Actueel
Gemeenschapsraad
Nieuwsblad regio

Vers van de pers

Rollo spreekt

Informatie

Het Buurthuis

Kalender

Dokter - Tandarts - Kine
De Lijn
Handelaars
Containerpark

Verenigingen

ACW
Crescendo
Chiro
Historie Folklore
Folkloreraad
Harmonie
Gezinsbond
Gulden Leeftijd
KAV
KVLV
KWB
Landelijke Gilde
NEOS
Okra
Pimpeloentjes
St.-Antoniusfeesten
Toneel Trees
Verbroedering
Ziekenzorg
Parochie

Kerk en leven

Vormsel

Mededeling

Cultuur

Kerkbezoek

Verken Rollegem

Wandelgids
Noord            Kaart  
Zuid              Kaart

Historie

St.-Antonius Abtkerk
St.-Antoniusfeesten
Rond de kerk

Sporthal Weimeersen

Parochiezaal

Basisschool

Varia

Ne Rollo

Rollshausen
Foto
Foto
Foto
Hoofdpunten blog belleman
  • stabroekse roepsteen
  • Historiek van de roepsteen
  • De roepsteen te Rollegem
  • Gemeentelijke bekendmaking in den oude tijd
  • De wieg
    AAA
    Zoeken in blog


    Archief
  • Alle berichten
    Archief per jaar
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2000
  • 1999
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Laatste commentaren
  • bidprentjes 22-09-2019 (Patricia Delva)
        op doodsprentjes, bidprentjes alfabetich (t)
  • Vercaempst Donald (Rudy Kenis)
        op doodsprentjes, bidprentjes 1989
  • Ik heb een foto van remy castel oudstrijder 14-18 en gestorven 1966 (Chielens laurens)
        op geef ze een naam
  • Correctie op artikel (magna houtekier)
        op gehuchten
  • Van harte welkom medeblogger (Patricia)
        op FEMMA
  • Bidprentje (Yanaika)
        op doodsprentjes, bidprentjes 1978
  • Groetjes (rud)
        op kerk en leven
  • Groetjes (rud)
        op kerk en leven
  • fijne vrijdag (rud)
        op het landelijk leven te Rollegem
  • Fijne dinsdag (rud)
        op kerk en leven
  • Foto
    Schepenhuisstraat 68
    Foto

    Bellegemseweg ( Roll) nr. 4

    Foto

    Rollegemplaats nr. 5

    Foto
    Klijtbergstraat nr. 4
    Foto
    Rollegemseweg nr. 20
    Foto

    Tombroekstraat 43

    Foto
    Tombroekstraat 45
    Foto
    Tombroekstraat 66
    Foto

    Tombroekstraat 249

    Foto
    Rollegemkerkstraat nr. 7
    Foto

    Rollegemkerkstr. nr. 21

    Foto

    Rollegemkerkstr. nr. 109

    Foto

    Schreiboomstr 104

    Foto

    Schreiboomstr nr.54

    Foto

    Schreiboomstr 53

    Foto

    Schreiboomstraat, 36

    Foto

    Schreiboomstraat, 1

    Foto

    Schreiboomstraat,2

    Foto

    Muynkendoornstraat 125

    Foto

    Lampestraat 113

    Foto

    Muynkendoornstraat 230

    Foto

    Lampestraat 173

    Foto

    Rollegemknokstraat 20

    Foto

    Het hof van Odo

    Walleweg 115

    Foto

    Walotex

    Foto

    Binnenstr nr. 8

    Foto

    Muynkendoornstraat 117

    Foto

    Lanteweg 12

    Foto

    Kwadebrugstraat 171

    Rolleghem en het werelds bestuur

    1146 heerlijkheid die bestond uit een

    monoir(soort kastel) gebouwd op een

    mote rondom in wallen.

    D'Halluins eerste heren van Rolleghem.

    eerste Heer Wulferius D'Halluin

    akte 1202- heerlijkheid kasteel van Kortrijk

    Aangifte te Wevelgem bij kanselier Gerard

    aan Balduin van Ronslo.

    1289 Fressende Vrouwe Van Rolleghem.

    1560 Bezit in handen van Carolus de Croi

    1635 Adrien Desmet Cinsheer van Porte-Ferèe

    (zie geschiedenis van Rolleghem)

    1735 Bezit in handen van Engelbert

           Frederik d' Ennetières

    1768 Pieter-Roger Joinville

            Baljuw(grafsteen aan de sacristie)

    1798 Franse Republiek Rollegem was deel

            van kanton Bellegem

    Joseph Jacquart was voorzitter en

    Constant de Brabander secretaries

     

    Foto

    Het schijnt dat de oude groote hofstede  een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt

    Burgemeesters 1799

    of Maire de Rolleghem

    In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.

    Van 1849 tot 1866

    De zoon Constantin Vandermeersch

    Van 1866 tot 1870

    Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.

    1870 tot 1872

    August Salembier

    1872 tot 1899

    Casimir Herbau

     

    Foto
    Foto

    van 1900 tot 1918

    Herbau Léon

    Foto

    van 1922 tot 1937

    Everaert Eugène

    Foto

    van 1937 tot 1747

    Everaert Maurice

    Foto

    Van 1941 tot 1944

    Tijdens de Duitse bezetting

    Castelain Maurice

    Foto

    Van 1947 tot 1970

    Polydoor Declercq

    Foto

    Van 1970 tot 1976

    Laatste burgemeester

    van onafhankelijk Rollegem

    Gerard Vandenberghe nu

    Nieuw in Kortrijk | Stad Kortrijk

    Rollegem blogt ...

    31-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde



                                                  

    38ste dag: zondag, 16de juni.

     

    Het is de mens eigen, zelfs in de moeilijkste omstandigheden dat hij op lotverbetering uit is!

    Deze zondagmorgen gebruiken we om te verhuizen. Onze schuur staat voor alle winden open en daar zo veel mensen hun huizen verlaten vinden we algauw wat we zoeken. Een schuur, met stro in overvloed en waarvan we ‘s avonds de poort kunnen sluiten. De bewoners zijn juist bezig alles te verzamelen wat ze willen meedragen en de rest is voor ons.

             Keulemans, zodra onze “ huisbazen” weg zijn, geraakt door het venster in de keuken en daar vinden we enkele van de sterkst Franse “Cordials” (hartversterkende)die er op een hoeve te vinden zijn! Ene van de flessen is zelfs halfvol met een reusachtige peer! Die moet aan de boom gehangen hebben terwijl de peer groeide. Ze wordt het succes van de dag!

             Er valt niet enkel te drinken doch ook te eten. Ik zit een half uur  lang witte bonen uit te lezen, dan zien we uit naar een kookgelegenheid; het wasfornuis zal het doen! Maar hoe aan vlees geraken? Daar lopen kuikentjes van amper zes weken oud met de zorgzame kloek middenin. Doch zal iemand dat over zijn hart krijgen? “Och wat, “ zegt Keulemans, ons leven gaat voor dat van alle kloekhennen van Frankrijk!

    “Als gij ze durft vangen “ zegt hij; “durf ik de rest doen.” Ik heb ze gauw vast en twee minuten later heet ze” la cause alliée” gediend! Dat wordt dan de soep om er uw vingers van af te likken. De groenten komen uit den hof, waar ik ook, in de aardbeienbed, voor het nagerecht “ ijver “!

              De pomp, dat is nog eens iets bezienswaardigs! Een ketting zonder einde met om de zestig à zeventig cm een ronde gummischijf die telkens een paar liter water mee naar boven haalt. Ge hoeft maar te draaien en de zegen Gods vloeit in volle gulpen in de emmer. De bonen te weken gezet voor morgen en dan is alles ongeveer klaar. Nu krijgen we volk bij en onze soep heeft succes. Een gulle Fransman biedt ons “ du singe” (vlees in blik) aan in ruil voor een paar tassen warme soep. Daarmee bedoelt hij dozen vlees die we zorgvuldig in onze ranselstoppen.

            Maar hemeltje lief, wat is me dat voor een gedonder. Alles schudt en beeft, de vrouwen gillen en vliegen hun venten om den hals terwijl wij vruchteloos de gemoederen pogen te bedaren.

            Als dat vliegtuiggeronk een half uur later weer nadert springen we gauw tot op de baan en zien ze gevieren hun bommetjes lossen, terwijl ze een sierlijk tuimelingetje maken naar de “Loirebrug toe.

             Dat nieuwsgierig zijn berokkent ons vanwege de Franse soldaten die in “Onzen kelder” zitten een uitbrander van belang. De sergeant laat me zelfs zijn revolver zien en dreigt hem te zullen gebruiken als we niet binnen blijven!

    Alsof die venten daar boven “ hun” brug zouden in plan laten voor een paar onooglijke Belgische piotten!

              Het publiek in ons schuurtje heeft echter nog veel meer honger dan schrik, maar ongelukkiglijk hebben wij, buiten onze soep al niet veel aan te bieden. Doch honger en dorst worden weldra weer vergeten als er, bijna vlak boven onze hoofden, een Duitse bommenwerper in gevecht verwikkeld geraakt met een Franse jager.

    Deze wordt ongelukkigerwijze getroffen en we zien, voor het eerst, een mooie witte valscherm, waaronder zulk een Lilliputtertje bengelt, sierlijk omlaag zweven.

               Hongerige, afgematte Franse soldaten stappen voorbij. Keulemans schenkt druppels bij hele flessen. Ook wijn uit de kelder, waaruit ondertussen de “ Bezetters” vertrokken zijn, drinken ze dankbaar uit. Ze willen zelfs betalen, maar daar heeft zelfs Keulemans het hart niet toe. Of de jongens blij zijn, even een versterking te genieten! Hoger hebben ze al zoveel als dorst.

    Er is echter zo weinig. Bij tientallen zagen we er die gretig een ajuin en een vroege wortel aan het knabbelen waren. Een adjudant bedankte ons om de kleine dienst aan zijn mannen bewezen en met tranen in de ogen vertelt hij ons dat ze gevochten hebben als leeuwen. “ Mais, que voulez-vous” zegt hij (maar wat wil je) “ on a étè trahi!” En of!.. Zijn mannen waren dan in alle geval beter dan die we hier in onze kelder hadden. Die waren eens achter op de koer gekomen en vluchten hals over kop in hun “sous-sol”(ondergrond, souterrain) toen er een vrachtauto aankwam: ze dachten dat het een “Messerschmied”(messenmaker) of een “Heinkel” was!

                 Die lelijke Duitse piloten vallen ander niet kieskeurig uit. Ze mitrailleren maar alles wat op de wegen beweegt, tot groten schrik van de vrouwen vooral. Wij hebben al mooi le in strategie te geven, van” Achter de boom, Madam, daar schieten ze niet door!” telkens ze horen schieten verliezen ze alle koelbloedigheid en lopen het gevaar tegemoet!

              Van een rijk madammeken, dat vertrekkend gereed is, krijg ik op mijn vraag om een vork een van haar zwaarste verzilverde rijke mensen vorken, en ik moet ze niet terugbezorgen. In zulke tijden is de mens toch mild!

              Hier vinden ook mijn eerste proeven in het boeren plaats. Ten allen kante lopen koeien op de wegen en ik zou er gaarne een melken. Drank en voedsel! Ik slaag er in, er ene te vangen, bind ze aan een betonnen paal, zoek een melkemmer en begin maar te “pompen”.

    Doch al wat ik bekom dat is, dat ik de koe zenuwachtig te maak, zodat ze zich met een wrong losmaakt en er van door is. Ik heb dan bij mezelf het vaste voornemen gemaakt, zodra ik de gelegenheid heb, leer ik melken. Een poging van een Fransman, bij een andere koe, die ik samen met Caron bij de horens hield, bezorgt ons een armen liter melk en ….   nog een koe die er van onder is.

               Doch hier kunnen we niet blijven, Keulemans vond al twee fietsen en nu gaan Janssens en Caron er op uit om er nog enkele te “Vinden” Ze kunnen echter nog maar amper in “Jargeau” zijn of daar wordt door een hele reeks Duitse Bommenwerpers een aanval van belang uitgevoerd op de Loirebrug en de baan door het dorp. Wij geven onze mannen maar weinig kans het er levend af te brengen. Doch een uur later komen ze lachend het hof opgestapt met aan elke hand een fiets!

    Zo hebben we er dan zes en we kunnen morgen verder reizen. Alles wordt goed nagezien. We zijn zodanig wel geriefd dat we elk een binnenband als reserve onder het zadel kunnen binden! Doch in een ogenblik van onoplettendheid zijn plots twee van onze damesfietsen verdwenen. We springen de poort uit, daar staat een vrouw en een jongen elk met een er van, gereed om te vertrekken. Ze hadden ook maar gedaan zoals onze mannen:” A la guerre tous est à tous! ( in de oorlog het komt er vooral op aan)

             Morgen trappen we het hier dus af. Ik wandel nog even tot bij de eerste huizen van Jargeau, ik vind nog een paar ontspanningsboeken en bij een villa staat een hele familie rond de limousine. Een auto,-brandstof,- maar geen chauffeur. Die wil sturen mag de reis naar het zuiden meemaken. Caron kan sturen maar hij bedankt er voor: “ Liever met de fiets “ zegt hij, dan die auto, die na een paar dagen van geen nut meer zal zijn wegens gebrek aan essence.

    Wij rollen ons  dan maar in ons stro, de velo’s naast ons en de poort gebarricadeerd met al wat beschikbaar is!..


                                             


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    30-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde


    Brug Beaungncy met 22 boggen

    39ste dag: maandag, 17de juni

     

     

    ’s Morgens vroeg verzamelen we al wat we hebben van eetwaren, onze fietsen zijn goed beladen en we zijn weldra op weg, in de richting:” La Ferté St. Aubin.” Het eerste dat we vandaag beleven is een brand. Het gemeentehuis van ?????? staat in lichtelaaie, waarschijnlijk het werk van Duitse vliegtuigen.

    We blijven eventjes staan kijken als we plots van uit het brandende gebouw katten gemiauwd horen Caron en Keulemans willen dat beest volstrekt gaan redden. Gauw de velo tegen de gevel, op gevaar af, dat hij mee in de brand opgaat en zij de “Mairie” binnen. Ze zijn daar echter gauw terug, want binnen is het al vlam en rook en bij de kat is het niet te geraken.

             Voorbij “La Ferte St. Aubin komen we op de grote baan N 20, Orléans- Vierzon. Het is een rechte brede macadamweg en we voelen ons hier volstrekt niet veilig; Volk! Het is één processie van burgers en troepen, allen op weg naar het zuiden. Rond een legercamion is het een gedrumd van belang, om brood te verkrijgen.

     We vernemen dat er maar is voor de troepen. We zouden willen beproeven of dat ook voor Belgen geldt, maar de vrees voor Duitse bommen is vooralsnog sterker dan de trek naar Franse broden. Het is al bomput wat we zien, links en rechts van de baan en soms er middenin, gauw met aarde en steen gruis dicht geworpen. Een klein baantje rechts: “Neung sur Beuvron.” Hier zijn wij zo goed als alleen,.. met onze honger. Nu krijgen we wat spijt dat we niet wachten bij die broodwagen.

                  We zitten op de rand van een bos de rest van onze magere eetvoorraad op te knabbelen, over de smalle baan komt thans zware Franse artillerie uit de richting van waar wij straks gekomen zijn, doch geen van de camions neemt nota van de zes sukkelaars die hun moraal al meer en meer voelen zinken. Ook de fietsen helpen mee om ons terneer te drukken.

                      Elk heeft iets te herstellen of te verbeteren, maar het nodige gerief ontbreekt. Kon een fiets maar vermaakt geraken met gesakker en gevloek, dan waren de onze rap in orde geweest!

             Zo geraken we dan op de baan “Beauqency”- (wat verschil bioj verleden jaar in augustus, toen ik daar de boorden van de Loire langs fietste!) “Romorantin” en even voor deze laatste stad wacht ons een verrassing, die voor ons echter ver van een blijde verrassing is.
    een bij riviertje van de Cher

    Een sergeant van het 7de van onze divisie dus, staat naast een café al de Belgische soldaten binnen de koer te drijven. We moeten er ook aan geloven en daar vinden we aan een tafeltje, niemand anders dan onze goede majoor Kortleven. Hij is dus verder geraakt dan Etampes, waar nochtans de trein stond te wachten. Hij heeft niet veel branie meer en deelt ons zonder veel overtuiging mee dat we moeten verzamelen in een kamp nabij Vierzon, een goeie 30 kilometer van hier af. Dat zegt ons niet veel. Wij brengen dan ook onze opwerkingen voor, dat we fietsen hebben en aan eten zullen geraken, enz., maar hij vraagt:” Ja, maar tot waar denkt gij zo heen te fietsen, toch niet tot L’Isle-Jourdain?” Ik antwoord:” Jawel, mijn majoor, waarom niet?” Hij lachte eens, ik vermoed dat hij wel begrijpt dat het ons niet om L’Isle-Jourdain te doen is! We moeten dus met een ganse groep Belgische piotten naar een kazerne in “Romorantin “ , waar, tot ons groot ongenoegen, een Franse soldaat de poort bewaakt! Wat de zaak nog erger maakt, aan de overzijde loopt een zijarm van de “Sauldre”, een bijriviertje van de “Cher”, zodat we goed gevangen zij.


