
Het suffragiebriefje bevatte ook de volgende tekst op de keerzijde: 6. December
Den heylighen NICOLAUS wiert door de gebeden van syn ouders van God verkregen. Hij weygerde s Woensdaghs en s Vrijdaghs de borste sijns voesters te suygen; zoo heeft hy de verstervinge alsook bermhertigheyd tot den aermen gesogen. Syne ouders gestorven synde, heeft alle sijn goed besteedt om sijnen naesten naer ziel ende lichaem te helpen. Vaerende naer Jerusalem en de heyligge plaetsen te bezoeken, voorseyde hy een tempeest, en stilde het door sijne gebeden. Hij wiert door Gods besonder ingeven Bischop van Myra verkozen. Hy was eenen vader van alle weduwen ende weesen. Dry edellieden ten onrechte vanden keyzer veroordeeld sijnde, aenriepen hem, die sigh verthoonde aen den keizer en verloste hen. In sijn overleyden sagh hy de Engelen tot hem komen, en gonck met hun naer den hemel.
Renaat van der Linden had de suffragiebriefjes aangetroffen in de verzamelingen van het Ruusbroecgenootschap (Antwerpen) en van Frans van Bost (Gent). Lieven Dehandschutter
Hij stak zijn hand uit en de koning stak ook voorzichtig zijn hand uit. Toen hij de heilige zijn hand schudde wist hij dat Sinterklaas wel degelijk bestaat. Op dat moment plopte er in de stal weer een been tevoorschijn aan het zwarte paard van de koning. Toen wenkte Sinterklaas de zwarte Piet die de zak van Sinterklaas droeg. die zette de zak voor de Goedheiligman neer. "Kijk er maar eens in," zei Sinterklaas tegen Aldobert. Toen de koning in de zak keek zag hij duizenden en duizenden kadootjes Grote, kleine goedkope en dure, voor jongens en voor meisjes. Voor alle kinderen van het land. Toen geloofde hij dat het echt kon. Alle kadootjes in één zak. In de stal plopte weer een been tevoorschijn. Toen klapte Sinterklaas in zijn handen en honderden Pieten buitelden van de boot af, dansten, sprongen, klommen langs lantaarnpalen, regenpijpen en masten. Ze liepen over daken, sprongen op de schoorstenen en verdwenen er in. Ze waren overal tegelijk en Aldobert dacht: "Die Pieten bestaan dus wel degelijk." Plop, ging het voor de derde keer. daar bracht de HoofdPiet het paard van Sinterklaas van boord en gaf de teugels aan Sint. Die werd door drie Pieten in het zadel geholpen en toen sprong het paard vooruit en voor dat de koning met zijn ogen kon knipperen sprong de schimmel over de daken en stegen van zijn stad. Toen hij het zag geloofde hij. "Plop" klonk het en het zwarte paard van de koning kon weer lopen. Die was zo blij dat hij Sint uit nodigde in zijn paleis. Naast elkaar reden ze door de stad. Een wit paard en een zwart paard.
Overal in het land werd een groot feest gevierd met muziek, slingers, snoepgoed en limonade. En voortaan werd dat elk jaar gedaan op de verjaardag van de Sint. En de grootste feestvierder was Aldobert de koning. En ook de prinsjes en prinsesjes kregen voortaan Sinterklaaskadootjes. Frans Schobbe uit Sinterklaas is jarig.
