Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Op den “Klijtberg”, waar nu zou gegraven worden om de klei voor dakpannen, hadden we 18de eeuw af te rekenen met regelmatige Franse invallen. De Kijtberg, een zeer strategisch militair punt, werd een fort gebouwd. Wie weet als men begint te graven of men daar nog overblijfsels van terug vind.
Den Molenkouter
Op den afgegraven molenheuvel verrees een woonwijk den molenkouter, ter hoogte van de woonst nr.8 (nu bewoond door Michel Brouckaert) Stond de plaatsmolen deed in die periode dienst als uitkijktoren. Deze houten graanwindmolen werd in 1620 voor het eerst vermeld.( was leengoed van Rollegem) Hij waaide om op donderdagnamiddag 16 mei 1895. Den dam werd afgevoerd in 1909.
Hannes Waelkens geboren op 5 juni 1989, in het begoniapark . Elite zonder contract
Hij speelde al vanaf de duiveltjes bij de VAR. Hij speelde in de spits, zijn favoriete en beste stek was links voor, hij droomde van een mooie voetbalcarrière.
De beste herinnering was de winst op het tornooi te Bellegem. Op 3 september 1999 was hij Preminiem bij de VAR. Zijn favoriete club was Excelsior Moeskroen.
Truiaert
Temmerman Christophe ( zoon van Germain Temmerman uit Tombroek)
Zo kwamen we voorlopig aan het einde van deze reeks, hopende dat er ooit iemand nog iets zal aan toevoegen of het verder zal aanvullen wensen we u alvast veel kijk en lees plezier.
De vrijdag vanaf 18.00 u keuze Kaarting, ( deze keer koffie, conserven, chocolade koeken en waspoeder)de zaterdag staat in het teken van de jeugd om 17.00u een kindermis en na de mis pleinanimatie met de Oostendse visbakkers , Glühwein en jeneverbar, ook de Kaarters komen aan hun trekken.
Begeleid door de St-Cecillia-harmonie trek de zondag de stoet van de pastorie naar de kerk. Vergezeld door de koorknapen en het geslacht varken.
De voorganger in de eucharistie is dit jaar E.H. Piet Palmans, provinciaal Salesiaan van Don Bosco. Na de viering tractoren wijding. Vanaf 12 u aperitief en aansluitend St-Antonius hutsepot. St-Antoniuswandeling bestaat uit 6 en 12 km. Men kan tevens prijzen in de wacht slepen.
Op maandag 17 januari is er om 9uur een gregoriaanse mis opgeluisterd door het koor “ De Vrienden van het Gregoriaans, en om 14 u de St.-Antoniuscarousel.
Omliggende gemeenten bekampen elkaar in kaarten en volksspelen.
Het was nog tot en met 2002 dat men jaarlijks 40.000fr. moest vinden om de lopende leningen en onkosten te betalen voor de vernieuwing van de zaal.
Er werden dit jaar postkaarten aangeboden voor de prijs van 150 fr. Voor zes kaarten. Het is een unicum wat in Rollegem zijn er weinig postkaarten te verkrijgen van de gemeente. Verzamelaars moeten er dus vlug bij zijn.
Ondanks het druilerige weertje was er veel volk op de been. Edwig Demey en de “Vrouwe van Rolleghem” Nathalie Wauthier waren van de partij.
Na de mis tractoren wijding een veertigtal welke onder trommelgeroffel van de drumband en de klanken van de harmonie werden begeleid.
Opvallend was dat enkele landbouwers ook hun kinderen met de tractoren lieten voorbij rijden. Ook een tiental tractorenoldtimers aangevoerd door Philip Ghekiere uit Moorsele kwamen aangepuft, ditmaal was de oudste een Landini uit 1951. De heren bolhoeden uit Ingooigem waren opnieuw van de partij.
De nieuwheid van dit jaar de visbakkers uit Oostende hadden zestig kilogram pladijs, of platvis zoals zij dat noemen bij, welke met een portie friet of een broodje uit het vuistje heerlijk kon smaken, alles werd tot de laatste gram verorbert.
Maakte Rollegem deel uit van: le département de la Lys- Arrondissement de Courtai- Canton Belleghem.
De Franse bezetters hadden de christelijke godsdienst afgeschaft. De nieuwe kalender werd ingevoerd, waarin elke maand 30 dagen telde verdeeld in slechts 3 weken van 10 dagen(= decades). Elke 10de dag van de week was een rustdag voor iedereen(= decadis) Het was ten strengste verboden zon- en feestdagen te vieren, deze waren afgeschaft. Op de decadis waren alle werkplaatsen en winkels gesloten. Op de vrijdagen en vastendagen was de verkoop van vis ten strengste verboden. Priesters die weigerden de “Eed van Trouw af te leggen aan de Franse Republiek werden tot ballingschap veroordeeld en opgesloten in het gevang te Brugge.
Al de kunst bezittingen uit onze kerk werden geroofd ; drie zilveren kelken, de ketting van de St- Sebastiaan- en van de H. Sacramentsgilde. Ook alle kerkelijke goederen werden aangeslagen en verkocht ten voordele van de Repupliek. Op 11 april 1796 kwam ook het verbod de klokken te luiden, een weinig later waren de drie klokken gestolen. Op het kerkhof rond de kerk gelegen, dienden al de kruisen verwijderd te worden. Alle kruisen in en buiten de kerk.
Alle heiligenbeelden aan de huisgevels aan bomen werden verwijdert en onteerd. Op de parochie vond men niemand om dit te doen, er kwamen vreemdelingen welke men “Kruisduivels” noemden de karwei klaren. Steeds meer goederen en arbeiders moesten er aan geloven, er werden 15 soldaten opgeëist voor het Franse leger.
Liever dan het Frans leger sloten vele jonger aan bij het boeren leger en wierpen zich in de strijd tegen de “Sansculotten” en wisten moedig te sterven voor godsdienst en vrijheid, voor “Outer en Heerd” (voor altaar en Haard)
Op Brigandszondag, tijdens die Boerenkrijg, werd en we hier overvallen door zo’n groep opstandelingen, gewapend met riek en zeis. Op de plaatse staken zij de vrijheidsboom in brand samen met de gemeentelijke documenten.
Het jaar 2012 was Els Dewaele volgens de pers, als “Rollegemnaar van het jaar” verkozen.
Met haar werd dan volgens de pers een grote naam aan de lijst toegevoegd,
Te Rollegem noemen we ze nog immer” de verdienstelijkste persoon”.
Ze is al vele jaren actief in de gemeente. Zij had dat niet verwacht, ze schrok dan ook serieus toen ze op het podium werd geroepen.
Els was lid van de ouderraad van de vrije basisschool Sint-Theresia, nu is ze lid van een nieuwe vereniging “ex ouderraad” welke op 27 oktober een Kaarting inrichten
Beroepshalve actief bij Intercommunale Leiedal. De laatste vier jaar is ze voorzitter van de plaatselijke harmonie Sint-Cecilia, daarvoor was ze bestuurslid.
Els zingt in het zangkoor “Crescendo” ze gaf ook elf jaar vormselcatechese. Het is dank zij haar man Philip Hoorens en haar kinderen die gelukkig achter haar staan dat dit alles mogelijk word gemaakt aldus Els.
1999 al voor de zesde keer. 8, 9, 10 en 11 januari.
Ook het laatste jaar voor het millennium word er voor vier dagen gefeest
Vrijdag, zaterdag, zondag en maandag
Deze keer word er voorgegaan in de eucharistieviering door de Kortrijkse deken Valeer Deschacht. Gevolgd door de jaarlijks tractorenwijding. Vanaf de middag staat de hutsepot op het vuur, en in de namiddag is er de koffietafel, er staan dit jaar ook pannenkoeken op de kaart.
Op maandag 11 januari is er een St-Antoniuscarousel met volksspelen allerhande.
Ondanks het kille weer was er opnieuw een ruime belangstelling voor de St-Antoniusfeesten.
De Chirojongens waren aanwezig, de vormelingen en de volgelingen van St-Antonius-met-het-varkentje in bruine pij. Aan het hoofd van de stoet de belleman Edwig Demey gevolgd door de harmonie. Het koor Crescendo onder leiding van Jean-Luc Bertel. De laatstgenoemde zorgde voor de verrassing: toen hij tijdens de mis een nieuw lied aanhief: “De bekoringen van St-Antonius”; Niemand was op de hoogte hier van, men reageerde met een daverend applaus.
Dit keer waren een drieëndertig tractoren bij de wijding, welke een bedankingsbriefje kregen en een paar bierbonnetjes. Een tiental oldtimers stalen de show.
Philiep Ghekiere uit Moorsele kwam aangetuft met het oudste vehikel, een Landini uit 1949.
Ze gaven als reden dat ze niet zo talrijk waren afgezakt, “de Dienen van hier boven voor niet al te best weder had gezorgd”
Bij de ommegang liep een achtkoppige bestuur van Yvegem Sportief uit Ingooigem mee. Ze zijn herkenbaar aan de zwarte bolhoed. Het was de eerste maal dat ze wilden hier zijn. Herinnerd u zich nog dat de eerste paterkleren van daar kwamen. Toen Pastoor Dewulf ze later terug droeg, waren ze nat en vuil, en vandaar dat ze niet tevreden waren en niet wilden komen. De Folkloreraad kon het opnieuw bewerkstelligen om ze terug naar hier te halen.
Waren er te Rollegem 312 huizen met 1552 inwoners. Men telde een twintigtal grote hoeven waarvan 14 omwald. Een vijftigtal mindere boerderijen en nog enkele kleine hoeven.
Met een oppervlakte van 847 ha. Waren er 730 ha pachthoeve, akkers en boomgaarden. 30 ha meers en 10 ha bos. Er waren toen 300 melkkoeien, 1 koren en 1 oliemolen.
Men had huiswevers: 33 meesters, 52 knechten en 9 leerlingen. 2 slagers, een herder met 60 schapen een molenbouwer en een rietmaker. Het grootste deel van de bevolking had een “Lochtink” (een groentetuin). Deze mensen verdienden hun brood het zij als landbouwarbeider, vlasbewerker of thuiswever. Bij een telling in 1961 waren er 2456, en in 1974 2545.
In 1982 telde Rollegem nog 48 landbouwbedrijven. Nu einde 2012 nog amper de helft?
De meest verdienstelijke persoon dit jaar is Zuster Andrea Marijsse 68 jaar.
Naast de dagelijkse taken in het klooster, doet ze nog een fulltimejop zoals.
Ze is beleidsverantwoordelijke samen met de priester en de diaken.
Ze is lector, mede verantwoordelijke voor de acolieten(misdienaars)
Lid van de parochieraad, lid van het bestuur van de K.A.V. en tevens lid van de werkgroep broederlijk Delen.
Ze is tevens voorganger in gebed( wanneer de priester afwezig is) en kan voorgaan op het op de begraafplaats en doet de kruisweg in de vastenperiode.
Elke maand probeert ze alle Rollegemnaars te bezoeken die naar een rust- en verzorgingstehuis in de omliggende gemeenten zijn verhuisd.
Een laatste taak die ze maar al te graag op zich neemt is medewerker zijn van de Ketting.( alwaar mensen met een laag inkomen ook effectief worden geholpen)
Op de vraag, waar ze de kracht blijft halen om verder te doen, antwoord ze onomwonden: “Ik put veel kracht uit mijn geloof.”
Er is weer wat wils op de vijfde editie, een lustrumuitgave die net als de folklorefeesten, ondertussen een vaste waarde geworden is in het Rollegemse gemeenschapsleven
Opening op vrijdag met de gekende patékaarting, maar naast de paté is er nu ook stoofkarbonade te verkrijgen. Ook de niet-kaarters zijn van harte welkom.
Het voltrok zich nu in en om de vernieuwd zaal. De Frituur van jaklientje, de kerstboomverbranding en een lustrumbal voor jong en oud.
De mis werd opgedragen door Mgr. Maertens, ererector van de Kulak (Kortrijk) opgeluisterd door het Crescendokoor.
Onder de trektoren zijn ook dit jaar de oldtimers van de vzw. “Oude trekkers van Roeselare” zijn weer van de partij
De prijs van de hutsepot bedraagt 350fr. Voor de volwassenen en 150 voor de kinderen. De frituur gaat open vanaf 11.30 u.
In den namiddag is er demonstratie van de oldtimers.
De zondag is er natuur de optocht naar de kerk, het varken enz. de traditionele punten zoals ze ieder jaar voorkomen
Er was veel meer volk dan het jaar voordien, ook de kerstboomverbranding trok veel kijklustige. Er was dit jaar ook een jeneverkelder.
Er waren dit jaar een veertigtal tractoren.
Volgens de Chiro is er geen rekening gehouden men hen en vertrekken daarom met hun feest naar Bellegem, ook het toneel vind zich niet in de nieuw zaal en denkt ook uit te wijken naar Bellegem. Het zal een steeds wederkerend probleem worden.
Geen nood broer Dries nam de rennersdraad op en is in 1989 aan zijn tweede juniorenjaar toe. Hij had een indrukwekkend debuutjaar( 1987, plus minus 30 toptienplaatsen en vier overwinningen), maar was veel minder jaar in 1988.(Hij had een verdienstelijk seizoen begin en een degelijk slot, maar globaal gezien was het niet veel soeps. Voor het seizoen 1989 was het broer Ludo die hem klaarstoomde. Te Lauwe behaalde hij zijn eerste zege, in het gouwkampioenschap in Tielt werd hij negende.
Van Ludo weten we dat hij het bracht tot de liefhebbersrangen en na het wegseizoen van 1986 er mee kapte. Zin hogere studies combineren met wielrenner bleek voor hem niet meer mogelijk.
Dat Rollegem ook betrokken was gedurende de oorlogen kunnen we zeker niet vergeten.
Hier gaan we effen kijken wat we daarover terug vinden.
Het eerste wat we vinden waren de schermutselingen welke in 1380 de Gentse opstand tegen de graaf van Vlaanderen. De Vlaamse opstandelingen konden openlijk op de sympathie rekenen van een tiental Rollegemnaars. Na de nederlaag van de Vlamingen, onder de leiding van Filips van Artevelde, op 27 november 1382 te Westrozebeke, moesten 10 dorpsgenoten hun collaboratie met het Vlaamse heir bekopen met de dood of met opsluiting en verbeurdverklaring van hun bezittingen.
Een viertal namen zijn bekend: Pieter van Maren, Wouter van Overberghe, Geeraerd van der Beke en Lodewijk Adaems.
Zes inwoners sneuvelden op het slagveld: Zegher van de Steenkist, Jan Everaerd, Olivier Cogge, Gilles Bonte, Moris van den Colentier en Jan Leenmans.
dat Siska Buysschaert, bankagente, dirigent,onderwijzeres, het klankbord uit Marke. de erkenning kwam in ontvangst nemen.
Het is haar verdienste, het kinderkoor de “pimpeloentjes “welke ze vertegenwoordigd, dat ze in hun naam de bloemen in ontvangst nam.
Ze omschrijft zich zelf als een voortrekker, een rol die haar goed ligt.
Ze is 46 jaar en woont in de Steertstraat 2 te Marke.
Veertien jaar geleden heeft ze een kinderkoor opgericht, af en toe treden ze op, in de kerk, rusthuizen, doopvieringen, huwelijken….
Ze heeft ook bijlessen aan huis aan voornamelijk Franstalige.
Ze is ook begonnen met les te geven aan langdurige zieken, kinderen uit het lager onderwijs. De lessen worden betaald door het ministerie. Ze is ervan overtuigd dat ze al verschillende schooljaren heeft gered.
U verhaal kun je bij haar kwijt, ze kan neutraal raad geven, en dat is belangrijk.
Van pascal weten we dat hij bij de nieuwelingen een maand vóór de overgang in 1989 naar de junioren zijn eerste bloemenpakket wist te bemachtigen. In het Henegouwse Kain was hij onweerstaanbaar solo.
Rond de jaren 1700, was ons land bezet door de Oostenrijkers, Maria-Theresia van Oostenrijk. Toen woonden er in Tombroek een kern van Calvinisten, ook Geuzen genaamd. Deze protestanten waren zeer bemiddeld ze bezaten verscheidene huizen in de omgeving. Ze hadden een boerderij onder de naam “Calvinistenhoek” te vinden in de huidige Tombroekmolenstraat, (Hoeven Raf Vanhoutte- Dendonker)
Volgens “ Kanonik Thanghe, zaliger, wist te zeggen dat op verzoek van de aanpalende pastors van Mosschroen en Luingne die zelfde Maria-Theresia van Oostenrijk, het bevel gaf aan die Geuzen ofwel te verhuizen naar St-Maria-horebeke (Oost-Vlaanderen) voor zij die Vlaams sprekende waren en voor de anders talige naar Wames (Henegouwen) Of zich elke zondag te begeven naar de hoogmis te Rollegem”. Een gezin is met pak en zak naar Hoorebeke vertrokken.
Rond de Heerd, XIV, 391 haalt menige koddige spreuken aan, onder andere, deze: als iemand zegt; “Merci”, dan luidt het antwoord “Merci is opgehangen” Zou ge raden van waar die spreuk komt? Van Tombroek. Zeker Mercy (vroeger Mercier, koopman) was op heterdaad in op diefstal betrapt geweest, gevonnist… en gehangen!
Hij begon te koersen in 1986 en deed voor een debuut vrij verdienstelijk (één zege en 15 toptienplaatsen) In zijn tweede jaar als nieuweling (1987) overtrof hij zijn stoutste verwachtingen. Nu nog schijnt het hem te plezieren wanneer hij deze campagne ter herinnering brengt. Zes overwinningen en niet minder dan 21 topvijfplaatsen. Hij zag zijn overstap naar de Juniors hoopvol tegemoet, het sterkte zijn vertrouwen voor 1989 waarin hij zich als vaste waarde wilde manifesteren. Doch door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil kwam het niet uit zoals hij het zich had voorgesteld. Om te overwinteren deed hij aan pistewerk welke een meevaller was. Hij behaalde zilver in het koppelritkampioenschap. Hij vatte het wegwerk aan met bemoedigde resultaat Kuurne 5de , Harelbeke 5de, en Brakel-Waregem 15de. Dan begon voor hem de pechperiode, valpartij, 14 dagen gekweld met een virus en enz. De batterijen werden opnieuw opgeladen en vrij vlug kwam Gullegem met een 5de plaats, maar toen kwam de examenperiode, waar na hij opnieuw hoopte op een zegeviering.
1991 hij is terug van weggeweest na een seizoen van afwezigheid maakte hij op 1 november zijn rentree in het Gentse kuipke . Langs de grote poort nog wel, bijna lukte hij een dubbelslag, maar op 11 november kon hij zijn kansen niet verdedigen, hij kwam zwaar ten val.
Containerpark Rollegemseweg Heropening op zaterdag 17/11
Opgepast Het is noodzakelijk om steeds uw identitietskaart mee te brengen.
U stopt u identitietskaart in de lezer en de slagboom gaat open. Dit wordt immers op alle containerparken van Kortrijk gebruikt. Om bezoekers van andere gemeenten te weigeren.
Verleden jaar was men er niet in geslaagd de verdienstelijke persoon op het podium te krijgen, het verborgen talend wilde niet geroemd worden. Dan maar de eenvoudigste oplossing, geen verborgen talenten meer, maar mensen welke door hun bijdrage regelmatig in de belangstelling komen. Jammer dat men het zo zou gauw opgeeft om iemand te vinden, om een schouderklopje te geven, een bloempje, om even in de belangstelling te komen.Stel het liever een jaar uit en zoekt, je zult ze wel vinden of moet men inderdaad eerst sterven!
2008 Symphoriën Desmet
Dit jaar was het Symphoriën, hij woont in de Tombroekstraat 123, als gepensioneerde is het bijna niet op te sommen voor hoeveel organisatie hij zich inzet aldus de voorzitter Jean Pierre.
We laten hem zelf aan het woord:
Ik ben verantwoordelijk voor de catechisten op de parochie.
Ik ben voorzitter van de K.W.B.
Ik sta de pastoor bij.
Ik ben voorzitter van Het St-Antoniuscomite.
Ik ben gebedsleider op ’t Hooghe.
Zo koos men dit jaar voor iemand die het dik en dubbel verdiend had aldus de pers
Dit jaar viel de keuze op Rafaël uit de Oude Aalbeeksestraat, omwille van zijn jarenlange inzet voor diverse Rollegemse verenigingen. Maar zoals het vaak het geval is bij verdienstelijke personen, is ook Rafaël heel bescheiden. Zo bescheiden zelfs dat hij liever niet publiekelijk in de bloemen gezet wordt.
Hier mee was het hoofdstuk adel afgesloten en keren bij onze landerijen terug om van het ganse geslacht niets af te breken maar met de huidige tijd verder te gaan.
De familie Nijs verkocht op hun beurt aan de heer Constant Brouckaert geboren te Bellegem den 28 februari 1873, overleden op 2 april 1967. Zijn echtgenote Marie D’Hulst.Zij hadden een talrijk gezin waarvan de zoon Andre geboren te Rollegem 11 mei 1923 gehuwd met Verhoye Marcella geboren te Marke op 31 december 1926 op de boerderij bleven. Zij was ook afkomstig van een landbouwbedrijf.