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    29-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

    Weinig eten ook, er is te veel volk, elk krijgt een stuk brood en een klak soep. “ Te weinig voor te leven en te veel om dood te gaan!” oordeelt Keulemans. Die kijkt onweerachtig. Ja, er is reden te over!

               Al mag niemand buiten toch krijg ik het gedaan. Ik heb de schildwacht maar mijn baard laten zien om seffens toelating te krijgen, een coiffeur te gaan zoeken. Hij ziet ten andere dat ik geen uitrusting bij heb en dus van zin ben terug te komen.

               Ik ben echter nog niet terug aan de poort, na mijn bezoek bij de haarkapper, of zie ik daar mijn vijf mannen die op mij staan te wachten? En ze hebben dan nog mijn fiets en heel mijn uitrusting bij! Hoe ze dat met hun “sukkelfrans” hebben klaargespeeld kan ik maar niet begrijpen! Het schijnt dat ge om te liegen niet veel van de taal moet kennen!

              Dus maar weer de weg op, maar dit zweren we bij elkaar, niet naar “Vierzon!” wij zijn eigenlijk blij dat we majoor Kortleven ontmoetten nu weten wij dat we daar alleszins moeten weg blijven!

              Ik tracht van een Franse officier die langs de baan zijn troepen laat rusten, wat eten los te krijgen. Maar die begint ons daar uit te maken voor al wat hem door de kop komt. Woedend is hij om onze Capitulatie. Ik wens hem overal waar hij niet gaarne zijn zou en wij weer verder. Langs de weg is van alles te vinden, uitgenomen eten. De rijkdom aan al het overige wordt echter zo opvallend dat we ook maar eens afstappen even buiten een klein gehucht, waar boeren uit “Picardië” bezig zijn heel hun klederen en linnenvoorraad te vernieuwen. Hier moet een heel stoffenmagazijn achtergebleven zijn. Daar ligt voor een fortuin in het gras onder ruisende bomen. Wij vervangen al onze vuile hand- en zakdoeken en kousen door splinternieuwe, veel meer kunnen we al niet meesleuren.

    Te “Villefranse-sur-Cher” stoppen Wij.

    Op een hoeve krijgen wij van de boerin toelating om in een schuurtje te slapen. Haar man zit in de “Maginot-lijn” en ze is eigenlijk blij weer mansvolk op de hoeve te hebben, dat geeft zo wat meer gerustheid voor wat komen kan, zegt ze. Een weinig verder liggen boeren uit het noorden, ze hebben hun paarden in de weide losgelaten en we krijgen hier later op de avond nog een paardengevecht in regel, met hoefgestamp en vreselijke muilen, die happen met reusachtige kiezen. Schoon!

    We kruipen dan in ons hooi met weer eens een verzadigde maag, want de boerin heeft ons de rest van het avondeten gebracht, de kinderen en de naar hier uitgeweken familie hadden geen honger en zo is dat “restje” een heel eerbiedwaardig      avondmaal voor zes dolende piotten! Slapen doen we echter niet rap, onze geest is te veel bezig met de vraagstukken voor de nabije toekomst. Hier blijven of waarheen? Zich laten gevangen nemen? Maar dan?

    De eerste Duitsers moeten we nog zien en hier beven de mensen al wanneer ze er aan denken! Onzeker is de toekomst. Doch iets zit in onze kop als een nagel vast. Naar Vierzon rijden we niet, slechter zouden we niet kunnen kiezen!



    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    28-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

    40ste dag: dinsdag, 18de juni. 

    We zijn hier eindelijk zoals men zegt:” Goed gevlogen!” Heel de hoeve met tuin en al staat ons ter beschikking. Er is een pomp met parelhelder fris water en om ons was te slaan mogen we kuipen en zelfs de zeep gebruiken. Ten anderen, heel het gebuurte leeft hier zowat als een familie samen en wij maken deel uit. Zelfs kookgelegenheid is er. Tegen de muur is een soort wasvuurtje waarop al heel vroeg in de voormiddag water staat te warmen voor een grote hoeveelheid soep, ge kunt nooit weten of er geen hongerige magen bijkomen. Terwijl ik de soep gereedmaak en er onder stook, klim ik van tijd tot tijd tot boven in een reusachtige olm die vlak bij de hoeve staat. Ik wil niet verast worden door Duitsers en tracht op de baan de eerste grijze uniformen te ontdekken. Doch alles is vooralsnog heel kalm.

                Terwijl ik zo in mijn boom zit te loeren, ontdek ik plots, vlak bij mijn hand, een groot insect zoals ik er nog nooit een gezien heb. Het is een iepenspintkever, een kereltje om bang voor te zijn, al is hij wel niet zo gevaarlijk als hij groot is. Ik stop hem in een van mijn patroontassen bij den hakenkruisarmband.

    In de keuken zitten we ook van tijd tot tijd te luistern naar het nieuws dat ons van alle lijfsgevaar zou kunnen verlossen. “De capitulatie van het Franse leger” We hebben de laatste dagen genoeg gezien dat ook zij de weg van onze troepen daar in Vlaanderen zullen opgaan. Ook de Franse burgers zijn merendeels van ons gedacht, al durven sommige hun mening niet klaar uiten.

    Hier komt nu, in de vooravond, het meest opwindende avontuur van heel onze odyssee. Er staat op een paar minuten lopen van hier een lange trein die opgepropt is met alle mogelijke waren.



                                                      

    Nu zij opeens burgers en soldaten samen de wagens begonnen open te breken, aangezien alles toch in de handen van de vijand zou vallen. Wij op een drafje er heen. Het is een toneel om nooit meer te vergeten. Wel een vijfhonderdtal mensen is hier aan het lossen en aan het wegsleuren, overal horen we roepen:” Par ici le pain” (langs hier brood) - “Ou est le wagon du riz?” ( waar is de wagon met rijst) Want er is van alles. Wij sleuren natuurlijk ook ons aandeel tot op de hoeve en gerieven rijkelijk onze goede gastvrouw. Keulemans bezorgt haar wel 20 kilogram geurende koffiebonen, iemand komt met 50 kilogram, zout aangesjouwd, er is macaroni, suiker, rijst, chocolade, al wat maar eetwaar is. Sardienen houden we meest voor onszelf. We hebben elk een half dozijn broden, grote stukken “Marseillezeep” halen Janssens en ik uit een nog gesloten wagen. Doch, er schijnt onraad te dreigen. Als we voor de zoveelste maal bij de trein aankomen, is er bijna niemand meer. Wat is er ten anderen ook nog weg te halen. De wagen met brood is nog maar voor een tiende deel leeg, er zijn nog duizenden broden in, maar wat kan een mens er op de duur mee doen?



                                                     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    27-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

    Wij vinden echter beter; de wijn. Het zijn een half dozijn wagons-citernes, gelood en alles, mar dat schrikt een soldaat niet af. Doch als het deksel er af is, kunnen we er nog niet van proeven. De opening is amper 10cm. Breed en we zien maar weinig kans om uit dien ontzaglijke voorraad te putten. Janssens zegt opeens:” De Duitsers moesten ons eens zien van ver en ons hier met een machinegeweer af blazen.”  Doch ik denk aan iets beters. Konden we maar een buisje vinden, dan zuigen we de wijn op!

    Ik loop gauw naar een van de geplunderde wagens die vol papieren ligt van een of ander regimentsbureel en van grote foliebladen maken we buisjes van een vinger dik.

    Of het smaakt! We worden echter kieskeurig en zoeken naar het beste vat! Ik moet eindelijk mijn spitsbroeder aanraden er mee op te houden, straks rollen we er af!

    Terwijl ik naar de hoeve stap, met een moraal als nog nooit te voren wordt Janssens bijna het slachtoffer van zijn gedienstigheid. Een burger vraagt hem waar die wagen met zeep staat. Gustaaf, gedienstig als altijd, toont hem die en gaat mee binnen, om nog even te zien of er niets vergeten werd. Plots rolt de deur achter hun rug dicht en ze horen een dreigende stem:” Nous allons un peu voir, je m’en vais avertir” Ik weet niet wat al en hij schuift de grendel voor zodat die twee daar nu netjes in de kooi zitten. Janssens is opeens helemaal nuchter van schrik. De burger is echter nog veel meer uit zijn lood geslagen en staat er bij te jammeren en te zuchten. Als ze zo een kwartier lang aan alle mogelijke handvatten en stangen aan de deuren geschud en gerukt hebben, geraken ze er eindelijk uit en lopen elk naar zijn “huis” zo rap als ze kunnen.

    We zijn pas met het opbergen van onze voorraad klaar, die we in een lege betonnen vergaarbak schikken, als het geschut van de Franse op enkele honderden meter van hier, tegen de Duitsers wordt geopend. Het duurt niet lang of ook van die kant kommen obussen over onze hoofden geraasd. Wij beleefden nog nooit zulk een duel en weten dus niet of er gevaar is of niet. Eerst blijven we een tijdje luisteren hoe het eigenlijk ineenzit, we zien, of beter we horen er geen klaar in en gaan dan maar mee tot in de kelder. Het is daar echter zulk een huilpartij en zodanig overbevolkt dat we er maar liever uittrekken en tot onder de spoorbaan meegaan met diegenen die daar het gevaar ontlopen. Het is echter maar een ellendige schuilplaats, een beek die onder de spoorwegdam doorloopt en waar ge goed moet oppassen om geen natte voeten te krijgen. Ook daar zijn we het al gauw beu en zoeken weldra weer de gezonden buitenlucht. De vrouwen daarbinnen en ook enkelen van de mannen vinden natuurlijk dat we waaghalzen zijn en roekeloos met ons leven spelen.



                                    

    Honger kregen we er van. Er staat al sinds een paar uur macaroni te week en nu koken we die. Maar tot onze spijtige verrassing is het bloempap geworden. Nog juist goed om plakbrieven er mee te bestrijken! Doch als we er genoeg suiker in geroerd hebben wordt het een eetbaar iets, dat ons echter gauw de keel uithangt.

    Als de avond valt komen weer obussen over onze hoofden gezweefd en ik lig nog lang met Janssens in de wei, op de rug, vruchteloos omhoog starend om er de voorbijrazende projectielen te ontdekken.



             


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    26-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde



    41ste dag: woensdag, 19de juni.

    Het is nog maar amper dag, of ik zit alweer in de olm. Er is echter noch geen spoor van Duitsers te zien, noch op de baan, noch in de velden. De radio brengt ons ook vandaag nog het nieuws van de capitulatie van het Franse leger niet. Nu is het te verwachten dat onze dagen hier geteld zijn, wellicht al onze uren. Gans de voormiddag ben ik aan ons noenmaal bezig. De boerin liet ons een hen de hals omdraaien.” Les boches les prendront q. même:” zegt ze. Dat zou wel kunnen! Zo zitten we dan in ons schuurtje lekkere hoendersoep met wit brood te genieten als plots zonder dat iemand op dat ogenblik aan vijanden dacht, onze eerste Duitser de hoeve komt op gestapt.

    Hij draagt een “mitraljette” onder de arm, de vinger aan de trekker. Hij ziet er een kerel uit waarmee niet te lachen valt. Wij trachten ons niet weg te stoppen, hij heeft ons ten andere gauw in de gaten, nog andere komen, de ene te voet, de andere per fiets, druk in de weer, schijnt het ons, recht op de hoevepoort aangestapt. Ze hebben ons al gauw aan het verstand gebracht dat we onder hun bevel staan. Ik vraag aan de eerste die naar ons toekomt of hij geen trek voelt naar een bol soep. “Nein:” zegt hij, doch loert ondertussen begerig naar de pot waar het grootste deel van onze lekkere hen nog ronddrijft. Hij zal er wel gebruik van maken, straks. Terwijl hij een ogenblik de aandacht naar de andere gebouwen wendt, bergen we zoveel brood we kunnen in onze rugzakken.

    Gelukkig dat we van morgen, sardienen en chocolade verdeeld hebben en in de rugzak en broodzak gestopt. Konden we nu maar de boerin verwittigen dat er nog zoveel eten in dien vergaarbak staat, maar wij mogen niet meer van plaats veranderen en de boerin staat bij haar familie de ruwe Duitse infanteristen te bezien die ten allen kante snuffelen op zoek naar Franse militairen. Bijna al de mensen staan er bij te wenen, het is ook voor het merendeel van hen de eerste maal in hun leven dat ze Duitse uniformen te zien krijgen.



                                                    

    Nu komen ze weer op ons af. Onze fietsen moeten ze hebben. Daar is Janssens volstrekt niet mee akkoord en hij begint warempel tegen de Duitse infanteristen, die  hem beveelt de rugzak van de fiets los te maken,uit te vallen. “Zeg jongen, dat gaat zo niet hoor, zij zijn voortaan de baas.” Zeg ik hem. Wees maar blij dat ge al de rest moogt houden. Mopperend, gehoorzaamt hij en de andere is al gauw met de fijne machine de poort uit. “Ik wou dat hij er de hals mee brak;” zegt Gustaaf. “Ja”; zeg ik, “kon hij dat maar doen!” Nu komen er nog meer grijzen, wij zwaaien de ransels over de schouder en laten ons dus maar leiden waar ze ons hebben willen. De burgers bezien ons als was ons laatste uur geslagen. Wij nemen het veel lichter op. Ze vangen ons? Dan moeten ze ons eten geven!

    Wij gaan tot op een andere hoeve waar al meer Belgische en Franse krijgsgevangenen zitten, , de ene op de grond, andere op hun ransel. Ook burgers wachten er het voorbijrazen van de slag af, om terug naar huis te trekken.

    Nog geen tien minuten duurt het of daar gaan de poppen aan het dansen. Obussen slaan in, wij denken, vlak achter de hoeve. Het is immers de eerste maal dat we zo horen kraken, het is iets dat openscheurt, vlakbij. Met een gil vliegen de vrouwen naar binnen, ook sommige soldaten springen rap ergens achter. Andere zetten kalm den helm op en wachten af wat komen kan.

    Het moet zijn dat er gevaar is, want een officier komt het bevel geven om op te trekken. Nu stappen we een heel eind naar het noorden op en komen eindelijk in een soort smidse met ruim magazijn terecht, waar het gezellig fris is. Jonge piepjonge Duitse infanteristjes liggen lui langs de muur en vertellen hun wedervaren aan het front, in het noorden.

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    25-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



                                                        

    Ze lachen en zingen en wij worden zowat als vrienden aanzien, nu ons leger toch niet meer aan de strijd deelneemt. Een majoor komt er al bij. “Dat zal de laatste oorlog zijn voor eeuwen ver;” zo verklaart hij mij, zeker van de zegepraal van de Duitse Wehrmacht(1935-1945)weermacht. “En Engeland”; vraag ik hem langs mijn neus weg.

    “Drei Wochen”; zegt hij, “en dat ligt er ook.” Ik denk er het mijne van, al begin ik nu ook te twijfelen. Zouden die het nog wel lange tijd uithouden?

    Tegen de avond mogen we dan weer op mars, het noorden in. Ja zelfs meer dan wat ons lief is, mogen we marcheren met die zware bepakking en die warme kapote. (kapot’jas lange soldatenjas) Onze bewaker heeft den zwarten band gezien om mijn linker mauw. “ Was ist das?” Ik doe hem uiteen dat, dat voor een sterfgeval is? “Todesfall” “Dat doen we bij ons niet.” Zegt hij. Ik denk bij mij zelf: “ Ja bij u is het een plezier, te sterven, voor de Führer!” Wat verder vraagt hij mij, ziende dat ik er bij zweet:” Waarom gooit gij die zware mantel niet weg!” Het is waar ook denk ik, en ik gooi hem in de gracht. Als ik weer mijn rugzak vasthaak heb, denk  ik plots” Nu moest ik eens doen zoals verleden week en achterblijven. Maar hoe aan eten geraakt?” En daarbij, de volgende dag word ik toch weer ergens gesnapt en dan ben ik nog van mijn vijf ploegmaten gescheiden. Zo sukkel ik dan maar weer verder en kom stilaan weer in de groep gevangenen.

    In “Neung-sur Beuvron” staan we een tijd op zij van de baan en zien er iets dat ons een gedacht geeft van wat het zeggen wil, soldaat te zijn in het Duitse leger. Een meelijdende Duitser van zowat 40 jaar heeft aan een Franse krijgsgevangene een stuk brood gegeven en een snotneus van ergens een korporaal heeft het gezien. Wat die sukkelaar daar nu moet horen omwille van die onschuldige overtreding van het reglement. Dat dan nog, terwijl hij stram moest in houding staan. Dat kan men zich met onze Belgische piottenmentaliteit niet indenken. “Dat moesten ze met mij eens geprobeerd hebben in Mechelen” zegt Keulemans.

    Eindelijk, na uren gaans, komen we op een hoeve terecht, onze derde vandaag. We moeten aanstonds boven de stallen onze bedden gaan opzoeken! Een hoop hooi of stro. We vragen niet beter. Voorzichtigheidshalve trekt een schildwacht de ladder van onder het deurtje weg, maar wat kan ons dat schelen?