Toen verscheen er weer een vreemde man bij de poort van het kasteel. Een heel oude man op een schimmel. Hij wilde de koning spreken over zijn paard. Aldobert vroeg aan de oude man met zijn lange witte baard wat er mis was met zijn zwarte hengst. De oude man zei: "Majesteit, als u gelooft in Sinterklaas en zijn zwarte Pieten. Als u gelooft dat er voor alle kinderen kadootjes in de zak zitten en als u gelooft dat de schimmel over de daken kan lopen dan komen ook de benen weer terug." "Ik geloof pas als ik het zelf zie," zei de koning. "Het zij zo," zei de oude man en reed weg op zijn schimmel. De volgende dag kwam de vuurtorenwachter melden dat er een heel grote stoomboot aankwam over zee en dat hij vol hing met slingers en dat er honderden zwarte Pieten op dansten. De koning wilde dat met eigen ogen zien en ging naar de haven, te voet nog wel. Daar kwam de stoomboot de haven binnen varen. Het schip legde aan en alle kinderen van de stad zongen uit volle borst. "Zie ginds komt de stoomboot." De koning zong niet mee. Sinterklaas kwam aan land en ging naar de koning toe. Hij vroeg: "Dag Majesteit, weet u wie ik ben?" "Ja, u bent Sinterklaas, maar u bestaat niet," zei de koning. "Geef mij eens een hand," zei sinterklaas, "dan zult u wel zien dat ik wel degelijk besta." (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
De volgende ochtend ging de staljongen naar de stal om het zwarte paard van de koning te zadelen voor het dagelijkse ritje van de koning. Hij kwam de stal binnen en kreeg de schrik van zijn leven. Alle vier de benen van het paard waren verdwenen. Het arme beest lag op zijn buik droevig te hinniken. De staljongen haastte zich naar de koning en die vroeg: "Staljongen wat kom je hier doen, jij hoort in de stal en niet in mijn mooie zaal." "Majesteit er is iets vreselijks gebeurd, daarom kom ik naar u toe," zei de jongen bibberend van angst. "Nou vertel op," zei de koning nors. "Majesteit, u kunt vandaag niet uit gaan rijden." "Natuurlijk wel, ik ben de koning en ik doe wat ik wil." "Maar majesteit, de benen van uw paard zijn verdwenen." "Wat zeg je daar, de benen van mijn paard verdwenen? Dat kan niet." "Komt u zelf maar kijken, majesteit, het is echt waar," zei de staljongen. De koning stapte naar de stal zo snel hij dat kon zonder te rennen (een koning rent natuurlijk nooit). En daar zag hij dat het waar was. Daar lag zijn lievelings paard, zonder benen in het stro. De koning moest er bijna om huilen. Hij vroeg de wijze raadsheren om raad, liet de beste dokters er naar kijken. Niemand kon helpen. De benen waren gewoon verdwenen en het paard kon niet meer lopen. Het was uit met de dagelijkse fijne ritjes door het park en de duinen. Aldobert was helemaal uit zijn doen. Hij sliep slecht en had een rothumeur. Zelfs tegen de koningin deed hij lelijk. Wekenlang duurde het al en nog waren de benen niet weer aangegroeid. De koning was wanhopig. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
Hij werd bij koning Aldobert gebracht en die vond het ook maar een vreemde meneer. "Wat komt u doen, meneer," vroeg de koning. "Majesteit, ik breng u hier een brief van Sint Nicolaas uit spanje. Het is heel goed nieuws." De koning las de brief en vond het helemaal geen goed nieuws. Sint Nicolaas had zijn hoofdstad uitgekozen om dit jaar aan te komen uit Spanje. Dat betekende groot feest, slingers, muziek, kadootjes voor alle kinderen en honderden zwarte pieten op de daken. En dat wilde Aldobert allemaal niet. Hij keek helemaal niet blij en zei: "Luister eens meneer. Ik geloof helemaal niet in die Sint Nicolaas van jou, hij bestaat helemaal niet en hij heeft ook geen grote zak met kadootjes voor alle kinderen. Die zwarte pieten bestaan ook niet. En dat witte paard kan zeker niet over de daken lopen. Zo, en daarmee uit. Gaat u maar weer weg meneer, ik wil u niet meer zien." En zo moest de briefbrenger terug naar Spanje met slecht nieuws voor de Sint. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