Nog andere leenheren
Er zijn de leenheren “De la Boutillerie(1420) dit van het goed “De Coster” en Van Pierre van Bellegem, wiens zoon Eloy v. Bellegem dit verder verkocht aan Pierre d’Halluin. Verder wordt vemeld Jean Vander Crusen, Van Gavere, Vandenneste of De la Neste, Leerkesgoet (1506)
In de heerlijkheid van La bassie komen de namen voor van Nicolas-François du Bocaye en deze van Bonaventure van der Meerch die de eigendom kocht in 1785.Het leengoed L’Espierre ook genoemd Ter Beke met Catherine Hubertine Eymans dat het erfde van haar ouders Hubert en Elisabeth Vuyten- Eeckhout.
De baljuw zoals al vroeger vermeld Adrien Desmet (censier) pachter van de “Porte Ferreé” overleden voor 1635 en Pière-Roger Jonville overleden op 1 maart 1768, deze laatste is begraven in de kerk te Rollegem langs de rechterkant van de oude kerk. Bij de afbraak van de kerk werd de zerk overgebracht naar de sacristie waar hij zich nog steeds bevind.
In 1800 was Constant De Brabander secretaris van het kanton Bellegem. Door de wet van 30 augustus 1798 werd Jacques Facquaert aangesteld als voorzitter van het gemeentebestuur van Bellegem. Het was het voor hem dat de huwelijken van Rollegem plaats hadden, vanaf 11 oktober 1798.
Indien tijd waren er 4 getuigen nodig voor het huwelijk. Zo vinden we dat de familie Vandermeulen woonachtig te Rollegem naar Bellegem moest om te trouwen.
Deze toestand bleef tot bij de eerste burgemeester 1815.
De Meyer van Rollegem was Constantin Francois VanderMeersch geboren te Moorsele op 29 maart 1769 en werd burgemeester in 1815 hij bleef het tot na 1830. Hij overleed te Rollegem op 12 september 1844. Hij was tevens provincieraadslid van West-Vlaanderen voor het kanton Bellegem. Hij was weduwenaar van Marie-Jeanne_Thérese Everaert. Zijn ouders waren Engelbert Van Der Meersch en Marie-Anne Vander Plancke, zijn zoon Constantin Vander Meersch geboren te Rollegem op 19 oktober 1800 werd burgemeester in 1850 na dat hij ontslag had genomen als secretaries.
Zoon van al even een wielrenner van bij ons Jaak, een winnaarstype is het niet, want is niet van de rapste aan de meet. Een demarrage plaatsen in het slot van de koers, zodat de concurrentie zich de ziel uit het lijf moet rijden om het gat te dichten dat is zijn antwoord voor de overwinning.
1983 vinden we hem bij de juniorentrofee op de 32 plaats met 20 punten. Er kwam voordien wat materiaalpech en ook enig sukkelen met de gezondheid bij kijken, maar zijn de resultaten in stijgende lijn. Twee zesde en vierde en nu de eerste overwinning precies in de dezelfde koers waar hij een jaar geleden debuteerde. Toen werd het de zesde plaats, zeg maar onmiddellijk geïntegreerde bij de juniores. Hij heeft nog een jaar bij de juniores te goed. Deerlijk derde, Kuurne 2de .
In 1984 gedurende zijn legerdienst gekazerneerd te Sijsele nam hij deel aan het Belgische Militair kampioenschap te Zemst, alwaar hij in Juli de overstap ging maken naar de amateurs. In 1983 twee overwinningen, Te St Katherina Heule en Wattripont. En Primus in de eindstand van de trofee “Tussen Leie en Schelde”. 1984 een overwinning
1987 Angelino legt profambities naast zich, een vaste betrekking als bakker wil hij niet in de weegschaal werpen voor een profavontuur. Hij acht zich trouwens niet bekwaam om op het hoogste wielervlak een rol van betekenis te kunnen spelen.
Als amateur in 1986 boekte hij kort na de ronde van West-Vlaanderen een eerste succes, daarna had hij nog palmen te Binche en Amougies.
Met de driedaagse van West-Vlaanderen, de Franco-Belge, de tweedaagse van de Gaverstreek en de ronde van West-Vlaanderen dat zijn verwachtingen voor 1987
Deze Keer was het Raymonde Crunaire welke als verdienstelijke persoon werd verkozen.
Zij woont op de Rollegemplaats nr. 7 Ze heeft er een druk beroepsleven in zowel de fabriek , de brouwerij als de melkerij opzitten en bracht intussen ook nog twee zonen en vier kleinkinderen groot.
Ze was dit jaar 76 jaar, en toch zet ze zich heel actief in op de parochie. Al bijna 26 jaar is ze voorzitster van OKRA, wat voorheen de bond KBG was. Ieder maand de vierden dinsdag organiseren ze een kaarting. Jaarlijks een uitstap en vieren ook jaarlijks het kerst en paasfeest. Naast de vele uren welke ze besteed aan OKRA, gaat ze op reis met vriendinnen, hetzij dag uitstappen of verre reizen.
Ze is al jaren de drijvende en een stille kracht in de vereniging
Johanna kreeg als verdienstelijke persoon dit jaar een bos bloemen en felicitaties, wat haar wel ontroerde, en wat ze een grote eer vond.
Zij woont in het Tulpenpark
Johanna sprong dit jaar in het oog omdat ze zich al jaren actief inzet bij de Gezinsbond als bestuurslid van hier ter plekke en bestuurslid van de gewestelijke afdeling van die zelfde bond goed voor 26 gemeenten.
Ze bezorgt op haar eentje het ledentijdschrift van de vereniging aan alle leden, in 26 gemeenten
In de basisschool Sint-Theresia leidt Johanna er de voor -en naschoolse opvang in goede banen
Hun dochter, Marie-Rose Louise-Ghislaine d’Ennetieres geboren te Doornik op 28 maart 1823 en gestorven te Brussel op 16 maart 1876.Het huwelijk voltrokken, in Parijs (waarvan bekendmaking werd gedaan te Houtaing-Lez-Ath op 5 juni 1842) met Octave-Charles -Louis-Guillaume, graaf d’Oultremont de Duras, geboren te Brussel op 24 september 1815, werd bezegeld met een zoon.
Adhémar-Louis- Fréderic-Ghislain, graaf d’Oultrmont-Duras, werd geboren te Brussel op 9 juli 1845. Hij was senator voor het arrondissement Ath.
Hij heeft de hoeve en landerijen en alles wat eigendom van hem was hier te Rolleghem verkocht in het jaar 1895 aan Messire Edouard en Nijs Gustave, fabrikant van fotografische platen te Kortrijk.
De Adel? Zij verliezen prestige en Macht.
Een Franse leuze 3gelijkheid voor iedereen” bracht met zich mee dat edelen hun titels en bezittingen verloren. Ook Markies Joseph Balthasar Alexandre d’Ennetiéres, heer van Rollegem en graaf van Moeskroen, Titels, tienden, renten en rechten. Met een listige streek werd er niet aan zijn bezittingen geraakt, integendeel zegt men, door de Franse bezetting en de aanhechting van ons land bij Frankrijk werd hij “Président du département de Jemappes” en ridder van “La Légion d’Honneur”
Zou het ook zo niet kunnen dat vele mensen zoals ik bij het begin van dit overzicht zei: Het leren kennen het begrijpen en het verder zoeken, naar het verleden brengt dit met zich mee.
Hoeveel zijn er niet met een voorzetsel “van” wat in het Frans overeenkomt met “de’ zoals bv. Gustave Van Hoorebeke welke zegt; met hoeveel zijn ze niet die we vandaag nog edelman noemen, welke de naam ontleend hebben van hun parochie, dorp, of heerlijkheid met bezit van wapen en naam. Zij komen werkelijk uit de grijze oudheid.
Op het einde van de middeleeuwen hebben de grote familie een lange smartelijke doodstrijd gekend, ze hebben de genadeslag gekregen door vrijmaking van de gemeenten en hebben in vernedering geboet voor vijf eeuwen van fouten en misdadige tirannie.
Zoals iedere menselijke instelling droeg de feodale adel de kiemen van de dood in zich, en haar laatste uur bepaalt. Niet tegenstaande hun ontaarding en vernedering, zijn ze fier gebleven.De herinneringen van grootheid of schaamte moest vereeuwigd blijven Niet allen werden in eer hersteld, dat is dan ook de reden dat ze zelfs tot in de laagste klasse van de bevolking terug te vinden zijn.
Men zei van de adel; “dat ze blauwbloed hadden die door de adderen stroomt.” Heden worden er blauwe ringen rond hun achterste geschilderd. (Dat komt van horen zeggen)
“ De arbeiders zijn aldus de adel, niet allemaal zo volks als de huidige adel zich voorstelt. Ze zij samengesteld voor minstens zeven tienden door parvenu’s opkomelingen(, iemand die door rijkdom omhoog gekomen is, zich daar op erg laat voorstaan, doch voortdurend blijk geeft zich de nodige beschaving niet eigen gemaakt te hebben.) burgers in de adel verheven in de periodes dat de verheffing tot de adelstand door geld en ambt niets ridderlijk meer hadden.
In de Almanach Royal vind je de adellijke namen terug van Baljuw, ontvangers, Jachtopzieners, enz…de dienaars van de primitieve adel. Deze archieven staan grotendeels open voor onderzoek. Vele burgerlieden kunnen daar door hun werkelijke voorouders de namen terugvinden.
Ten einde raad en zonder geldmiddelen heeft de adel zich op de industrie en handel geworpen aldus Gustaaf Van Hoorebeke, ze deden zaken in het groot en in het klein men beoefent een ambacht of vrije kunst, men werd arbeider; men onderscheid zich slechts van het gepeupel door een historische naam en de vage herinneringen van zijn wapen, Men kent zelfs de huwelijken beneden zijn stand niet. Er is een kruising van kasten in het oneindige. De feodale kolos is de gelijke geworden van de onadellijke, hij is vergeten wat hij was.Hij houdt van werk wat hij vroeger verachte, hij is gelukkig er zonder blozen de prijs er voor te ontvangen.
Hij was eerste “Hoogpointer” van de kastelein van Kortrijk in 1743.
Hij werd geboren te Gent, op 1 april 1718 gedoopt in de St. Michielkerk op dezelfde dag en overleed in Doornik in de parochie van O.L.Vrouw op 3 april 1758 en werd in Mouscron begraven.
Hij was gehuwd op 8 april 1739 in de kerk van O.L.Vrouw te Doornik, met Jeanne-Ernestinne-Albertinne de St. Aldegonde de Noircarmes, gedoopt te Doornik in de parochie St. Nicaise op 15 november 1719. Ze stierf in dezelfde stad op 15 februari en werd in de O.L.Vrouw kerk begraven den 18 februari 1788.
Hun oudste zoon Albert-Marie-Maximilien de vijfde markies werd geboren te Doornik op 24 maart 1740 en gedoopt in de O.L.Vrouw en hotel d’Ennetieres, in de rue St. Martin overleden op 29 januari 1759.
Het Hotel d’Ennetieres behoorde eerst aan M.Louis Crombez, jonker en burgemeester van Doornik. Hij was lid van de kamer van Volksvertegenwoordigers.
Daarna werd het eigendom van Louis Duquesne Jonker, commisaris van het arrondisement Doornik.
De vierde markies d’Ennetieres had het gekocht van Maximillien, markies de la Woestine et de Becelaere, op 29 juli 1741. (Uit het archive de Doornik diverse acten Layette van 1741.)
Zijn broer Joseph-Marie-Edouard-Baudry, anders gezegd in de akten,Baudry-Marie-Joseph-Edouard d’Ennetieres, zesde markies met deze naam graaf de Mouscron, heer de Luinge en de Rollegem enz.. Hij werd geboren te Doornik op 8 april 1742 en gedoopt in de O.L.Vrouw kerk op 2 mei van het zelfde jaar.
Hij stierf ongehuwd in zijn kasteel de la Berlière te Hautaing_Lez Ath waar hij begraven werd op 20 oktober 1786.
Daar door kwam de zevende markies Joseph-Marie- Balthazar-Alexandre d’Ennetieres als opvolger van zijn broer, met deze naam: graaf van Mouscron, d’Hust en van het Heilig Rijk heer de Luingne, Aelbeke en Rollegem enz..
Ook hij werd geboren te Doornik op 11 april 1743, gedoopt in de O.L.Vrouwkerk op 15 mei van hetzelfde jaar.
Hij huwde te Colemberg bij Boulogne-sur Mer, op 15 oktober 1787 met Rose-Charlotte-Anne Gabrielle de St. Aldegonde de Noircarmes, zij was geboren op 21 december 1764. Ze stierf te Doornik op 14 maart 1818 en ze werd begraven bij haar echtgenoot te Mouscron. Zij waren de laatste dame en heer de Rolleghem.
Het bezit van de hoeve en de landerijen van Rolleghem bleven bij de achtste markies d’Ennetieres tot aan zijn dood. Hun zoon Frédéric-Joseph woonde op het kasteel van Duras in de omgeving van Luik, alwaar hij overleed op 23 juli 1875.
Hij had een dochter uit het huwelijk met Félicité-Anne-Jeanne-Ghislaine de Draeck, welke geboren wed te Gent op 9 februari 1798.
Op den ouderdom van 57 jaar, werd ze vermoordt door een dienstbode te Zomergem Oost-Vlaanderen op 21 oktober 1855.
Jacques is nu 42 jaar en woont met moeder Agnes Vandendriessche op de ouderlijke boerderij langs de Rollegemseweg.
Hij liep school in het MPI de kindervriend hier in Rollegem, daarna in het MPI op Heule Watermolen. Hij werkt ondertussen al 22 jaar in de Waak te Kuurne. Boogschieten is zijn grote passie, dit begon bij het vinden van een boog op de boerderij. Toentertijd was de schuttersvereniging van Rollegem er met hun staande wip aanwezig en lokaal op de boerderij gevestigd.
Intussen is deze gilde verdwenen maar Jacques sloot zich aan bij de schutters uit Bellegem, alwaar hij reeds tweemaal koning is geworden. De “perse” is er gebleven op de boerderij en zo kan hij nog elke dag daar op oefenen. Hij is ook zeer erg begaan met zijn dorp en de omgeving. Hij is altijd van de partij om te helpen bij de St-Antoniusfeesten,maar vooral de Folklorefeesten zijn zeer belangrijk voor hem. Ook te Bellegem is hij zeer bedreven, mosselfeest en onderhouden van de schutterskantine.
Afkomstig van het gehucht Tombroek aan de kant van Dottenijs, kan moeilijk nee zeggen.
Ze is al jaren in de weer als voorzitster van de plaatselijke KVLV, de katholieke vereniging van landelijke vrouwen. Ze heeft een varkenskwekerij in de Moeskroenstraat. Maar zo denkt ze zelf: “Het zal wel zijn omdat ze weten dat ze mij altijd van alles mogen vragen” verdenkt ze de werkgroep van de folklore, die haar dit jaar verkozen als verdienstelijkste persoon.
Naast al haar drukke bezigheden is ze ook verzamelaarster van varkentjes, welke ondertussen al is uitgegroeid tot een 400 tal.
Wie haar een plezier wil doen mag dus gerust aandraven met een of ander varkentje, ze zal geen neen zeggen.
Intussen was de familie d’Ennetieres in het bezit van het cijnsgoed de Rolleghem en de afhankelijke landgoederen. Een deftige burgerfamilie uit Doornik. Ze stamden uit het feodale tijdperk, ze zijn afkomstig van een jongere tak van de landsheren d’Ennetieres in Avelin in het land van Mélantois, kastelein van Rijsel.
Met het overlijden van ridder Robert de Anethières, de mannelijke kant van dit ras was de oude tak uitgedoofd. De belangrijkste erfgename was zijn dochter, Elisabeth.
Den Doornikse tak begint met Jakemes of Jacques Dantières , van beroep bierbrouwer, gestorven op zaterdag 30 januari 1306. Zijn jongste zoon Gerard, zet de familie voort.
In de zesde graad vindt men een directe afstammeling van Gerard, namelijk Jerome Dennetières, pelgrim naar Jeruzalem, ridder van St. Sepulchre.
Hij werd in de adel verheven door de Duitse keizer,Charles V, het was een oude gezworene, een oud wethouder en oud soeverein en provoost van Doornik.
Op de sluitsteen van het voorportaal van de hoeve van Rollegem leest men;
Bovenaan: Obijt; rechts: 30; links; 7bre, en onderaan anno 1735.
Wat heeft dit te beduiden? Als men alle stambomen nazoekt van de d’ Ennetières vindt men niets. Is het misschien de vermelding van de overlijdensdatum, van markiezin Alexandrine-Françoise, geboren gravin de Basta, dHust en du Saint-Empire, welke weduwe was van Jacques-François-Hippolyte, tweede markies d’Ennetières op 14 juli 1714 had als tweede man, Albert-Michel-Joseph graaf de Franeau, baron de Gommegnies.
Het is zeker met de kleinzoon van deze dame dat de reeks van de landsheren van Rollegem moet beginnen.
Hij was eerste Hoogpointer. De “Pointeren” waren in Vlaanderen de ambtenaren belast met het opzoeken van belastbare en patent betalende personen. Deze ambtenaren waren ook zetters van belastingen en tiendeninzamelaars. Een “Hoogpointer”of “Groot pointer” was degene die bevoegd was voor een volledige Kastelein.
Engelbert-Frederic-Maximilien-Joseph d’Ennetières, vierde markies met deze naam, graaf de Mouscron, d’Hust en van het heilige Rijk, baron d’Heule en de la Berlière, heer van Luingne, Aalbeke, Rollegem, Bissegem enz..
Geboren en getogen Rollegemnaar uit de Rollegemkerkstraat 30 (jong 60 jaar)
Ze denkt dat ze de titel te danken heeft aan haar sociale inzet. Zij verteld dat ze voorzitsters is van CM ziekenzorg en ze zong 12 jaar in het plaatselijke koor Crescendo, waar ze tenor was. Ze plaatste vrijwillig vooraf de stoelen, en zette de verwarming aan.
Ze is lid van de gemeenschapsraad, actief in de parochieraad en den bond van de gepensioneerden.
Ze draagt ook haar steentje bij tijdens de jaarlijkse novene van St-Antonius, alwaar ze kaarsen verkoopt en het uitdelen van gebeden en gebedsprentjes.
Ze gaat tevens naar andere gemeenten om er te bidden. Ze komt uit voor haar geloof en de mensen kennen haar zo.
Ze is tevens actief in den Bekaert seniorenclub waar ze ook haar handen uit de mouwen steekt.
Ze werkt tevens mee aan de Folklorefeesten. Ze trok ook al een viertalkeren met ziekenzorg naar Lourdes maar moest hiervan afzien vanwege rugklachten.
Bij de zitdagen van de schepenen van de stad is ze nauw betrokken, ze fungeert daarbij een beetje als spreekbuis voor vele Rollegemnaren. Ze heeft een vrij hoog IQ en wend dit aan om mensen te helpen waar het kan, maar je kunt natuurlijk nooit voor iedereen goed doen.
Dit jaar
waren de pioniers aan de beurt John Dendievel en Lucien Bulcaen werden in de
bloemen gezet. Om 11 uur vlak voor het burgerlijk huwelijk van Rollo en Flore.
John en Lucien
waren erbij van bij de stichting 25 jaar trouwen dienst
Jacqueline
Descamps, in de volksmond “Jacquelientje”, een geboren en getogen Rollegemse
verpleegster uit de Aalbeeksestraat.
Jacquelineis gehuldigd voor haar jarenlange inzet bij
alles wat er op de parochie gebeurt. Ze werkt ondermeer mee aan de seniorennamiddag
op de folklorefeesten
De
nieuwbakken Rollegemnaar , sinds enkele weken verhuisd vanuit Aalbeke welke er
in juni 1982 in slaagde, de o zo gaarne voor eigen volk te winnen, 11de
grote prijs ereburgemeester Vandenberghe op zijn naam te schrijven. Hij heeft
bij de juniores nu op zijn naam 5 overwinningen, 15 tweede plaatsen en nog een
handvol in de eerste vijf. (Foto boek 31)
Hij doet op 3 augustus 1982
zijn overstap naar de liefhebbers.
1991 zet de Rollegemnaar een
grote stap vooruit dank zij Roger De Vlaemick, hij heeft me de ogen geopend, op
zijn aanraden is hij op een vastomlijnd schema beginnen trainen, en vond er van
meet af aan baat bij. Dat hij Roger De Vlaemick graag had gevolgd naar TONTON
TAPIS, hoefde hij niet te benadrukken.(13 juli 1991)
Zuster Lieve,
of Alice Dumol Kreeg uit de handen van de Heer van Rollegem voor de eerste maal
een erkenning als verdienstelijke persoon, en het deed de 82 jarige zuster
bijzonder veel genoegen.
Zij werd
geboren in Wijnnezele (Noord Frankrijk) op 28 februari 1917 , Ze ging naar
Watou naar school. In 1938 trad ze binnen in het klooster van de Zustersvan de H. Theresia. Korten tijd later vertrok
ze naar Bakwanga in Zaïre, het toenmalige Congo. Ze kwam in 1966 aan te
Rollegem, waar ze de huiselijke taken op zich nam. Al die jaren zorgde zuster
Lieve er voor dat alle feesten op de parochie perfect verliepen. Ze zette zich
in voor de Chiro en allerhande schoolfeesten. Ze zorgde ervoor dat er voldoende
borden en het nodige matreaal voorhanden was. “Soms hadden we feesten voor 300
mensen, dat was sleuren geblazen, met zware bakken met borden en glazen.”