    Hier boven liggen meest Franse soldaten. Niemand heeft veel eten, wij met ons brood en onze chocolade worden hier als de rijke kapitalisten aanzien en benijd. We kunnen ze natuurlijk niet allemaal helpen anders zitten we morgen ook op droog zaad! Allen zijn zo moe dat na tien minuten niets meer ritselt; het gevangenenlager slaapt!..




    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    24-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde





    station van "La ferte saint Aubain

    42ste dag: donderdag, 20ste juni

     

    Voor de eerste maal worden we in het Duits gewekt. Het geeft een eigenaardig gevoel van afgesneden te zijn van het verleden en van de vrijheid.

    We moeten te voet verder. Sommigen van de Franse krijgsgevangenen kunnen maar moeilijk mee, ze hebben gewonde voeten, ze legden immers al een groot deel van de weg sedert Holland te voet af. Gelukkig zijn er camions op weg, terug uit het zuiden en zo worden we dan hobben en sloppel opgeladen, Fransen en Belgen, kolonialen en territoriale dooreen. Bij ons zit een neger die een schot in de voet gekregen heeft. We zitten hem allen meewarig aan te zien zoals hij daar met zijn omwonden voet zit te grijzen van de pijn, maar de Duitsers zijn niet zo teerhartig. Ze zijn zomogelijk met hem nog ruwer dan met de andere kolonialen.

    Zo mogen wij dan mee tot in “La Ferté Saint Aubain” Ditmaal worden we in een kleine school geduwd, met veel te weinig plaats voor een bende van wel 200 man. Doch we hebben niet veel tijd om hierover te klagen of te zuchten, want het is alweer verzamelen ditmaal zonder ransels.

                                                       

    We gaan werken. We zijn tevreden eens te mogen iets anders doen. We zijn weldra ter bestemming. Een soort kamp waar waarschijnlijk Franse troepen geleggen hebben. Alles is er in wanorde, het is duidelijk te zien dat ze hier de plaat poetsten zonder nog naar iets om te zien. Er is heel wat werk, maar de beloning ligt voor de hand. We bezitten weldra allemaal een warme soldatendeken.

    Aangezien ik echter moet voor “Dolmetscher” of tolk spelen, daar de Franse soldaten de bevelen van de “Feldwebel” (sergeant-majoor) niet verstaan, geraak ik maar los om mijn loon te gaan halen wanneer alles uitgedeeld is. Ik vind dan toch nog iets wat ze allen schijnen op zij geworpen te hebben en wat nochtans blijkt evenveel waarde te hebben als een deken.

    Ik zie namelijk op een van de matrassen een rode mantel van een “opahi” liggen. Hij is van mooie dikke fries gemaakt en als ik hem aantrek heb ik niet zoveel spijt meer dat ik mijn “kapote” wegwierp. Hij valt mij tot ver beneden de knieën en de kap is ruim genoeg om er met helm en alles in te verdwijnen. Ik heb er eigenlijk succes mee als we terug naar de school gaan. Hij zal mij vannacht al van pas komen. Ook eetwaren vonden we in dat kamp ‘tallenkante, zoals brood, dozen vlees, beschuiten enz.

    In de school wordt nu ook nog brood uitgedeeld en wij als Vlamingen krijgen van de “Feldwebel” nog een extra rantsoentje bij, al voelen we het een beetje als een onrechtvaardigheid aan tegenover al die Franse jongens die wellicht al meer en veel meer gesukkeld hebben dan wij. Het is achter een soort verhoog dat als een toneel moet dienen, dat we ons, zo goed als het kan, een slaapstede trachten te maken. Het is een van onze slechtste nachten sedert de treinreis uit Brugge, vijf weken geleden.

     

     

     

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    23-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



    43ste dag: vrijdag, 21ste juni.

     

    Deze morgen zijn wij allemaal stijf van het slapen in die vochtige ruimte en dan nog in ongemakkelijke houding. We zijn ook blij als de “Feldwebel” ons meedeelt dat we verhuizen. We gaan op het “Schlosz” wonen verteld hij ons.

    En warempel, we mogen op het kasteel langs de grote baan van Orléans gaan wonen. Voor het ogenblik zitten we echter nog maar in de weide van het kasteel, als konijnen achter onze draadversperring. Stilaan zijn we honger gaan krijgen want de stukken brood waren deze morgen nog kleiner dan gisteren.

    Er is echter weldra spraak van gekookt eten, het eerste sinds we onze lekkere kippensoep in Villefranche sur Cher in de steek moesten laten. Ze brengen door de poort van het park een heel stuk rundvlees binnen van wel 10 kilogram en een zak rijst. De “Feldwebel komt mij halen om als “Dolmetscher” of taalman in de keuken te blijven. Ik moet er aan de koks die Franse soldaten zijn, de bevelen uit het Duits vertalen. Nog geen slecht postje. In een keuken zult ge moeilijk van honger omkomen, zolang er tenminste iets te vinden is. Het duurt niet lang of we krijgen er een Duitse Kok op bezoek. Het staat hem allemaal niet aan. De koks hebben het vlees in stukken gesneden met het inzicht ze zo te braden en elk soldaat zijn stuk te geven, doch hij doet hen alles terug uit de kookketel nemen en in blokjes van een vingerhoed grootte snijden. Zo,en dan de rijst er bij en maar alles dooreen geroerd. Ja, hij heeft het bij het rechte eind, die kerel moet al heel wat soldatenmagen bediend hebben. Als alles goed aan het koken en aan het pruttelen is komt er een luitenant binnen. Die ziet er niet kwaad uit maar hij zegt toch in mooi Hoogduits: “ Als het niet goed is wanneer ik kom proeven, dan krijgt gij, als keukenoverste, den Kogel! Smakelijk!”kogel!

     We hebben, terwijl onze rijst verder gaar wordt, al de tijd om eens rond te lopen. Er is hier zowat van alles te vinden zodat we weldra over al het nodige beschikken, zowel keukengerief als kruiderijen om onze rol van keukenpiet goed te spelen. In de tuin staat een mooie ruime kapel en een schooltje van twee klassen, waarschijnlijk voor een deel van de bevolking, daar de dorpskerk nogal ver van dit deel van “La Ferté St Aubin” gelegen is. We zijn hier nogal vrij en lopen na ons middagmaal weer eens overal rond. Ook tot bij onze mannen ga ik eens zien, die zijn bezig een autobus, die in het park door een bom letterlijk  tegen een boom werd geworpen, helemaal te pluimen. In de tuin wandelt een Franse priester die met droefheid in de stem over de toestand spreekt, die volgens hem hopeloos is voor Frankrijk. Het ware voor ons heel gemakkelijk, te vluchten, we hebben maar onze ransels uit de keuken te halen en langs den hof in de velden en de bossen te verdwijnen. Maar dan? Hoe aan eten geraakt. Ook mijn vijf makkers van het 57ste wil ik niet in de steek laten. Waarom de Fransen de vlucht niet nemen, dat begrijp ik niet. Maar ja, Frankrijk is ook zo groot, sommigen wonen wel 500 km. Hier vandaan. S’ Avonds mogen we al ons gepak in de kapel binnendragen en daar slapen.

    Een Duitser van om en bij de veertig jaar zal de wacht houden. “Hij wil niet hebben”, zegt hij,” dat er gedurende de nacht meer dan een van ons terzelfder tijd buiten de kapel zij om aan een dringende behoefte te voldoen. Natuurlijk, wij verstaan dat ook,  wij zouden heel gemakkelijk, de ene na de andere kunnen verdwijnen om niet meer terug te keren. Hij toont ons een oud damesschoentje en legt het op de bank naast de kapel. “Die buiten komt,” zegt hij, “ neemt het schoentje mee waar hij gaat en als dan een tweede buitenkomt, blijft hij op de bank zitten tot de eerste met het schoentje terugkomt. Zo iemand toch weggaat, zonder schoentje, dan schiet ik, en ik kan juist schieten, verzekert hij ons.”  Een mus op 50 meter. Het moet eens waar zijn. Ik denk dat hij moe is en ergens zal gaan slapen. Dat schoentje zal dan in zijn plaats op schildwacht staan. Wat kan ons dat schelen? Wij slapen in de kapel zonder aan vluchten te denken, het doet eigenaardig aan al die mannen, er zijner wel 150, die op alle mogelijke plaatsen, tot zelfs op de trappen van het altaar en tegen de biechtstoelen liggen te snorken. Ons Heer zal het ons wel niet kwalijk nemen!

     

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    22-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden

     

    44stedag: zaterdag, 22ste juni.

     

     

    Na het gewone geplas bij de pomp waar wij ons lekker wassen met koud water tegoed doen, ga ik weer naar mijn keuken waar mijn Franse keukenpiet al bezig zijn aan het noenmaal Voor ons ontbijt krijgen we weer elk een stuk brood. In de volle werkzaamheid van mijn nieuwe bediening als keukenopzichter, en taalman komt Janssens mij plots halen. We moeten weg, er zijn auto’s gereed voor ons. Ik neem gauw afscheid van mijn personeel en op een paar minuten zijn we geranseld, gebroodzakt en gereed om verder te reizen! We worden in open camions geduwd en weg zijn we, op Orléans toe. De brug over de Loire is al hersteld en zo rijden we de stad binnen. Bij een kazerne stoppen we. Wat een volk! Er wordt ons verzekerd dat hier zo maar 11.000 krijgsgevangenen zitten.



                                        

    Het staat ons allemaal niet erg aan. Wij zouden veel liever weer naar ons “Schlosz” terugrijden. Doch de mens wikt en… een grijze “Oberst” of zo een “feldwebeltje” beschikt! Het gaat er hier heel anders aan toe. Hier spreken ze niet van “gegen der Wand! Te zetten, doch ze zouden het doen zonder het te zeggen. Zo ben ik ’s namiddags getuige van een toneeltje dat als uit een film geknipt is. Er is uitdeling van brood en een stukje vlees en plots worden de koks bijna omvergeduwd door de ongeduldige massa hongerige mannen. Doch de Feldwebel trekt zijn revolver en terwijl hij een gezicht zet als een Duitser alleen dat kan roept hij me daar een of ander bevel met zo gebrul tot de mannen in de keuken dat heel het boeltje achteruit krabbelt. Ik stond niet ver af heb hier voor het eerst in mijn leven de loop van een geladen wapen een ogenblik recht naar mij gericht gehad. Het geeft zo een beetje een onbehagelijk gevoel! Wat later bezorgt hij ons echter weer meer, dat wij ons, wij zijn thans 23 Belgen, allemaal Vlamingen, goed laten smaken. Een van hen verdient echter zulk een voorkeur niet. Hij heeft in Brussel een juweelwinkel helpen plunderen en zit met zijn ransel vol goud- en zilverwerk, een half fortuin. De Feldwebel is waarlijk goed voor ons, we mogen zowat in alles wat meer doen dan de andere en zoeken dan ook een goede plaats om vannacht te slapen. In de grote garage liggen autokussens en hooi en stro en hier maken we ons nest klaar. Dan laten we al onze bezittingen onder bewaking van een van ons gezessen achter en gaan eens op verkenning in die reusachtige kazerne. Overal werd geplunderd en wij vinden ook nog iets dat ons kan dienen: stafkaarten van het Franse leger op schaal 1/40.000ste en 1/80.000ste en zo meer, zelfs België ligt hier volledig op 1/40.000ste. Ik neem de streek Kortrijk mee, de andere zijn meer belust op Antwerpen.

     In het atelier is een echte verwoesting radio’s en alle mogelijke elektrische installaties werden vernield, de Franse officieren die hier binnenkomen zijn verontwaardigd, maar wat helpt het allemaal? s’ Avonds slaan we een praatje met de Fransen die al helemaal anders spreken over onze Koning en de capitulatie van 28 mei, nu ook Frankrijk er heeft moeten aan geloven.


                                                      


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    21-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden

    45ste dag: zondag, 23 juni.

     

    We mogen verhuizen. De 23 Belgen, allen Vlamingen worden verzameld om rechtover de kazerne te gaan wonen. De Franse soldaten zien niet weinig schuw als ze ons zien vertrekken. Ze veronderstellen wellicht dat we ons aangeven als vrijwilligers voor het Duitse leger? De Feldwebel doet ons allen een kamer uitzoeken en het duurt niet lang of al wat maar tot bed kan dienen wordt op zijn plaats gesleept. Wij hebben voor ons gezessen een paar matrassen, dat we in een soort werkplaatsje t’ einde de koer openrollen. De Feldwebel laat ons maar begaan, “aber” zegt hij “niet mausen”! Wat denkt u wel, vriend.. veldezel? Hij legt ons ook uit dat we eigenlijk:” nicht gefangen zijn”, doch dat we niettemin het huis niet mogen verlaten. Dat is nu toch niet samen te knopen!

    De dorst is onze ergste vijand. In de stad is de waterleiding onderbroken. Dus moeten water gehaald worden, willen we niet vergaan van de dorst. In de kelder liggen lege vaatjes. We halen er een drietal boven, de grootste is zo wat 50 liter groot en als we dan nog een karretje vinden in het gebuurte, dan zijn we helemaal uitgerust voor het waterhalen. Het is een lustig groepje, we zijn zo met een half dozijn en heel het spul heeft zo iets van een Vastenavond grap!

    De stad is een warboel van vluchtelingen en Duitse troepen. Honden die vrij rond lopen worden door soldaten met een kogel in de kop afgemaakt. De legers willen van geen “Seuche” geen besmettelijke ziektes of zulke dingen weten. We zagen zo een grote trekhond, die een “verdachte” bleek te zijn, in de velden jagen door een Duitser, die hem dan kogels achternazond tot hij er eindelijk bij bezweek.

    Wij zoeken alles af om wijn of tabak of essence te vinden, want alle “toeristen” smeken er ons om. Gratis geven we er 15 liter weg die we achter in een winkel opdiepen. Op straat liggen Belgische en Franse geweren op hopen de kolven aan splinters of de grendels er uit gehaald: Collectieve ontwapening.

    Op een soort fabriekskoer ontdekken we een trap die naar onvermoede diepte schijnt te leiden. We durven niet eens tot beneden gaan, er leidt op ’n meter of acht diepte een gang naar links, in een inktzwarte duisternis. Als we eindelijk aan water geraakt zijn, een half uur buiten de stad, waar de mensen ons optimisme en onze goedgeluimdheid bewonderen en weldra delen, duwen we dan maar, onderweg een “koutje” voeren met een paar lustige Duitsers, ons karretje water naar huis. We zijn eigenlijk meer dan welgekomen en het duurt niet lang of het kleinste vat is leeg.



                                         

    Er zijn 39 man, walen namelijk, bijgekomen en aan hun hoofd staat een luitenant. Wij waren 23, dat zijn er nu zomaar 62, eigenlijk een beetje veel voor een huis! Wie zag ooit zulk een kroostrijk gezin?

    De luitenant is geweldig ongeduldig en wil naar huis gelijk hoe? “Ik trek alleen uit,”: verklaart hij mij. Dat is niet mooi van hem, zo zijn mannen in de steek dreigen te laten. Ik bekom van de Feldwebel dat we eens mogen naar de plaatsbevelhebber gaan smeken om naar België te mogen vertrekken. Ik heb bij die kolonel, want zo iets moet het geweest zijn, meer gesnauw en gedonder in de zoete Duitse taal mogen horen, dan ik ooit geleerd had. Het was al van:” Keine humanität” en 1918 en toen de luitenant mij vroeg:” Wat verteld hij daar allemaal”, dan heb ik hem een heel wat verzachte en humaniseerde vertaling van kolonels peroratie gegeven! Als we thuiskomen is er een kleine revolutie aan het uitbreken. Onze broers de Walen willen ons zo maar onzen besten huisraad opeisen. Ook de luitenant spreekt van matrassen afstaan, doch wij houden voet bij stuk. Eerst kwam, eerst nam! Wat?



                              


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    20-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



      

    46ste dag: maandag, 24ste juni.

    Spijts de consigne ga ik van als het kan even de stad in. Er werd geplunderd volgens de regels der kunst. Waar de deur weerstond werden de vensters geforceerd.

    In een kappersalon, een mode-instelling! Vind ik nog een ganse doos “Gibbs-sticks voor de baard.