Nog niet zo heel lang geleden niet zo ver hier vandaan woonde eens een koning. Zijn naam was koning Aldobert en naar hem was ook de hoofdstad genoemd. Aldoberta lag aan de zee en bij de duinen stond een hoge rood wit gestreepte vuurtoren om de schepen veilig naar de grote haven te loodsen. Koning Aldobert had vier dochters en drie zonen. Maar hij hield niet van fratsen en geldverspilling dus kregen ze geen kadootjes en was er nooit een feest in het land. Want dat kostte alleen maar geld. Ja, het was een mooi land maar erg vrolijk ging het er niet aan toe. Koning Aldobert had wel één ding waar hij niet vanaf wilde zien en dat was zijn dagelijkse ritje op zijn meest kostbare bezit: zijn rijpaard. Het was een prachtig zwart ros dat glansde als een meer in het maanlicht. En wat er ook gebeurde, of het regende of sneeuwde de koning maakte elke dag een ritje. Dan reed hij door het Koninklijke park en door de Koninklijke duinen en stalde zijn paard na afloop in de Koninklijke stallen.Op een dag kwam er een man aan de poort van het kasteel. Hij klopte aan en de poortwachter opende het luikje. Daar stond een vreemde meneer met een fel gekleurd pak aan. Hij droeg een groene pofbroek, een rode fluwelen korte jas en een grote witte kraag. Op zijn hoofd een grote blauwgekleurde pet met een gele veer. En de man was zo bruin als melkchocolade. "Dag meneer de poortwachter," zei de vreemde man, "ik kom hier met een boodschap voor de koning. Wilt u mij binnen laten.""Wat voor boodschap is dat?" vroeg de poortwachter. "Een belangrijke brief voor de majesteit." "Nou kom maar binnen dan," zei de poortwachter en hij liet de vreemde man binnen. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas is jarig
Zwarte Piet was na een natte koude nacht op het dak verkouden geworden. Hij ging naar de apotheek en vroeg aan de verkoper: "Heeft u iets tegen hoesten?" Antwoord die verkoper: "Nee hoor, ga gerust uw gang."
2 pieten zitten in de bioscoop, zegt de een tegen de ander: "He, moet je kijken, die vent zit te slapen." Zegt de andere piet: "Moet je me daarvoor wakker maken?"
Uit Noord Nederland komt de volgende legende: Een niet onaantrekkelijke boerin met een aardig vermogen was al vroeg weduwe. Het zware werk op de boerderij werd uitstekend overgenomen door de boerenknecht. De boerin liet haar oog vallen op deze knecht, maar het was helaas onmogelijk om met hem te trouwen. Zelfs een huwelijksaanzoek doen zou een schande zijn. Op Sinterklaasavond vroeg de boerin aan de knecht zijn klompen bij de schouw te zetten zodat Sint Nicolaas een geschenk kon brengen. De knecht voelde niets voor deze flauwe kul, maar na lang aandringen zette hij toch zijn klompen bij de schouw. De volgende morgen trof hij de boerin staande in zijn klompen aan en hij begreep direct de bedoeling. Niet lang daarna traden zij in het huwelijk.
Laten we met elkaar zorgen dat we nog heel veel jaren van de Sint en zijn trouwe knecht kunnen genieten. In huiselijke sfeer proberen een stuk traditie te behouden met geschenken, schoorsteen, surprises enz. onder het toeziend oog van de goedheiligman. uit: De geschiedenis van Sinterklaas
Klik op de afbeelding om te bekijken. Dit keer was de koopman echter op de loer gaan liggen. Toen de bisschop de zak door het raam had gegooid, kwam hij achter de struik vandaan en hield hij zijn weldoener aan de slip van zijn mantel vast. Maar die trok hem snel uit, liet de mantel in de handen van de koopman achter en verdween in de duisternis.
De volgende avond, toen de wind van zee koel door de straten waaide, deed de koopman de mantel om en haastte hij zich naar een wijnhuis. De waard herkende de bisschopsmantel en zei: "Ben je al zo diep gezonken dat je de mantel van onze bisschop steelt?" Toen schrok de koopman. Nu wist hij wie hem had geholpen. Hij ging met de mantel naar het huis van de bisschop, vouwde hem op en legde hem op de drempel. Hij schaamde zich hem zelf aan de bisschop te geven. Maar het was net of Nicolaas de koopman had verwacht. De deur ging open en Nicolaas vroeg hem binnen. Ze praatten lang met elkaar.