De erkenning
die ze kreeg als verdienstelijke persoon voor al die jaren trouwe inzet deed
haar bijzonder veel deugd.
Het was
trouwens de eerste maal dat aan iemand van Rollegem deze eer te beurt
viel,het werk achter de scherm waar
weinigen zicht op hebben, zouden vanaf heden een pluimpje, of een schouder
klopje krijgen, in de vorm van een boeketje bloemen.
Op
28 juni 1706 gehuwde hij een eerste maal met Marie-Ernestine de Houchin,
dochter van Charles-Claude de Houchin ridder sire en markies de Longastre, heer
dÂ’Annezin enz..en van Beatrix-Jeanne-Claire-Therese du Chastel de la
Howarderie, dame en burggravin de Haubourdin et dÂ’Emmerin.
Op
22 mei 1721 overleed zijn vrouw op het kasteel de Beaumanoir, ze werd begraven
onder het koor van de kerk van Houplin-Lez-Seclin.
Niet lang daarna hertrouwde de burggraaf de
Petrieu met Marie-Charlotte monet de la Salle, Zij was de dochter van burggraaf
de Beaumanoir te Houplin.
De
burggraaf overleed in den ouderdom van 65 jaar op 7 oktober 1749. De dag daarna
werd hij onder het koor naast zijn vrouw in de kerk van Houplin begraven.
Uit
het eerste huwelijk waren er negen kinderen.
Het
was Philippe-Alexandre-Alberic du Chastel, ridder, welke we rond de periode van
1776 zouden terug vinden als graaf de Petrieu, markies de Rolleghem, door de
akte
van een nooddoop in de kapel van het kasteel de Beaumaroir op de 17de
van mei. Hij werd geboren op de 16 mei 1718, waar hij pas op 9 juni gedoopt
werd in Houplin van dat zelfde jaar. Hij had voor peter Philippe-Alexander de
Ghisstelles, markies de St. Floris. De meter was Marie-Philippe-Albericque du
Chastel dame de Verquin, dochter en erfgename van de graaf de Blangerval.
In
1780, werd la Vaquerie verkocht aan Mevrouw de Hauteclocque de Wail, geboren
Marie-Yolande le Caron de Canettemont. Vaqueriette was achtereenvolgens van de
Mieure, tot Bois de Boyeffes, en dan tot du Chastel de Bangerval en
uiteindelijk tot de Houteclocque.
In
1788 leeft Phillippe du Casthel nog, hij was opdien ogenblik nog burgemeester
dÂ’Ancoisne en werd onder de edelen van het baljuwschap van Rijsel gerekend.
Hij
werd geboren op 22 juni 1958.In 1975
ging hij van start. Na twee maanden nieuweling te zijn geweest moest hij reeds,
omwille van zijn leeftijd naar de juniores. Zijn uitslagen een eerste en vijf
vijfde prijzen in 1976
Een
2de plaats in het Eindklassement Fleche du Sud (LUX)
In
Juli 1978 bij de liefhebbers in Tielt, overwinning voor Johnny. De Rollegemnaar
is voort durend op de dichtste ere plaatsen, ontbeert wat geluk om palmen te
veroveren
In
1980 is Johny weer in conditie , na een valpartij in de tweedaagse van de
Gaverstreek, toen hij puik gerodeerd uit de Franco-Belge kwam. Dank zij de
ronde van Limburg is hij weer de oude. Naast de laatste klassiekers is er ook
de Italiaanse ritten wedstrijd waaraan Johny met de S.V. Deerlijk hopt te mogen
meedingen. Op de cols aldaar trok hij vorig jaar al flink zijn streng.( foto
boek 25) hij wonvijf koersen bij de
Juniores en is overgestapt naar de amateurs (Liefhebbers) Hij wil beroeprenner
worden
Den
Deerlijkse klepper die in de ronde van de vallei van Aosta in Italië een puike
conditie onderstreep, won ook te Bissegem.
1980
2de in Internatie Reningelst (BEL)
1981
Johny is geselecteerd voor internatie Reningelst, samen met Dirk Demol Eric
Vanlancker voor de ploeg Zuid, tevens waren er ook bij Paul Haghedoornen Luc
Meerseman enz.
Zelfs
de graaf de Gand met de initialen A.Fr. , naaste familie van de kinderen van de
graaf de Blangerval. Zie hier de namen Michel-Maximilien, markies de Hem,
gehuwd op 15 maart 1704 met Marguerite-Charlotte de Berghes-Saint-Winnoc
François-Gilbert
de Gand, Kanunnik van Doornik en Jacques-Ignace de Gand.
Ze
hadden ook een oom Jacques de Gand-Villain, graaf de Gand, Hij was luitenant
van de grenadiers bij het regiment van de Waalse garde in 1703, daarna kolonel
bij de Duitse keizerlijke dienst.Hij lied zich Albert-François-Dominique
noemen.
De
tweede graaf Alberic-Adrien-François-Joseph du Chastel, die zijn broer opvolgt,
had met zijn eerste vrouw vier kinderen en met zijn tweede, een zoon. Volgens
de familie langs vaderszijde was het een bastaard. In de middeleeuwen kwam dit
veel voor zelfs in de 17de en 18deeeuw, een buitenechtelijk kind dat meestal
door de vader werd onderhouden, maar welke geen rechten had op een titel, troon
of opvolging.
Het
nageslacht van dit huwelijk verbond zich aan de Tramecourt en smolt samen met
het huis de Lannoy, tak van de graven dÂ’Annepes, barons de Wasnes (te Toufflers)
en dÂ’ Espierres. Het leengoed bevindt zich op het grondgebied van Toufflers,
Sailly en Templeuve-en-Pevele. Het behoorde tot het leengoed de Maufait,
dÂ’Outrewasne en du Chastelet aan de weg van Toufflers naar Doornik.Ze werden opgenomen
in de “Nobilaire de Pays-bas” door de Vegiano, uitgave de Herckenrode, t.l.
p.69 en in de Annuaire de la Noblesse de Belgique voor 1852, t.VI, p.208.
Deze
dame had drie broers: de oudste, (overleden door te vroeg geboren) geboren op
11 juni 1697, en werd begraven in de
kerk van Houplin. De tweede, evens overleden.
En
een derde ( allen ouder dan zij), maar waarvan men denkt dat de derde wel eens
de zoon zou geweest zijn van Marie-Jeanne Manesier(logementsdochter) die
Guillaume-François genaamd en met de titel graaf de Blangerval, Rolleghem zou
opgenomen zijn op 16 oktober 1719?
Het
goed gaat terug naar de jongere tak genaamd de graven de Petrieu.
Erkenning van
den verdienstelijke persoon van Rollegem.
In 1999 heeft
de Folkloreraad een nieuw initiatief in leven geroepen.
Vanaf heden
zou men iemand een pluimpje, of een schouder klopje geven in de vorm van een
boeketje bloemen
Het werk
achter de schermen waar weinigen zicht op hebben, een klopje geven, zeggen mens
doe zo voort. Ze komen maar zelden of nooit in het daglicht te staan maar het
zijn keiharde werkers. Ze doen dingen in het dagelijkse leven waar niemand
blijf bij stilstaan, het zijn haast schaduwen die voorbij glippen zonder dat we
het zien maar het werk is verricht, niemand blijft er bij stilstaan, het zijn
noeste werkers en daarom verdienen ze een bloempje. Ze staan niet op het
podium, meestal hebben ze het opgebouwd of terug afgebroken. Ze zijn wat we
noemen de werkers achter de scherm, mensen helpen daar waar nodig, en geloof
ons, ze zijn o, zo moeilijk op een podium te krijgen.
Eenmaal dat
men sterft zijn we allen helden iedereen weet wat ze waard zijn, we worden
bewierookt met lof overgoten, maar bij leven. Zoek ze maar uit, dat was wat de
raad ziet in een verdienstelijke persoon, en die zullen we zoeken! Een
schouderklop een bedanking bij leven! En zo zal het geschieden:
De
heer van Rolleghem stierf in 1712 Ook hij was tweemaal gehuwd geweest.
De
eerste maal met zijn nicht Anne-Marie-Petronelle-Michelle de VarennesZe was de dochter van Michel-François de
Varennes, ridder, heer de Houplin-lez- Seclin, de Beaumanoir te Houplin en
Philippe-Françoise de Gand et Villain.
Bij
het huwelijk waren de getuigen Michel-Maximilien de Gand; baron de
Sailly-Lez-Lannoy ridder, en Lamorald le Ricque, jonker, heer de
Steuvelles(Estevelles). In het achives de lÂ’Etat-civil de Houplin, Nord,France
kan men het zien in de huwelijksregisters van de parochie van Houplin waar de
acte van dit huwelijk ingeschreven werd.
Wanneer
zijn vrouw overleden is, ging de graaf de Blangerval een morganatisch huwelijk
aan met Marie-JeanneMannessier (
huwelijk met de linker hand: huwelijk van een vorstelijk persoon met iemand van
lagere rang, waardoor deze en eventuele kinderen van bepaalde aan vorstelijkheid
verbonden rechten verstoken blijven onder de hoge adel waren deze huwelijken
vroeger niet zeldzaam.) In een rechterlijk menoire is ze gekwalificeerd als een
Logementdochter.Er waren geen kinderen.
Zoals
het bij de dorpelingen ging, indien men huwen wilde zocht men een meisje van
het dorp. Zo was het ook in de adel. Om tot de adel als kind te kunnen behoren,
moeten, beide ouders afkomstig zijn van de adel. Zowel bij dorpelingen of in de
adel waren in een gezin velen kinderen: tien of twaalf, waren geen uitzonderingen.
Trouwens de kerkleiders kwamen het steeds maar aanporren. Iedere paring moet
minstens een kind teweeg brengen, het was niet voor niets dat in de Bijbel
stond: gaat en vermenigvuldiging u.
Ook
in adellijke kringen wist men dit maar al te goed. Maar dat bracht met zich
mee, dat door hun mentaliteit, van binnen zijn kring te huwen, op lange termijn
iedereen verwant werd met elkaar, ja zelf familie. Denk maar aan de uitdrukking:
“ kozen en nichten die vrijen lichte.”
De
jonge edellieden hadden het dan ook zeer moeilijk om een huwelijkspartner te
vinden, die niet verwant was met hen.
Zo
gebeurde het dan ook dat ze noodgedwongen met iemand van lagere stand in het
huwelijk traden.
De
kinderen uit dit huwelijk waren niet meer volgens de oude regel van den adel.
Zo
ontstond een regel die zei; “ dat indien een van de ouders van den adel was het
voldeed om toch een adellid te zijn.
Wat
meebracht dat het kon inhouden dat een “Afstand van Akte” of met andere
woorden, wanneer het huwelijk kinderloos bleef dan zouden de bezittingen terug
gaan. Men noemde dit een “Logementdochter” met andere woorden zou dit betekenen
dat iemand afstand doet van zijn of haar rechten. Een kind uit dat huwelijk kan
alleen erven van de moeder. En wat als de vader minderwaardig was?
Georges Christiaen te Kooigem geboren op 21/8/1910 en overleden te Oudenaarde op 13/01/1983
In den tijd waren er te
Rollegem heel wat wielrenners gehuisvest. Men had ondermeer Georges Christaens
(Beenie) wat men in de volksmond. Deze woonde een tijd hier in de Kerkstraat
nr.13en het was slager Albert
Vandevenne die er zich over ontfermde. Opdat zijn “Poulain” denodige sterke hebben zou hebben om zijn naam
beenie in ere te houden, bracht den beenhouwer dagelijks zijn portie biefstuk.
Onze vertroetelde renner kon zoiets onmogelijks verorberen. Hij kon ook de moed
niet opbrengen om te weigeren en zijn verzorger, weldoener te mishagen. Vele
van die malse steaks zouden dan ook verdwenen zijn wat mentoenmalig noemde het “vertrek” (WC). Want
toen dat Georges weer naar Bellegem verhuisde werd den aalput van het nr. 13
leeg gemaakt en wat vond men kiloÂ’s rottende stukken vlees.
Belgische National
Kampioenschap 13/8/1939was hij 13de
Grote prijs de Fourmies
21/8/1932: 1ste
Ronde van Vlaanderen
31/3/1940: 3de
Grote prijs Zottegem
25/6/1939: 3de
Grote prijs Wallonië :
25/6/1939: 3de
Luik-Bastenaken-Luik
14/5/1939: 13de
Parijs Tours: 3/5/1936: 10de
Luik-Bastenaken-Luik
26/4/1936 14de
In 1938 de 26ste“Giro d’Italia” op 7 mei start in Milaan en
eindigt op 2 juni. 94 renners stonden er aan de start verdeeld over 15 ploegen.
Ze werd gewonnen door Giovanni Valette. Totaal moeten ze 3643 km afleggen. Dat
doen ze met een gemiddelde snelheid van 32,378 km/h.
Vier Belgen doen er aan mee
waaronder Cyriel Van Overberghe die zeventiende word. Camiel Michielsen welke
eindigt op de eenentwintigste plaats, Noël Declercq , zesendertigste. Maar
Georges eindigt op de 13de plaats op 1h08’ 59”. Ondanks vele
strubbelingen verdienden ze een aardige stuiver.
De Belgen konden voor hun materiaal
rekenen op Italiaanse steun, hun fietsen waren van de industrieel “Faggi”
Georges reed ook in Duitsland
Rundfahrt . In 1939 zou hij rijden voor een Berlijnse firma, deze zou hen
betalen en uitrusten met materiaal. Doch hij kreeg geen groen licht van zijn
Belgische constructeur om op Duitse fietsen te gaan rijden.
De
eerste opvolger Charles-François de Chastel die het adeldom van Rollegem vormde
op 22 mei 1624 stierf te Gent, in de ouderdom van twintig jaar op 19 december
1637 en werd bijgezet in de St. Pieterskerk.
Zo
wordt Jerome-Philippe du Chastel, jonker en tweede zoon in lijn den opvolger
van zijn overleden broer.
Officier
in Spaanse dienst, infanterie kapitein en kolonel in een Waals regiment voor
1661. Het jaar waar hij door Philip IV, koning van Spanje, en souverein van de
Nederlanden, gouverneur, kasteelheer en groot baljuw van Audenaerde en graaf de
Blangerval gemaakt werd.
Als
gouverneur, kapitein en groot baljuw van Audenaerde, Jerome-Philppe du Chastel,
ridder, heer blangerval, Rollegem, Annequin enzÂ… was hij ook lid van de
Oorlogsraad van zijne Katholieke Majesteit en kolonel van een Waals regiment.
De
eerste graaf de Blangerval, vierde heer van Rolleghem van zijn geslacht, was
tweemaal getrouwd.
De
eerste maal in 1666 met Louise de Bellefouriere of Belleforiere ,
kanunnikes(stifdame) van Nivelles, dochter van Alexandre, graaf de
Bellefouriere, baron de Sally enzÂ… en van Anne-Catherine de Ste.
Aldegonde-Noircarmes.
Ze
overleed bij de geboorte van haar kind dat eveneens overleed.
Jerome-Phillippe
du Chastel huwde voor de tweede maal op 18 maart 1673 met Marie-Anne-Michelle
de Gand et Villain, de dochter van Jacques-Philippe, markies de
Hem-Lez-Roubaic, enz.. en van Michelle-Françoise de Varennes.
Hij
werd in 1685 vernoemd in een acte als “Messire Jacques-Gerosme du Chastel,
ridder, graaf de Blangerval, heer de Noielles, Henquin, Pestrieu et
Robertmasure.” Zijn baljuw van Petrieu was dan François le Keulx. In 1642 vertegenwoordigde
Jean en François Le Keulx, leenmannen van de baronnie de Leuze.
Uit
dit huwelijk waren er twee kinderen, François-Gilbert-Joseph, ook genaamd
Gilbert-François-Joseph du Chastel graaf de Blangerval heer de Rolleghem en
Alberic-Adrien-François du Chastel,
Er zijn geen sporen gevonden van het bezit van
de grondheerlijkheid van Rollegem door de du Chastel de Blangerval, doch is het
geweten dat voor september 1735, de hoeve van dit leengoed samen met de
aanhorigheden behoorden aan de Doornikse Familie dÂ’ Ennetieres, erfgename door
huwelijk van het huis de Basta, graven van Mouscron, dÂ’Hust. Een acte gedateerd
1734met deze woorden; boven de ingang
van de hoeve van Rollegem, een gebeeldhouwde steen met het familiewapen van de
dÂ’Ennetieres vergezeld van het opschrift: obijt(bovenaan) 30 (rechts) 7bre
(links) anno 1735 (onderaan) Het schild van de dÂ’Ennetieres heeft bovenaan de
markieskroon ondersteund door twee tijgers die beiden een vaandel met hetzelfde
wapen dragen.
Men
mag er van uitgaan dat de Liedekercke of Basta, het leengoed van Rollegem
verworven hebben bij de verdeling van de erfenis van gravin van Fürstenberg.
Ze
schijnen hun ridder en goedrechten behouden te hebben tot rond1795, maar
dÂ’Ennetieres bezaten de hoeve tot 16 maart 1876, dag waarop ze de erfenis werd
van graaf Adhemar dÂ’Oultremontde Duras,
wiens moeder de enige dochter was van de voorlaatste markies dÂ’Ennetieres. Sindsdien
werd de grond verkocht aan een Kortrijkse fabrikant van fotografische platen.
Jacques
du Castel en Jehanne du Bois de Boyelles de oudste zoon Filip du Chastel,kocht in november 1585, de heerlijkheid van
Rollegem, van Charles du Criy-Aerschot
Dit
leverde hem de titel van quaestor of penningmeester op. Bij het baljuwschap van
Kortrijk op 9 september 1586 herstelde hij de adeldom van dit leengoed. Als
groot baljuw van Audenaerde begon de afrekening op 7 januari en eindigde op 7
mei 1612.
HIJ
stierf in de abdij van Marquette bij Lille in 1626. Hij was al overleden in het
jaar 1612. Dit echtpaar had twaalf kinderen waarvan er verschillende non waren
in de abdij waar de moeder overleed.
In 2002 werd
aan de commissie voor straatnamen gevraagd of het mogelijk was aan voetwegels
in het landelijk gebied Rollegem een naam te geven.
De
aanleiding daar toe was: “ verbouwingswerken op Tombroek”. Op het gemeentehuis
ging er commode en incommode, voor verbouwingen in de voetwegel nr. zoveel .
De mensen
die het stonden te bekijken konden op geen enkel moment denken waar dit kon
gelegen zijn. Toen kwam de vraag bij mij op kan men deze wegen ook geen naam
bedenken.
Op 12
februari 2002 werden aan de vergadering deze zeven namen voorgelegd:
De voetwegel
die de Einde Munckendoornstraat verbindt met de Tombroekstraat wordt Tombroekschoolpad.
De weg
tussen de Schreiboomstraat en de Tombroekstraat, het pad is een deel van de
vroegere trambedding, wordt : Trambedding
De voetweg
gelegen tussen de Foreststraat en de Schreiboomstraat wordt: Bosvinkenpad.
De
aanleiding hiervan is, dat vroeger bijna alle bewoners, vinken houders waren,
en daar de Vinkenstraat reeds bestaande was heeft men de naam aanvaard.
De weg
tussen de Schreiboomstraat en de Lampestraat wordt : Rollegemkerkpad.
De weg
tussen Sint-Anna en de Rollegemseweg wordt: Kimpemolenpad
( genoemd naar de molen die daar stond en in 1914 werd afgebroken)
De
onderbroken weg Kwadebrugstraat – door A
17 wordt: Kalversteertstraat ( in de
volksmond Kalversteerthoek genaamd)
Tussen A17
en Rollegem centrum heeft de naam van Monseigneur
Waffelaertpad. ( deze weg intussen fietspad van aan de Rollegemseweg en
Rollegemplaats)
Het pad
tussen de Schreiboomstraat en de Lampestraat ter hoogte van Lampestraat,
Kruisboomstraat, Luignestraat en den
Talpenhoekstraat( Aalbeke) wordt: Talpenhoekweg.
( de landwegel aan het huis nr. 26 )
Letwel op gans de lijn van deze nieuwe genaamde landwegen
staan er huiden ten dagen geen enkele woning. De nieuwe benaming held van af
het laatste huisnummer welke bij de vorige straatnaam behoorde.
Geen enkele
bewoner moet aan adres verandering doen.
Deze bewegwijzering
is zeer kortelings uitgevoerd. Hebben we tien jaar moet opwachten, hij die niet
wachtÂ…Â…Â….. zegt het spreekwoord.
Nog een
bemerking wij hopen dat men vanuit stad ook deze wegen in een goede staat zal
houden!
Op
zijn beurt was deze gehuwd met Josinne de Lannoy, dochter van Philippe de
Lannoy en zijn tweede echtgenote, was Françoise de Barbançon-Canny.Hier gaat het over het ridderschap van
Canny-sur-Matz(Frankrijk) leengoed dat de tak van de Barbançon bezat en waarvan
de Mevrouw de Lannoy-Molenbais voortkwam.
