Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Hiermee kwamen we aan het einde der medepastoors. Het vervolg zal moeten aangevuld worden met leken en diakens, we zijn een ander tijdperk ingeslagen, priester tekort is van alle tijden.
“Oh, wat is de priester iets groots! Als hij zichzelf begreep zou hij sterven…. God gehoorzaamt hem: hij spreekt twee woorden en Onze Lieve Heer daalt af uit de hemel”
“Je zal het geluk dat men vindt in het opdragen van de mis, alleen begrijpen in de hemel!”
“De priester is niet priester voor zichzelf. Hij geeft zichzelf geen absolutie. Hij dient zichzelf de sacramenten niet toe. Hij is niet voor zichzelf, hij is er voor u.”
“Als men geloof had, zou men God in de priester verborgen zien als een licht achter z’n glas, als wijn vermengd met water”
Rollegem heeft ook nog eigen priesters gekend, welke in de volgende rubriek onze priesters inboorlingen genoemd worden.
Met nog enkele gegevens.
Kortrijk: blz. 918 Ivo Bouckaert op 4 mei 1740 vormde hij in de ST Maertens Kerke te Rollegem 10.000 menschen van Kortrijk en de omliggende prochiën. Hij viel aan het werk van den 7½ tot 2¼, en dan van een vierendeel vòòr den vijven tot 8½. Vele kinderen moesten dan nog eene tot twee uren vere door regen en donkeren naar Bellegem, Rollegem enz.
Kortrijk had alsdan rond de 1200 Communicanten.
Blz: 1017 Joanna Parent “Goet te Costers” Joos Parent – Vanneste was als zijn vader Bailliu van Rollegem. Op eene pettie die ze het jaar 1743 in Kortrijk onder de edellieden en de groote gelandden ronddroegenn vinden wij de handteekens van de moeder en dochter: La veuve Parent, en Marie Joanna Parent de Costers, alzo geschreven, omdat te Rollegem het “Goet te Coster” aan de Parent’s zal toebehoord hebben. (Blz 1018)
Helkijn blz. 524 Gaspar Waffelart, kwam uit het vreemde, in mijn ogen aldus Pastoor Slosse uit Brussel. Gaspar was gehuwd met Joanna de Venas. Ze brachten 6 kinderen op de wereld het vijfde in lijn Jake Waffelart voorvader van den bisschop Waffelart, geboren te Helkijn op 9 december 1664, hij werd burgemeester van Helkijn (528)
Pieter Glorieux in zijn leven pachter van het hof “Ter Linden “ te Bellegem (rond Kortrijk blz. 53) en schepen van de parochie. In het huwelijk geweest met Catharina Loosvedt. Deze Pieter was de zoon van den schepen van Dottenijs. Hij had vier broers Jac Glorieux, Burgemeester van Dottenijs, en voorzaat van Mgr Waffelaert.
Jake Glorieux won zijn vier eerste kinderen te Sweveghem, en twee jongste te Dottenijs. Francisca, geboren den 6 december 1730, en overleden tot Helkijn den 6 mei 1777. Zij trouwde te Dottenijs den 4 januari 1755, met J.B. Waffelart. Zij is de overgrootmoeder van Mgr. Waffelart.(Blz. 330 rond Kortrijk, Dottenijs)
Karel D’Hondt geboren op 20 november 1742 en overleden te Kortrijk, achter “de Wisse” den 23 oogst 1794 (zijn peter was Karel Francis Cousin, pastor van Froyennes) Hij trouwde te Rollegem den 5 september 1769 met Maria Joseph Herbau, dochter van Bartholomeus en Catharina Vanneste. Er waren 4 kinderen Zoon Karel D’Hondt geboren 23 oktober 1773, overleden op het Goet ter Linde, onder Bellegem, den 18 juni 1864, na 52 jaar kerkmeester te zijn geweest. Was een man van bedied en gezg, hij was de laatste op Bellegem, die dagelijks in korte broek te voorschijn kwam en met zilveren gespen op de schoen. (Uit het boek rond Kortrijk, Kuurne Blz. 240)
August Glorieux-Vander Ghinste won op het hof van Wambecq vier kinderen. (rond Kortrijk, Dottenijs blz. 314) nr 4 Mgr. Alfons Glorieux, bisschop van Boise, geboren den 1 februari 1844. Hij deed zijne latijnse school in het collegie van Kortrijk, en vond er als medematen. Mgr. Maes bisschop van Covington, August Brabant, van Rollegem, missionaris in Amerika. Gelijk Constant Mussey, van Heule, deken van Manchester.