Opeens zag de koopman zijn liederlijke leven voor zich en speet het hem dat hij zo'n slechte vader voor zijn dochters was geweest. Hij viel voor de bisschop op zijn knieën, maar die trok hem overeind en zei: "Geld en goud brengen veel ongeluk in de wereld. Maar soms kun je er de nood mee lenigen en levens mee redden. Bedankt niet mij, maar denk aan hem die ons maant een leven vol liefde en goedheid te leiden." En bij die woorden wees Nicolaas naar de hemel. Vanaf die dag veranderde de koopman zijn leven. En de mensen van Myra wisten niet goed wie Nicolaas nu méér had geholpen, de dochters of hun vader. uit: Sinterklaas verhalen
In Myra woonde eens een koopman, wien vrouw gestorven was. Hij was daar zo vertwijfeld over, dat zijn zaken hem niets meer konden schelen. Hij zat heel vaak in de kroeg en probeerde zijn verdriet te verdrinken. Als iemand hem vroeg om een potje te kaarten, zei hij geen nee. Maar hij speelde zo onverschillig dat het hem koud leek te laten of hij won of verloor. Zo smeet hij in korte tijd zijn hele vermogen over de balk.
Nu had de koopman drie dochters. Die hadden allemaal wel een goede man willen trouwen. Maar in Myra was het de gewoonte om je dochters een rijke bruidschat mee te geven en daar had de koopman het geld niet voor. Hij kwam op de slechte gedachte zijn jongste dochter op de slavenmarkt te verkopen om met de opbrengst de twee oudste te kunnen uithuwelijken. De bisschop van Myra, de heilige Nicolaas, hoorde dat. Haastig ging hij naar zijn vrienden om geld in te zamelen. Hij zei dat het voor een man in grote moeilijkheden was en of ze hem misschien een goudstuk konden geven.
's Avonds had hij een hele zak vol. Hij sloop stiekem naar de tuin achter het huis van de koopman en gooide een zak door het open raam in de kamer van de meisjes. De koopman dankte de hemel voor dat geschenk. Hij gaf zijn oudste dochter een vrolijke bruiloft en schonk haar de vereiste bruidschat. Maar voor de tweede dochter had hij niet genoeg meer. Nicolaas ging nog een keer uit bedelen en alles verliep net als de eerste keer. Omdat de jongste dochter nu ook een man moest krijgen, zocht Nicolaas zijn vrienden voor de derde keer op. Sommigen keken al geërgerd, maar omdat Nicolaas zei dat het een zaak op leven en dood ging, kwam het goud toch bij elkaar. (wordt vervolgd) uit: Sinterklaas verhalen
Dechocoladen munten? Gooide de goede Sint niet met beurzen vol goud? En het ezeltje dan? Wel, de ezel is het lastdier van arme mensen en kleine boeren. Hij draagt hun lasten. Nicolaas nam het op voor de armen in de stad Myra en de provincie Lycia : hij droeg zoals de ezel hun lasten. Nu draagt de ezel de pakjes voor de kinderen.
Guimauven onze-lieve-vrouwtjes Wellicht zijn de deze mierenzoete dametjes ook een verwijzing naar Freya. Van Nicolaas wordt verteld dat hij een grote verering had voor Onze Lieve Vrouw en dat verklaart heel gemakkelijk de koppeling aan zijn feest. Later is men dan ook in dit soort drop allerlei andere figuurtjes gaan maken die behoren tot het Sintgebeuren. Wellicht is dit verhaal van het snoepgoed niet volledig. Het verhaal is ook nog lang niet af. De goede Sint en zijn chocolatiers en patissiers blijven het aanbod uitbreiden met figuren uit stripverhalen, animatiefilms en kinderprogramma's op de beeldbuis. En...wat de achtergrond van al deze snoepjes ook is, en hoeveel andere verklaringen voor hun oorsprong ook te vinden zijn, ze kunnen maar smaken in de donkerste periode van het jaar. Dank je wel, lieve Sint. Luc Vermeulen uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Chocoladeletters, banketletters, nic-nac Zij hebben alles te maken met runen of schrift, taal poëzie, geleerdheid en wijsheid, waarvan Wodan ev eneens de god was. Door ze op te eten werd men deelachtig aan de goddelijke kennis en wijsheid. Ook dit is vlug overgedragen op een bisschopsfiguur zoals onze geliefde heilige vriend, zoals hoger vermeld.