De
enige erfgename uit dit huwelijk was Jehanne Halluin die geboren werd op den
ogenblik dat haar vader kwam te overlijden. Het was haar moeder die ze opvoede
onder de voogdij en in haar naam het adeldom van Rollegem maakte Op 12 april
1550
was ze de dame de Halluin, Lauwe, Rollegem, Roncq, enz..burggravin de
Nieuwpoort. Ze huwde op 24 januari 1558, in het kasteel van Komen, met Sire de
Croï geboren op 10 juli 1526. Hij was gedoopt te Valenciennes in de kerk van
St. Nicolas. Hij overleed in Venetië op 11 december 1595. Hij was gouverneur
van de citadel van Antwerpen1577, gouverneur van Vlaanderen in 1577 en 1592,
staatsraadgever(zwaard en degen) en kapitein van een compagnie van 50
wapenmannen.
Anne
de Croï die Charles de Ligne, prins d’Arenerg huwde, en Charles de Croï, derde
hertog dÂ’Aerschot, vierde prins de Chimay en die onmiddellijk volgde als heer
van Lauwe en Rollegem. Baron de Halluin, Comines, Bierbeke, Rotselaer enz..
Charles
de Croï de hertog d’Aerschot verkocht zijn landsheerlijke rechten op Rollegem
aan Philippe de Castel. Dat vinden we in het archief de Royaume.te Brussel, Les
fiefs de Flandre. Inventaire manuscrit de ces fiefs. Communicaton de M.Emile
Lefevre.
Heer
de Blangerval die er reliëf aan gaf op 9 december 1586 of het herstelde.Maar de
grondrenten t.t.z.de pacht van de cijns
van Rollegem, waren niet in de verkoop begrepen. Met andere woorden en dat vindt
men in hetzelfde archief onder Rollegem: de Hertog behield de eigelijke
Heerlijkheid, of het hof van Rollegem, en bij zijn overlijden op 13 januari
1912 werd dit goed het erfdeel van zijn zuster Marguerite de Croï weduwe van de
Graaf de Boussu, die er luister aan gaf op 15 april 1613 voor het feodale
gerechtshof van het rechtsgebied van Kortrijk.
Alle
schrijvers zijn het trouwens eens dat, vanaf 1287, de heer van Rollegem-over-
Leie Hugues de Halluin of van Halewin. (waarvan het ” zegel” een schild heeft
met drie leeuwen en als legende (of inschrift, omschrift of een randschrift)
waarmee de echt wordt aangegeven.)(1)
Dat
hij was getrouwd met Frezende, die zich kwalificeerde als Dame de Rollegem en
zich voorgaf als weduwe in de maand mei 1289. (Archive de Courtrai; originele
akte gedrukt in de chronique et cartilaire de lÂ’abbeye de Groeninghe,
gepubliceerd door de Putte, p. 32.Was zij de dochter van Robert de Havekerke en
dame Crestinene dame de Rollegem?
Het
was al van voor deze datum dat de Halewin heerlijkheidrechten had in Rollegem,
want in augustus 1251 keurt Roger, provoost van Halewin, het contract goed,
door de welke Wauthier de Wambeke, zich verbindt aan het kapittel van
Kortrijk,
en garandeert de tienden dat genaamde Wauthier, van Roger, te Rollegem.
Archieven van O.L.Vrouw te Kortrijk; Liber fundations, folio 70.
Alles
wat we hier hebben komt uit het opmerkelijke boek van Theodore Leuridan, de
vroegere archivaris van Roubaix. Het artikel betreffende Halluin bevindt zich
in deel XVII van het “bulletin de la Commision historique du Nord.”
Het
huis Halluin was een riddergoed te Rollegem-over-Leie de hele XIV eeuw, want
Wauthier de Halluin, zoon of kleinzoon van Wauthier, broer van Hugues, tekende
als getuige met de edelen van Vlaanderen, het vredesverdrag gesloten op 31
maart 1336 tussen Lodewijk I Graaf van Vlaanderen en Jan III hertog van
Brabant.
(1)Om
ons wegwijs te maken in de “heraldiek”: Het “zegel” was de voorloper van het
schild, de periode voor “Heraldische wapens” omstreeks 1150. Deze zijn gebleven
tot bij de uitvinding van het buskruid.
Het
schild werd gebruikt om zich te beschermen bij veldslagen. Het waren gevechten
of amusementen met het zwaard of de lans. Men was meestal onherkenbaar door het
dragen van harnas of maliënkolders met gesloten helm.
Door
de tekeningen op het schild kon men dus weten, wie de tegenstander was.
De
schildoppervlakte is gelijk aan het ”veld”. Men kende slechts twee metalen,
goud of zilver. Daarbij hadden ze vier “emails”rood, zwart, blauw en groen en
een combinatie van lijnen en strepen met twee dieren: Adelaar en leeuw.
En
Rollegem was terug in het bezit van de oudertaak van de familie.Dit staat te
lezen in het archief du royaume te Brussel Flandres, fonds des fiefs, n° 1002.
J.Th. de Raadt. Sceaux armoiries des Pay-Bas, t. IV. P. 464. , men vindt deze
parochie terug
onder
de goederen van Jooris of Georges de Halluin, die Halluin, Komen, Lauwe en Rollegem
bezat van 1473 tot 1536: Deze Georges was de achterneef van Perceval.
Georges
was getrouwd met Honorine de Monmorency, en had een zoon en twee dochters. Zoon
Jehan geboren op 2 januari 1510 en gestorven in 1544 door een schot met
kruisboog bij het oversteken van de Marne.
Ook
in de kerk had de heer zijn eigen bidplaats en zijn voorrechten. De kerk kon
ook de heer straffen met excommunicatie die de schuldige uit de gemeenschap van
de gelovigensloot of ze vaardigde het interdict uit, waarbij de uitoefening van
de erediensten werd opgeschort over gans het territorium van de heer.
De
bezitter van een heerlijkheid had veel meer rechten dan een tegenwoordige
eigenaar: hij was meester over de grond en over de boer. Of zij nu vrij of
lijfeigene waren, zij waren onderworpen aan het heerlijkheidrecht.
Zij
moesten ook als boer een tiende deel van hun oogst afstaan aan de kerk: dat was
het betalen van “tienden”
Wanneer
een boer lijfeigene(niet vrij) was hier was dat niet het geval, had hij
speciale verplichtingen. Hij mocht de heerlijkheid niet verlaten. Hij werd
beschouwd als verbonden met de grond. De heer had vervolgingsrecht op elke
vluchteling. De lijfeigene was schatplichtig en aan karweien onderworpen,
volgens goed vinden van de heer.
Wanneer
hij wilde huwen met iemand van buiten de heerlijkheid moest hij een huwelijksbelasting
betalen. Bij zijn dood mocht de heer zelfs beschikken over zijn erfenisrecht
van de dode hand.
Nu
we weten wat de heerlijkheid inhoud kunnen we naar zijn bewoners gaan.
Het
is bekend dat rond de periode van 1160 tot 1200 de naam van Rollegem Ralinghem
of Rallinghem geschreven werd, rond die zelfde tijd was er een familie met die
naam, (Aldus Gustave van Hoorebeke in zijn Etude sur les noms patronymiques
flamands Brussel decq en Duhent 1876, in 8°, p. 104) had hij zijn gronden
moeten afstaan? De familie vind je nog terug. Op 2 juli 1635 een doop in de
O.L.Vrouwkerk
van Leonard van Raeleghem, zoon van Pierre. Zonder de wijsheid in pacht te
willen hebben, de mogelijkheid bestaat!
Het
is op een muur van de hoofdplaats van deze leengoederen, vroeger de herberg van
“klein Ieper” dat het wapen voorkomt, waarvan hogerop werd gesproken.
De
familie behoort tot een van de oudste families van het leenstelsel die dit te
danken hebben aan grote riddergoeden. Jean Du Tillet zegt, in zijn “Receuil des
rois bl. 8 ; dat vele edelen vooral Fransen, daar zullen ook wel Vlaamse
bijzijn, de familienaam aan hun heerlijkheden danken.
Wie
ben ik om te zeggen dat de “Van Rollegems” hier met Rollegem niets of toch niet
veel zouden hebben te maken? Indien we Gustave vander Straete vicaris te
Rollegem, volgen en die het zou hebben uit “Rond den Heerd” is het al heel lang
geleden dat het kerkraam versierd met het wapen van de “Blangerval” geschonken
door Philippe du Chastel de Blangerval, en vrouw Marie de la Salle uit de kerk
verdwenen is.
Te
Rollegem was het een mansi of leenhof, verhuurd aan de boer die een voorop
bepaalde huur in natura betaalde.
Geld
en in karweien(gratis werk). Onze boeren waren vrij, sommige waren lijfeigenen
of laten.
Wij
weten ook dat in zulke domeinen een gerechtshof werd samen gesteld.
De
heer had hier als ambtenaren: een baljuw, een luitenant baljuw en een sergeant
of veldwachter. Ze werden voor het leven benoemd, maar afzetbaar op grond van
orde.
De
burgerlijke administratie werd uitgeoefend door zeven schepenen, vernieuwd na een
wettelijke periode en die cijnsrechten hadden in Kortrijk.
Hij
mocht zich laten helpen door een meier en schepen, hij bepaalde de boeten,
veroordeelde tot gevangenisstraffen en deed de veroordeelde aan de schandpaal
tentoonstellen
Het
jachtrecht over de ganse heerlijkheid. Jacht en visrecht, maar het eerste werd
gedeeld met de heer van Moeskroen. Er waren ook tien achterlenen afhankelijk
van Rollegem, waarvan acht binnen de grenzen van de parochie en twee op het
gebied van Moeskroen.
De
woning van de boer was een lemen hut (later vervangen door stenen muren) met
stro gedekt en vloer in gestampte aarde. Meestal een enkele plaats die verlicht
werd door de deur, ramen zonder ruiten. Vandaar dat men nu nog dergelijke grote
plaatsen vindt op hofsteden.
Het
is dan ook onnodig te zeggen dat het comfort ver te zoeken was in zulke
gebouwen: kaarsen en toortsen, evenals olielampen verlichtten slechts karig de
plaatsen, die dan nog smalle vensters hadden.Het houtvuur in de grote haarden
kon slechts met moeite de vochtigheid van de muren en de koude weren.De
meubilering was zeer eenvoudig: zij waren uit ruwe planken vervaardigd, zowel
bedden, koffers, tafels als de krukken die voorhanden waren.
De
boeren die een hard leven leidde, waren vaak het slachtoffer van epidemieën of
hongerssnood. Hier op deze hofstede was er steeds een plaats ter beschikking
voor het geval de heer hier wilde overnachten.
John
deed zijn wielerdebuutin maart 1977,
hij haalde dat zelfde jaar twee bloementuilen
Ondanks
zijn niet te versmaden erelijstje in 1978 hoopte hij voor het komende jaar nog
beter prestaties. Hij werd provinciaal Kampioen en vier overwinningen.
Op
17 augustus 1978 zette hij de stap naar de Juniores,zes keer maakte hij het zegegebaar en daar
tussen stak de titel van West-Vlaamse kampioen, welke hij in Harelbeke
veroverde.
1979hij is bezig aan zijn laatste jaar A2
mechanica
De graven bouwden versterkte heuvels die als
toevluchtsoorden konden dienen van de bevolking. De abten omringden hun abdijen
met stevige wallen en de bisschoppen lieten muren rondom de bisschoppelijke
steden optrekken. De afstammelingen van Karel de Grote verloren al zo volledig
hun prestige en de plaatselijke leiders namen de kans waar om hun macht in
plaats van die van de koning te stellen.De erfgenamen van de grote Keizer
eindigden in machteloosheid, zoals de Merovingers die door de hofmeiers van
Austrasië onttroond waren. Deze keer was er geen sterke hand om de macht over te
nemen: het koningsschap werd verleend bij voorkeur door de groten van het rijk
en de macht werd verdeeld onder de grootgrondbezitters. Een nieuwe wereld was
geboren: men noemde dit het feodale of leenroerige stelsel.
De
feodale tijd, het bewind van de Heren.Nu waren de gronden de enige bron van
inkomen, en de koningen namen de gewoonte aan om in ruil van een bewezen dienst
een stuk grond van hun domein af te staan.
Ze
konden geen geld meer geven daar dit zeer schaars geworden was. Heren die
gronden gekregen hadden hielden ze dan ook zoveel mogelijk voor hun
nakomelingen. Dat noemde men “Lenen”
Zo
konden deze op hun beurt de goede strijders een stuk grond geven. Deze werden
dan hun “vazal” of leenman en de grootgrondbezitter werd de “suzerein”of
leenheer.
De
leenman kon op zijn beurt zijn leen verder verdelen en werd zo leenheer.
Door
deze veelvuldige verdeling werd ons land een uitgestrekte legkaart: elk
grondgebied behoorde tot een ander groter stuk en elke kleine leenheer was
leenman van een grotere heer.
Het
feodale contract, werd bekomen, door dat de vazal eerbetuiging aflegde tegen
over zijn leenheer. De ceremonie ging als volgt te werk, hij knielde
blootshoofd en ongewapend voor zijn leenheer en verklaarde hem
manschap(dienstbetoon) te leveren.
Vervolgens
hielp de leenheer hem opstaan en deed hem eed van trouw afleggen op heiligen
relikwieën.Tenslotte gaf de leenheer hem investituur waarbij hij hem een symbolisch
voorwerp overhandigde bv. Een lans of stok.
Wat
waren nu zijn verplichtingen tegen over zijn leenheer? Hij moest hem
vergezellen naar oorlogen, hem helpen vrijkopen zo hij gevangen genomen werd,
Hij moest hem ook bijstaan bij rechtspraak.
Deze
verplichtingen waren heilig. Hij die dit niet deed werd meinedig verklaard en
verloor zijn leen.
Het
was ook in deze tijd dat vele dorpen en steden welke op de kaart kwamen.
Volgens
debeschrijver, vindt u de benaming: Â’t
zij primitief kasteel of heerlijkheid.
Het
primitieve kasteel draagt de naam van de heren van de grond. Het is oostwaarts
van de gemeenteplaats gelegen en op ‘t einde van een nogal korte hellende dreef
die de afwatering van de vermelde plaats tot gevolg heeft in de grachten
(sloten) die door de plaatselijke bevolking putten worden genoemd.
De
heerlijkheid: het leengoed van Rolleghem-over-Leye bestond uit een brug op een
heuveltje(mote) omringt door water, midden zesentwintig “bonniers”
landbouwgrond en weiden, een windmolen, grond en ridderrenten.
Â’s
Heren domein dat de meester behoudt voor het onderhoud van zijn huisgenoten.
De
rest is over het algemeen verdeeld in een aantal uitbatingen voldoende om te
voorzien in het onderhoud van de familie. Volgens de sociale toestand van den
boer, die zulk pachthof betrok werd dit vrij manus (pachthof) of dienstbaar
manus genoemd.
De gehuchten
ten huidige zijn,
Den Ezelhoek, de Cichorei, de Marionetten, de Knok, St. Anna, de Lante, de Kwade
brug, Tombroek, den Breda, de Zevenkoten, het Forest en den Achterhoek.
Rollegem
is gelegen in het heuvelland van Moeskroen, Anzegem. De hoogte schommelt tussen
de 20 meter( Breda, en het Leiedal) en de 70 meter Watertoren
Moeschroen
boven de zeespiegel.De hoogste toppen zijn Lauweberg 42m, Arme leute 50m, St.
Annaberg 67m, Marionetten 63m, Knokberg 52m, Kruiske 67m, Katteberg 72m, en Kerk Lowingen 50m.
Hoogteverschillen:
de kerk van Rollegem ligt op 30 meter boven de zeespiegel
De
kerk van Aalbeke ligt op 20 meter en deze van Bellegem op 60 meter. Den Breda
is het laagste punt van Rollegem op 20 meter boven de zeespiegel.
Rollegem
ligt op de grens West-Vlaanderen en Henegouwen. Eveneens op de taalgrens
Vlaams(Nederlands) voor West-Vlaanderen, Frans voor Henegouwen.Het is gelegen
op 7 km van de rijksgrens Frankrijk.
Rollegem
ligt zeer gunstig ten opzichte van het verkeer, Ten zuiden ligt de snelweg E3
welke Stockholm verbindt met Lissabon. Hij verbindt het hoge noorden met het
warme zuiden of de sneeuw met de zon.
De
A17 Pecq Armentiere, verbindt Doornik met Zeebrugge, maar snijdt Rollegem
middendoor.
We
liggen ook tussen den Rijksweg Kortrijk- Moeskroen en Kortrijk-Doornik.
Eveneens
de Rijksweg Gent-Kortrijk-Menen. Langs deze Rijksweg hebben we het vliegveld van
Wevelgem het militaire vliegveld werd omgebouwd tot luchthaven voor
zakenlieden.
Onze
ligging ten opzichte van Moeskroen 5 km, van Kortrijk 10 km, Brugge 50 km en
van de zee Oostende 65 km
Thombrouck, voor Ten Brouck, Den Brouck, het moeras. Het is een gehucht verdeeld zoals al hoger vermeld onder vier gemeenten. Breda 20m
Slosse rond Kortrijk, deel III p. 1610: Tombrouck in de moerassige weiden.
Fons DÂ’Ennetieres 1858 (1789) Livre des fiefs tenus et relevant de la seigneurie Â’t Mortaensche, dans les paroisse, de Belleghem, Dottignies et autres. Aanduiding van het gehucht.
Du Flou W.D.T. deel XV, p. 954: heerlijkheid, thans een wijk te Rollegem.
Het gehucht Tombroek ligt op 4 gemeenten en was vroeger geheel Waals evenals het Forest. Het tweede grootste behoort aan Luigne, waar tot 1910 ketelmakerij (stoomketels) door Louis Nijs. Er werkten daar ongeveer zestig man. Den transport gebeurde op wat men nu zou noemen diepliggers, een voertuig op kleine wielen, er waren daarvoor getrek (gespan) nodig van 8 tot twaalf ossen, koeien of paarden.
Aan de Kwadebrug moest er versterking aangebracht worden.
Ook als persoonsnaam terug gevonden Studie van persoonsnamen in de Kasselrij van Kortrijk door F. Debrabandere p. 442 n° 2045: tombrouc, van: In Harelbeke; 1382:
Olivier Van Tuembrouc VG f 113. In Rollegem: 1368: Van Jhan Tsobbelen wanof Sare van Tombrouc V f 46v
OSAK register des fiefs et arrieres fiefs tenus du chat. De Courtrai: 860f° 277: ’t heerschip te Tombrouck.
P. Boncquet: Heerlijkheid en leen in de roede van de dertien Parochies p. 126 Tombrouck is opnieuw een topomie met het element “Brouck” of moeras; Het eerste gedeelte is volgens M. Gysseling een samentrekking van het Latijnse tumulus, heuveltje.
Tombroek de weersplete(De Bo evenknie het ie het een en het ander er is geen verschil tussen) van tobroek op Kestervies, heette in de jaren 1200 delbruch
Of adpabula dat is moerassige weide. Over zestig jaar nochtans was het maar 150 fr. het bunder verpacht
Waterval, afdaling van water. Het is de benedenloop van het grondgebied. N°s 371 van de sectie C, ten zuiden van de baan van Marke naar Bellegem en bij het grondgebied van deze laatste gemeente.
Du Flou W.D.T.deel XVII, p . 131: wijk te Rollegem. Waterval Duiker op p. 130:duiker te Rollegem.
Weimeersch: weide van de wei(hui). Het is daar dat Weimeerschbeek of Weimeerscherbeek ontspringt. De weide loopt langs de kerk naar het gehucht Forest.
OSA 1202 oorkondenboek van de Groeningeabdij: vermelden van een stuk land genaamd “weimeers”
Zevecoten. De zeven kuilen of de zeven landhuizen, N°s 564 tot 573 van de sectie B, ten noorden van het centrale deel van de weg van Aalbeke naar Belleghem.
Aan de Moeschroensestraat gelegen, beginnen aan de Kwadebrugstraat, beek welke de scheiding vormt met Bellegem en eindigt op het Forest.
Het is tijd om de boodschap van het derde geheim bekend te maken aan de hele wereld laten we beginnen bidden, boete en offers doen. Veel mensen zijn afgedwaald, maar ze zullen terugkeren naar de kerk. Alle landen, alle godsdiensten, allemaal zullen ze terugkomen. Zij zullen elkaar liefhebben en ze zullen in God geloven.
Vele mensen vandaag willen de Tien Geboden niet onderhouden. Satan leidt de wereld. De mensen hebben dodelijke wapens gemaakt die de wereld kunnen vernietigen. De oorlog zal beginnen. Tegen Rome zullen er conflicten ontstaan. Natuurlijke verschijnselen zoals hagel, vorst, branden, overstromingen, aardbevingen, rampen en extreem koude winters, maken beetje per beetje een einde aan onze Aarde.
Bidden, boete doen en God vragen om vergeving. Sluit deuren en ramen en praat met niemand. Kijk niet naar buiten en wees niet nieuwsgierig, want dit zal de woede van de Heer opwekken. Aansteek gewijde kaarsen, want drie dagen lang zal er geen ander licht zijn. De beweging van de aarde zal zo hevig zijn dat de as van de aarde beweegt ( 20 tot 23 graden) waarna deze terugkeert naar zijn normale positie. Een totale duisternis zal de aarde bedekken. Een groot mystiek kruis zal aan de hemel verschijnen, als herinnering aan de kostbare prijs die Gods Zoon heeft betaald voor onze verlossing Het enige dat licht kan gevenzijn gezegende kaarsen. Eenmaal aangestoken, zal er niets deze kunnen uitschakelen tot het einde van de drie dagen van duisternis. Allen moeten gewijd water om het hele huis strooien, vooral op de deuren en ramen. De Heer zal alle eigendommen van de uitverkorenen beschermen. Kniel voor het machtige kruis van Zijn Goddelijke Zoon, bidt met devotie en zegt dan: O mijn Jezus, vergeef onze zonden, behoed ons voor het vuur der hel, breng alle zielen naar de hemel, vooral diegene die uw barmhartigheid het meest nodig hebben. Lieve Moeder Maria, spreek ten beste voor ons! Red onze wereld!
Wanneer de aarde niet meer beeft, zullen degenen die nog niet geloven een verschrikkelijke dood sterven. Je mag niet kijken? God wil niet dat zijn kinderen zien hoe Hij de hardnekkige zondaars straft. Vergeet niet dat dit alles kan worden voorkomen als we de Tien Geboden onderhouden. Tien dingen die zo simpel zijn dat we ze allen in praktijk kunnen brengen en vergeving kunnen krijgen.
Zuster Lucia overleed op 11 februari 2005. Paus Johannes-Paulus II overleed op 2 april 2005. Sinds 1917 zijn we gewaarschuwd dat deze profetie in vervulling zal gaan na de dood van zuster Lucia
Buitengewone gebeurtenissen (O.A. zonnewonder) vonden plaats, waarvan tienduizenden mensen getuige waren.
De zieners kregen 3 geheimen:
-Eerste geheim: visioen van de hel.
-Tweede geheim: einde van de eerste Wereldoorlog en voorspelling van de Tweede Wereldoorlog.
-Zuster Lucia heeft het derde geheim bekend gemaakt aan paus Pius XII. Na het lezen, beefde hij en bewaarde dit geheim.
Paus Johannes XXIII hield het ook geheim. Ze hielden het geheim omdat ze wisten dat dit zou leiden tot een wereldwijde paniek.
Zuster Lucia kreeg na 1917 nog meerder verschijningen van O.L.Vrouw en zei:
Onze-Lieve-Vrouw is heel triest, want bijna niemand is geïnteresseerd in haar profetie van 1917. De goeden volgen en een smalle weg. De slechten gaan langs een brede weg naar hun ondergang. Geloof me, de straf zal binnenkort komen. Veel zielen zullen verloren gaan en vele naties zullen verdwijnen. Maar als de mensen bidden en goede werken doen, dan zal de wereld worden gespaard. Als de mensen volharden in hun boosheid, zal de wereld verloren gaan.
Ooit een van de grootste wielerbeloften van ons land. Een technische tekenaar, wielrennen was maar bijzaak. Zijn oom Lucien Wijckaert is eveneens coureur geweest en is nu zijn raadgever.
Debuteerde in de wielrennerij einde 1965 en won een wedstrijd te Wakken hij vond dat er die sport iets is weggelegd voor hem.
In 1966 deed hij het bij de juniores en behaalde twee overwinningen.
1967 behaalde een overwinning meer welke het getal op drie bracht.
Toen hij in 1968 liefhebber werd behaalde hij zeven overwinningen en werd negenmaal tweede en ongeveer veertigmaal binnen de vijf eersten.
In grote wedstrijden vond hij de stap niet om in waaiervorm te fietsen.
In 1969 werd hij soldaat en verscheen slechts achtmaal in competitie.
In 1970 vier overwinningen, Harelbeke, Rollegem, Kortrijk en Stasegem. Hij eindigde achtmaal tweede o.m. een etappe van de ronde van België, te Wielsbeke
Te Rumes. Verder vijfmaal derde, vijfmaal vierde en zesmaal vijfde. In 1970 werd hij beroepsrenner
Hij werd prof bij Novy, maar in 1972 en 1973 kwam hij bij Schotte voor Flandria uit. Hij stond naast renners als Freddy Maertens, Pollentier Demeyere Zoetemelk en Godefrood. Hij was geen meeloper, bij Flandria werd hij geselecteerd voor de Ronde van Italië en in een Belgisch kampioenschap eindigde hij op de zesde plaats.
In 1973 maakte hij een zware val in “Dwars door België” en bleef met gebroken dromen en botten liggen. Het betekende het einde van de wielercarrière van de man die ooit fietste aan de zijde van Merckx, Poulidor, Van Impe, Guimard, BItossi en Gimondi.
Vele mensen keken in de week van 9 januari 2012 raar op wanneer ze plots Erik terug zagen met zijn koersfiets op het t.v. in het programma “Man bijt Hond” van de VRT.
Uitslagen: 1970 2de in 3de etappe Ronde van België, Amateurs, Oostende (BEL)
1971 2de Circuitdu Hainaut (BEL)
1971 3de in Internatie Reningelst (BEL)
1972 2de In Maria-Aalter (a) (BEL)
1972 2de in Peruwelz (BEL)
1972 2de in Sint-Lievens-Houtem (BEL)
1973 3de In GP Fina –Fayt-le Franc, Fayt-le-France (BEL)
1973 1ste In Ingelmunster (BEL)
1973 1ste In Deerlijk (BEL
Belgische Nationaal kampioenschap voor beroepsrenners: 15deop 24/6/1973 Frans Verbeek won Eddy Merckx was tweede.
Belgische Nationaal kampioenschap voor beroepsrenners: 20ste op 25/6/1972 Walter Godfroot won Merckx was tweede
Waalse pijl 33ste op 23/4/1972 Eddy Merckx won voor Raymond Poulidor.
Luik-Bastenaken-Luik 35ste Merckx won voor Schepers en Vanspringel.
Het waren ook de jaren van Roger Swerts, Victor Van Schil, Joop Zoetemelk, Ferdinand Bracke, Roger De Vlaeminck, Rik Van Linden, Cyrille Guimard, Erik Leman, Willy Planckaert, enz.
In 1983 werd Eric kampioen maar dan bij de gildepikkers
Nu rijd hij nog elke dag met de fiets hij zou haast durven zeggen gelijk Briek Schotte in den tijd, geen fiets is ziek zijn.
Lijst uitslagen
7/8 1973Sint-Denijs8ste Flandria Shimano
2/8 1973 Deerlijk1st Flandria Shimano
1/8/1973 Moorsele 7de Flandria Shimano
28/7/1973 Mons- Hyon 12de Flandria Shimano
21/7/ 1973 Dentergem 5de Flandria Shimano
16/7/1973 Ingelmunster 1ste Flandria Shimano
12/7/1973 Gistel 7de Flandria Shimano
8/7/1973 St-Martens-Lierde 6de Flandria Shimano
1/7/1973 GP Samyn/Fayt-le-France 3de Flandria Shimano
In 1953 werd de basiliek van O.L.Vrouw van de Rozenkrans ingewijd.
Paus Paulus VI was op 13 mei 1967 te Fatima bij de 50steverjaardag van de eerste verschijning. Lucia was daar ook.
Paus Johannes-Paulus II had net als pater Pio een bijzondere devotie voor de Maagd van Fatima. Hij was er van overtuigd dat zij zijn leven had gered bij de aanslag te Rome op 13 mei 1981.
Paus Johannes-Paulus II begaf zich drie keer naar Fatima in 1982, 1991, en 2000, telkens op 13 mei. Lucia was telkens aanwezig.
In 1982 liet paus Johannes-Paulus IIde kogel, welke Ali op hem afgevuurd had, inzetten in de kroon van het beeld van O.L.Vrouw van Fatima.
Op 13 mei 2000 heeft paus Johannes-Paulus II te Fatima de zaligverklaring van Francisco en Jacinta uitgesproken.
Op 8 oktober 2000 heeftJohannes-Paulus II de kerk en de wereld aan het Onbevlekt Hart van Maria toegewijd.
In 2007 werd de nieuwe basiliek van de H. Drievuldigheid ingewijd. Deze ligt op de esplanade recht tegenover de basiliek van de Rozenkrans. De nieuwe basiliek is rond, diameter 125 m, oppervlakte 12.000 m² en is volledig wit. Er zijn 8600 zitplaatsen in amfitheatervorm. Er zijn13 deuren: de hoofddeur is toegewijd aan Jezus Christus, in brons, 8 m hoog. Naast de hoofddeur zijn de 20 mysteries van de rozenkrans uitgebeeld.
De 12 andere poorten zijn toegewijd aan een apostel.
In het altaar zit een steen uit het graf van de apostel Petrus van Rome. Dit is een geschenk van Johannes-Paulus IIen wijst op de eenheid van de universele kerk. De wand achter het altaar is een mozaïek van 500m² ontworpen door architect Rupnik S.J.
De gouden kleur verwijst naar de heiligheid van de trouw van God. De 3 rode strepen verwijzen naar Triniteit (Zie San Piokerk en Lourdes)
In het midden staat de troon van het Lam en het Hemelse Jeruzalem met een menigte van engelen en heiligen.
Links staat O.L.Vrouw met Francesco, Jacinta en Lucia. In de kerk zelf staat geen tabernakel. Naast de kerk zijn er in hetzelfde gebouw nog andere ruimtes: kapel van het H. Hart met 16 biechtstoelen. Kapel van het Onbevlekt Hart van Maria met 12 biechtstoelen. Kapel van de dood van Jezus met 600 plaatsen. Kapel van de Verrijzenis met 200 plaatsen en 16 biechtstoelen.
Lantenhoek: Waarschijnlijk voor Lindenhoek, hoek van de Linden of voor landenhoek hoek van velden.
De Lampe ligt Noordwest van de gemeente langs de Aalbekestraat op de grens van de Markesteert met kruising van de St. Annastraat en Lampestraat. Dit volgens de geschiedenis geschreven in 1905 door Le Comte Du Chastel de la Haseuderie Neuviseuil en gedrukt in Frans door uitgever Vasseur-Melnu.
Mauvais pont(slechte brug): is gemakkelijk te verklaren maar men zegt Malpont te Rollegem.
Du Flou W.D.T. deel 8, p. 1035: de Kwâ Brugge: wijk en brug tussen Rollegem en Bellegem.
Parochieblad van Bellegem april 1982 n) 14 (heemkunde: de Bellegemse straatnamen).
“De Quabrugghe” is een zeer oude benaming voor de brug over de Fabrieksbeek. We vinden de naam reeds in de 15de eeuw. Wanneer vijandelijke legers of troepen op komst waren, werd deze brug op bevel van de plaatselijke ingezetenen der parochie vernield, ten einde de doorgang van de vijand moeilijker te maken.
De Fransen noemden deze brug “ le mal pont” waarschijnlijk ook omdat ze telkens na vernieling maar “gekarrelapt “ werd..
Ook onder de titel “Wist U Dat “ 1977 Parochieblad van Bellegem: in den ouden tijden” de kwabrugge “ van een zeker strategisch belang.
Sint Anne, naam van een krankzinnigengesticht voor vrouwen, gevestigd bij Kortrijk. St. Annaberg; 67 m
Schreyboom voor schreeuwboom, boom van de schreeuw. Sectie B, n° 282, aan de noordhoek van de kruising van de banen van Aalbeke naar Belleghem en van St. Anna naar Mouscron.
Net zoals op andere verschijningsplaatsen, is het ook in Fatima een oproep tot gebed en boete. Maria vraagt ook de toewijding aan haar Onbevlekt Hart. Fatima is een ingrijpend teken van de hemel geweest/ Het zonnewonder spreekt boekdelen. De verschijningen resulteren in zeer veel bekeringen. De veranderingen in het leven van de Kinderen.
De kinderen proberen zo goed mogelijk aan de oproep van Maria te beantwoorden door te bidden en offers te brengen.
Zoals op andere verschijningsplaatsen koos O.L.Vrouw ook in Fatima voor eenvoudige, ongeletterde kinderen.
Elk op hun beurt volbrachten ze hun zending zo heldhaftig en met zoÂ’n bovennatuurlijke inzet, dat Francesco en Jacinta op 13/5/2000 werden zalig verklaard door paus Johannes-Paulus II. Francisco en Jacinta zijn de jongste zaligen in de kerkelijke kalender, uitgezonderd de Onnozele Kinderen van Bethlehem.
Geheimen van Fatima.
Het eerste geheim was een visioen van de hel.
Het tweede geheim was de voorspelling van het einde van Wereldoorlog I en het begin van Wereldoorlog II.
Het derde geheim mocht pas na 1960 bekend gemaakt worden. Toen Lucia paus Johannes XXIII vroeg het bekend te maken, aarzelde hij en deed het nietÂ… Zo deed ook paus Paulus VI
Op 25/3/1984 wijdde paus Johannes-Paulus II gans de wereld toe aan het Onbevlekt Hart van Maria, maar over het derde geheim van Fatima zweeg hij.
Paus Benedictus XVI zei dat de kern van het derde geheim een oproep is tot boete en bekering. Publicatie van het derde geheim zou tot grote onrust leiden
Toen men een put wilde graven om regenwater te bewaren, ontsprong opeens een bron. Tot dan toe had men daar in een straal van 3 km nooit een bron ontdekt. In 122 startte een commissie om de verschijningen te onderzoeken.
Op 26/2/1927 kwam de bisschop voor de eerste keer officieel naar Cova da Ira. Hij droeg er de mis en zegende de kruisweg in.
Op 13/10/1930 erkende de bisschop officieel de verschijningen en liet de verering toe van O.L.Vrouw van de Rozenkrans van Fatima
Geboren op 28 april 1914 als zoon van Cyriel en Maria Decrruyenaere. Hij was in zijnjeugdjaren bekend als een belofte volle amateurwielrenner. Met zijn kleine gestalte verdook hij zich goed in het peleton om dan op het juiste moment te demarreren en de sprint in te zetten. Meermaals kwam hij met de zegetuil huiswaarts. Na zijn wielercarrière werd hij lid van de schuttersgilde
Filipe Tuyttens
Marcel HoLvoet
Jacques na zijn eerste overwinnig te Gullegem
Jaak Vannesche
Hij werd geboren op 2/5/1941 als zoon van Jerome en Elza Vanonacker. Vader Jerome was beenhouwer wat hij later ook zal worden. We vinden hem terug als wielrenner ronde de jaren Zestig.
Zo vinden we hem in 1962 hij als internationaal amateur, waar hij eerste werd in Celles-Beclers. Alsook teMoen, Bellegem. Hij zou een rijk gevuld palmares hebben. Wie weet er meer over.
Op 13 juni 1917, het was het feest van de patroon van het dorp: de heilige Antonius van Padua. Er verzamelden zich een vijftigtal mensen op de Cova da Ira. Ze baden met de kinderen de rozenkrans. De “Witte Dame” verscheen opnieuw.
Ze vroeg de kinderen elke dertiende van de maand op de afgesproken plaats de rozenkrans te bidden. Op de vraag of zij de hemel mochten zien, antwoordde Maria dat zij Jacintaen Francesco spoedig zou komen halen maar dat Lucia nog een hele tijd hier moest blijven om mee te helpen de verering van het Onbevlekt Hart in de wereld te verspreiden.
Lucia was triestig dat zij zo lang alleen moest achterblijven . O.L.Vrouw opende haar handen. In Haar rechterhand zagen ze een hart met doornen omgeven. Ze begrepen dat dit het Onbevlekt Hart van Maria was dat om eerherstel vroeg.
Derde verschijning van O.L.Vrouw.
Een grote menigte bad de rozenkrans op de Cova da Ira op 13 juli 1917. O.L.Vrouw zei; “ Ik kom uit de hemel. In de hel is er geen licht en geen goedheid. Bid iedere dag de rozenkrans.”
Lucia vroeg haar een wonder te doen opdat de mensen het zouden geloven. Ze antwoordde: “ In oktober zal ik zeggen wie ik ben en wat ik wil. Ik zal een wonder doen dat allen zullen zien.”
Tijdens de derde verschijning kregen de kinderen een verschrikkelijk visioen van de hel te zien. Dit was het eerste geheim.
O.L.Vrouw voorspelde een ergere oorlog dan Wereld Oorlog I als de mensheid niet ophield God te beledigen. Dit was het tweede geheim. Om dit te verhinderen vroeg ze de toewijding van Rusland aan Haar Onbevlekt Hart en de communie van eerherstel op de eerste zaterdag van de maand.
Ze zei: “ Als jullie de rozenkrans bidden, zeg dan na ieder tientje: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, bewaar ons voor het vuur van de hel, breng alle zielen naar de hemel, vooral diegenen die uw barmhartigheid het meest nodig hebben.”
Er waren zo’n 25.000 personen aanwezig op de Cova da Ira. O.L.Vrouw verscheen en zei: “ Blijf dagelijks de rozenkrans bidden om het einde van de oorlog te verkrijgen. In oktober zal ik een wonder doen, zodat allen geloven.
De politici en de vijanden van de godsdienst dachten dat bedrog van de Cova da Ira spoedig zou voorbij zijn. Het merendeel van de inwoners van Aljustrel stelden zich ongelovig en vijandig op. Priesters en familieleden probeerden de zieners te overtuigen alles te ontkennen. Maar tevergeefs, de zieners waren niet te bewegen.
Zesde verschijning van O.L.Vrouw op 13/10/1917
Er waren meer dan 70.000 aanwezigen. Door het slechte weer was iedereen kletsnat. Tegen de middag riep Lucia: “Daar komt O.L.Vrouw. “O.L.Vrouw zei: “ Ik ben O.L.Vrouw van de Rozenkrans. Jullie moeten hier een kapel bouwen ter ere van mij. Bidt dagelijks de rozenkrans.Het einde van de oorlog nadert.” Terwijl O.L.Vrouw hemelwaarts steeg werd de verschijning schitterender dan de zon. Plots riep Lucia:” Kijk naar de zon!” De zon leek een schotel uit mat zilver. Men kon er naar kijken, zij verblindde niet. De zon maakte duizelingwekkende bewegingen. Het leek alsof ze zich losmaakte van het firmament om als een reusachtige vuurbol op de aarde neer te vallen. Velen dachten dat ze zouden sterven. Sommige beleden hardop hun, Zonden. Tenslotte bleef de zon op haar gewone plaats staan. Merkwaardig: alhoewel iedereen kletsnat was, waren alle kleren helemaal droog…. Het zonnewonder was voorbij… en ook de verschijningen in Fatima waren voorbij.
Vanaf 1916 bereidde de Engel van de Vrede de kinderen voor op de verschijningen van O.L.Vrouw.
Eerste verschijning In Loca do Cabeço, bij een rotsachtige heuvel dichtbij Aljustrel in het voorjaar 1916. De engel zei: “ Wees niet bang! Ik ben de Engel van de Vrede Bidt met mij. “ Hij liet de kinderen driemaal het volgende gebed herhalen: “ O mijn God, ik geloof in U, ik aanbid U, Ik hoop op U en bemin U. Ik vraag U vergeving voor hen die niet geloven, niet hopen en U niet beminnen.”
Tweede verschijning In de zomer van 1916 achter het huis van Lucia. De Engel zei: “ Bidt, bidt veel. De heilige Hartenvan Jezus en Maria willen door jullie aan andere mensen het teken van barmhartigheid geven. Draagt voordurende offers en gebeden op aan God. Breng Hem een offer van eerherstel voor de zonden, waardoor Hij beledigd wordt. Smeekt Hem om de bekering van de zondaars.”
Derde verschijning In de herfst van 1916 in de Loca Do Cabeço. De kinderen baden en deden wat de engel hun gezegd had. Toen zij de engel zagen bemerkten ze in zijn linkerhand een kelk en daarboven zweefde een heilige hostie waaruit enkele druppels bloed in de kelk vielen. Lucia ontving van de engel de heilige Hostie en Jacinta en Francesco ontvingen het kostbaar Bloed.
Men kan dit interpreteren als dat Francesco en Jacinta de lijdenskelk zouden drinken en dat Lucia langer zou leven, gesterkt door het brood des levens.
De engel liet de kinderen driemaal het volgende gebed bidden: “ Allerheiligste Drievuldigheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik aanbid U met de grootste eerbied en offer U op het kostbaar Lichaam en Bloed, de Ziel en de Godheid van Jezus Christus, welke tegenwoordig is in alle tabernakels over de gehele wereld, tot eerherstel voor alle beledigingen, godslasteringen en onverschilligheid. Door de oneindige verdiensten van Zijn Heilig hart en Het Onbevlekt Hart van Maria vraag ik U om de bekering van de arme zondaars.”
Eerste verschijning van O.L.Vrouw.
Op zondag 13 mei 1917 trokken de kinderen naar Cova da Ira. Na een bliksemschicht zagen zij boven een steeneik een wit geklede dame. De Dame zei: “ Wees niet bang. Ik doe jullie geen kwaad.” Lucia 10 jaar vroeg: “ Waar komt U vandaan?”
Ze antwoordde: “ Ik kom uit de hemel. Ik vraag jullie de komende zes maanden elke dertiende hierheen te komen. Daarna zal ik jullie zeggen wie ik ben. Willen jullie je aan God opofferen en lijden tot eerherstel van de zonden?” “Ja” antwoordde Lucia in naam van de drie herderskinderen. O.L.Vrouw zei: “ Jullie zullen veel moetenlijden maar Gods genade zal jullie een steun zijn. Bidt elke dag de rozenkrans om voor de mensen de vrede in de wereld en het einde van de oorlog te verkrijgen.”
De kinderen spraken af hun geheim te bewaren, maar nog dezelfde avond verklapte de kleine Jacinta (7 jaar) het aan haar moeder. Voor de kinderen en hun familie begon een tijd van vernedering en lijden.
Hij was de broer van Jacinta en de neef van Lucia. Tijdens de verschijningen van de engel en O.L.Vrouw zag hij alles maar hoorde niets. Francisco sprak ook nooit tegen O.L.Vrouw. Lucia en Jacinta zegden hem de woorden van de engel en O.L.Vrouw. O.L.Vrouw zei dat Francisco vroeg zou sterven. Toen Lucia vroeg of hij in de hemel zou komen, zei O.L.Vrouw: “Ja, maar hij zal nog dikwijls de rozenkrans moeten bidden.” Zo werd Francisco een Biddende Jongen. Dat was zijn eerste zending. De mensen begonnen hem ook te vragen om voor hun noden te bidden, dit was zijn tweede zending. Omdat hij niet lang meer zou leven, had het geen zin nog te leren lezen en schrijven en bleef hij weg van school. Hij zat liever in de kerk bij Jezus of zijn derde zending. Het raakte hem dat Jezus bedroeft was. Francisco had de gave van tranen en weende met Jezus om Hem te Troosten zijn vierde zending.
In 1918 werd hij ernstig ziek. Tijdens zijn ziekte bleef hij offers brengen. Hij zei: “ Ik lijd veel, maar ik lijd uit liefde tot Jezus en Maria. Ik wil nog meer lijden, maar ik kan niet.” Daar hij dikwijls te zwak was om de rozenkrans te bidden, vroeg hij aan Lucia en Jacinta om luidop voor te bidden.
Hij stierf op 4/4/1919 en werd eerst begraven op het kerkhof van Fatima. Op 12/3/1952 werden zijn stoffelijke resten opgegraven en bijgezet in de rechter zijkapel van de rozenkransbasiliek. Hij werd samen met Jacinta door paus Johannes-Paulus II zalig verklaard op 13/5/2000.
Jacinta Marto
Zij werd geboren op 11/3/1910 en overleed op 20/2/1920. Zij was de zus van Francisco en de nicht van Lucia.
Tijdens de verschijning zag en hoorde zij alles, maar zelf sprak ze nooit tegen de engel of O.L.Vrouw. Jacinta was een verstandig en zeer gevoelig kind. Ze was sterk onder de indruk van wat O.L.Vrouw zei over het lijden van Jezus. Na het visioen van de hel wilde ze niets anders dan haar leven opofferen voor de redding van de zielen. Dat was haar eerste zending. Zij was diep getroffen door het lot van de zondaars. Ze bad, offerde en vastte zeer veel voor hun bekering. Alhoewel de zieners hadden afgesproken niets te vertellen na de eerste verschijning van O.L.Vrouw, was het Jacinta die het geheim verklapte aan haar moeder.
Haar tweede zending was het gebed voor de paus. Ze was de enige zienster die in een visioen de paus heeft gezien. Hij leed zeer veel door vervolgingen en oorlogen.
In 1918 werd Jacinta ziek. Men bracht haar naar het ziekenhuis. Twee maanden later keerde ze terug naar huis.
In februari 1920 bracht men haar naar een ziekenhuis in Lissabon. Ver van haar familie troostte zij zich te kunnen lijden voor de zondaars. O.L.Vrouw bezocht haar driemaal in het ziekenhuis. Zij sprak Jacinta over de verschillende levensstaten: over priesters, artsen, kloosterlingen, huwelijk, rijkdom en armoede, enz.
In 1935 werd ze verplaats naar het kerkhof van Fatima, naast Francisco. Op 1/3/1951 werden haar stoffelijke resten bijgezet in de linker zijkapel van de rozenkransbasiliek te Fatima. Ze werd samen met Francisco zalig verklaard op 13/5/2000.
Als je niet gelooft in dit bericht, geef het dan toch door aan de andere en raad ze aan het te lezen.Geef het door terwijl er nog tijd is. Zij die blijven zwijgen, zullen verantwoordelijk zijn voor veel zielen die verloren gaan. (Dit bericht ontvingen we, en werden gevraagd het door te geven.)
De verschijningen van Onze-Lieve-Vrouw in 1917 te Fatima.
Van 1914- 1918 werd West-Europa geteisterd door de Eerste Wereldoorlog. In 1917 brak in Rusland de revolutie uit met als resultaat ; de vervolging van de kerk. In 1917 bevond Portugal zich in een hopeloze politieke, sociale en economische toestand. De Portugese overheid haatte de kerk; In die periode brachten de Engel en O.L.Vrouw een boodschap van vrede, hoop en liefde voor alle mensen. De 3 zieners, Lucia, Jacinta en Francisco woonden in Aljustrel, een kleine uithoek van Fatima, twee km van de Cova da Ira, waar O.L.Vrouw verscheen.
Lucia Santos
geboren op 22/3/1907 en overleden op 13/02/2005 was de oudste van de zieners. Zij zag de H.Maria, hoorde Haar en sprak met Haar als enige. O.L.Vrouw raadde haar aan te leren lezen en schrijven. Lucia had de Zending van Communicatie. Zij werd de verkondigster van de boodschap tot aan haar dood in 2005. Zij was het meest het doelwit van de aanvallen van de dorpsbevolking en van haar familie. Ze vroeg om een wonder opdat de mensen de verschijningen zouden geloven. Ze leed er onder dat O.L.Vrouw had gezegd dat ze Francisco en Jacinta spoedig zou komen halen, maar dat zij zelf nog een hele tijd op de aarde moest blijven om de verering van het Onbevlekt Hart van Maria te verspreiden.
Zij hielp Francisco en Jacinta toen ze ziek waren. In opdracht van de bisschop verliet Lucia in 1921 haar geboortedorp. Haar aanwezigheid kon het onderzoek naar de echtheid van de verschijningen belemmeren. Ze kwam terecht bij de zusters van de Heilige Dorothea. O.L.Vrouw is nog meerdere keren aan Lucia verschenen. Op 10/12/1925 verscheen ze met het Jezuskind. In Haar andere hand hield ze een met doornen gekroond hart. O.L.Vrouw zei toen: “Zie mijn hart , omgeven met doornen door de godslasteringen en ondankbaarheid van de mensen; Maak mijn belofte bekend: Ik zal allen die gedurende vijf maanden achter elkaar op de eerste zaterdag biechten, de communie ontvangen, de rozenkrans bidden en mij 15 minuten gezelschap houden om de 15 mysteries van de rozenkrans te overwegen met de bedoeling mij te troosten, in het uur van hun dood bijstaan met de nodige genaden voor de redding van hun ziel.”
Op 15/2/1926 verscheen Jezus om Lucia te vragen of zij de godsvrucht tot zijn Moeder al had verspreid. Lucia wees Hem op de moeilijkheden die zij daarbij ondervond. In 1948 trad ze binnen bij de Karmelietessen van Coimbra als zuster Lucia van het Onbevlekt Hart. In juni 1929 verscheen O.L.Vrouw opnieuw en vroeg om de toewijding van Rusland aan haar onbevlekt Hart, zodat het zijn dwaling zou inzien. Paus Pius XII deed dit in 1952. Paulus VI deed dit in 1965. In 1984 deed Johannes-Paulus II de toewijding van Rusland precies zoals O.L.Vrouw ze had gevraagd op 13 juni 1929 Lucia stierf op 13/2/2005, een paar maanden voor de paus Johannes-Paulus II op 2/4/2005
Bij het wielrennen zijn er nogal wat ontbrekende gegevens kan iemand helpen? Alle gegevens zijn welkom. Het zou heel interessant zijn moesten we het kunnen vervolledigen.
We weten allemaal dat veel geroepen zijn en aangetrokken tot de wielersport, maar weinigen die uit verkoren zijn.
Het is niet omdat ze het opgeven hebben, datze niet in de reeks mogen opgenomen worden.
Een warme oproep, tot u geachte lezers , wanneer u iemand kent of van iemand hoort, hij of zij, zou het kunnen weten, laat van U horen, Â’t zij een foto, uitslagen, een beschrijving enz. alles is van harte welkom alle bijdragen worden met veel zorg bijgehouden.
We verontschuldigen ons vooraf, de reeks is zeker niet volledig, weet gij het geef het door!
Wanneer er gegevens zijn welke U kan aanvullen, geef ze door!
We danken hier ook al de mensen die werden aangesproken, enbereidwillige hun medewerking hebben verleend.
We openen de reeks Rollegemse wielrenners met:
Cesar Pappens
Hij overleed op 12/1/2006 in de gezegende ouderdom van 94 jaar ,Beginneling 1929, Junior 1932, Onafhankelijk 1936, hij was professional van 1938 tot 1939. Carrière verbroken mobilisatie. In zijn jeugdjaren was hij verzorger van de plaatselijke favorieten Ernst Plankaert en Marcel holvoet. Om hen bijeventuele pech te depanneren toerde hij tijdens de wijdstrijd rond op een reserve fiets. Vaneigen won de goesting om zelf in kompetitie te komen steeds meer veld. Aan de statie te Bellegem reed hij zijn eerste koers. Bij de beginnelingen zonder vergunning. Het was een geslaagd debuut. Onmiddellijk was hij primus. Door dit vroege succes was hij natuurlijk niet meer te stuiten. Acht jaar zou dit koersritme aanhouden. Een heerlijke periode! Hij was geen spurters type en dan is dat nogal moeilijk om de supporters met overwinningen op te warmen. Het milieu, de vriendschap en de ambiance vergoedden echter veel. Als onafhankelijke beet hij vier keer de spits af. Tweemaal in Noord-Frankrijk en twee maal hier te lande. Zijn terrein lag het meest in Frankrijk en waarom, daar was het meeste geld te verdienen, het geld stond aan een hogere koerswisseling. Van tegenslagen is hij ook niet gespaard gebleven. Neem nu Moeskroen- Gent –Moeskroen; Bij het terug keren, te Desselgem plofte hij tegen het wegdek, met zware verwondingen aan de kin. Hij werd tot opgave gedwongen, men bond een doek rond de gehavende plaats. Maar achtdagen later stond hij er opnieuw. “Een jaar na de valpartij” zo vertelde hij “ haalde men nog grindsteentjes uit zijn kin” Slecht een seizoen is hij profrenner geweest. Hij reed voor “La Nordiste” Het was uit, gewrichtsreuma in de knieën liet het niet meer toe.(november 1983)
Zo lezen we in de “Gazette van Poperinge” Groot Liefdadigheidsfeest in het park sanatorium “De Lovie” op zondag 28 oogst 1938 zullen aanwezig zijn Cesar Paeppens, Medard Barbe Georges Christiaens, Silveer Maes, Marcel Kints, Gaston Rebry, enz.
Ploegen: 1936 France Sport-Wolber(Frankrijk) 1936: La Nordiste (België)
1937: France Sport-Dunlop (Frankrijk) 1938: Alleluia (Frankrijk)
1939: Individueel (onbekend)
Uitslagen: 1936 3de in 2de etappe Ronde van België, onafhankelijke. De Panne (Bel)
1936 3de in 5deetappe Tour de lÂ’Ouest, Lorient (FRA)
1936 3de in 8ste Etappe Tour de lÂ’Ouest, Rennes (FRA)
1937 1Stein GP Lacroix Lille (FRA)
Luik-Bastenaken-Luik 43ste op 10/4/1937 FranceSport-Dunlop
4/4/1937 Parijs-Brussel 6de FranceSport-Dunlop
21/3/1937 Ronde van Vlaanderen 16de FranceSport-Dunlop
Gent Wevelgem 6de, op 28/5/1936 France Sport Wolber
Wie zei daar ook alweer dat renners geen koersen kopen of verkopen, zou dat al niet van alle tijden geweest zijn
Tijdens de ronde van Vlaanderen einde de jaren dertig waren drie renners ontsnapt uit het peloton bij de beklimming van de Kwaremont: Félicien Vervaecke, Sylveer Maes en Cesar Pappens. Félicien had graag deze grote koers opzijn naam geschreven en beloofde aan de medevluchters om zijn overwinningsprijs (1000 B fr. welke indien tijd veel geld was) te verdelen onder hun drieën. Sylveer en onze Cesar gingen er mee akkoord. Nu reden al wat ze maar konden en kwamen met grote voorsprong aan de meet. Zoals afgesproken werd Vervaeckede overwinnaar. Na de overwinning werd Vervaecke op het podium geplaatst, de bloemen overhandigd en van den ene reporter naar den anderen gesleurd. De plechtigheid duurden nu zolang dat Sylveer en Cesar elk naar huis vertrokken en dat zonder hun beloofde premie. Een jaar later, tijdens een training, kwam Cesar en zijn koersgenoten voorbij te Menen aan het café “Le Ballon dÂ’Alsace” uitgebaat door Félicien. Ze stopten er en gingen er een pintje drinken. Zonder een woord te zeggen overhandigde Félicien de beloofde 300 B fr. aan zij vriend Cesar. Zo ziet men dan de eerlijkheid onder de renners.
Krimpemolen: de folter- of schaarstemolen op het oosten van de Klaverdriesch en Noordoost van de sectie B, waarvan het n° s 6, 7, 9, 10, 16, en 17 beslaat.
Rak Fons O.L.Vrouw, doos I-Z: plan van een hoeve te Rollegem, eigendom van O.L.Vrouw 1783: onderaan tekening van het Stampkot: Kempemolen.
RAK MSAK Nr. 6419: op de kaart staat de “Kempemolen” getekend
Du Castel de la Howarderie-Neuvireuil. Notes pour servir a LÂ’Histoire de Rollegem, Tournai 1905 p. 23: Krimpemolen, le moulin du tourment ou de la disette, Ã lÂ’ orient du Klaverdriesch et au Nord-est de la section B.
Popp-kaart Rollegem: aangeduid: Krimpemolen.
Du Flou, W.D.T. : deel 7, p. 736 KimpeÂ’s molen: molen te Rolleghem.
Voor uitleg van de molen cfr. Uitleg “meulendyck” Monografie van Rollegem p. 108:daar wordt de kimpemolen ook vermeld als “het stampcodt van sieur Boqquai”
Kot is de romp van een molen die met den wind draait of door een peerd (paard) bewogen wordt.
Monografie van Rollegem p. 107-118: De eerste vermelding van Kimpemolen is het stampkot van Rollegem.
Zijn naam wijst er op dat het om een oliemolen ging. Waarschijnlijk maalde hij ook koren, zoals het met de meeste oliemolens in die tijd ging. De molenaar was een zekere Bocquai. In 1821 werd hij al de kempemolen genoemd, wat er opwijst dat hij sinds jaren in bezit moet zijn van de familie De Kimpe.
Af en toe werd hij ook Marionettenmolen genoemd, wegens de nabijheid van de Marionettenweg in Kortrijk. Marionettenberg; 63,75 m
Ook als persoonsnaam teruggevonden: In de studie van de persoonsnamen in de Kasselrij van Kortrijk F. Debrabandere p. 227 n° 947: kempe/kimpe uitleg: kempe = kampvechter, kampioen, kamper, strijder, vechter; bijzit, onecht kind.
Dominique Vandecasteele met de ex kampioen (St Bernardshond) Hij kwam ook in het nieuws omdat de hond maar liefst elf puppyÂ’s had groot gebracht.
Tafeltennis,
Wat weinigen weten dat hier ook een tafeltennisclub bestaat. Rttk Rollegem opgericht sinds 15 april 1983 en met ups en dows in de sporthal de “Weimeersen” Reeds jaren kan de club rekenen op financiële en logistieke steun van een viertal sponsors.
minnivoetbal, voor dames /heren. Duiven en vinkensporten, boogschutters, wielertoeristen, Rollebollers
Zijn allen sporten, maar waarvan weinig geweten, of hebben hun eigen website
Is geboren te Kortrijk op 21 september 1979, als jongste van twee kinderen, van Luc en Annemie. Het was voor de Rollegemnaars even schrikken toen ze levens groot tegen het bushokje prijkte. Het was een sprookjes verhaal; het lelijke eendje werd een mooie zwaan.
Julie maakte vooral indruk met de Franstalige performance van een chanson van de Franse acteur Jean Gabin. Het was een belofte aan haar grootvader. Mede door die act bleef ze tot het laatste moment in de running voor de titel. Maar het mocht niet zijn. Ondanks alles was ze blij dat ze deelgenomen had. Het was de bedoeling om hier en daar wat contacten te kunnen leggen voor televisiewerk, en dat is effectief wel geslaagd. Voorlopig bleef ze verder als model te Brussel.
We vinden haar terug in 2002 ze is dan, (22) wanneer ze werken gaat voor het productiehuis JOK FOE van Chris Cockmartin de echtgenoot van Goedele Liekens . Ze was intussen gehuwd, een producer bij RTL-TVI in Brussel. Ze stopte met haar fotosessies in 2002.
In 2008 verteld ze ronduit “ Ik was vroeger een halve jongen, hield van voetbal en andere sporten, en ben uiteindelijk altijd datzelfde gewone boerenmeisje gebleven.” Ze gaat intussen als commercieel directrice in de HR-consulting aan de slag.
Julie die in Herseaux woont, blijft er van overtuigt dat Rollegem nr. I blijft.
In 2010 was ze als (Ex-) topmodel op Vitaya
In 20011 Na een mooie carrière in de modellenwereld focust Julie zich sinds kort weer op een job als kantoormanager van een HR-Bureau in Roeslare. Maar blijft de mode wereld van dichtbij volgen.
Klaverdries. Klaverweiland . n° s 12, 13 en 14 van sectie B.
Du Flou, deel 6, p. 803 Stuk land te Rollegem.
W.N.T. p. 3323 Deel II, III: Klaverdries: omgeploegd klaverland.
Loquela, (G. Gezelle) tot woordenboek omgewerkt door J. Craeynest, Antwerpen 1898/1899
Den klaverdries: een gewende klaverije . Een dries heet in Â’t Veurenambachtsche een wee, als ze ommegedaan is en in zaailand gebracht, een klaverdriesch is item zulk een stuk klaver.
Klytberg: 62,5m hoogte kliskruidberg, klisoloot.
Du Flou W. D.T. deel 6 p. 1114: wijk te Rollegem. Een hoogte waar de grond uit klei, Clytte
Klytbergstraat: Du Flou W.D.T. deel VII, p. 1114: weg te Rollegem A.D.BW. klytbergstraat, weg nr. 12.
Klytgat: Du Flou W.DT. deel6 p. 1134: wijk te Rollegem, ook bos te Rollegem.
Klyt: Verwijs en Verdam p. 1557 Clitte (Clit, Clette): leem, kleiige aarde.
E. W. Vercoulle: p. 168: mnl clitte, clette. Os Kleddo, Chd kletta, ook Ags clide +lat. Glis, lit.glitus = kleverig uitbreiding van wortel van klei. Uit germ. Franse gleton, glouteron.
A.V.I. Scheurmans p. 251: Klyt, klijte, Klete of klijtaarde: kleiaarde, ook een kleigrond, een kleiachtig veld. Er zijn dorpen waar ze ene partijen landes naam van klete dragen.
De percelen, tiendenplichtig aan de Heren van Rollegem, waren gelegen tussen de Kwadebrugstraat, de Schreiboom/Markestraat, de grens met Bellegem, de Wethuisstraat en de omgeving van de Klijtbergstraat.
Westvlaams Idioticon de Bo p. 467: Klijtgat: kleikuil, ene vette modderige leegte in een vuile straat, een slijkput in ene kwade straat, Fr. Bourbier = Klijtmok, klijtput.
Knock: been voor geraamte, oude begraafplaats.
Een deel van deze plaats valt in de buitenwijken van Kortrijk onder de benaming Rollegem-Knok Knockberg; 52 m
De Flou W.D.T. deel VIII p. 23: een plaats te Rollegem.
Cnock, knok “ ruime plaats of het kleine plein waar verscheidene grote straten te samen komen”( De Bo 477) vgl; Scheurmans: 266; Roes. N° 1814.
Debrabandere ( Leiegouw, 1972, II, 171) verklaart het als volgt: huizenblok. Dit woord is etymologisch (woordafleidkunde) niet te scheiden van “knook, knokkel, kneukel, knoezel, knoest, kno(o)p” Eng. to knock (oorspr. Met de vingerknokkels tikken) en betekent oorspronkelijk “gewricht, knoop, knobbel, geleding, bot.”
Daaruit afgeleid ontstond de betekenis rondeheuvel, hoger gelegen stuk land, bocht, viersprong.” Aangezien op zo ’n viersprong gewoonlijk enkele huizen staan, kreeg het woord ook de betekenis “huizenblok, gehucht.(Zie De Bo, Snellaert).
In het dial.
Is het woord alleen nog bekend in de namen van gehuchten: Rollegem-Knok, Zwevegem knok. In het woord schuilt nog de plaatsnaam Knokke. Het woord betekent “hoek” in de volgende excerpten uit Kortrijk:
1368: dat Berbaerd van der ApostelrieÂ… up haerleder cnochuusÂ…onder de halle ande noorwesthouc (Fonds O.L.V. oork. 363 bis).
1348: buten der steenpoorte op den knoc van haerlebecstrate ende der strate alsoe men gaet te Zweveghem waert. Fonds O.L.V. Oork. 318 bis).
De Knok bevindt zich ongeveer 5 km. van het centrum der stad Kortrijk.De Muynckendoornstraat was de langste straat van de streek, zij begon op Walle (Kortrijk) naar Bellegem (waterval) dan naar de Kalverstaartstraat dwarst de fabrieksbeek kwam terug op Rollegem op de grens met Dottenijs en meet ongeveer 10 km. Heden ten dage is deze weg onderbroken door de autosnelweg en draagt de naam Eindemuynkendoornstraat.
11/8/1994 Ladna Belijka kierowcą autokaru. (Aldus de DROENNIK SLQSlω 11/08/1994) Mooie Belgische Buschauffeur. Laatst reed in Katowice een autobus met Belgische nummerplaat merk Daf bestuurd door een jong mooi meisje. Dit is een verrassing op onze wegen. Stond te lezen in een Pools dagblad. Reeds aan de Duits-Poolse grens was het een verrassing. Aldus A.S. ze controleerden mijn rijbewijs , 23 jaar en al tweejaar mijn rijbewijs. Zij toonde haar rijbewijs aan de schrijver van het artikel JANUSZ MINCEWICZ Ze heeft talent en is een goed chauffeur, heeft reflex en is beheerst, aldus de journalist. Ze was verwonderd dat haar persoon zo een verbazing wekt in Polen, omdat Belgen er iedere dag zijn maar toen was ze de eerste vrouw achter het stuur van een autocar, met airco en Televisie.
Bondillebeek, Bondeltjebeek; De beek van de kleine schoof (garve)
Boondriesche, een stuk weiland van de boon. Deze plaats is aangegeven op de grens tussen Marke en Rollegem op de kaart van het rechtsgebied van Kortrijk door Sanderus uitgegeven in Flandria illustrata. Er stond vroeger een molen.
Forest, gehucht, zijn naam heeft een tegenhanger in het Frans. Het wil zeggen beboste plaats. Slosse rond Kortrijk deel III p. 1610 “het gehucht “ ’t Foreest” ligt Mosschroenwaarts “ het was in de vorige eeuw met bossen bedekt. Forestberg; 52 m
Het forest,forestum, Het is er eenzaam en stille en men heeft het niet te vragen, vorige eeuwen met bossen bedekt. In den gevel van een der zeldzame huizen van dat gewest zitten er wapens die de aandacht van menig voorbijganger gaande maakt.
Ze zijn in steen gekapt en vertonen “rechts de wapens der abdij van Groeninghe: Drie zilveren rozen op rood veld en links deze van Abdis Victoria Dubois alias Vanhoutte van Doornik geprofest te Kortrijk 28/10/1703 overleden 30/5/1771. Het wapen draagt op zilveren veld een rode keper met twee groene bomen langs boven en een zwart kruis langs onder. Tussen beide wapens een staf. Dat huis is een overblijfsel van Vannestes gebroken hofstede, en behoorde toe aan mevr. Crommelinck- Vandenborre te Moen.(Schreiboomstraat 73)
Du Flou, woordenboek der Toponymie Deel IV, p. 258: wijk van Rollegem.
Verwijs en Verdam p. 836/837 Foreest; znw; o en ( vr.?)
Van ofr. Forest; fr forêt, mlat. Foresta. De betekenis van mnl; Foreest is dezelfde als mlat; terra forestica; d.s. terra domincara.
Een onmiddellijk aan de vorst toebehorende domeingoed, bepalende voor de jacht geschikt, met woud als hoofd bestaand deel, doch ook met vlak veld, weiland enz. dus eigen jacht, jachtveld, jachtterrein, bij uitbreiding ene landstreek waar weinig mensen wonen, wildernis, onherbergzaam oord en eindelijk, omdat bos noodzakelijk attribuut van een Foreest was ook bos en woud.
Woordenboek der Nederlandse taal Deel 3, II , III , p. 4627;
Joke Buysschaert Joke het jongste uit het gezin 13/4/1981 een onopvallend meisje van 18 jaar in 1999 die misschien de nieuwe Gella word. Ze was onopvallend maar als je goed toekijkt draagt ze reeds de zwarte gordel en neemt ze moeiteloos het op tegen stoere binken. Toen ze pas zeven was kwam ze door haar broer in contact met de judosport. Gelukkig maar heeft ze haar ervaringen nog nooit in de praktijk moeten gebruiken . Ze volgde L.O. aan het ST. Theresia-instituut in Kortrijk. Na de witte, gele, oranje, groene, blauwe en bruine gordel heeft ze nu de zwarte behaald. Je krijgt dat niet zomaar je moet een aantal tornooien winnen met de hoogste score tot je 10 punten behaald. Vervolgens moet je voor een jury een examen doen. Voor Vlaanderen vinden die in Zele plaats. Het was mei 1997 toen ze haar zwarte gordel 1ste dan had. Ze won reeds diverse tornooien in haar categorie(-70 kg.) in 1998 Jeugd tornooi Herentals, tornooi der fruitstreek in St.Truiden , beker van Laakdal, Trofee van Vlaanderen, Open Brabant, Toornooi van Bree. In 1999 won ze het kampioenschap van West-Vlaanderen en werd tweede in het kampioenschap van België. Ze is vast van plan om door te gaan, op de vraag of er tijd is voor jongens zegt ze: “ ik train veel met jongens”. Haar grote voorbeeld is Vandecaveye. Ze zou heel gaarne bij de Rijkswacht gaan, helaas het zijn lange wachtlijsten en het kan wel 2 jaar duren, intussen kan ze haar diploma L.O. halen aan het Reno. We hebben intussen een beloftevolle atlete voor de komende jaren.
De sectie D het punt tussen Bellegem en Dottenijs is verdeeld door de baan naar Eynde (Einde)Muynckendoornstraat.
Hier spreken we over de langste weg van Rollegem: vanaf Walle over de Rollegem-Knok tot aan de Waterval doodlopende op E 403 en aan de andere zijde het vervolg maar nu Einde Muynckendoornstraat en vervolgens naar Dottenijs.
Du Flou, woordenboek der toponiemen deel XL, p. 57: Wijk van Rolleghem en Belleghem Buurtweg nr. 6. Verwijs en Verdam p. 1893: Moniken( monken, muniken munken: Duinheren van Brugge van de orde van de cistercienen De Bo p. 630)
De hoeven van Gesquière sectie D.N.262 en Herbau sectie D° n° 378 en 379 Zij zuiden van de baan van Rollegem naar Luigne. Waarop het zuidelijke deel het belangrijke gehucht Tombroek bevindt. Moeras van tombes, dat onderverdeeld is tussen vier gemeenten, Rollegem, Dottenijs, Luigne en Moeskroen. Het is ook op de weg gaande van steenweg Rollegem- Luigne naar Dottenijs, komt u het gehucht Malpont tegen.
Sectie B ten noorden door het grondgebied van Kortrijk. Langs het oosten door de steenweg van Kortrijk naar Luigne die midden door Rollegem loopt.
De sectie C begrenst door de buitenwijken van Kortrijk, de Fabrieksbeek en eveneens de steenweg naar Kortrijk.
Hier spreekt men over De Rollegemseweg, vanaf O.L.V. ter Spiegel naar de Marionetten, vervolgens Schepenhuisstraat, Statiestraat naar de Tombroekstraat en naar Luigne.
Marionetten: Du Flou, woordenboek der toponymie, deel X. p. 147: herberg te Rollegem.
Woordenboek der Nederlandsentaal deel 9, p. 241 : Marionetten: znw vr. uit het Frans marionette, van Marion, verkleinw. Van Marie. Soms wordt de vorm marionette ook in het Nederlands onveranderd gebruikt.
“Marionetten zijn kleine beweegbare figuurtjes van bordpapier, hout, metaal, ivoor of been, waar kermislopers zich mee bedienen om het gemene volk te vermaken(Chomel 1963 b)”
Minachtend ook gezegd van iemand die geen wil heeft.
Nederlands Etymologisch woordenboek de Vries p. 429
Marionet: znw. vm. Fra marionette “ pop die met draden bewogen kan worden.
ital. Marionetta eig. “poppenkop op de narrenscepter” Het woord is gevormd van Marion, vleinaam van Maria.
Sectie A tussen de Sint- Annaweg die ten westen de scheiding maakt tussen het grondgebied Marke en Aalbeke, gaat naar Moeskroen en langs de andere zijde naar de Schreyboom. Het is bij de Schreyboom dat de hoeve van Karel Herbau zich bevindt. Wat kunnen we hiervan onthouden?
De Schreiboom van Rollegem( een gehucht) Atlas der buurtwegen : cfr. Situering op plan
Slosse Rond Kortrijk, Deel III p. 1610 : “Onze voorvaders hielden zekere bomen in grote eer en planten ze bij voorkeur aan een kruisstraat en hofpoorten om van rampen en ongeval vrij te blijven, het waren menigvuldig( meestal) Lindebomen.
Later werden ze met een kruis of Lieve Vrouw beeldeke voorzien. De Schreybomen dienden tot de verering van de heilige Maagd.
Fonds DÂ’ Ennetieres 2400 (1764) : De Schreyboom wordt vermeld en getekend (Tuyttens Fabienne)
Fonds Colens 206 : p. 53 daar wordt de naam Schieboom vermeld
= het leenboek van Cortyck 1649.
Du Flou, woordenboek der Toponiemen: deel XIV, p. 414: wijk van Rollegem.
Du Flou, in zijn woordenboek der toponymie deel 14, p.968, herberg en wijk zo genoemd. Uit de toponymische studie van Rollegem Tuyttens Fabienne 1985/1986.
Aanwinsten VI 1930 : een erfve behuyst wesende een herberghe genaemt den smockelpot.
SBK fonds G.G. cod 222 : “Terrier du Coster “ de Saint-Martin de Courtai.
Titre : beschrijvinge behelsende de consistentie van de groote ende ghelegnheijdt vande Costerthiende gheleghen in de prochie Cortryk-buyten recht voor de hermitage van Sinte Annacapelle, beginnende dese thiendee van Joseph de Penthevilles, tot aende herberghe bij de Callewaert-bosch- genaemt den Smockelpot, . . .
OSAK 1204 : Landboek van Cortryck-buyten(1762) de herberghe geseyd den smockelpot.
-Smokkelen = “ misten, motregen” Bij de Bo smokklen alf. Van smoken = dampen, roken. Engels : to smoke. De zelfde wortel bevat smuiken, met dezelfde betekenis.
Ook smoren betekend trouwens zowel “misten” als “roken”.Debrabandere(Leiegouw, 1972 II, 186)
Reeds voor de oorlogen bestond er een voetbalclub zoals bij ieder gemeente die zich waardeert Na de oorlog kwam er opnieuw nieuwe andere en betere. K.W.B.-voetbalploeg gesticht te Rollegem 14/4/1979. Deze werd omgezet in sporting rollegem, welke nog later zou fusioneren met Aalbeke om de VAR te worden, maarvelen zijn geroepen toch weinig zijn uitverkoren. Hoeveel starten er niet per jaar ook hier te Rollegem met voetballen ? (Te veel om op te noemen, en om er geen te vergeten laten we dit hier in het midden) maar hoe weinig zien we er van terug in nationale ploegen laat staan internationaal. Maar goed wanneer men niet probeert kan men het niet weten. Velen zijn geroepen weinig uitverkoren of zo iets .Toch kennen we mensen die internationaal bekent zijn in die wereld, denken we maar aan Willy Verhoost (toch een zeer bekende Rollegemnaar) bij Excelsior Moeskroen, Lokeren Daknam geen speler maar toch, en wat te denken over die het wel verder schopte
Lieven Vandevenne
Een 18 jarige, eerder van het tengere type levert zijn eerste bewijs in 1975 als op de linkerflank postvat en zich dadelijk in het spel mengt, en zich al dadelijk in het publiek laat opmerken. Prettig vind iedereen het als zo een “Kleine” een grotere en oudere tegenstander op het veld en sportieve neus kan zetten. De story van David en Goliath die zich steeds herhaald.
Hij werd geboren op 31/5/1957. Hij was tien jaar toen hij zijn ontluikende voetbaltalenten te Lauwe aanbood. Hij debuteerde op de linker flank. Meestal met doelpunten van het zelfde patroon. Tegenstander voorbij, naar binnen zwenken en vervolgens naast de verste paal tegen het net. 57 maal lukte zulks in zijn tweede miniemenjaar. Bij de knapen verliep het al even vlot en scholier was hij slechts een seizoen. Twee jaar bij de juniores met regelmatige selecties. In april 1973 liep hij in een wedstrijd tegen Mons een Kuitbeen breuk op, een grapje welke hem elf weken gips kost. Hij liet de moet niet zakken hij is zelf doorgestoten tot het eerste elftal. Met zijn 1,71 meter en 60kgr voelde hij zich in 1975 op zijn gemak.
In 1977 als 19 jarige gaat Lieven Vandevenne naar R.C. Harelbeke derde nationale, paarswit
1982 Vandevenne met Harelbeke in tweede nationale, in woord en klank is wat meer bezadigdheid te bespeuren, omdat zijn jong gezinnetje aan Liselot een eerste kindje heeft? Hij verlangt er naar om ooit in eerste nationale te spelen. Hij verliet W.S. Lauwe om naar Racing Harelbeke (de ratten) te gaan, het kon even goed Cercle Brugge geweest zijn, maar hij was bang op het invallerbankje te zullen wegdeemsteren. In 1983 oogde lieven naar het buitenland, Harelbeke bleef in tweede.
Lieven Vandevenne verloren voor het topvoetbal? Hij werd op de transferlijst geplaatst bij Harelbeke. Vraagprijs anderhalf miljoen, maar het komt niet tot een overgang. Bij gevolg moet de middenvelder zich tevreden stellen met een kleine tien procent van die som. Ik ben pas 26 en dus op mijn hoogte punt van mijn carrière. Preciesomdat ik een niet zo geslaagd seizoen achter de rug heb, wilde ik het komend jaar er serieus tegenaan gaan. Daar zal nu wel niet veel van in huis komen. Lieven Vandevenne nu al verloren voor het topvoetbal? Hopelijk niet!( 9/8/1983)
September 1983 Lieven speelt nog bij Harelbeke. Zoals reeds eerder gezegd, als we er toch vergeten zijn laat het maar weten!
De vrijdag vanaf 14 u St-Antoniussponsortocht voor de lagere school, en afhalen van kerstbomen aan huis.
Om 18u klokkengeluid om de feestelijkheden aan te zetten, Kerstboomverbranding, Glühwein, jenevertent, frieten en patékaarting.
Zaterdag tentoonstelling “Kerk van Rollegem” van kunstschilder A. Platteau, doorlopend patékaarting.
Zondag vanaf 9.45 u Antoniusstoet,( Den Belleman, heer van Rolleghem,de schout en den Baljuw) gevolgd door Antoniusmis door gewezen medepastoor E.H. André Desimpel, met koor Crescendo. Feestpredikant E.P Rik De Bock, directeur van het Don Boscocollege.
De koptischmonnik, werd uitgebeeld door Pascal Deloof.
Tractorenwijding, om 11.30 receptie, in de vroeger jongensschool(O.C.) 12.30u hutsepot
Vanaf 14u St-Antoniuswandeling, uitslag tombola,
Maandag om 14.30u koffie, gebak, vriendenkaarting en koffietafel.
Dit jaar werd een Wilgentwijgen beeld meegedragen in de stoet, het is een St-Antoniusbeeld gemaakt uit wissen, een bepaalde soort wilgentenen, namelijk het Belgisch rood. Het wordt rood genoemd omdat na het drogen een bruinrode kleur krijgt. Het beeld is van de hand van Magda Peeters, een kunstenares uit Wevelgem.
Nu prijkt het beeld in de kerk. St-Antonius-Abt is vereeuwigd in wilgentakken. Er was ruime belangstelling voor de St-Antoniuswandeling.
Het grondgebied van Rollegem, een onregelmatige rechthoek die zich uitstrekt in de lengte van noord tot zuid en onderverdeeld in vier secties aangeduid A. B. C. D. Rollegem heeft de vorm van een laars zonder hiel.(Banaanvorm)
Het grenst ten noorden aan de buitenwijken van de stad Kortrijk, ten oosten aan Bellegem, ten zuiden aan Dottenijs, Lowingen en Moeskroen
Ten westen aan Aalbeke en Marke.
Ten noorden aan de grondstukken met het Kadasternummer 27, 30, 31 en 32 en op het westen op de weg van Kortrijk naar Bellegem de genaamde Rollegemhoek of landtong van Rollegem, nu Walleweg.
Wanneer men zich naar Bellegem begeeft of ten oosten van de gemeente ziet men de Mortangnestraat of de rue de Mortange die verbasterd werd in de rue de Mortagne.
Deze weg ging langs de kadasternummers 384, 385, 390 en 394 en gaande van oost naar west. Langs het oostelijke deel loopt de Fabrieksbeek die op een bepaalde lengte ook de scheiding maakt tussen Rollegem en Bellegem.Het stuk van de Mortangnestraat is nu ingenomen door de autosnelweg E17. Links van de baan van Rollegem naar Luigne is de oude hoeve “De ijzeren poort” of “Porte de ferré” genoemde kadasternummers 515, 516a, en 516b in de sectie C. We bevinden ons hier in de Tombroekstraat aan de begraafplaats.
Ook in deze C sectie onder 500 staat de Rollegemsehoeve gekadastreerd.Het
Langs de weg van Rollegem naar Dottenijs op het Kruispunt van de rue de Candlé(wat betekend Lichtmis) gaande van Bellegem is de plaats Waterval genoemd, (aflopen van water) Thalweg kadaster 371.Ten noorden van de waterval, in de sectie C ziet men de hoeve Van Neste, die eigendom is van graaf Lodewijk della Faille, gehuisvest te Gent.
Voor de tweede opeenvolgende keer bundelde men opnieuw de krachten te Rollegem om St-Antonius te vieren.
Dit jaar kwamen nog meer landbouwers uit de streek afgezakt naar de wijding, van Oldtimers, naar de meest moderne trekkers ja zelfs allerhande zelfrijders machines uit de landbouw kwamen afgezakt.
Opnieuw een driedaags feest. Zaterdag receptie en Kaarting, zondag ommegang met aan het hoofd de belleman, en natuurlijk het zwijn. En de maandag opnieuw paté Kaarting.
Inde kerk een prachtige tentoonstelling van miniatuur trekkers (geert Kints) en natuurlijk de St-Antoniuswandeling. Opnieuw was de opbrengst bestemd voor de vernieuwing van de zaal.
Wie financieel wilde overschrijven kon dat op het rekeningsnummer
Deze keer was de voorganger in de kerk Mgr. Laridon, ook pastoor Dejaeghere, was met zijn foto aanwezig.
1994 Eerste St-Antoniusfeesten zowel kerkelijk (noveen)Van Pastoor Dewulf en het profane of burgerlijk door de mensen van de Folkloreraad.
Is er geen spreekwoord dat zegt; “Het is verbazend wat je kunt presteren als je er niet omgeeft wie er de eer van draagt”
Het duurde tot 1994 voor aleer Rollegem opnieuw de draad zou opnemen om een noveen te doen ter ere van hun St.-Antonius.
We laten EH Dejaeghere aan het woord: Verleden jaar in de maand maart streek hier een nieuwe pastoor neer, EH Willy Dewulf. Tijdens zijn korte verblijf bij ons heeft hij zich al menige malen positief weten in de belangstelling te brengen. We zijn nu zondagmiddag en beginnen aan het hutsepotdiner waarvoor 300 parochianen zich hebben ingeschreven.
Het was een 3-daags programma zaterdag werd gestart met een kindermis om 17 u, gevolgd door een geslaagde patékaarting in de parochiezaal .
De zondagmorgen trok een heuse stoet uit voorgegaan door het plaatselijk muziekkorps, in de stoet liepen 8 verklede paters met op een draagberrie sjouwden ze met een geslacht varken. Den toen nog onbesproken bisschop van Brugge stond ze op te wachten aan den ingang van bomvolle kerk.
De opbrengst, want het was ook nog de maandag namiddag een voortzetting van de patékaarting waar heel wat volk op aanwezig was, zou dienen om de parochiezaal te verbeteren.
Pastoor Dewulf wilde de parochiezaal vernieuwen, dus er moet zaad in het bakje komen, hij ging als Salesiaan aan het schooien, maar wij, Vanbelle Dirk toen voorzitter van de folkloreraad en ik zelf dachten eerder aan een geweldig feest na het gebeuren in de kerk.
Maar hoe kun je het verwezenlijken?.
Met deze gedachten trokken we naar de oprust gestelde pastoor EH. Dejaeghere, en dat zouden we doorvoeren met Dewulf aan het hoofd.
De man in kwestie lieten we in het ongewisse, anders kon, of zou het plan niet slagen, hij was de aangeschreven persoon en wie waren wij, zelfs nu nog is men overtuigt dat de Dewulf de man was laat staan. Maar goed het plan lukte.
In lange nachtelijke vergaderingen werd het concept samen gebundeld, we hadden veel gezien in Ingooigem, en we konden dus er iets moois van maken zonder
Het te Kopiëren. Het varken verloten, hutsepot voor iedereen, tractoren wijden in plaats van dieren, Paté Kaarting en het feest kon beginnen. Nog een St-Antonius, een toneelspeelder (Pascal Deloof) erbij. De paters kleding vonden we te Ingooigem. De muziekmaatschappij en de verenigingen sloten zich automatisch aan.
Met (onze stroman)pastoor Dewulf op de kop starten we de eerste St-Antoniusfeesten. Den optocht van aan de pastorie, in plaats van aan een café zoals in Ingooigem (De Halve Maan). De tractoren wijding (meer dan 50 ) na de mis in plaats van dieren wijding voor de mis(Ingooigem) Hutsepot (gemaakt in het klooster) in plaats van middagmaal. Verloten van het zwijn in plaats van per Amerikaans aanbod en ga zo maardoor. De mannen van de Folklore hadden het weer eens gemaakt!
Het werd een daverend succes, meer dan 300 mannen en vrouwen aan tafel, laat de pastoor maar pronken, de Folklore had het gemaakt.
Je kon zelfs een St-Antoniuswandelingen maken. En zo waar den eerste die kwam de mis voor gaan was zoals reeds hoger gemeld de baas van Brugge( Bisschop)
We sloten het feest af met een prachtig inkomen welke zou dienen om de zaalin een nieuw kleedje te steken.(Zie parochiezaal)
“Microb” het kampioenen paard van Erna en Marcel Doutreluigne is afkomstig uit de stal “Ponderosa” van Otegem. In 1977 Behaalde hij 25 overwinningen, in 1978 , 24 overwinningen. “Microb” behaalde zijn 8ste nationale titel in de vlucht van 1,1 m.. In het kampioenschap van West-Vlaanderen behaalde Microb met Jockey Geert Devinck de 8ste prov. Titel te Rollegem
Het kampioenen paardje “Microb” van de stal Erna en Marcel Doutreluigne blijft verbazen. In 1979 werd het voor de tiende maal West-Vlaams kampioen. De laatste vijf jaren met Geert Devynck. De eerste twee jaren met Charly Defoort uit Otegem en dan drie jaar met Nancy Bloeyaert uit Kortrijk. “Microb” zorgde op zijn dertiende levensjaarvoor de achtste maal kampioen van België te worden.
Nancy Bloeyaert uit de Roterijstraat te Kortrijk het zover brengen om 5 jaar na elkaar de nationale titel te behalen met het kampioenenpaardje Microb uit de stal Doutreluigne uit Rollegem Waarna ze overstapte in 1979 naar de grotere paarden namelijk de “Queen” en er hoop even veel titels te kunnen behalen.
In de stal zijn nu 5 paarden en vijf gaan er aan de sporthoogdag meedoen , onder andere Microb, Arami, bereden door Geert Devinck uit Bredene e,n Prospect, en Dorina, door Noël Vanhousebroek uit Gistel.
Dicht bij de gouden rivier zoals men zo poëtisch het stinkende water, gebruikt voor het roten van het vlas noemt, daar ligt Rollegem-over –Leie. Gelukkig op een zekere afstand wat niet slecht is voor de lucht die men er inademt. De gemeente bevindt zich aan gene zijde aan de Leie in vergelijking met Brugge den hoofdstad van West-Vlaanderen. Een historisch ongekende gemeente. Eén, waarvan het zeer zeldzaam is om er een werk van te vinden. Ze is ontsnapt aan ernstige studies van de oude geschiedschrijvers die noch lange noch korte geschiedenis schreven.
Le Dictionaire encyclopedie de geografie historiek du Royaume door August Jourden, gepensioneerden Kapitein schreef in zijn eerste editie in (1868-69 )
deel II, p.803, col. 2 hij beschrijft Rollegem als volgt:
Rolleghem , West -Vlaamsegemeente, administratief arrondissement,gerechtelijk e arrondissement en kanton van de vrederechter van Kortrijk. (op het ogenblik 2de kanton van het vredegerecht Kortrijk) Militiekanton Belleghem( Nu, twaalfde militiekanton van West-Vlaanderen, hoofdplaats Mouscron) Bisdom Brugge.
Bevolking: 2329 inwoners. Het heeft een oppervlakte van 847 hectaren 63 aren 28 centiaren. (in 1865 was de bevolking 2194 inwoners; in 1870 was het 2334 om daarna te verminderen tot het huidige cijfer van 2232)
Ligging: 7 kilometer ten Noordwesten van Kortrijk, iets minder van Moeschroen en 50 kilometers ten Zuiden van Brugge en Gent.
Waterlopen: Twee beken die er ontspringen en die de Heule zijrivier van de Leie vloeien. Rollegem lag voortijds in een put verzonken door menigvuldige overstromingen der drie beken waar twee samen vloeien. Het ligt tweeëndertig meter boven de zeespiegel.
De grond bestaat uit Klei(Leem) en Zand.
Industrie en handel: Landbouw, katoen en wollen stoffen, ververijen, brouwerij, de steenbakkerij en de fabricatie van mosterd zijn ook industrie van Rolleghem.
Het postkantoor is in Kortrijk.
Gehuchten; Vorst, Klijtgat, Knock, Kruysstraat, Lantenhoek, Mauvaispont, inheemse naam Malpont, in het Vlaamse Kwadebrug. St. Anna, Schreyboom, Tombroek, het zou moeten zijn Ten Brouck, maar te Rollegem schrijft men Tombroek . En Zevencote, men moet hier niet verwaren met Zevecote bij Gistel.
Er was ook een tweede uitgave van dit belangrijke werk, en daar ligt Rolleghem nog steeds ten Noordwesten van Kortrijk, daar waar het eigelijk ten volle aan de Zuidkant van de stad ligt. De waterlopen springen niet meer over de Leie of dringen niet meer onder de grond om de Heule te vervoegen doch gaan ze nu verliezen in de Schelde.
De werkelijkheid is dat er twee beken ontspringen en eindigen te Rollegem en zich samen voegen aan de kapel van de Schreyboom schrijft Graaf du Chastel de la Howarderie-Neuvireuil. In zijn uitgave van 1904 schrijft hij de juiste namen van de beken; Bondillebeek en de Weimeersbeek wanneer ze samen vloeien geeft hij ook de juiste naam Fabrieksbeek. Hij noemt het een riviertje, dat zich langs Dottenijs in de Spiere werpt, zijriviertje van de Schelde.De Spiere is in werkelijkheid een rivier in Noord Frankrijk en Vlaanderen ca 15 km. Lang onbevaarbaar, die ontspringt in Roubaix.
Het heeft twee bijrivieren: de grote Spiere welke ontspringt in Lowingen en te Spiere in de Spier uitmondt. De kleine Spier ontstaat in Moeschroen. Er is ook het Spierekanaal voor schepen tot 300 ton, gemaakt in 1843.
Intussen weten we dat de Bondillebeek ontspringt bij de wat men vroeger noemde de maalderij van Renard op het gehucht de Lante aan het huis nr. 155. Ze heeft een lengte van 822 meter. 3de Categorie.
De Weimeers ontspringt wel degelijk te Aalbeke(bij het huis van F. Ysebaert
De grootste beek is wel degelijk de Fabrieksbeek, gevormd door de samenvloeiing van de Weimeersbeek en de Bondillebeek op het einde van de Beekweg. Zij heeft een lengte van 1895 meter, 2de categorie
Deze vormt de natuurlijke grens met Bellegem. De Fabrieksbeek geeft haar water aan de Spierebeek te Dottenijs en deze mondt uit in de Schelde te Spiere. Vandaar dat men zegt Rollegem behoort tot het stroomgebied van de Schelde of tot het Scheldebekken. Deze is 1553 m lang en behoort tot de 2de categorie. Zij blijft nog 1282 meter de natuurlijke grens vormen tussen Rollegem en Bellegem.
Rollegem is het grootste deel Scheldegebied. Een klein deel, dat van de Knok loopt af in de stedebeek, die haar beginsel heeft op de Knok en die de grens vormt met Kortrijk en verder tussen Kortrijk en Bellegem onder de staatsbaan van Kortrijk-Doornik door Zwevegem in de Gaverbeek te Deerlijk uitmondt in de Leie.
Rollegem heeft niet alleen een eigen naam maar ook een lap of spotnaam, te weten “Bot Rollegem”. Rollegem kan deze naam wel in vroegere tijden verdiend hebben, het lag in een put en in ’t slijk verzonken met onhebbelijke wegen en buiten alle gemeenschap. Zijn inwoners waren deugdzaam doch ruw en onbeschaafd.
Thans is het een zeer fatsoenlijke prochie, waar geloof en zeden, werkzaamheid en orde alom vrede stichten en welstand verschaffen. In de loop van de laatste twintig jaar is het veel verpreuveld (verbeterd, opgefleurd) Het kreeg post en tram en telegraaf en bovenal een kerk, die de bewondering van iedereen verwekt en waarvoor alle buurt parochies de duimen en vingers moeten aflikken.(Zie verder op het blog)
De naam van “Bot” past beter op het Bossuit dat hier in de reke staat van zot Avelgem, dom Moen en venijnig Heestert.
Al de naamplaatsen die op “gem.” eindigen zijn van Frankische oorsprong. De naam van ons dorp wordt op twee manieren verklaard;
Heel lang geleden zou een Frankische boer Rol of Rollin hier een hoeve gebouwd hebben, de naam van den boer is Roll. Voeg daarbij gem, hem, heim en je bekomt Rollegem.
In de twaalfdeeeuw werd Rollegem, geschreven Radelegim, Radelingen en Radelgem. In deze drie benamingen komt het woord “Rad” of “Radel” voor wat betekend wiel.
“Gem” komt van heim en betekent woonst
Ons dorp zou dus kunnen een haltplaats geweest zijn voor karren, wagens en koetsen halfweg de Heirweg Doornik Wervik. Radelgem werd Rollegem.
Van de heer Du Chastel werd gezegd dat het een uitmuntend man is in geslacht- en wapenkunde.
Lang geleden, mijn kinderen zouden zeggen: "ons vader ga spreken van in den tijd dat de dieren nog konden spreken", wanneer ik zo een verhaal begin.
Hoelang hier St-Antonius reeds werd vereerd is in mensen heugenis niet bekend.
Maar inderdaad het is lang geleden, men schrijft dat Rollegem druk bezocht was om Sint-Antonius te komen vereren ergens in de 18de 19de eeuw, vooral door mensen van Luinge en omgeving.(zie de kerk van St-Antonius) Er zou een beeltenis in het drieluik geweest zijn wanneer het hoogaltaar werd weggenomen.
Wat wel zeker is dat er in het hoogaltaar de beeltenis van St-Antonius stond.
Iets korter bij is dat onderpastoor Desimpel, de noveen opnieuw in leven zou geroepen hebben, blijkbaar zou het eerste beeldje wat ik aangekocht heb in het toenmalig huis Dursin nog een uitgave er van geweest zijn. Het huis Dursin welke gelegen was in de Rollegemkerkstraat Nr. 3 (nu den Bloembol), verkocht die beeldjes. En ze zijn toen mee verhuis naar de Aalbeeksestraat. Maar ook dat bleef niet bestaan, de mensen bleven wel naar hier komen, maar van een noveen was er geen sprake meer.
Ze zeggen; “zwicht als men u een schouderklopje geeft, dat er geen mes tussen de vingers kleeft” maar ja ze zeggen zo veel. En toch dit is mijn St-Antonius verhaal. Ik zeg eerlijk naar de Toontjesfeesten van Ingooigem ga ik nog ieder jaar.
St-Antoniusfeesten
Oorspronkelijk was hij een rijkeluizoontje maar toen hij de evangelieteksten hoorde “ verkoop al u bezittingen en schenk ze aan de armen” volgde hij de raad letterlijk op waarna hij in eenzaamheid ging leven? Hij werd hevig bekoord door de duivel doch door gebed en strenge levenswijze kon hij zich op het rechte pad houden.
Hiervoor werd hij beloond met de gave dat hij bij zichzelf en andere de duivel kon uitdrijven.
Vertrekkende van die talenten werd hij stichter van verscheidene kloosters. In 1050 werden vele relikwieën overgebracht naar een plaatsje in Zuid-Frankrijk dat sindsdien St-Antoine-en-Dauphine werd gedoopt. In die tijd werd het hele westen geteisterd door het “ mal des ardents” later het Sint-Antoniusvuur genoemd.
Tijdens de middeleeuwen genoten de Antonieten het grote voorrecht dat ze hun varkens vrij konden laten rondlopen op zoek naar eten.
Om de zogenaamde Sint-Antoniuszwijntjes te herkennen, werden de dieren belletjes omgebonden. Belletjes en zwijntjes zijn aldus de kenmerken geworden van Sint-Antonius, en deze werd er door beroemd als Sint-Antonius met zijn zwijntje.
Zo werd hij ook beschermheer van het vee en de landbouwers.
Te Ingooigem, in de volksmond Yvegem, behoort het sinds generaties tot de parochiale traditie dat de patroonheilige Sint-Antonius op 17 januari of op de daaropvolgende zondag op een heel speciale manier wordt vereerd.
Sinds 1952 werd deze traditie in zekere mate omgebogen door het comité van Yvegem sportief onder de leiding van de gewezen burgemeester Oktaaf Bekaert.
De bolhoedheren deden hun intrede en de stoet werd iets degelijker in mekaar gezet.
Vroeger waren de opbrengsten van de offergaven , die na de mis met Amerikaans opbod werden verkocht, nog voor den openbare onderstand, terwijl ze nu nar de kerkgemeenschap gaan.
De traditionele verkoop na de eucharistieviering, is al de moeite waard om eens “live” mee te maken. De dag voor de zwijntjeskermis aanvangt, gaan de bolhoedheren bij de boeren en neringdoenersaankloppen naar offergiften van St-Antonius waarmee meteen de bescherming van het vee wordt afgesmeekt.
Op Toontjesdag worden die offergaven dan bij wijze van “Amerikaans opbod” aan de bedevaarder te koop aangeboden.
Nog dit de offergaven kunnen variëren van een stel duiven, over een konijn, een kip, of haan, vlees tot geld. De dieren worden dan in het gemeentehuis gebracht en daar krijgen ze eten en drinken.
Vroeger en dan spreken we van voor den oorlog, duurden de feesten een hele week nu nog twee dagen, de mensen deden toen nog hun bedevaart langs den buitenkant van de kerk? Zelfs nu nog zijn er mensen die de moet opbrengen in de vrieskoude rond de kerk te trekken.
De verkoop van de koeken is intussen verdwenen, en vervangen door een druppeltent. Zoals het nu verloop is het nog steeds zoals het terug begon in 1952.
De zwaarste karwei is voorbehouden aan de dragers van het zwijn, het zijn kinderen, gehuld in paterskleren. In den stoet met vooraan de fanfare trekken alle verenigingen mee met hun vlaggen, gevolgd door alle dekens, prinsessen, kampioenen en koningen, welke de gemeente rijk is, samen met de geestelijke, de bolhoeden de strohoedenheren uit Roeselare, de St-Antoniusvrienden uit Zonnebeke en dan sluiten de bedevaarders aan.
Daar we als afgevaardigden van de folkloreraad, opzoek waren naar nieuwheden trokken we met een paar mensen naar de toontjesfeesten en leerden er de bolhoeden kennen. Nadat we hier te Rollegem de verkiezing kenden van de “heer of de vrouwe van Rolleghem” trokken wij op 17 januari 1988 voor het eerst mee in de stoet van de St.-Antonius-Winterommegang te Ingooigem. Onze viering zou plaats vinden telkens op de zondag voor de zeventiende, het feest van St-Antonius
Hoe het begon, in 1968 vatte Marcel Doutreluigne en Erna welke in 1956 gehuwd waren, het plan op om het weiland achter hun woning kort te houden. Ze konden in august van 1968 beslag leggen op “Igor” een paardje uit de stal Lesage uit Otegem. Rond die tijd kwam ook de West-Vlaamse ponysport in volle bloei. De microbe zat hun weldra in het bloed en er werd getracht ‘Igor” in de piste te brengen. “Igor” was er zeer gerust in, dus een nieuw paardje moest en zou er komen. Zij kochten “Polly” in januari 1969 en dat was een meevaller. Hun jockey Filip Vervaecke zorgde er voor dat “Polly” in 1969 driemaal als eerste over de streep ging en 17-maal de tweede plaats veroverde. Hun succes moedigde ze aan en ze kochten “Hector” een Engelse vluchter voor reeksen van 1,20 tot 1,25m Met Hanske Vantroys of Eric Geldhof op de rug. “Hector” van de stal- Doutreluigne op acht koersen zeven overwinningen en een tweede. Het paard verhuisde naar de “Ponderosa-stal” te Otegem, want men had reeds “Brendy” op het oog die door jockey Eric Geldhof in ieder koers in de eerste drie wist te loodsen, met daarbij nog elf overwinningen wist in de wacht te slepen.
Sinds 1970 is er in de stal- Doutreluigne de wilde “Casimir” aan het trainen tot vluchter, die volgens kenners zal uitgroeien tot een primus.
Achtereenvolgens kreeg de stal- Doutreluigne nog “Pistache”, “Silver” en “Bredy” en op 27 juli 1975 wordt er gestart met “Microb” welke reeds in 1973 kampioen werd in Bredene, in 74 te Rollegem om samen met de nieuwe aanwinst “Prospect” ook hier opnieuw kampioen te worden. Microb behaalde toen ook met zijn berijdster Nancy Bloeyaert, welke op deze ren, een staande ovatie kreeg, ondanks het verbod van de dokter, door de val, van de zondag daarvoor, waar ze gevallen was en haar neus gebroken had. Ter gelegenheid van de twee behaalde titels van kampioen werden Erna en Marcel op het gemeentehuis ontvangen mei 1976. Geert Devinck uit Bredene die “Microb” bereed en Noël Vanhousebroek die “Prospect” bereed
De korte rallycarrière van Bernard is niet zo heel moeilijk, zo schreef men in 1984. Vader Munster was destijds al evenzeer door de autosportmicrobe bezeten. Met een pas verworven rijbewijs in een simca Rally I zette hij zijn eerste schreden op het Mandes circuit. Hij beproefde daarna zijn geluk achter het stuur van de Sunbeam van Remi Marquet, de vroegere Talbot Cup winnaar in België. Op Rallygebied was Bernard een 22 jarige student public relations in 1983 aan zijn derde seizoen toe. Eindelijk een eerste volledig jaar. Zijn eerste twee jaar waren zoals men zegt het leergeld. Hij wilde absoluut in Groep A uitkomen, vandaar de omschakeling naar Opel-Kadet. Hij werd winnaar van Groep A in de rally Van Haspengouw en in Ieper. Met wat tegenslagen In de Bianchirally, in de omloop van Vlaanderen en te Vilvoorde, kon hij zijn blazoen terug op poetsen te Kortrijk.
In Koekelare, reed hij zijn Kadet volledig in de park, doch hij verwees naar de uitspraak van Per Eklund, die stelt dat één
pert-total per seizoen het bewijs levert dat een piloot snel gaat. Bij Bernard drijft de ambitie om hogerop te komen boven als room op melk. Hij heeft een spectaculaire rijstijl en is zeer gelieft bij zijn grote schare supporters.
In 1984 kwam de doorbraak, in de “ bochten van Spa” met de Audi Quattro 3de algemeen Later in het seizoen betwiste hij nog een aantal proeven met Volvo 240 turbo, maar door pech bleven resultaten uit.
Sedert de FISA de formule 2 in leven riep , was Bernard één van deeerste om in de nieuwe categorie te geloven en meer zelfs: hij slaagde er in Renault te overtuigen met hem scheep te gaan.
Hij nam deel in 1995 aan acht manches van het Belgische inter-kampioenschap. Circuit des Ardennes was zijn eerste.
Bernard tweede in de stand en Favoriet in Jambes 1995. Stand na drie proeven Munster 1ste . Hij rijft zijn tweed zege binnen.
Hij Kroonde zich tot Belgisch international rallykampioen.
In 1996 neemt hij plaats in eenRenault MAXI Mêgane een nieuw speelgoed, het weegt 960 kg, 270 paardenkracht en werd in 400 werkuren in elkaar gezet. Munster Vijfde algemeen in de 24 uren van Ieper en winnaar in de formule 2.
In de deelname aan de Britse RAC-Rally( laatste wedstrijd voor het wereldkampioenschap rally-twee-liter)start hij met een officiële Skoda Felicia kitcar.
1998 Bernard mikt op titel in groep N.
1999 Boucles de Spa, de mooiste overwinning, een soort revanche voor wat vorig jaar gebeurd is. Gezien het ongevalna een schuiver verloor een cameraman, opgesteld in een verboden zone toen het leven. Bernard wist het trauma uit.
Juni 2003 Bernard stuwt zijn “oude “ Subaru naar de vierde plaats in Ieper, voor hem was het een fantastische rally