(Rond Kortrijk blz. 334 Dottenijs) Den 21 maart 1711 overleed koster Bartholomeus Barcaval; Zijn weduwe Maria Joanna Van Biesbroucq, zuster van den Jansenistenpastor van Rollegem, overleed op haar beurt den 11 februari 1754, oud 92 jaar.
1929-1931 Desmet Gerard, Geboren te Coygem 10 juni 1908
Onder pastoor te Tielt. Pastoor te Ruyselede van maart 1958
1931-1953 Willems August- Gerard- Camiel- Maria, geboren te Brugge op 30 oktober 1905. Hij werd priester gewijd te Brugge op 14 juni 1930. Kwam naar Hier op 21 december 1931. Coadjutor in Zuienkerke op 6 juli 1930. Pastoor te Wulpen op 2 oktober 1953. Pastoor te Wijnendale op 4 augustus 1961. Na ontslag op 1 juni 1981, en overleed te Torhout in de Sint-Rembertkliniek op 6 maart 1988.
1953-1973 Desimpel André, geboren te Staden, op 21 oktober 1920
Bewaker aan het college van Avelgem van 7 oktober 1953.
Pastoor benoemd te Ardooie in de O.L.Vrouw Onbevlekt op 8 juli 1973.
Daarna hulppriester te Hooglede.
1973-2001 Lefever Armand, geboren te Oud-Heverlee op 22 januari 1918. Op 10 jarige leeftijd werd hij naar het internaat gestuurd bij zijn “nonkel pater” te Kortrijk, die hoorde tot het Orde van Pater Damiaan.Na het Humaniora besliste hij priester, of dokter te worden. Geïnspireerd door zijn Oom, koos hij voor priester. Op 17 jarige leeftijd trok hij naar het “noviciaat, om er “proef gesteld” te worden. Daarna legde hij zijn geloftes van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid af en verbleef nog drie jaar in het noviciaat. Hij studeerde 2 jaar Theologie en vier jaar filosofie in Zandhoven. Hij werd priester gewijd op 20 juli 1941.Hij trok naar de Leuvense universiteit om er nog een licentie theologie te volgen. Gaf 14 jaar lang onderricht in het Oude en Nieuwe testament aan het seminarie van Zandhove. Gaf twee jaar les aan tienermeisjes te Tongeren.Hij trad bij de paters van de H.H.Harten op 15 september 1936.Hij was tevens nog zes jaar kloosteroverste in Leuven.
Van 1960 tot 1967 was hij verantwoordelijk voor de gezinspastoraal voor Zuid-West-Vlaanderen.
Medepastoor in oktober 1973, en overleed hier op 2 augustus 2001
Jammer genoeg ging hij pas oprust op 30 juni 2001.
Het was de wens van de federatiepastoors om daar te gaan wonen. E.H. Lefever weigerde, en werd gesteund door de toenmalige heerschappij van de conservatieve groep die zich al meermaals hadden laten helden op de parochie.
1928-1929 Geerardijn Maurits geboren op 7 februari 1896 te Noordschote. Hij was de zoon van Karel en Rosalia Lemahieu.
In 1914 studentvrijwilliger bij het Belgische leger.(Adjudant)
Aan de IJzer, het front, werd hij beschuldigd van zo gezegde opstandigheid wegens Vlaamsgezindheid. Hij werd verbannen naar het strafkamp aan de Orne (Frankrijk). Alwaar hij met mede gevangenen zware houthakkersarbeid diende te verrichten.(De befaamde houthakkers van de Orne)
In 1919 liet men hem vrij, hij kon de studie aanvangen om priester te worden. Hij werd priester gewijd te Brugge op 23 december 1923. Op 26 november 1928, hier onderpastoor.
Op 22 juni 1929 Provincialenverkiezingen, er was een lijst voorgesteld van nationalisten die door het Episcopaat verwezen was wegens afgescheurde der Katholieke partij. In alle kerken van het bisdom moest de brief voorgelezen worden, zo ook te Rollegem, om de gelovigen aan te zetten niet voor deze partij te stemmen.
E.H. Geerardijn Maurits, weigerde dit te doen. Op maandag wordt hij naar de Dekenij van Kortrijk gevraagd en daarna naar het bisdom, waar hij radicaal weigert, en verklaard Nationalist te zijn. Hij werd in zijn functie als herdershond ( onderpastoor) ontheven en mocht geen bediening meer uitoefenen in het bisdom, aldus, Mgr. Waffelaert
Bij de omliggende nationalisten kwam er protest en een manifestatie werd voorzien op 6 juli. Op zaterdag 5 juli werd bekend gemaakt dat te Rollegem op 6 juli in staat van beleg stond, wat betekend, dat geen 5 personen mochten samen scholen. Op die beruchte zondag werden alle straten en hoeken bezet door gendarmen. Het hoofdkwartier was gevestigd op het gemeentehuis onder het bevel van de commandanten van Kortrijk en Moeskroen. Alle gendarmen van het omliggende tot in Ieper en Doornik mochten die dag geen verlof nemen en moesten zich klaar houden in de kazernen, en bij het eerste bevel naar Rollegem afkomen.
Er gebeurde die dag niets, buiten enkele verdachten werden aangehouden en op het gemeentehuis omboden, alles bleef kalm en rustig.
Hij week uit naar Nederland, waar hij leraar werd aan het seminarie van Utrecht.
In 1946, werd hij buiten vervolging gesteld, maar Mgr. Lamiroy, weigerde de man een nieuw ambt te verlenen. Hij week uit dit maal naar Amerika.
In 1957 kwam hij terug en Mgr. Desmet herstelde hem in ere? Hij werd ziekenhuisaalmoezenier te Knokke.
1958 werd hij pastoor van de kleinste parochie van ons bisdom, Mannekenvere.
1961 ging hij op rust achtereenvolgens in Rumbeke, Marke en Sint-Michiels-Brugge, alwaar hij overleed op 15 maart 1979. Hij was Vlaams oud-strijder, oorlogsvrijwilliger 1914-1918, houthakker van de Orne.
Doctorandus in de Wijsbegeerte van de Universiteit te Nijmegen.
In 1981 werd hij ontgraven en overgebracht naar Noordschote, zijn geboorte dorp.
1886-1903 Bruno De Caestecker, geboren te Passendal.Was op Vastenavond 1914 pastoor van Gijselbrechtegem.
1903-1919 Gustaf Vander Straete, geboren te Veurne 11 juli 1875. Hij werd pastoor te Oostkerke in 1927 (Dixmuide)
1919-1928 Willems Karel geboren te Brugge op 6 november 1888. Benoemd als onderpastoor hier op 2 februari 1919. Onderpastoor te Aarsele. Later pastoor te Lisseweghe. Hij was gedurende 6 jaar aan het college in Tielt van 8 augustus 1913 Hij overleed te Tielt
1836-1853 Angelus Van Severen, van Tielt, den 3 maart 1807 In 1853 werd hij pastoor te landvoorde bij Comen, vandaar ging hij naar Moen op 11 april 1856. Ontving zijn brieven voor de pastorij van Bellegem den 22 februari 1865. Hij kwam te Bellegem op 14 maart, en overleed op 22 oktober 1891. Hij mocht op 10 juli 1890 zijn jubileum vieren in tegenwoordigheid van zijn boezemvriend Mgr. Waffelaert, bisschop van Brugge. Zijn foto werd verspreid op het jubelfeest, in geheel Bellegem eerbiedig bewaard, in elk huisgezin, hij werd door iedereen geëerd en bemind.
1853-1869 Lodewijk Eugeen Swaenenbergh, Van Reningen op 11 september 1814. Hij wierd bestierder der zusters van liefde te Brugge, pastoor te St- Pieters Capelle van 28 oogst 1871 Overleed als pastoor van Sint-Pieterskapelle in 1883
1869-1874 Edmond Van Issacker, geboorte van Hooglede op 2 mei 1843 Hij ging over als eerste onderpastoor van de nieuwe parochie St Franciscus te Menen. Overleden als pastoor van Sint-Jacobs, te Brugge op 23 juni 1912
1874-1880Lodewijk Feys Warlop, geboren te Hoogstade. Oud pastoor van Snaaskerke, Dikkebus, nu Ieper.
1880-1886 Benjamin Ghyselen, geboren te Pervijze. Overleden te brugge op 13 augustus 1899.
1803-1805 Pieter Jos. Corne,geboren te Moeskroen op 22 april 1770, Priester gewijd de 17 september 1797, door zijn. Em. de kardinaal, aartsbisschop van Mechelen De Frankenberge Vervolgens onderpastoor te St. Denijs, en gedurende 24 jaar Pastoor van Dottenijs. Hij overleed op 5 oktober 1837.
1805-1806 Pieter Jos Clemens Hairs,
1806-1812 Philibert Seillier, geboren op 27 november 1759( men steld hier de vraag of hij een Brabander is? Hij schrijft de dodenact van zijn pastoor Verlinden met een, n, en oostwaarts op zijn, zij daar gereed aan om te zeggen en te schrijven:Verbrughen, Verstraeten, Verwilgen. Hij was in geestelijke bediening van 12 juli 1786 tot 1 augustus 1812.
1812-1821 J.B.Tilliieux, te Tiegem op 6 december 1786. Geboren als zoon van Joseph en Pieternelle Moerman. Was 9 jaar onderpastoor te Rollegem In het jaar 1816 bediende hij meteen de onderpastorij van Aalbeke. Van oktober 1819 was hij elke zondag in St. Anna. Hij was 2 jaar pastor van Neêr-Waesten. Hij werd pastoor van Komen in 1823, en overleed op 27 oktober 1836. Een gedenksteen in de kerke van Komen; drie in den voorgevel en een op het kerkhof vereeuwigen de gedachtenis van dien verdienstelijke herder.Vooreerst in de kerke Mémoire la pose de la 1ste pierre de cette égglise en 1825. La bénèdiction en 1827. La consércration 1833. J.B. Tillieu, curé né à Tieghem 1786, décédé à Comines le 27 8bre 1852. Fr. Demade Bourgmestre, Ch Becquart économe, L. Vuylsteke , architecte. Op het kerkhof à la mémoire Il bâtit l’école dominicale en 1828. Il construisit l’église paroissiale en 1825-27. Il était le père des pauvres. Sa Mémoire est en bénédiction. Comines à son pasteur. Het was een verdienstelijke herder.
1821- 1830 Karel Martijn Ryckewaert, van Dikkebus. Hij overleed als pastoor van Eggewaertscapelle op 14 april 1868.
1830- 1836 Pieter Francis Lammertijn, zijn doodkaarte meld dat hij de zoon was van Pieter Francis en Maria Anna Windels, van Vijve-Sint-Baafs. En dat hij deze wereld overleed den 12 mei 1871, na 35 jaar dienst op Coyghem als pastoor en 12 jaar op Grimbergen Onderpastoor op Vijve-Sint-Baafs den 13 december 1836 werd hij door de deken van Menen in het bezit gesteld van de pastorij van Kooigem. Hij brak de oude kerk af en bouwde de nieuwe. De diensten gingen door in een ruim afhangsel van het huis van weduwe Bulte, onlangs gekocht door betrokken burgemeester Hendrik Glorieux. De nieuwe kerk werd ingewijd door Mgr Malou op 24 september 1849, in tegenwoordigheid van de gouverneur (gouwgrave)van West-Vlaanderen.
P.L. Sabbe: 1801 tot 1803 zoon van Joseph en van Rosa Verhelle, hij werd geboren te Winkel-Sint-Eloy op 1 juni 1775 en priester gewijd te ’t Emmerich op 14 Oktober 1800. Op 24 februari 1802 onderpastoor te Rollegem , te Wevelgem op 25 mei 1803, te Moorsele op 17 oogst 1807, Menen 1 december 1810, pastoor te Wevelgem op 14 juli 1814, te Menen 18 september 1821, hij werd deken op Maart 1831. Hij ligt begraven te Menen bij de Calvarieberg, waar hij overleed op 6 januari 1843 oud 68 jaar. Gedurende den Franse tijd was hij verborgen ten huize M.J.B. Bethune-Delebecq, te kortrijk, en leerde de twee zonen voor hun eerste communie, te weten M.Felix baron de Bethunne de Renty, oud-burgemeester van Kortrijk, en M. François de Bethune-de Colnet, overleden te Parijs 2 september 1822. Deken Sabbe had maar een broer en een zuster te weten Angela Sophia geboren op 29 maart 1766 en getrouwd op 6 oktober 1789 met Pieter Joseph Accou. Haar dochter Amelia Accou, trouwde met Jan Thibau van Izegem, waarvan E.H. Gustaaf Thibau, geboren te Izegem op 11 maart 1836 priester werd gewijd te Brugge op 19 december 1863, leraar te Veurne, als zendeling vertrokken naar Noord-Amerika in september 1866 en overleed te Pendleton (Oregon) op 30 januari 1892. Broer Jan Joseph Sabbe, smid, geboren op 21 september 1764 trouwde op 10 juli 1793 met Maria Agnes Gheysen, jan overleed op 5 november 1837. Zij hadden een zoon Joseph Sabbe geboren te Winkel op 31 december 1795. Hij huwde op 27 april 1836 met Theresia Vander Stichel. Hij overleed op 8 januari 1875. E.H. Adiel Sabbe eveneens geboren te winkel op 15 november 1880 is de kleinzoon van Joseph, was in 1910 leraar aan het college van Kortrijk.
Lanneau Pieter Francis 1776-1783 en te Lauwe In 1783. In 1795 pastoor Hulste. (rond Kortrijk 737) In het maken van zijn testament heeft hij gezorgt voor zijn kerk, aan welke hij 2400 franks schonk, alsmede voor eenen zeksteen , die in den buitenmuur zit van de kerke, zuid den ingang. Hij was de zoon van Nicolaus en van Jouffrauw Marie Joanna Van Saceghem. Hij werdt geboren te Avelghem de 1 juli 1750 en pastoor gedurende 29 jaren in de gemeente van Hulste. Hij overleed den 28 april 1824 in den ouderdom van 74 jaar.
Storme Emmanuel 1783-1785
Jac. Everaert 1785 binst 6 weken
Pieter Frans Six 1785 -1789 Vice pastor in Rollegem Deken Six was de zoon van Pieter en van Barbara Theresia Van Acker en rechtzweire van den voorlaatsten deken van Helkijn Het eerste Doodsprentje te Heule (blz. 640 rond Kortrijk) was van Petrus Franciscus Six, geboren te Moorseele den 28 oktober 1751. Priester gewijd te Doornyk 1782, onderpastor geweest te Rolleghem, Iseghem en deservitor te Wervick, gedurende 20 jaar pastor genaemt te Heule in 1802, en deken der Christenheyd van Meenen in 1813. Overleden te Heule den 21 maerte 1831.
Vandenbroucke J.FR. 1789-1790
Mullier Piet Jos. 1790-1801 werd dan hier desservitor
Jan Hendrik Beausaert, vroeger Beausart was onderpastoor geweest en deservitor van Rollegem, en laatst onderpastoor van Wevelgem, toen hij in1747 pastoor werd te Kooigem. Als zijn voorzaat,genoot hij, behalve zijne tienden, een hulpgeld van 400 guldes van den abt van Château-L’Abbaye. (Hij is beschreven te Kooigem toch te Rollegem niet terug tevinden).
Pieter Le Maire, van Comen hij was gewillig driemaanden hulppriester in Spierre en zeven Jaar deservitor te Rolleghem. Op 26 juni1714 werd hij vereerd met de pastorij van Dottenijs en op 5 juni 1731 met de dekenij van Helkijn. Hij sterft in Dottenijs in de kermisweke, den 21 september 1736, oud 54 jaar. “Op alderheiligenavond 1734 is hij peter geweest van Amand, den zevenden zoon van Jan Van Meenen, en uit dien hoofde heb heeft hij hem zeven namen gegeven.Ten zijnen tijde zijn in het bijzonder overleden: 12 november 1718 Gewezen burgemeester Jan Despriez. 30 mei 1722, 32 jaar onderpastoor Pieter Antone. Zijn dienstmeid Maria, Anna Vander Schelde, geboorte van St-Denijs. En op 12 februari 1733 den Bailliu Pieter Ferraille. “
Joost Frans Codron: was onderpastoor te Rollegem 1734 tot 1738; onderpastoor te Meenen 1739-1745; pastoor benoemd te Bissegem (zonder te aanvaarden) den 20.10.1747; deservitor te St. Denijs jan-juni 1755; deservitor te Moorsele 1755-1756; deservitor te Winkel St. Elioo 1756; pastoor te Ingooigem van 04. 12. 1757 en aldaar overleden op 03. 06. 1784, oud 75 jaar.