Chocolade snoepgoed Naast Sint en Piet en eekhoorntjes vind je ook hier weer de herfstvruchten. Speelgoed wordt nagemaakt. Waarnaar dat verwijst is duidelijk. Het paard mag evenmin een probleem zijn : Wodan's Sleipnir en de schimmel van de Sint. Soms zie je wel eens een maan en een kat in een zak. De zak verwijst naar de skiënde jagergod Oel of ULLr, waarvan wordt gezegd dat hij meereist met Wodan's leger en de maan in z'n weitas stopt. Misschien heeft hij meegespeeld in de beeldvorming van Zwarte Piet. De kat, uiteraard weer een symbool van de vruchtbaarheid, verwijst mogelijk naar Freya, de zus van Freyr, godin van de liefde en de echtgenote van Wodan. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Marsepeinen varkens Voor onze voorvaderen was het varken een heel belangrijk dier. Het is het symbool van lente en zonneschijn waarnaar in de Saint Nicholastide wordt uitgekeken. Het is ook een heel belangrijk dier om de winter door te komen. Bovendien: het leeft van restafval en is dus goedkoop en alles ervan is eetbaar en bruikbaar. Waren ze door hun voedselvoorraad, was er gelukkig nog het varken. Maar misschien is er meer: de marsepeinen varkens herinneren mogelijks aan de varkenskoppen die men offerde aan de god Feyr, god van rijkdom en ook vruchtbaarheidsgod. In verhalen en op afbeeldingen rijdt hij dikwijls op een wild zwijn. Hoe de koppeling met het Nicolaasfeest ontstond, is niet duidelijk. (wordt vervolgd) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
De pepernoten zijn wellicht ontstaan als een imitatie van noten met dezelfde symboolwaarde. Trouwens met Sinterklaas kregen kinderloze vrouwen een zakje pepernoten om hen vruchtbaarheid toe te wensen. Een heilig huwelijksmakelaar kan ook best een heilige vruchtbaarheidsgever zijn die zorgt voor een gelukkige ommekeer.... (wordt vervolgt) uit : Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
De sinaasappels en mandarijntjes komen er pas in de 16de eeuw. Wellicht speelt de analogie met de appels, maar door de kleur is er zeker een link met de beurzen met goud die Nicolaas binnengooit bij z'n buurman met de drie dochters. Al deze vruchten zullen dan later ook verschijnen, nagemaakt in marsepein, dat op z'n beurt gemaakt is van amandelen en weer verwijst naar vruchtbaarheid en levenskracht. Hieraan gelinkt zijn de eekhoorntjes onder de sintsnoep. Zij leggen juist grote voorraden van noten aan om de winter door te komen. Op hun beurt verwijzen zij naar vruchtbaarheid, maar tevens staan zij model voor hoe de mensen het koude, donkere seizoen moeten aanpakken. (wordt vervolgt) uit : Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Herfstvruchten Appels, hazelnoten, okkernoten, paranoten en amandelen, zijn vruchten die in de Wodan-Nicolaasperiode meestal beschikbaar zijn. Ze zijn tevens symbool van vruchtbaarheid en levenskracht, iets waar mensen in deze donkere periode naar uitkeken. Ze worden gul gestrooid, zoals de zaden door Wodan die een nieuwe oogst beloven en zoals Nicolaas met goud strooide en graan kon schenken. (wordt vervolgt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Speculaaskoeken en speculaasharten Ze hebben oorspronkelijk te maken met de heilige Nicolaas als huwelijksmakelaar, de "goed-hylik-man" (de goed-huwelijksman). Op 5 of 6 december gaf de jongen aan het meisje dat hij ten huwelijk vroeg een speculaashart, of een speculaaspop die de aanzoeker of de heilige voorstelde. Zo'n hart werd "vrijer" genoemd. Uit dit soort offerkoeken, die oorspronkelijk verwezen naar liefde en vruchtbaarheid, evolueert dan ons huidig gebruik. De naam speculaas zou kunnen verwijzen naar de koekplank waarvan het hart of de pop het spiegelbeel is, naar de naam: "speculum" :spiegel. Andere verklaring is een afleiding van "speculatio": zin, welbehagen, luxegoederen. Je hebt ook een "espiscopus speculator" die alles ziet en onderzoekt....In dezelfde sfeer moeten we de oorsprong zoeken van de hartjes van suiker. Het verhaal van de drie meisjes is hier niet ver af. Hier dient ook taai-taai vermeld, dat behoort tot het type Dinantse koek. (wordt vervolgt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