    Ik steek een van de twaalf op zak, dan word ik niet als “Pflünderer erschossen” zoals mij op aanplakbrieven ten allen kante beloofd word. Ik kan ook de weelderige begroeiing van mijn kaak en kin laten zien als verontschuldiging. Ik zoek iemand die mij kan of wil scheren en vind weldra in een leeg hotel een Franse vluchteling die samen met zijn vader een potteken aan het koken is. “aux frais de la princesse”  Of die vent mij “kan” scheren weet ik niet, maar hij “wilt” toch. Hij heeft een “Gillette” bij en ik zeep mij dus goed in. Ik was al eens het slachtoffer van een Franse kapperbeul, en dan nog wel een vrouw, in 1939, doch ditmaal gaat het alle paal en perk te buiten. Ik bloed wel uit twintig snij- en scheerwonden, betaal twee frank, wat toch maar op tien centiem per wonde komt en neem me vast voor, nooit meer vrijwillig in handen van een zo een “schreper” te vallen! Doch de baarden geschiedenis zal gauw vergeten zijn want er is beter nieuws. Treinen vertrekken in noordelijke richting, dus nader België toe. Janssens en ik gaan even tot in de statie. Het “krioelt” er van vluchtelingen en Belgische en Franse troepen. Doch we voelen niet lang goesting om met zo een trein naar huis te rijden. Platte wagens, overbevolkt, een locomotief die ze nog moeten van water voorzien. Het zal nog iets anders worden dan Brugge- L’Isle-Jourdain! En hoeveel bruggen zijn al hersteld? En waar zal al dat volk aan eten geraken? Konden we maar weer een fiets of zes bemachtigen! Of liever vier, want Keulemans de onuitputtelijke heeft weer eens zijn talenten ten toon gespreid. In ons huis vond hij twee afgedankte fietsen die hij echter met wat hij overal bijeenscharrelde heel goed bruikbaar heeft gemaakt. Ze werden ten anderen ter gelegenheid van een onzer waterreizen al geproefd!

                                          

    En hier valt ons dan plots een hemelse dauw in handen. Vier Belgische piotten zijn met elk een goede fiets de statie binnengekomen en willen nu per trein verder. Als we mogen, krijgt gij onze fietsen! Wij helpen dus smeken en parlementeren bij “bemanning en passagiers en eindelijk mogen onze vier inschepen. Wij delen hun maar onze bezwaren tegen deze reis niet mee, integendeel, we weten er niets dan goed van te voorspellen! En zo stappen we dan triomfantelijk, aan elke hand een fiets, de straat op. Een burger wil er ons ene ontfutselen, we leggen hem uit dat we eigenlijk met ons vieren zijn en hij laat ons gerust. Die politieagent daar, die krijgt een goed gebed voor zijn eeuwige zaligheid als hij ons niet aanspreekt. Hij doet het doet!..

    Wij brengen de vier paarden in veiligheid, namelijk in de diepe kelder die we gisteren ontdekten. Zie zo onze garage staat vol!

    Het trof, me daar in die statie, hoe de mensen onverschillig geworden zijn voor het gevaar. Een vrouw zat op een kist en toen ik haar deed opmerken dat die vol brandbommen stak, die ten anderen goed zichtbaar waren, was zij niet in het minst verwonderd of bevreesd. Een week geleden zou ze wel met een gil opgesprongen zijn!

    Zo bezitten we dan weer zes fietsen die zelfs beter zijn dan onze andere. Het is dien avond een echt parlement dat in ons achterplaatsje vergadert. Niemand vreemds wordt binnengelaten zelfs een jongen uit het Antwerpse, die sinds enkele uren bij ons groepje tracht aan te sluiten, wordt onbarmhartig buiten de besprekingen gehouden. Hoe meer volk, hoe meer gevaar dat onze ontvluchtingpoging mislukt.

           

                                        


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    19-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



                                

                                 47ste dag; dinsdag, 25ste, juni.

     

    Vandaag, als ’t God  en de “Fritsen” belieft: ontvluchtingdag! Alles bijeenverzamelt wat we bezaten, ondermeer ook wat we hier rechtover in de kazerne vonden. We mogen al weer eens om water, als “Dolmetscher” mag ik nogal een en ander buiten het reglement verrichten en zo bepakking in onze kelder vervoeren. Er is onder ander een fijne wandelstok bij waar binnenin een soort metalen matrak steekt waarmee ge ingeval van nood mooi werk zou verrichten. Tegen avond weer eens beraadslagen. Een paar mannen aarzelen nog, doch andere drie hebben deze namiddag de “Picon” nogal aangesproken en zelfs de “Berger”, en die stemmen voor ontvluchting, zich van geen gevaar bewust. Al ben ik zelf nuchter, toch verklaar ik ook ronduit tegen de twee die aarzelen:”Doe wat gij wilt, ik probeer het”. En meteen gooi ik al de ransel over de schouders en maak hem vast. Dit geeft bij de twee de doorslag. Dat een nuchtere het ook aandurft is een teken dat het misschien wel zal gaan!

    We staan daar dus met onze ransel op, te zien van door het venster of de schildwacht niet een ogenblik rechtover de kazernepoort zal wegtrekken en zodra hij dat doet vertrekken we er van door., twee van ons met een fiets aan de hand en wij allen beladen langs voor en achter. Het grootste gevaar komt van de andere Belgen die aan de deur een luchtje staan te scheppen. Ze vinden het natuurlijk vreemd dat wij er zo opuit trekken en roepen tallenkante:” Waar gaat ge naartoe?”

    Die stommeriken, straks komt de schildwacht er op. Ik antwoord haastig:”Er zijn beestjes daar vanachter, wij gaan ergens anders wonen waar het beter is”! Ze schijnen dat onder elkaar te bespreken en wij wachten niet om te vernemen of ze het geloven! Ik zeg tot de mannen:” Niet lopen, dan schiet de eerste de beste Duitser die ons bemerkt! En als ze roepen, onmiddellijk stoppen of ze leggen ons neer!”

    Een paar minuten verder staat een auto, als we daar maar voorbij geraken, dan is er al wat minder kans dat ze ons nog zien. Minuten van angstige spanning, ons hartje klopt en we zweten er van, eindelijk zijn we achter dien auto en nu is het de straathoek die onze volgende etappe afsluit. Als we daar eenmaal achter verdwenen zijn, jubel ik het uit:” Wij zijn al voor 50% gered!” Ja, nu zouden we al mogen lopen, maar we blijven voorzichtig. Eindelijk nog een straathoek en weldra zijn we aan onze fabriek met onze garage. Ongelukkig ben ik met mijn mooie wandelstok, ik breek hem bij een eerste poging om mijn paard te bestijgen. Op ons dooie gemak, om nergens achterdocht te verweken, rijden we de poort uit, de baan naar “Bazoches” op. Het zal nu wel 100% zijn dat we gered zijn. Niet te gauw jubelen! We zijn drie kilometer ver af, daar hebben we het al. Een soldaat staat midden de baan met de armen wijd open:”Stoppen!” Werkt de telefoon dan al en heeft deze kerel bericht gekregen dat wij ontsnapt zijn? Doch wat een blijde verrassing als hij ons vraagt:” Hebben sie noch etwas zu eisen?”- “Nicht all zu viel” antwoord ik maar. En hij reikt ons a.u.b. een paar grote dozen sardienen met een brood van een kilo! Nu worden we warempel nog gevoed door hen die we bedrogen. Ja, hoe lelijk hebben we onze feldwebel er in gekregen! Wat zal die morgen vroeg naar zijn “Dolmetscher” staan zoeken? En de Waalse luitenant?

    Oei, oei, oei, daar komt nu achter ons een moto aan. Ik zie even om, een Duitse helm en regenmantel! Nu zijn we er aan? En hij valt stil als hij vlak voor ons is en doet ons teken te stoppen.

    Wij geven ons nu toch zeker verloren, die kerel komt uit Orleans en weet alles van onze vlucht. Hij haalt een briefje uit zijn zak en…” Können si emir das ubersetzen,” Hé, het is een Frans bericht over een zieke vrouw ergens in een dorpje langs de baan. Ik vertaal hem gauw heel de zaak en hij is weer weg.

    Wij zullen het vanavond niet lang trekken, morgen zullen we met minder gevaar reizen, dan zullen ze ons zeker niet meer zoeken. In Baclas, een paar uur voor Etampes vinden we een hoeve waar tientallen burgers een onderkomen gezocht hebben. Wij zijn liever alleen in het schuurtje maar daar boven op het stro liggen al twee mannen. Het is hier zaak, morgen onze fietsen nog terug vinden. We sleuren ze dan maar mee naar boven en liggen er om zeggen bovenop, niemand zal er mee gaan lopen of hij maakt ons wakker. Niemand is meer wantrouwend dan die zelf zijn bezit niet helemaal op regelmatige wijze verkreeg!

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    18-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



                                                

    48ste dag: woensdag, 26ste Juni.

     

     

    Nu kunnen we ons weer eens lekker wassen bij de pomp. In Orléans kostte water te veel werk om er lustig mee om te gaan! Flink gegeten ook en dan naar Etampes. Er valt te schuilen voor de regen, want als we onze dekens en ransels laten doornat worden dan voeren we 10 kilogram mee naar België. Etampes werd lelijk gehavend. Caron en Janssens blijven wat achter en wij doen maar voort. Doch eindelijk worden we ongerust daar we ze niet zien achterkomen. In een bos stoppen we, terwijl de Duitse wagentjes het noorden al weer intrekken. Het zijn “sudeten”, vertellen ze mij en nog drie weken en ze zijn in Londen! Wij zouden het geloven, zo zeker zijn ze er van! En die Caron en Janssens blijven weg! We eten dan maar eerst en zoeken even in het bos af naar verderen voorraad. Hier werd een slag geleverd, overal liggen wapens en munitie, een paard ligt met opengescheurde buik terwijl de wormen rondom, een festijn houden.

    Ik zag er nog nooit zoveel samen, krioelen doen ze, één tapijt van grijze, witte, vette vleeswormen, bijna zo dik als een potloot! We kunnen daar echter rustig zitten bij eten! Wat een school we doormaken sinds enkele weken!

     Eindelijk zijn onze achterblijvers daar en sakkeren dat wij hen zo maar in de steek lieten. Doch de vrede is gauw hersteld als we hun tonen dat wij niet werkloos geweest zijn. Verschillende dozen vlees lagen nog ongeopend tussen al den rommel in het bos Honderden andere werden echter doorboord om ze voor de Duitsers onbruikbaar te maken. Een geluk voor ons dat ze er enkele zo lieten. In “Longjuneau” , staat er me daar weer een vent met de armen te molenwieken:”Halt! Hier in de garage moet ge wachten tot een camion u naar Parijs brengt!” Boef! Zo ver is het weer! En zo zitten we hier uren en uren te wachten! Van tijd tot tijd komt wel een camion voorbij maar die is ofwel volgeladen ofwel moet hij niet ver genoeg! We trachten dan maar de schildwacht te overhalen, om ons te laten verder reizen. We hebben immers eten en vervoer! “Nein”, zegt hij, “warten”!

    We zoeken dan maar de garage af en vinden in de keuken wat suiker, voor elk een paar kilo, die zal ons beter te pas komen dan den “Friz”. Ook “Michelinkaarten” zullen voor onze verdere reis van nut zijn. Zo met onze eetketels vol suiker en kaarten van Noord-Frankrijk op zak, trachten we van de schildwacht toelating los te krijgen om verder te fietsen. Het is echter maar wanneer deze wordt afgelost dat we de nieuwe, die het zich zo erg niet blijkt aan te trekken, mogen weg gaan.

    Hij gelast ons een eind verder naar een “Sammlungslager” te gaan om een “Schein” waardoor we zullen toelating hebben om verder naar huis te reizen. We nemen ons echter inwendig vast voor, geen grijzen vrijwillig in de armen te lopen!

    Om Parijs heen, want in de stads mogen we niet binnen, komen we tot bij “Gonesse”, dicht bij de baan naar “Peronne” en “Arras” en zoeken bij een boer naar slaping.(slaapplaats) Geen middel, zegt hij en wij druipen het dus maar af doch als we langs zijn hangaar rijden denken we: ” en waarom hier niet?” Bij nader toe zien bemerken we er ten andere al een hele familie met paarden en wagen . En schijnt niet veelplaats meer over te zijn maar daarboven op het ongedorste graan is er nog.

    Het is natuurlijk niet mooi van ons, zo op de aren te gaan slapen en zodoende het graan te doen uit ruizelen, maar waarom liet hij ons niet in zijn hoeve een hoekje bezetten. Hij verdient niet beter, oordeelt Keulemans. Het is natuurlijk een hele kleuterpartij om met heel onze trein fietsen daar boven op het stro te gereken, maar beneden mogen ze toch niet blijven, wat? De mensen die daar bij hun vuurtje zitten te avondmalen nemen het ons ten andere niet kwalijk dat we hen schijnen te wantrouwen, ze wantrouwen zij ons ook allemaal! Zo slapen we dan maar voor de eerste en wellicht de laatste maal van ons leven op graan a.u.b., dat later, wie weet, voor ons eigen brood zal moeten dienen!



    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    17-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde



    49ste dag:donderdag, 27ste juni.

     

     

    Vandaag komen we in de streek en op banen die mij tamelijk bekend zijn . 3Jaar geleden reden wij, een kameraad en ik, naar Parijs en nu herken ik weer de dorpen waar we toen door kwamen.

    Van Hoyweghen heeft vandaag geen geluk. Eerst heeft hij bandbreuk en wat later krijgt hij met zijn ketting te maken. Op een soort kasteelhoeve, waar niemand meer thuis is, zoeken we alles af naar fietsgerief en onderdelen. We vinden al heel weinig, een beetje eetwaren, maar verder niets dat ons kan dienen. Toch geraakt die fiets in orde, in onze omstandigheden moet ge zo een beetje meer kunnen dan anders.

    Wie ons dat kleine ongeluk bezorgde, daar pas, toen Van Hoyweghen, die zijn fiets bijna aan splinters zag rijden door een voorbijrazende auto werd geraakt? Belgen a.u.b. die in volle snelheid naar huis zwieren. Van je eigen landgenoten moet je het hebben!

    In “Pont St Maxence”, waar de brug over de “Oise” werd opgeblazen, liggen de paardenkrengen nog tussen de betonblokken in het water. Het is helemaal een oorlogszicht, wie weet hoeveel mensen hier ook het leven bij lieten.

    Honger en dorst beletten ons, onmiddellijk over de “Oise” verder te reizen, we hebben nog wat brood en chocolade, maar drinken ontbreekt. Dan maar de hotels afgezocht en in een kelder vind ik goede wijn, de kraan zit gereed in het vat. Het is wel pikdonker, maar om te smaken of het goed is, hoeft ge geen klaar te zien. Wij zijn niet al te gerust bij het buitenkomen, de Duitsers verdragen niet dat er wordt “gemaust!” (stelen) er is echter geen onraad en we stromen opgeruimd met de vluchtelingen mee over de noodbrug naar het noorden.


                       

    De Duitsers die we ontmoeten hebben er allen goede moet op “Sudeten” ( bergketens ca. 300km lang, tussen Elbe en Oder  op de grens tussen polen en Tsjecholowakije,  daar leeft een Duitse bevolkingsgroep de rand van de Bohemen en Moravië) wijzen mij het noorden: “Calais” zeggen zij, “Und dann Londen”! Van een kok krijgen we een paar broden met elk een doosje “Sudetenkaas”. Het kan ons niet schelen van waar hij komt, als het maar eten is.

    Als de avond valt, komen we in “Peronne” aan. In de stad gaan slapen, daar voelen we niet veel voor en we zoeken maar liever iets buiten. Een verlaten kamp in een grote weide zou ons wel van pas zijn. Doch is dat hier helemaal verlaten. Rechtover bellen we aan bij een paar oude lieden die ons ten stelligste verzekeren dat niemand daar komt slapen. Wij de barakken binnen. Hemeltjes lief, hier zijn we er toch op gevallen! Bedden met echte, zachte matrassen, op de tafels liggen hele en halve Duitse broden, ik vind een “Katholische Fedgesangbuch” er zijn dozen bonen, nog onaangeroerd, kortom, het is meer dan wel. Wij avondmalen zoals we het in lang niet meer deden en slapen als prinsen!

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    16-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



    50ste dag: vrijdag, 28ste juni.

    Er is geen twijfel meer. Dit is onze laatste dag, vanavond zijn we thuis. Er vallen nog amper een honderdtal kilometer af te leggen en we zijn op van vóór zes uur. Ik sta er echter op dat we eerst flink morgenmalen.

    Na het wassen, aan een van de pompen zetten we ons aan een troepentafel, onze laatste wellicht voor lange jaren en eten als wolven. Ik wist niet dat het mogelijk was dat een man, gans alleen, een doos conservenbonen, koud, zoals ze er uit komen, kon naar binnen spelen. Het is dan ook een goed verzadigde rennersploeg die even voor zeven uur de stalen paarden bestijgt en blij is het kamp vaarwel te mogen wensen!

    En hier komt dan het ogenblik dat wel komen moest.0nze wegen  moeten scheiden. Ik zou wel kunnen met de vijf andere meerijden, tot St Ghislain of beter Quievrain, maar dat verlengt mijn reis en ik zou graag even in Rijsel (mijn) familie gaan groeten. We stappen dus af, even buiten Peronne, waar de nationale baan N17 Parijs-Cambrai, enz. de baan N37 ontmoet, die over Bapaume en Arras de rechtse weg is naar Rijsel. Het afscheid duurt niet lang, er is wel een tikje weemoed omwille van een mooie kameraadschap waaraan thans een einde moet komen, doch  na een belofte elkaar spoedig te schrijven, met de hoop op een later weerzien, bestijgen we weer onze trouwe fietsen en ik neem de linker baan, terwijl mijn vijf Antwerpenaars weldra uit het gezicht verdwenen zijn.

    Een peloton infanteristen gaat mij voorop, ze stappen lustig zingend over den gladden macadam, ik blijf er een hele tijd achter. Wat is het toch soms een mooi gezond leven, dit van een soldaat, denk ik bij mezelf.

    Doch waarvoor kunnen we morgen of overmorgen of over een paar weken niet staan, ergens in een veldslag, ’t zij hier, t zij in Engeland?

    Zullen ze dààr wel levend geraken? Ze zijn nu aan het fluiten zo een fris en vrolijk muziek is dat in de blijde morgen!

    In Lens stap ik even af om bij een haarkapper mijn baard te verkopen! Ik wordt er bezien als een eigenaardigheid, met mijn mengelmoes van allerlei uitrustingen en met mijn kleine damesfiets. Een vrouwtje vraagt mij, een brief voor haar te willen posten, in België en hiervoor krijg ik een ferm glas wijn, heel wat anders dan wat we de laatste dagen meestal te drinken hadden.



                      

    In Rijsel nog allen gezond en ook niet weinig verwonderd mij te zien. Als ik, tegen zeven uur of zowat, Moeskroen bereik zijn er hier en daar een paar kinderen uit de school die hun ogen niet kunnen geloven als ze me in zulk een verkleding zien voorbij fietsen. Thuis werd ik ontvangen als uit een andere wereld teruggekeerd.

    Als ik hun vertel dat wij, Janssens en ik een ogenblik van zin geweest zijn, dieper Frankrijk in te rijden, naar de bergen van “Auvergne” en dat het slechts de vrees was geen eten te zullen vinden, die ons weerhield, dan vinden ze, dat we toch wel harteloos zouden geweest zijn. Wie weet, zei Janssens echter dikwijls of we nog ooit zulk een gelegenheid zullen hebben?

    Hier eindigt dus het relaas van vijftig bewogen dagen, gedurende de welke sterke vriendschap werd gesloten, veel vreugde genoten, nu en dan gevaar gelopen en ten slotte veel geluk gehad in de beslissende ogenblikken.

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    15-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

    Ons interesse was nu nog meer open gesteld, We wilden er nog meer over kennen We stelde het open aan heel de wereld. We lieten onze ogen vallen op alle mogelijke media om iemand te terug te vinden.

    Op enkele dagen tijd kwamen reacties: Albert Veiller een kranige man van zeven tachtig belde op met het relaas. Hij was opgeroepen naar Roeselare. Hij was eveneens in L’Isle-jourdain en hij kent de heer Burger en in augustus 2007 gaat hij naar L’Isle-Jourdain,

    Er zou daar nog altijd een groepering bestaan onder de leiding van J.P Candet Lomtient belle vue 32680.

    Het 57ste = 7de ligne regiment

    Er zou een schandelijke smet(schandaal) hangen boven wat de regering welke toen verbleef in “Vichie” de Belgische krijgsgevangen zouden moeten werken voor de franse troepen. Zij moesten in het noorden gaan werken de troepen wisten niet wat ze doen moesten

    Er zou een boek bestaan geschreven door Kononel Jamart.(Jean Janmar)(in het Frans) over L’Isle-Jourdain.

    Hij sprak over kwartier Elisabeth, Everen in het jubelpark het legermuseum.

    Het zou normaal geweest zijn dat de Belgische troepen Frankrijk binnen trokken dit zou het scenario 14/18 geweest zijn.

    Ik plaatse een oproep, op 8 juni 2007 met de volgende tekst:

    Ik “Sergeant bij het 57ste in de kazerne van Mechelen op 10 mei 1940 (uitbreken van de tweede wereldoorlog) vertrok naar L’Isle-Jourdain aan de voet van de Pyreneeën per trein bij een Zwitserse boer waar wij gekazerneerd werden bij Armand Burger.

    Volgende manschappen waren bij mij, Kortleven(kapitein, korpsoverste) hier werden al de namen vermeld, waar van een met voornaam Gustaaf Keulemans.

    Op dinsdag 6 november op

    Een nieuwe oproep werd geplaatst in Okra februari 2008,

    Volgende antwoorden kwamen er op af;

    Fred Bonaers uit St-Truiden hij was in het leger gepensioneerd en was helikopterpiloot.

    Hij heeft ook een dagboek en gaat later contact nemen we zijn nu 1 februari 2008

    Hij kent: “Kortleven” in de streek van St-Truiden.

     J. Eeckhout-Bill 91 jaar  vertelde aan de telefoon op 31 januari 2008 dat ik contact moest opnemen met DeKuipere , de man houd zich bezig in de streek van geluwe met Oorlogsopzoekingen en woont in de Wervikstraat nr. 22. Hij kent een zekere Roger Verbeke en gaat er contact met nemen in verband met mijn oproep.

    Indien u hier meer over weet en je wil ons helpen deze mensen te zoeken mail ons!


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    14-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

     

    Er werden te Rollegem 154 mensen Gemobiliseerd Wie kent ze wie heeft er foto’s van

     

     

     

     

     

     

      1 Baert Camille                                Krijgsgevangenen                                                                                             

     2 Baert Noë- Julien

     3 Balduc Richard

     4 Barbe Medard

     5 Bauwens Gerard                          Krijgsgevangenen          

     6 Beaucarne Daniël: Rollegem 20/6/1913, Kortrijk 13/11/1998 Krijgsgevangenen gehuwd        met Maria Scheirlynck

     7 Beaucarne René : geboren te Rollegem 16/1/1904. Overleden te wevelgem op 16/1/1990        Krijgsgevangenen. Hij was gehuwd met Anna Lecroart.

     8 Brouckaert Gaston

     9 Callens Maurice . geboren te Rollegem op 31/3/1919 en overleden te Kortrijk 26/2/1996        Krijgsgevangenen. Hij was gehuwd met Nicole Lippens.

     10 Castel Marcel : Geboren te Rollegem op 2/8/1914 overleden in 1971.Op het ereperk rij 4.

     11 Castelain Maurice

     12 Castelein Michel: geboren te Rollegem op 28/6/1910, overleden te Kortrijk op 9/3/1967          Krijgsgevangenen gehuwd met Laura Decock . ereperk rij 4

     13 Christiaens Nestor

     14 Christiaens Germain                   Krijgsgevangenen

     15 Corcelles Angelus

     16 Cosaert Henri                                Krijgsgevangenen            

     17 Cossement Albert                         Krijgsgevangenen

     18 Cossement Camille- Gerard: Rollegem 21/2/1911, overleden te Kortrijk op 5/9/1985,            gehuwd met Godelieve Ghequiere Ereperk rij 1

     19 Cossement Michel: Rollegem31/5/1920, Kortrijk 4/1/1996

     20 Cossement Raymond                  Krijgsgevangenen

     21 Coulembier Marcel

     22 Debels Ernest-August Rollegem 25/10/1908, Aalbeke 12/2/1980.Echtgenote Laura Bels.

     23 Debie Alfred

     24 Debœuf Willem

     25 Decock Raymond

     26  Decraene Albert                            Krijgsgevangenen

     27  Decraene André : Rollegem 14/9/1919, Menen 13/1/1983 Echtgenote Fernade                       Vandermeiren.

     28 Decraene Emile                            Krijgsgevangenen

     29. Defans Jerome

     30 Defever Gaston

     31 Dejaeghere Aurèle                       Krijgsgevangenen

    32. Dejaeghere Dyon                         Krijgsgevangenen

    33. Dejaeghere Oscar: Rollegem 12/6/1914, Kortrijk 26/2/1991 Krijgsgevangen. echtegenote Laura Deprez

    34. Dejonghe Noël

    35. De Keijzer Odile-Cyrille                             Krijgsgevangenen

    36. Dekeyser Raphaèl

    37. Dekimpe Albert

    38. Delanglez Germain Joseph Rollegem 22/7/1914, Kortrijk 25/7/1985 Echtgenote

         Genevève Castel ereperk rij 1

    39. Delanglez Marcel                           Krijgsgevangenen

    40. Deleplanque Alfred Rollegem 21/1/1911 overleden in 1975. Ereperk rij 3

    41. Deleplanque Louis-Albert: Rollegem 13/11/1912 overleden in 1982. Echtgenote Julia Decaboter. Ereperk rij 3

    42. Delrue René

    42. Demeire Jules 

    43. Demeire Henri                                Krijgsgevangenen

    44. Demeyere Ernest: Rollegem 27/4/1907. Kortrijk 20/12/1992. Krijgsgevangenen. Echtegenote Rachel Dendievel 

    45. Demuynck Gerard : Marke 4/2/1908 Kortrijk 2/7/1992 Anna Verfaille, Gabrielle Nuttin

    46. Dendievel Maurice

    47  Dendievel Valere

    48. Dendievel Rafaël: Rollegem 15/11/1919, Kortrijk 23/2/2011                           Krijgsgevangenen. Echtgenote Marie-Louise Baert.

    49. Derdeyn Jules                                Krijgsgevangenen

    50. Derdeyn Octaaf                             Krijgsgevangenen

    51. Derore René                                   Krijgsgevangenen

           52  Derweduwen Georges                     Krijgsgevangenen 

    53. Derweduwen Paul

    54. Desmet Gyrielle

    55. Desmet Robert                                Krijgsgevangenen

    56. Detavenier Robert

    57. Devos Michel

    58. Deweerdt Michel

    59. Dewulf Godfried                              Krijgsgevangenen

    60. Dierick Gentil: Bellegem 6/1/1913, Kortrijk 21/4/1998 Krijgsgevangenen Echtgenote Zulma Ysebaert.

    61. Dubrulle Jerome

    62. Dubrulle Maurice                             Krijgsgevangenen

    63. Dujardin Leopold                             Krijgsgevangenen

    64. Dumortier Julien                              Krijgsgevangenen

    65. Dutry Marcel

    66. Eggermont Jerome

    67. Faille Omer                                       Krijgsgevangenen

    68. Geeraert Alfons

    69. Ghequiére Clovis

    70. Ghequiére Maurice: Rollegem 26/2/1920

    71. Ghijssel Georges -Jules- Joseph Rollegem 19/3/1901, Kortrijk 28/5/1971, Echtgenote Germaine Balcaen.

    72. Ghijselinck Omer: Rollegem 14/10/1916, Kortrijk 31/1/1992. Echtgenote Maria Verschuere. Ereperk rij 2

    73. Haemers Marcel

    74. Hennion Raymond

    75. Kesteloot André

    76. Kindt Albert:                                       Krijgsgevangenen

    77. Kindt Alfons:  Echtegenote Anna Woets . Geboren te Ingelmunster 8/9/1911. Kortrijk 25/8/2005.Krijgsgevangenen. 

    78. Knockaert Benoni

    79. Laebens Aloïs

    80. Lampe Gerard                                  Krijgsgevangenen

    81. Lecluyse Rafaël                                Krijgsgevangenen

    82. Lefevre Louis

    83. Lenvain Silvain

    84. Lesaffre Jerome

    85. Leveugle Aurèle                               Krijgsgevangenen

    86. Libeer Cyrielle

    87. Libeer Joseph                                   Krijgsgevangenen

    88. Malisse Gustaaf

    89. Martens Henri                                    Krijgsgevangenen

    90. Millecamps André

    91. Millecamps Gerard                           Krijgsgevangenen

    92. Millecamps Gerard

    93. Moerman Adolf                                 Krijgsgevangenen

    94. Monserez Frans

    95. Moreau Noë                                       Krijgsgevangenen

    96. Nottebaere Maurice                          Krijgsgevangenen

    97. Nottebaert Achile

    98. Opsommer Georges                         Oorlogsinvalide 1940-1945 Vereremerkt metverscheidene  militaire eretekens

    99. Pappens César                                 Krijgsgevangenen

    100. Pieters Omer                          Krijgsgevangenen

    101. Pieters Robert                        Krijgsgevangenen

    102. Renard Jozef

           103  Rogge Georges                     Krijgsgevangenen

    104. Senaeve Jerome

    105  Spiessens Mauric

    106  Spriet Jozef

    107  Stichelbout Gerard

    108  Surmont Cyrielle

    109  Tant Albert

    110  Tant Charles 

    111  Tant Frans

    112  Theijs Albert

    113  Theijs Gerard

    114  Theijs Hilaire

    115  Vanassche Jerome

    116  Vanasten Medard

    117  Vandamme Hector

    118  Vandenberghe Jozef

    119  Vandenberghe Jozef

    120  Vandenheede Gerard

    121  Vanderheeren Georges

    122  Vandewoestijne Jozef

    123  Vanhonacker Emile

    124  Vanhoutte Hubert

    125  Vanhoutte Jerome

    126  Vanhoutte Maurice

    127  Vanhoutte René

    128  Vanneste Albert

    129  Vanoosthuyse George

    130  Vanoosthuyse Jules

    131  Vanoosthuyse Robert

    132  Vanwijnsberghe Jerome

    133  Velghe Albert

    134  Verborg Cyriel

    135  Vercamst Medard

    136  Vercruysse Basiel

    137  Vercruysse Jerome

    138  Verdure Marcel

    139  VerdureJoseph

    140  Verfaille Georges

    141  Vermeulen Gerard

    142  Vermoortele Adelson

    143  Verspeelt Leon

    144  Vervaecke Maurice

    145  Vervaecke Noël

    146  Viaene Henri

    147  Vlericq  Jules

    148  Wille René

    149  Wijffels Julien

    150  Wyckaert Julien

    151  Wyckaert Robert

    152  Yzerbijt Polidor

    153 Delongie Marcel Francois geboren te Rollegem op 7/6/1914 weder onder de wapens geroepen op 1/9/1939 . 22 linieregiment 6de compagnie . Ontslagen op 31/3/1941 van Stalag XVII B. Stalag XVIIB of afkorting van Mannschaftsstamm- und straflager ook wel stammlager.Was gevangenschap voor manschappen en onderofficieren. Is gelegen in Oostenrijk Krems-Gneixendorf zes kilometer ten noordwesten van Krems aan de Donau.

    154  Declerck Sylvain Krijgsgevangene Vereremerkt met verscheidene Militaire       eretekens
    Categorie:gesneuvelden

    » Reageer (0)
    13-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

    Er waren niet alleen krijgsgevangenen maar ook jongens sneuvelden in de oorlog van 1940-1945

    Hier volgt hun lijst



    Deprez André -Valère Hij woonde bij zijn moeder, Julienne Deprez

    Aalbeekstraat 44 te Rollegem.                                                        

                                                                                             

    Geboren te Ingelmunster den 20 november 1919                                                                                 

                              

     

    Zoon van Remi en julienne Deprez cie. Van het 4 Lie. (1 inf. div.

    Hij werd onder de wapens geroepen in juni 1939.

    Vanaf februari 1940 lag het 4. Lie in de sector Hasselt aan het Albertkanaal.

     

    Op 11 mei kreeg de divisie bevel zich achter de Gete terug te trekken

    De terugtocht gebeurde in de grootste wanorde . Niettemin bereikten de regimenten op 12 mei de nieuwe stelling. André Maakte deel uit van de achterhoede, belast met het bewaken van de brug over de Velpe in Halen. Omstreeks 10,30 uur brak er in Halen paniek uit toen vluchtende soldaten beweerden dat de vijand in aantocht was. In de verwarring liet de nerveuze genieofficier zonder de manschappen te waarschuwen, de brug in de lucht vliegen.

    André Deprez vond de dood bij het springen van de brug.

     

    Gesneuveld te Haelen 12 mei 1940

     

                                    


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    12-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



                                               

    Armand-Joseph Carbonné

     

    Zoon van Alphonse en Nathalie Vandendriessche

     

    Geboren te Rollegem 2 juni 1916

     

    † Gesneuveld te Cleyt(Maldegem) den 26 mei 1940

     

    Behalve dat hij op 26 mei 1940 in Klijte sneuvelde:  toen de 3de batterij door vijandelijke vliegtuigen werd gemitrailleerd.

     

    er is over Armand Carbonné niets geweten,  Hij was vrij gezel.

    Graad soldaat mil. 1936 .

    Stamnummer 156/22046

    Eenheid: 3 batterij/ 6 Artillerie regiment.

    Begraven: te Rollegem

    Ridder in de leopoldsorde met palm: 06/01/1947

    Oorlogskruis 1940 met palm : 06/01/1947

    Herinneringsmedaille van de oorlog 1940-1945 14/01/1947

     

    Overlijdens bericht van Armand Corbonne, aldus de familie.

     

    Hij die het kwam mededelen was een gazette drager van op de Pottelberg te Kortrijk genaamd MESURKE, hij bezorgde de familie het toenmalig boekje “Ons Land”.

    Het verhaal luide als volgt; “ Armand Corbonne was gelegerd te Maldegem in een boomgaard, daar moesten ze terugtrekkende vliegers mitrailleren.

    Daar ze daar weigerachtig tegenoverstonden heeft de bevelhebber zijn pistool genomen met de woorden: “ Als jullie niet schieten dan zal ik schieten”;

    Dan zijn ze begonnen met vuren, een vliegtuig is terug gekeerd en beginnen te vuren, waarbij Armand in de nek werd getroffen en opslag overleed.

     



                     

    Rogge Georges echtgenoot van Zosima Verhoost.

    Zoon van Triphon en van Sylvie Holvoet

     

    Geboren te Dottenijs den 25 oktober 1911

    In 1930/1947 was hij ingeschreven, bij zijn ouders in de Processiestraat (nu nr. 47)

    Hij huwde te Luinge in 1936 met Zosima, en ze gingen zich vestigen te Rollegem

    Hij werd op 27 mei 1943 s’ morgens vroeg van zijn werk afgehaald, door de Duitsers, om er naar Duitsland te gaan werken.

     † Overleden als oorlogsslachtoffer te Wangeroge (Duitsland) den 25 april 1945

    1949 Op zondag 13 maart werd het ereteken uitgereikt aan Alphonse, als blijk van erkentelijkheid van het land, voor zijn gesneuvelde zoon in de oorlog.

     

    Emile Vanhaverbeke

     

    † Bellem 25 mei 1940

     

    Emile Vanhaverbeke werd op 11 maart 1908 in Rollegem geboren.

    Hij was gehuwd met Rachel Duhamel .

    Het gezin had een kindje, Didier

     

    Behalve dat hij op 25 mei in Bellem sneuvelde, is er over Emile Vanhaverbeke niets geweten.

     

     

     

     

    Lefebvre Marcel

     

    Marcel-Clovis Lefebvre, zoon van Cloud en van Elise-Marie Lernouldt, werd op 4 januari 1906 in Rollegem geboren. Hij was sergeant bij de 10. Compagnie van het III. bataljon van het 10. Regiment hulptroepen.

     

    Behalve dat hij op 26 mei 1940 in Mesen sneuvelde, is er over Marcel Lefebvre niets geweten.

     

     

    Noë Moreau

     

    † Brugge 29 januari 1941

     

    Noë-Gerard Moreau, zoon van Alberic en Alida Catry, werd op 28 augustus 1911 in Rollegem geboren. Hij was korporaal bij het 33. Linieregiment.

     

    Hij overleed op 29 januari in het krijshospitaal in Brugge aan de gevolgen van de verwondingen opgelopen tijdens de 18-daagse veldtocht.

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (1)
    11-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



                             

    Michel Devos

     

    † Te Kortrijk den 26 maart 1944

     

    Michel Devos, zoon van Joseph en Julia Dewildeman, werd op13 juli 1914 in Rollegem geboren. Hij was gehuwd met Ivonna Vanden Broucke, werd geboren te Kortrijk op 31 januari 1914. Zij was de dochter van Jozef Vanden Broucke en van Clotilde Orgaer.

    Michel en Yvonne waren te Kortrijk gehuwd op 6 februari 1937 en hadden zich in Rollegem gevestigd.

    In 1940 woonde het jonge gezin te Rekkem (gehucht Paradijs)Ze kwamen echter in het begin van de oorlog terug naar Rollegem.

    In 1943/1944 was het gezin in geschreven in de “Moeskroenstraat “ nr. 68, nu Kwabrugstraat nr. 182 te Bellegem. Het huis dat ze bewoonden was vroeger herberg “Het Breydelhof”

    In 1945 verhuist de weduwe terug naar Rollegem. Het duurt echter niet lang of ze verhuisd opnieuw, deze maal vestigde ze zich te Aalbeke.

     

    Yvonne hertrouwde te Aalbeke op 10 november 1951 met Prudent De Rycke, deze werd geboren te Nokere 1909 en overleed te Kortrijk 1955. Zij overleed eveneens te Kortrijk in 1998. Zij hadden had een dochter Georgette, geboren te Rollegem in 1937, ze is gehuwd met De Rycke Lucien, ze wonen te Aalbeke.

    Er waren tevens nog twee zonen Germain Devos geboren te Rollegem 1940 en er overleden 1941.

    Werner Devos geboren te Rollegem 1942 en er overleden 1943.

    Michel werd te Rollegem begraven, op het kerkhof rond de kerk. Hij werd echter niet overgebracht naar het nieuwe kerkhof.

    Michel Devos vond de dood bij het luchtbombardement van zondag 26 maart 1944 op de stad Kortrijk. Zijn stoffelijk overschot werd gevonden op donderdag 30 maart onder het puin van de fabriek van de firma Decoene.De overlijdensakte werd pas opgemaakt op 24 april.

    De benaming van de “Weggevoerdenlaan” was naar het schijnt gedurende de oorlog 1940-1945 veranderd in de “Prosper Poulletlaan” welke naar horen zeggen een benaming was welke de bezetter stoorde.”Prosper Poullet zou in zijn leven: Hoogleraar, Volksvertegenwoordiger, Minister en Vlaamsgezind geweest zijn. Hij zou overleden zijn in 1937. Na de oorlog werd de oorspronkelijke benaming weer in gebruik genomen.

     De overlijdensakte van Michel Devos, opgemaakt ten jare 1944 den 24 april om 9uur in den voormiddag vermeld. Dat; Op 30 maart laatst om zes uur ’s avonds, in de Prosper Poulletlaan te Kortrijk overleed, Michel Devos, vuurstoker geboren te Rollegem den dertiende juli negentienhonderd veertien, en gehuisvest te Bellegem. Echtgenoot van Ivonna Maria Vanden Broucke zonder beroep, zoon van den eersten verschijner (Dat was Joseph Jaen Devos) en van Julia Irma Dewildeman, zonder beroep.

     Echter uit een vonnis uit gesproken door de rechtbank van den 7/91944 en op heden 31/12/1946 overgeschreven in den register van den burgerlijken stand, verklaart voor recht dat de overlijdensakte van Michel Devos zal gewijzigd worden en vervangen als volgt: De woorden”overleden is”zullen als niet bestaande aanzien worden en vervangen door:”onder het puin veroorzaakt door het luchtbombardement van 26/3 1944 het lijk werd gevonden van” en de zinsnede “ aldaar overleden ten gevolge van het bombardement” zal in fine van de akte worden toegevoegd. De Ambtenaar van den burgerlijken stand. Heden afschrift gezonden naar Bellegem

     

    Uit “De luchtaanvallen op Kortrijk” door R. De Paepe.

     

    Op 26maart 1944 te Kortrijk, dag der Ere-Communie, kon men het gebrom waarnemen van naderende vliegtuigen en weldra ontploften lichtkogels, waaruit kegelvormige gloeiende vonken neerdaalden en het luchtruim verlichten. Na enkele seconden was de lucht vervuld met het gehuil van de neervallende bommen waarop onmiddellijk dreunende ontploffingen volgden. Met enkele tussenpoos volgende steeds nieuwe golven vliegtuigen en zo ging het door van 20,57 tot 21,20 u. Hevige brandhaarden ontstonden. Men schat dat ongeveer 300 vliegtuigen aan de aanval deelnamen, die 2.100 bommen uitwierpen, waaronder minstens 300 van 453 kg. Het aantal slachtoffers as enorm: 179 inwoners van stad en 71 niet hier wonende. Dit laatste hoge cijfer kan als volgt worden verklaard: 7 voltreffers vielen op en rond de gevangenis en aldus ging merendeel der gevangenen samen de dood in. Ook waren op die dag veel bezoekers vanwege de Ere-communiefeesten. De stoffelijke schade was bijzonder groot.

     

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    10-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde



     

    Vonnis van het overlijden van Andreas Cyriel Cailliez (“Om ze niet te vergeten Deel I René Lefebvre, Wies Vanessche)

     

    Andreas(Andre) Cyriel Cailliez werd geboren te Kortrijk(‘t Hoge) den 16 december 1918.

    Hij was de zoon van Arthuur Jozef en Maria Justina Deweer.

    Het gezin Cailliez-Deweer ging in Bellegem wonen in 1923. Ze woonden eerst in de “Rollegem” (Rollegemsestraat), vervolgens in het begin van de “Muynckendoornstraat”(Munkendoornstraat).

    Na het overlijden van vader Arthuur verhuisden de weduwe en de kinderen naar de “Moeskroenstraat”(Kwabrugstraat) en later naar de “Statiestraat” nu Walleweg te Bellegem.

    Na het huwelijk van de kinderen heeft de weduwe Deweer Bellegem verlaten.

    Andre was gehuwd met Marguerite Paula Anseele, geboren te Kortrijk in 1922, ze was de dochter van Cyriel en Martha Vervacecke te Rollegem op 18 juli 1942 en gehuisvest te Rollegem. Andre werd al spoedig verplicht om naar Duitsland te gaan werken.

    † Op 29 maart 1944 te Leipzig (Duitsland).

    De rechtbank heeft het volgende uitgegeven, op verzoek van de Heer Procureur Des Konings.

    De rechtbank zegt voor echt dat Cailliez Andreas Cyriel, overleden is.

    Dit aldus gevonnist en uit gesproken ten paleizen van justitie te Kortrijk in openbare zitting der rechtbank de 19/1/1946. Tegenwoordig de heren A.de Kenmeter, alleen zetelende Rechter A.Dujardin, Substituut procureur des Konings en A.L. Adams, Griffier.

    Voor gelijkvormig afschrift ingeschreven te Rollegem den 4/3/1946.

    Den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. (Vandeghinste A.)

    Het heeft nog enkele jaren geduurd voor zijn stoffelijke resten naar Rollegem werden overgebracht.

    De weduwe, Marguerite Anseele, hertrouwde te Rollegem in 1946 met Jozef Allewaert.

    Ze overleed te Kortrijk † in 1964

     

     

    Henri Vanoverberghe en Godelieve Wittouck 26/11/1981

     

    Henri maakte beide wereldoorlogen aan den lijve mee. In de eerste wereldoorlog verzamelde hij ondermeer 8 frontstrepen.

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    09-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



                                                  

    Weerstander of verzetsstrijder

     

    1.   Is een verzamel naam voor alle groepen of personen die tijdens de Tweede Wereldoorlog weerstand boden aan de Duitse bezetting. De voornaamste waren : De witte brigade, Het geheim leger en het korps partizanen Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog - Wikipedia

     

    Er waren sluikbladeren van “-La Libre Belgique- België Vrij- Bevrijding- De Boer- en nog andere pamfletten. Er waren mensen die dat gingen afhalen naar het schijnt in de loofstraat te Kortrijk, ne zekere Alfred. Die bladen werden regelmatig verdeeld. Men nam er zo tien à twintig met zich mee en verdeelde ze op de gemeente, of lieten ze achter op den tram. Ook voor deze daden kon men in aanmerking komen als zijnde weerstander. Ook op de werkplaats waar deze arbeiden werden er achtergelaten B.V. op de toiletten of op plaatsen waar gerookt werd. Deze bladen werden regelmatig uit gegeven eenmaal per maand vanaf februari 1941 tot juni 1944.

    Men ging zelfs na als er mensen waren die bladen gelezen hadden of ze eventueel doorgaven aan andere, zelfs jaren later was er nog sprake van. Madeleine Depoorter een winkelierster, weduwe van Joseph Vandeghinste kon er nog over mee spreken, haar man was toen al overleden.

    Bolaert Julien, geboren te Izegem op 6/6/1905 en Geldhof Suzanne, geboren te Kortrijk op 6/5/1908 Kortrijkstraat 41 werden erkend door het Ministerie van Landsverdediging zijnde gewapend weerstander. Suzanne was zelfs erkend als burgerlijke Weerstandster. Ze overleed op 12 september 1955 Zij verwierf de weerstands-herinnings medaille 1945, de medaille met gekruiste sabels en de medaille voor hulp aan geallieerde vliegers.

     

     



        

    Weerstandorganisatie;

     

    Op de gemeente was er geen organisatie, doch waren een 25 tal leden, welke aangesloten waren te Moeskroen of in Bellegem. Doch is bekend dat er tot driemaal toe de Duitsers onmogelijk werd gemaakt te telefoneren telkens waren de draden doorgeknipt.

    Een ander feit: in 1943 kwamen op het stadhuis drie gewapende mannen, ze vroegen aan de secretaris de volkregisters, de boeken werden verbrand. Zo konden de Duitsers geen jonge gasten meer afhalen, om ze naar Duitsland te sturen.

    Er was wel op Rollegem een geheime, afgelegen plaats waar de vergaderingen van de witte bende door gingen.


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    08-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



    Opgeëiste door de bezetter om naar Duitsland te gaan werk.

     

    FRANCE - FRANKRIJK - Marle (Aisne) - Sépulture collective de ...  

     

     

    Zoals overal waren ook te Rollegem opeisingen. De eerste welke opgeëist werden was november 1942. Ze ware 19 jaar oud. Van uit de werkbestel werd een brief gestuurd waarop stond, dat zij het onderzoek van den dokter moesten ondergaan, om daarna te gaan werken naar Duitsland. In mei 1943 werden er weer brieven gestuurd, maar den niet alleen de jongens maar ook meisjes van 19 à 22 jaar. De laatste brieven op het einde van 1943.Er waren van al de brieven welke verstuurd werden slechts vijf welke gegaan zijn. Zij de ze kregen verzwegen het en ze hielden zich zoveel mogelijk verborgen, ’t zij thuis of bij familie, het merendeel in Frankrijk. Al diegenen welke een brief ontvangen hadden werden van hun rantsoenkaart beroofd. Velen zich tot 2 jaar toe verborgen, toch allen waren ze thuis toen de Engelsen kwamen in september  1944.

     

    Aloïs-Joseph Vercaempst echtgenoot van Zulma Verdure Opgeëiste Civilarbeider 1940-1945 hij overleed op 20 maart 1982

     

    Georges Bels echtgenoot van Irma Ferlin Civilarbeider hij overleed op 9 oktober 1982

     

     

    Noël Noreille geboren in Rollegem op 15 april 1923, dook in 1942 en 1943 onder in Frankrijk waar hij ging werken in Gravelines.

    In 1945 werd hij opgeroepen voor zijn legerdienst, Hij kreeg een zware taak toegewezen Duitse krijsgevangen te bewaken en te begeleiden naar de kolenmijnen. De nachtelijke bewakingsdiensten waren de prettigste niet.

     

    Dendauw Gustaaf Geboren te Kortrijk op 20/1/1920 gehuisvest in de Muynckendoornstraat nr. 14 In hoedanigheid van soldaat milicien bij het 2de Linieregiment 6 Cie. werd hij op 26/5/1940 te Oostwinkel, krijgsgevangen genomen. Hij verbleef in Stalag een (Duitse afkorting voor Mannschaftsstamm- und Straflager (ook wel "Stammlager"),tot 28/2/1941

    Hij heeft 3 maanden herstelverlof gekregen en naar Kortrijk gekomen.

    Hij huwde in 1941 en vestigde hem in de Kortrijkstraat 55.

    Zijn eerste oproepingsbevel kreeg hij om naar Duitsland te gaan werken, en stak zijn brief in het vuur. Hij heeft nimmer voor de vijand gewerkt Dadelijk vertrok hij naar Frankrijk, waar hij enkele maanden geeft gearbeid.

    Denkende dat hij niet meer zou lastig gevallen worden door den bezetter is hij teruggekeerd

    In de jaren 1942/43 werkte hij op onregelmatige tijdsstippen om aan de kost te komen, onder andere bij landbouwers.

    Tot aan de landing der geallieerde legers te Cherburg, hield hij zich schuilt daar hij bijna wekelijks werd opgespoord door de “Feldgendarmen” De nachten bracht hij door bij een weduwe, samen met een vriend welke zich ook schuil moest houden.

     

    Quivron Roger geboren te Aalbeke 21/9/1924 vriend van Gustaaf Heeft zich ook schuil gehouden gedurende de oorlog 1940/45

    Hij werd dikwijls verontrust en opgespoord door de Duitse bezettingspolitie.

    De werken welke ze uitvoerden bij boeren waren: het vullen van granaattrechters, veroorzaakt door de geallieerden bombardementen op Kortrijk.

    Vanpraet Elisa weduwe Bekaert Theophiel

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    07-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



    Allewaert Jozef

     

    Bij gebrek aan werk is hij begin 1941 naar Frankrijk getrokken in het bijzonder Calais, daar verbleef hij ongeveer een vijftal weken waar hij gewerkt heeft. Van Calais trok hij verder naar Brest, ongeveer een drietal maanden, waar hij zich schuil hield tot hij er ontdekt werd en de vlucht kon nemen naar huis; Hij kwam één veertiental dagen opnieuw thuis in België en vertrok hij opnieuw naar Frankrijk. In 1943 bij een terugkeer uit Frankrijk werd hij door een landgenoot in dienst van de Gestapo zijn eenzelvigheidkaart afgenomen en kreeg het bevel zich aan te melden bij de Duitse werkbesteller in Moeskroen. Hij heeft daar door iemand zijn kaart teruggekregen met de raad laat je hier niet meer zien. Hij trok opnieuw naar Frankrijk ditmaal naar Boulogne waar hij werkte voor een bedrijf van Brussel, daar is hij gebleven tot in juni 1944. Hij werd er opgepakt door de gekende “blitzschnellpolizei” en naar Duitsland  gedeporteerd namelijk naar “Sulk Kreis Thuringen” waar hij tewerkgesteld werd in de Gudlof wapenfabriek.Al zijn oproepen om voor de vijand te werken heeft hij verbrand vandaar zijn verscheidde plaatsen in Frankrijk.

     

     

    Dendievel Edmond Handelaar in kleinvee, Aalbekestraat 25 en geboren te Bellegem op 29/9/1905

    Werd gedurende de bezetting opgeroepen tot verplichte arbeidsdienst in het jaar 1943. Hij is naar de Oudenaardsesteenweg te Kortrijk geweest. bij een bediende van de arbeidsmarkt. Waar hij de juiste persoon vond welke hem kon helpen te onttrekken van deze arbeidsdienst.

    Hij zou het nodige doen mits vergoeding, en dankbaar zijn voor wat eetwaren te kunnen krijgen. Als betaling werd 25kgr graan gegeven en een paar kiekens welke de man in Kortrijk aanvaarde en Edmond is niet meer van het arbeidsambt verontrust geweest.

    Betekenis van Frontstrepen

     

    Ze duiden den duur aan die een militair, sinds het begin van de vijandelijkheden, in de loopgraven van het front heeft doorgebracht.

    Een eerste frontstreep werd toegekend na 12 maanden werkelijke aanwezigheid.

    Een bijkomende frontstreep werd toegekend voor iedere daarop volgende periode van 6 maanden.

    Het maximum aantal frontstrepen dat kon worden toegekend, is 8

    Een zilverstaafje stond voor een frontstreep. Een verguld staafje werd gebruikt ter vervanging van vijf zilverstaafjes.

     


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    06-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelde

    Huisvestiging van Troepen

     

    De Duitsers gingen zo snel dat ze tijd niet hadden zich te Rollegem te vestigen.

    Het Rode kruis was niet zo gehaast, twee dagen na de eerst kwamen ze hier aan. Het was toen 25 mei, ze verbleven op de boerderijen, ongeveer een 300 manschappen.

    Ze bleven hier tot den 3de juni, sinds die dag zijn er hier geen troepen meer gehuisvest geweest.



    Gevechten.

     

    Hier hebben zich geen gevechten voorgedaan, doch beschietingen en overschieten. In den nacht van 26ste mei 1940 werd er onverwacht met kanonnen beschoten.

    Om 1 uur hoorden we een aanhouden gebrul van kanonnen. Rakelings zoefden de obussen in de kerkstraat en vielen met donderend geweld in de weiden achter het klooster. Zo werd de grot van O. L. Vrouw van Lourdes was gedeeltelijk beschadigd, doch het beeld was wonder boven wonder niet getroffen, noch beschadigd.

    Het gebulderd bleef zo een drietal uren aanhouden, ’s morgens om een uur of zeven begon het opnieuw, doch minder erg. Nu wist men waar ze moesten zijn, het was niet het klooster welke ze moesten treffen maar de hofstede van Constant Brouckaert. Op deze hofstede lagen tientallen Duitse soldaten? Ze waren bezig een aantal gestolen paarden te voederen, enige obussen kwam een einde aan hun leven stellen. De balans was zeven doden en negen paarden, pas acht dagen later werden ze begraven Ook op de hofstede van Emile Vandaele, “Vandaelenshof” in de Marksestraat werden er een vijftal soldaten en een 6 tal paarden neergeschoten.

    Geen parochianen en geen huizen werden er bij betrokken. Na dit voorval heeft men geen schoten meer gehoord in de nabijheid.

     

    Vlucht der bevolking

     

    Bij het uitbreken van den oorlog mei 1940, zijn naar ons weten geen mensen van hier gevlucht, men lag dicht aangeleund bij Frankrijk. Nochtans had een Engelse officier, de burgemeester het bevel gegeven, dat men hier zoals in ander dorpen beter op de vlucht ging. Volgens de burgervader moesten de bevelen komen van hogerhand, en hij gaf het bevel te blijven waar men was. De Engelse Stafofficier zou in de namiddag terugkeren, met een bevel van hogerhand, maar men wacht er nog op.

    De ganse parochie is de burgemeester, altijd dankbaar gebleven.

    Wat men wel mee heeft gemaakt, op zaterdag 11 mei 1940,voor de Duitsers hier waren, trokken vanaf drie in den namiddag tot ’s avonds zeven uur honderden wagens, vol met vluchtelingen hier voorbij. Het was een aaneen gesloten ketting, zonder ophouden, paarden, wagens, karren, koeien mensen, alles vol beladen met hebben en houden, richting Frankrijk. Er waren er van Luik, doch de meesten kwamen van den Limburg. De zondag daar opvolgend opnieuw het zelfde nu echter met meer haperingen.

    De zondag zouden vluchtelingen uit de Limburg hier verblijven, men had al heel wat schuilplaatsen voorzien, doch het was pas in den laten avond tussen acht en tien uur dat ze hier aankwamen. De laatste hadden tegen middernacht zijn schuilplaats ingenomen. Op maandag zijn nog wat jongeling hier geweest  op 14 mei trokken ze naar Frankrijk. Toen de Duitsers hier dichter genaderd waren trokken ook de ander verder weg naar Frankrijk, dat was daags voor de beschieting.

    Ze waren allen heel tevreden met hun verblijf alhier, velen hebben lang kontact gehouden met hun goede bewaarders.

    Vrijwilligers naar Duitsland.

     

    Op de gemeente waren er ongeveer een 25 tal vrijwillige arbeiders waaronder een 5 tal vrouwen. Het grootste deel van deze arbeiders zijn in 1942à 1943 terug gekeerd.

    Er waren ook vrijwilligers die voor den Duits gewerkt hebben op vliegvelden in Frankrijk, of langs de kust.

     

     

    Gedeporteerden; Gedwongen verplaatsing van mensen

     

    Een tachtigtal mensen werden er gedeporteerd, meestal jonge kerels maar er waren er bij van dertig of veertig jaar, ze gingen allen naar Duitsland.

    September 1942 Vancorsellis Roger, zoon van Arthur uit de “Reisduif “ Kortrijkstraat  werd van zijn bed afgehaald door de Duitse “Feldgendarmen” en opgeleid ter deportatie naar Duitsland als werkweigeraar. Hij zou eerst naar het gemeentehuis gebracht zijn geweest al waar hij als voorlopig zou zijn op gesloten maar vroeg in de morgen werd hij reeds getransporteerd.

     

     

    Politieke Gevangenen; mensen welke op niet-strafrechtelijke gronden worden op gesloten

     

    Bij weten waren er geen, doch zijn sommige mensen voor acht dagen achter grendels gesloten geweest, nooit zijn er welke naar Duitsland werden meegenomen.

     

    Gilbert Verhaeghe echtgenoot van Lea Dendievel overleden op 1 november 1998 Politiek gevangene van Lager E te Kahla(Duitsland)


                                            


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    05-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden

    Voeding;

     

    Ook hier zoals elders was er rantsoenering, doch was het hier beter dan in stad. Iedereen of bijna iedereen, had een stukje grond, er werden geen perkjes aangelegd, maar wel tarwe gezaaid en aardappelen geplant. Laat ons zeggen dat zo wat meer dan den helft, de boterhammen niet moest tellen, doch zuinig zijn. Voor ander, was het slechter, veelal bleef het smeersel weg.

     

    Kleding;

     

    Velen waren gelapt, en dragen van oude, versleten kledij was zeker overal aan te zien. Wie goed kon naaien en verstellen waren de betere.

     

    Verkeer;

     

    Er was zoals in ander gemeenten weinig of geen verkeer. Enkel auto’s mochten rijden, wanneer men van een goed verzekerd bewijs had. Zij welke het niet hadden werd de auto afgenomen. Doch mensen zijn goed in plan trekken, aan ieder of toch aan het grootste deel was een of ander gebroken en of te kort, zodanig dat ze bij den eigenaar bleven. Zelf voor het fietsen was er een tekort aan banden, dus een goeie zaak voor toen nog rijdende tram, welke steeds bomvol zat!

     

     

    Onderwijs;

     

    De eerste jaren was er bijna geen verschil te merken, het was alsof er niets aan de hand was. Doch 1942 was er tekort aan kolen, voor de jongens, was het te samen zitten en geen les Ook de 43 en 44 was het zelfde, de meisjes daar in tegen hadden wel kolen door het klooster, zij hebben er niets van gemerkt. 

     

    Houding tegenover den Bezetter;

     

    De houding tegenover den bezetter was kalm en gedwee. De bevelen hebben ze in stilte volbracht, er werd geen weerstand geboden. Men volbracht de wensen, doch men bleef in verscholenheid het vaderland trouw!


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    04-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden

                                   September 1944:

     

    Dit is het verhaal van een, lid van de burgerbescherming, die voor een vrouw, welke hoogzwanger was, naar dokter Declercq ging, (nu den bank aan ’t het “Rollegemse hof”)

    De dag begon, met kapot geslagen wegwijzers. Ze kwamen ter hoogte van de “Kwadebrug”  daar stonden fietsen, een motto, en er lagen geweren bij.Ik moet er hier bij vertellen dat het dien dag ook “berenweer” was, we konden niet ver zien en niet alles goed alles onderscheiden.

    Ter hoogte van café “de Rust”( Verdwenen café aan de overzijde) lag er een dode, met de armen open, ter hoogte van het huis van de dokter nog een dode, (later zou blijken dat er nog een lag aan de overkant, ook verdwenen, ter hoogte van de winkel gezusters Vandenbroucke) de eerste gedachten waren hier is een slag geslagen tussen “Witte “ en “zwarte benden”.De dokter kon maar niet begrijpen hoe zij er door waren geraakt? Hij had geen tijd voor een kinderbed, dus moesten ze maar naar Aalbeke. Bij hun terugkeer werden ze door een Delnat lid van de “Witte bende” niet terugkeren langs de “Kwadebrug” want men was overvallen geweest door de Duitsers. Toen hij terug thuis kwam waren er reeds drie uren voorbij. Bij den terugkeer om te weten wat er nu aan de hand was, kwam hij den drukker Jules Derdeyn tegen, eveneens iemand van de burgerbescherming. Deze kwam de lijken weg halen welke in de Moeskroenstraat lagen(3) Het kind werd die nacht geboren, het was die nacht dat “Treeske” Vandenbogaerde een kindje op de wereld zet, een meisje,.het luistert naar de naam Arlette, ze is school juffrouw geworden. Een nacht als een hel, Een geboorte, van een kind van André Cardoen, hoofdpostmeester van West-Vl. Zeven jonge levenslustige mannen, welke er levenloos bij lagen!

    Die slachting, (waarbij ook Duitsers werden gedood, maar meegenomen werden) was een vliegtuig dat de “Witte bende” zou bevoorraden van wapens,

    Het Duitse leger was zich aan het terug trekken, daar de wegwijzers verdwenen waren of in de verkeerde richting stonden, stonden de Duitsers op een dwaalspoor.



                                          

    Een voorpost reed zich vast naar de hofstede toe, zagen dat ze terug moesten keren, en ze ontmoeten zo de andere. Het werd een richting vuur, een gevlucht achter de zerken op het kerkhof, in de straten van de omgeving, het was een gruwelijk tafereel, een ware slachting, toeval of geplant? Resultaat zeven doden, van de Duitsers weet men niet, ze werden allen zoals gezegd meegenomen. De gesneuvelden werden opgebaard in het lokaal nu het O.C.

    De officiële tekst luid als volgt; De gruwelnacht van zaterdag 2 september te Rollegem zullen weinigen vergeten, bijzonder zij die in de omgeving woonden van den dorpskom en de omgeving van de “Kwadebrug”.

    Leden van de geheime leger hadden opdracht gekregen wapens te gaan halen die zouden gedropt worden in Bellegem.

    De weerstanders waren vertrokken uit Moeskroen in verschillende richtingen. Het Duitse leger of wat er van overbleef in deze streek was in volle aftocht, trok zich terug richting Bellegem, Zwevegem. Gekomen op de plaats te Rollegem waren de wegwijzers verdwenen of gedraaid zodat de vijand in de war was.

    Zo werden de leden van het geheime leger verrast en neergeschoten. Vijf van hen vielen op de plaats twee in de Moeskroenstraat, tegen het kruipunt met de Kwadebrug.

     

    Enkele werden gekwetst, waarvan een ernstig, en anderen zijn gevlucht, of hadden zich verscholen achter de zerken of monumenten op het kerkhof.

    Een andere bron meld dat: In den nacht van 2 op 3 1944 waren er hier een dertigtal leden van de “Witte bende”, zij moesten een auto aanvallen waarin iemand van de generale staf inzat. Doch ze hadden nog geen wapens, uitgezonderd handgranaten. De wapens moesten ze gaan halen op een boerderij Ze staken juist de straat over om naar het hof te gaan, toen de twee auto’s hen bijna omver reden. Het waren deze auto’s welke ze moesten hebben, ze waren te vroeg, zo waren ze verrast. De Duitser hielden stil, en begonnen te mitrailleren. De witte verdedigden zich doch hopeloos. Het gevecht heeft een half uur geduurd. De Duitsers hebben nog lang rond gereden, doch alles bleef stil. ’s Morgens hebben enige mensen de lijken afgehaald, er waren zeven doden, allen waren vreselijk aangedaan. Een zwaar gekwetste, hij had drie kogels in zich, doch is genezen. De gekwetste wist te vertellen dat er ook Duitsers dood waren, doch deze hebben ze meegenomen

     

    Een andere bron vermeld dag op die bewuste 2 september het geheime leger had de wegwijzers verwijderd of veranderd van richting zodat terugtrekkende Duitse soldaten voortdurend ronddwaalden op ons grondgebied

    Rond 23 uur kwamen luid pratende en zingt verzetslieden uit Moeskroen door de kerkstraat op weg naar Bellegem, waar een Engels vliegtuig wapens zou droppen.

    Plots stonden ze oog in oog met den vijand en opstaande voet ontbrande de schietpartij.

    Er vielen doden langs beide partijen. Twee gekwetste weerstanders werden zonder medelijden met een nekschot afgemaakt.

    Vluchtende leden van de brigade werden achterhaald en aan de Kwadebrug neergeschoten.

    De Duitsers hebben hun eigen slachtoffers opgeladen en verdwenen richting Bellegem.

    In Zwevegem werden ze door de geallieerden gevangen genomen.

     

    Die gruwelnacht van 2 september zullen weinigen vergeten, bijzonder zij die in de omgeving woonden van de dorpskom en het kruispunt aan de Kwadebrug.

    Leden van het van het geheim leger hadden opdracht gekregen wapens te gaan afhalen die zouden geparachuteerd worden in de omgeving van Bellegembos. De weerstanders waren vertrokken uit Moeskroen in verschillende richtingen. Het Duitse leger of wat er van overbleef in deze streek was in volle aftocht en trok zich terug richting Bellegem en Zwevegem. Gekomen aan de plaats te Rollegem en aan de Kwadebrug waren de wegwijzers verdwenen of lagen in de gracht, zodat de vijand halt hield. Zo werden de leden van het geheime leger verrast en neergeschoten. Vijf vielen rond de plaats en twee in de Moeskroenstraat tegen het kruispunt van de Kwadebrug. Enkelen werden gekwetst terwijl anderen konden vluchten of zich verscholen achter de monumenten op het kerkhof.

    Een herdenkingssteen werd geplaatst in de muur van het intussen verdwenen huis van de gezusters Vandenbroecke (op die plaats viel een weerstander)

    Door de verfraaiing van de dorpskom en het aanleggen van parkeerplaatsen en groen dienen deze huizen rond de kerk te verdwijnen en meteen het monument dat er aan de gevel werd aangebracht.

    Het stads bestuur van Moeskroen werd mondelings verwittigd dat door werken rond de kerk het monument zou moeten op een andere plaats gebracht worden. Het stads bestuur van Moeskroen kwam het monument weghalen en plaatste het in Moeskroen aan de “Zwarte gevel” dit zou de plaats zijn alwaar de weerstanders vertrokken waren.

    Bij het inwijden van het monument in de nieuwe bestemming te Moeskroen aan de zwarte gevel langs de oude baan van Moeskroen en Aalbeke werd niemand van Rollegem uitgenodigd. (Intussen is er reeds weer een nieuw monument geplaatst.)

    Is men in Moeskroen vergeten wat de oud-strijdersvereniging gedaan had? Men denkt nog aan die septembernacht 1944 op 12 januari 2010 werd het op de radio nog aangehaald door de vrouw van den bierhandelaar wonende op het gemeentehuis, van toen die tijd.



    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    03-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



    De ramp van Rollegem verteld door iemand die het beleefde.( vertaling Uit  “La Tragedie de Rollegem) september 1982

     

    Wellicht zijn de boze geesten die ons moesten vergezellen op de van zaterdag laatstleden nog niet allen vergaan in de slapeloosheid van hun verdorvenheid, aangezien zij hun taak schijnen te moeten voleindigen in de taal van sommige personen, voor wie het een opdracht is heldenmoed van onze geliefde kameraden te bekladden, zij die voortaan in onze herinneringen, geen andere naam dan” held” meer(zullen) dragen.

    Wat sommigen ook zeggen, wij hadden een radio-oproep ontvangen, om zaterdagavond de centrale C.P.(Commandopost) te vervoegen. Wapens zouden geparachuteerd worden om in de komende dagen het gevecht te kunnen aangaan.

    De groepsleiders moesten hun mannen verwittigen. Na de verzameling, verlieten we wij de stad, vol hoop en zelfzekerheid, eindelijk zouden we nuttig zijn….

    Alles verliep vlot tot aan de “Piro Lannoy” waar een groepje van de C.P. ons opwachtte en ons Duitsers melden aan de Kwadebrug waardoor ons een nieuwe te volgen weg werd aangeduid.

    Niemand kende die weg, maar een post van het Rode-Kruis, die ons voorafging en die wij moesten vervoegen, richtte ons.

    In stilte volgde het peleton op een rij elkaar deze weg. In de onmiddellijke nabijheid van Rollegem werden 2 verkenners uitgestuurd; zij kwamen terug: niets te melden.

    Midden een schrikaanjagend weer kwam de ganse colonne de straat ineens door en reed de grote plaats op

    Het maanlicht werd af en toe verduisterd door grote regenwolken die door de wind werden voortgejaagd.

    Deze gure wind gierde in onze nek, zodat wij het gerucht der gepantserde Duitse wagens niet opvingen; terwijl zij integendeel wel het geratel van onze fietsen, een dertigtal konden horen.

    In den bocht op de plaats van Rollegem riep een soldaat uit de gepantserde auto ons “halt” toe. Maurice Cousin en enkele andere mannen die op dat ogenblik gevangen zaten tussen de auto en de muur, schoten op het voertuig. De Duitsers antwoorden gevat en mitrailleerden langs alle kanten. De ganse groep viel uiteen en vluchtte in algemene verwarring; slechts enkele mannen verdedigden zich en schoten hun wapens ledig.

    Ze waren geraakt en konden niets meer hopen…

    Enkele uren na het bloedbad, ben ik teruggekeerd om de slachtoffers te kennen die door een nekschot laaghartig waren afgemaakt.

    De ganse nacht werd er geschoten. Leopold Pollet moet in gevecht geweest zijn met de tweede gepantserde auto, om zijn wapenbroeders te wreken, want door een uitzonderlijke moed aangedreven, was hij voor het gevaar niet geweken.

    Ik zou hun heldenmoed, in dienst van het edelste ideaal, waarvan zij reeds het bewijs geleverd hadden gedurende de bezetting, willen kunnen uitschreeuwen.

    Aldus de schrijver van dit stuk.

    Zij waren met zeven, zeven helden van de weerstand die te Rollegem in de gure nacht van 1 en 2 september 1944: de nacht van de bevrijding!

    Dat hun namen vereerd worden en als voorbeeld dienen:Albert Cousin, Maurice Cousin, Jacques D’Halluin, Fernand Florin, André Pintelon, Hector Castelein Leopold Sabbe

    Een herdenkingssteen werd geplaatst in de muur van een nu verdwenen huis.


                                            


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    02-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden

    De oorlog te Rollegem door het oog van een Rollegemnaar

     

    Er werden 5 gemeenteraden gehouden en er waren in 1939,  2554 inwoners. De eerste gemeenteraad was op 5 januari. In september werd Maurice Everaert tot burgemeester benoemd. Hij was geboren te Bellegem op 25 december 1888, doch werd niet officieel ingehuldigd, daar de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland verklaard werd en er hier mobilisatie was. Het was dat jaar een strenge winter zeven week was het gevroren. De strijd beperkte zich meestal aan de Siegfried lijn en de Maginotlijn, die beiden miljarden hadden gekost. Sirenes loeiden bijna iedere dag in noord Frankrijk, wanneer vijandige vliegtuigen in aantocht waren.

    1940, voor de tweedemaal in de geschiedenis kwam het tot een rampzalige oorlog door de zelfde invaller Duitsland. Op 4 februari einde van 6 weken vorst. Op 17 februari grote sneeuwstorm.

    De mobilisatie gebeurde in fazen en niemand verstaat er zich aan. Vele soldaten liggen langs het gekende Albert kanaal. Op vrijdag 10 mei, en zeer mooi, algemene mobilisatie. Het Duitse leger valt België binnen, zonder oorlogsverklaring. Nederland en het Groot hertogdom Luxemburg vallen als slachtoffer.

    Om 6  uur ’s middags van 10 mei heeft een eerste grote vliegaanval plaats op het vliegplein van Wevelgem, het rangeerstation te Kortrijk en op de meubelfabriek “De Coene”. Het volk is in paniek, 11 mei opnieuw bommen op Kortrijk, het werd een algemene vlucht uit de stad. Op 13 mei komen de eerste vluchtelingen van het Luikse, Namen en Rochefort.

    Op 16 mei massale luchtaanval op Doornik, waar ook de bevolking op de vlucht sloeg. Zondag 19 mei branden de houtmagazijnen van “Helgig” Zwevegem af alsook van “Bulcaen” Moeskroen.

    Vluchtelingen van de streek van Geeraardsbergen komen langs hier.

    Op maandag 20 mei offensief op de Schelde. Vele Engelse soldaten komen door de gemeente bij het achteruit trekken van de troepen.

    Op maandag 21 mei, St Denijs, Helkijn, Spiere, Dottenijs en Bellegem ontruimen. Ook Rollegem is gereed voor te vluchten maar niemand weet wanneer.

    Op 23 mei komen de eerste Duitsers met zware motoren met sidecars en gewapend met mitrailletten in de gemeente. Er is geen elektriciteit meer .



                     

    Op 24 mei werd de gemeente Rollegem bezet. Langs de Leie word er hevig gevochten, grote bombardementen vinden plaats, bruggen moeten er aan geloven. Alle gemeenten langs de Leie hebben branden.

    Op zaterdag 25 mei worden de gemeenten Rollegem en Bellegem met artillerie geschut beschoten, er vallen geen slachtoffers wel is er grote schade aangericht.

    Er zijn grote troepen bewegingen.

    Op 26 mei, hevige bombardementen in de richting Menen, Wevelgem, Izegem en Roeselare.

    Op 27 mei hevige beschietingen uit Frankrijk op Rollegem, Aalbeke en Moeskroen, obussen vallen op de hofsteden Vandaele en bij Barbe. Duitse verliezen aan mannen en paarden.

    Op 28 mei het Belgische leger geeft zich over, het capituleert om verdere uitroeiing van soldaten en burgers te voorkomen.

    Koning Leopold wordt naar Duitsland gevoerd.

    Het Engels leger trekt zich terug op Duinkerke om in te schepen. De capitulatie werd getekend op het slot van Wijnendaele.

    In de nacht van 29 op 30 mei vallen opnieuw bommen op Kortrijk en Wevelgem.

    In de nacht van  vrijdag 31 mei vallen bommen op het ouderlingengesticht Pottelberg te Kortrijk. De troepen bewegen zich richting Frankrijk.

    Op 4 juni is er opnieuw elektriciteit.


                                              


    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)
    01-10-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gesneuvelden



    In de nacht van 7 juni vallen er opnieuw bommen op Moeskroen, fabriek Motte en Dottenijs.

    Op 8 juni werd de Duitse tijd ingevoerd, dus een uur vervroegd.

    In, de nacht van donderdag 14 november grote storm, met veel schade.

    Gans de winter door werd Bellegem bezet door Duits paardenvolk met wagens, de soldaten lagen in de nieuwe klaslokalen van het klooster, nieuwe paardenstallen  werden gebouwd in de Rollegemstraat op gronden van Debusschere beenhouwer te Bellegem

    In Rollegem werd Robert Desmet aangesteld als bediende der gemeente en werd de rantsoenering ingevoerd. Alles met zegels. Voor iedere gebruiker en volgens aantal personen. Dit werd ingericht in de bovenzaal van het “gemeentehuis” nu den Domino.

    Op 29 maart 1941 werd de laatste gemeenteraad gehouden, alleen het schepencollege bleef in dienst. Benzine wordt gerantsoeneerd, auto’s worden opzij gezet

    Op 3 september 1941 wordt schepen Jozef Vandeginste ontslagen door de bezetter.

    1942 het begon met een langdurende vorst vanaf 10 januari tot en met 15 maart. Op 23 januari vroor het -20°, met sneeuwstorm.

    Op 29 augustus bomaanval op Marke, en op 9 oktober bommen op St-Anna, waarbij vrouw Clochet ernstig werd verwond.

    Op 31 oktober luchtaanval op de elektrische centrale te Zwevegem.

    1943 op 14 mei opnieuw bombardementen op Marke en Wevelgem, welke zich herhaald voor Wevelgem op 12 juli.

    Op 2 juli bommen op het rangeerstation te Kortrijk en op de firma Decoene;

    Op 26 juli worden de vliegvelden van Wevelgem en Moorsele gebombardeerd, het herhaald zich op 26,27, 28 , 29 en 30 juli.

    Op zaterdag 4 september rond 6 uur bombardementen op Kortrijk en Marke, met een luchtgevecht boven Rollegem, waar een Duits vliegtuig naar beneden word gehaald.

    De piloot van het toestel kwam te recht in de nabijheid van de woning van Nabor Degroote. De piloot was zwaar toegetakeld aan de neus.

    Het vliegtuig zelf stortte neer naast de woning van Maurits Castelein in de Kerkstraat.

    Op 6 september capituleert Italië.

    1944, 18 maart ’s avonds een groot bombardement op de “Pottelberg te Kortrijk waarbij 250 doden te betreuren vallen.

    Op zondagavond met de foor te Moeskroen viel één bom te Rollegem, op huis “Tant” in de Marksestraat. Aan de waterval te Bellegem, werd een huis zwaar getroffen.

    Op 12 april werd het vliegveld van Wevelgem opnieuw aangevallen.

    10 mei zwaar bombardement op het centrum Kortrijk, het duurde 21 minuten, het aantal slachtoffers was gering volgens de schade, vele mensen hadden de stad verlaten.

    Het aantal inwoners te Rollegem was bijna verdubbeld door de vele Kortrijkzanen die hier kwamen hun intrek nemen.

    Op 13 mei luchtbombardement op Tourcoing (statie) alwaar een munitietrein stond.

    14 mei terug bommen op het vliegveld Wevelgem



    Categorie:gesneuvelden
    » Reageer (0)


    Films over Rollegem
  • De bevrijding
  • Het boerenleven anno 1946
  • Het wereldrecord wandtabpijt

  • Inhoud blog
  • Toembroek Koerse
  • kerk en leven
  • uit de oude doze
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek
  • Dagboek

    Categorieën
  • 100 jaar oorlog (4)
  • Adem-tocht (0)
  • Café's te Rollegem (105)
  • dagboek (28)
  • data om nooit te vergeten (10)
  • Davidsfons (0)
  • De parochie Pastoors (16)
  • Fatima (8)
  • Femma (1)
  • Folklore historiek (3)
  • folkloreraad (1)
  • gehuchten (24)
  • gesneuvelden (141)
  • gezinsbond (3)
  • handelaars (31)
  • Harmonie (2)
  • Het landelijk leven te Rollegem (50)
  • historiek Gezinsbond (1)
  • historiek ziekenzorg (1)
  • Kinderopvang (1)
  • kleiputten (1)
  • koor Crescendo (4)
  • kunst en cultuur (67)
  • KVLV (0)
  • KWB (1)
  • liedjes en gedichtjes uit de oude Doze (8)
  • Missiebestuur (1)
  • MPI (1)
  • Neos (1)
  • nieuw (1)
  • nieuw te (3)
  • Nostalgie (23)
  • Okra (0)
  • onderpastoors (10)
  • Oud Rollegem (49)
  • pre Historie (11)
  • Priesters inboorlingen (34)
  • rollegem (35)
  • Rollegem denkt aan zijn missionarissen (18)
  • rollofeesten (0)
  • Rollshausen (10)
  • Rouwprentjes (118)
  • soldaten 14/18 of 40/45 (19)
  • St-Antonius (1)
  • St.-Antoniusfeesten - historie (17)
  • staartje van Antoniuszwijntje (25)
  • Stond in min Gazette (32)
  • straatnamen (9)
  • Tijd van toen (25)
  • Tombroek koerse (1)
  • Toponiemen (272)
  • Trees (1)
  • Tresor jongerentheater (2)
  • veertigdagentijd (0)
  • verdienstelijke persoon (23)
  • winternacht (0)
  • wist u? (10)
  • Ziekenzorg (2)
  • zusters Inboorlingen (4)

  • Mijn favorieten
  • cultuurweb
  • Damesvoetbal Rollegem
  • Basisschool Rollegem
  • De Kindervriend
  • Aid basket Rollegem
  • WTC De Platse
  • NEOS
  • Rollofeesten
  • Seniorenacties Kortrijk Zuid
  • fotosite Chiro Rollegem

    E-mail uw bericht

    Wil je als vereniging activiteiten en nieuwtjes op het blog? Een mailtje volstaat.


  • Harmonie St.-Cecilia
  • Rollegem.be
  • Chiro Tandem
  • Vormelingen

  • Archief per maand
  • 11-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 02-2024
  • 10-2023
  • 08-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 11-2010
  • 06-2010
  • 12-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 06-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 04-2007
  • 02-2007
  • 11-2006
  • 12-2005
  • 11-2005
  • 10-2005
  • 01-2000
  • 12-1999
  • 11-1999
  • 10-1999
  • 09-1999
  • 08-1999

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    pastoors vanaf 1448

    Hespeel Philippens

    1448 tot 1452

    Jan Vande Male

    1453 tot  1454

    Pieter Adams 

    1454 tot 1455

    Jan Bronne

    1455 tot 1458

    Jan Boudin

    1458 tot 1476

    Willem Cordier

    1476 tot 1505 

    Andries Noppe


    Foto

    1505 tot 1541

    Philippus Hespeel

    1541 tot 1547

    Jooris Halsberghe

    1547 tot 1549

    Willem Adyn

    1549 tot 1560

    Pieter de Condé

    1560 tot 1574

    Willem Adyn

    1574 tot 1586

    Pieter De Jonghe

    1586 tot 1597

    Jan Reynkens

    1597 tot 1600

    Adriaan Mulier


    Foto

    van 1600 tot 1606

    Corneel Van Boterberghe

    van 1606 tot 1608

    Jan Longovius of Langenhove

    1608 tot 1613

    Bernard de Crudenaere

    1613 tot 1614

    Hubrecht Saba

    1614 tot 1614

    Jacobus Beert

    1614 tot 1656

    Franciscus Seyse

    1656 tot 1668

    Jacobus Caelewaert

    1668 tot1691

    Joos De Boo

    1691 tot 1700

    Hendrik Commacen

     


    Foto

    1700 tot 1703

    Petrus Franciscus Van Biesbroucq

    1703 tot 1714

    Karel Frans Van Eeckhout

    1714 tot 1743

    J. J. Vande Velde

    1743 tot 1751

    J.B. Wasteels

    1751 tot  1761

    Fac. Jos. Fattrez

    1761tot 1762

    P.P.F. Van Haesendonck

    1762 tot 1772

    Jan Francis Cusenelle

    1772 tot 1801

    Joannes J. Rutgeers.

    Begraven voor de Calvarieberg

    Steen links van het kruis. 

     


    Foto

    Van 1801 tot 1803

    Mullier Pieter Jos

    1803 tot 1808

    Verlinden Jean-Bapt

    1808 tot 1809

    Cardoen Steven Frans Jos.

    1809 tot 1842

    Mullier Pieter Joseph

    1842 tot 1852

    Denijs Karel

    1852 tot 1862

    Missu Karel-Louis

    1862 tot 1867

    Lonneville Francis

    1867 tot 1873

    Lietaert Edward

    1873 tot 1879

    Huys Lodewijk

    1879 tot 1903

     


    Foto

    Phillippus Jacobus Bettenhof

    Begraven aanzijds den calvarieberg

    14 mei 1903

     

     

     


    Foto

    Billiau Rijkaart

    Van 1903 tot 1910

    Hij mocht de kerk

    vermeerderen en

    herstellen


    Foto

    VandeWeghe Camiel

    Van 1910 tot 1925


    Foto

    Lelieur Constant

    Van 1925 tot 1938

    blijft te Rollegem

    tot 15/12/1943 +


    Foto

    Ysebaert André

    van 1938 tot 1960


    Foto

    Stemgee Gustaaf

    Van 1960 tot 1974

    + 12 maart 1982


    Foto

    D'Heygere Odiel

    Van 1974 tot 1983

    + 16/10/1986


    Foto

    Duhem Louis

    Van 1983 tot 1993


    Foto

    De Wulf Willy

    Van 1993 tot 2001

    Salisiaan

    Laatste eigen Pastoor


    Foto

    Volgens E.H. Slosse,

    zou er reeds in 1454

    een kapellaan van

    St-Pieter hier zijn geweest,

    ze waren niet verplicht

    op de parochie te wonen

    F. Cordon 1734/38

    Vansteenbrugge 1738/40

    Helluy P.F. 1743/44

    Vandenbroucke 1744/45

    Roussel P. 1746/47

    Ghesquiere P. 1747/48

    Libbrecht F. 1748/50

    Devos G. 1750/1755

    Ghequiere 2x 1751/61

    Courouble P. 1761/62

    Vissens F. 1762/76

    linneau 1776/83

    Storm E. 1783/85

    Everaert J. 1785 zes weken

    Six F. 1785/89

    Vandenbroucke J. 1789/90

    Mullier P. 1790 1801

    Wierd hier Pastoor

    van 1801 tot 03 en van

    1809 tot 1842


    Foto


    Rollegem op de inventaris van het bouwkundig erfgoed


    dorp



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!