En nu de snoepjes Daaronder zit oorspronkelijk veel "koekerij". Dit heeft te maken met oude offergebruiken. Wodan was een god die je gunstig moest stellen opdat hij zijn gunstenzaden voor de nieuwe oogst - milt zou strooien. Ook moest je hem gunstig stemmen om zware stormen af te weren. Wat offer je dan : mensen, dieren, haver, hooi, wortels, bieten, rapen, noten appels... Offerbroden of offerkoeken in de vorm van mensen en dieren vervingen al heel vlug de originelen. De laatste schoof van de oogst bleef op het veld voor Wodan, of er werd een offerkoek van gebakken. Een koek bevat immers "korengeest". Dit gebeurde vooral in het voorjaar en het najaar, de periode van de zwaarste stormen en in de 12 donkere dagen, wanneer Wodan met z'n heir door het luchtruim klieft. Het waren "gewijde" nachten, Weihnachten...De offergaven werden bij de haard gelegt, waar warmte was, en voedsel, waar men de kinderen bakerde en waarbij de oude verhalen rondgingen. Daar was ook de schoorsteen, waar doorheen je de wind, Wodan, kon horen. De schoorsteen was de weg waarlangs de goden en geesten in de mensenwereld binnenkwamen. Helemaal onbekend klinkt dit niet. Bij de haard werden ook de huwelijken gesloten. (wordt vervolgt) uit : Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
De heilige Nicolaas handelde altijd wijs en was trouw aan de ware leer. Op de Griekse iconen-Burtscheid-icoon! - staat hij met een evangelieboek in zijn handen. Een boek suggereert ook de kennis en literatuur. Wodan is de God van het woord, de dichtkunst en de runen en van de wijsheid.
Wanneer de verering van Nicolaas West-Europa binnen dringt, zijn de ambtsgewaden van de bisschoppen hier al gestandaardiseerd, verschillend van die van het Oosten. Ook hier zijn paralellellen die meespelen in de mix. Nicolaas draagt een mijter, Woen een grote hoed. De Germaanse god heeft een grote speer in de hand, symbool van recht en rechtvaardigheid, de christelijke heilige heeft z'n kromstaf, symbool van de herder die zorgt voor het welzijn van z'n kudde. Een grote wijde mantel hangt om de schouders van Wodan, Nicolaas draagt een cappa, een bisschopsmantel. Bisschoppen in het Karolingische rijk verplaatsten zich ongetwijfeld te paard, Wodan doorkliefde het luchtruim op z'n achtpotig paard Sleipnir. Wellicht is dit gegeven de oorsprong van de"dakvaardigheden" van Sinterklaas. Tenslotte heeft ongetwijfeld het feit dat de feestdag van de heilige Nicolaas in de donkerste en guurste periode van het jaar valt, waarin Wodan door de wolken kliefde en waarin de mensen met veel onzekerheden voor de toekomst leefden, ook invloed gehad op het koppelen van"wodaniaanse" gegevens aan"nicoliaanse". (wordt vervolgt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap
Wodan was de beschermheer van de scheepvaart, want hij is de god van de wind, en van de handelaars, die afhankelijk zijn van de scheepvaart, maar ook van de vruchtbaarheid van de aarde. Die vruchtbaarheid is dan weer gekoppeld met de effecten van de wind op landbouw en veeteelt. Zo is de oppergod dan tevens een vruchtbaarheidsgod. Nicolaas, in de oudste legenden, beschemt zeelieden tegen de storm, ja, is zelfs in staat storm te beheersen. Ook hij is beschermheer van de scheepvaart en van de handelaars. Beiden beschikken over wondere krachten en zijn milde schenkers. Wodan kan zorgen voor de zaden voor de oogst, Nicolaas beschermt met zijn wondermacht zijn stadsgenoten tegen de hongersnood en deelt het graan uit. De Germaanse oppergod waakt over recht en gerechtigheid en huwelijk, de bisschop van Myra komt op voor onterecht veroordeelden 3 generaals, 3 onschuldigen en maakt voor 3 meisjes een huwelijk mogelijk. (wordt vervolgt) uit: Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap