Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
In de voorbije weken ging de “Krant van West-Vlaanderen samen met de lezers op zoek naar kandidaten voor de titel.
Uit de inzendingen werd voor de “Krak Van Onze gemeente”
De heer Matthieu Mistiaen als kandidaat voor de titel “ Krak 2016” gekozen.
Matthieu woont in Aalbeke en baat te Rollegem café "De Tombroekstatie "uit. Hij is de drijvende kracht achter "Tombroekkoerse", waar hij voorzitter is. Hij is ook voorzitter van de wielerclub "De tramstastatie" en van "Tram naar Sagan" een supportersclub voor Peter Sagan, de Plankaertbroers en andere plaatselijke wielrenners.
"Tombroekkoerse" is al twee jaar onafhankelijk. De club herbegint de damensjeugdwedstrijden in de "Postlljon" in Bellegem en organiseert een uniek evenement met brommers en fietsen op Tombroek.
De interclub voor junioren wordt door de wielerclub georganiseerd.
De organisatie "Koers der Dorpelingen" te Bellegem werd binnen gehaald.
Matthieu en zijn team kunnen rekenen op heel wat vrijwilligers en sponsors.
Matthieu acteert ook in Rollegem bij de toneelvereniging "Trees", waar hij vroeger ook bestuurslid van was
Nu is het aan jou om te stemmen! Of hij de titel verdient!
Let wel: per persoon kan slechts 1 stem uitgebracht worden. Ofwel op stemformulier ofwel via www.kw.be/krak er kan over alle gemeenten heen slechts op 1 persoon worden gestemd.
Hete Fusietranen, eigenaardig is, dat de verontwaardiging vooral aanwezig is bij diegenen die een groot aandeel gehad hebben bij de verwekking van het huidig misbaksel, en dat deze blijven weigeren de hand in eigen boezem te steken. Als de wil van Kortrijk geen wet geworden is , dan is dat enkel en alleen omdat die Kortrijkse wil getuigde van een verregaande zelfoverschatting en van een volledig onbuigzaamheid ten overstaan van iedereen. Het advies dat de Kortrijkse meerderheid overmaakte aan de minister van Binnenlandse zaken bestond uit welgeteld één zin:” Fusie met alle randgemeenten, en met de over-randgemeenten indien zij dat wensen. Aan dit standpunt werd geen enkele argumentatie, geen enkel motivatie toegevoegd. Een uitgebreide studie van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, advies uitgaande van de Provincie, het standpunt van de CVP- arrondissementeel, een gemotiveerd alternatief voorste v. B.S.P., suggesties van de PVV en van de VU.-Volksbelangen in de gemeenteraad en de reacties van de verschillende gemeenten werden van de tafel geveegd met één enkele ongemotiveerd zinnetje. De Kortrijkse meerderheid heeft geen enkel moment willen praten over een alternatief, heeft nooit gezocht naar een compromis en heeft nooit een druppel water in haar wijn gedaan. De wil van de sterkste zou het wel halen…..Het is gebeurd. Waarom is men in plaats van de beslissing op te dringen aan een Minister die in de huidige omstandigheden nooit goed kon beslissen, niet samen aan tafel gaan zitten met de meerderheid en de opposities van alle gemeenten van het arrondissement? Waarom heeft men nooit willen denken aan compromis? Waarom heeft men de adviesen niet genuanceerd en gemotiveerd? Uit Politieke onwil?
Voor wat het essentiële betreft, is de teerling geworpen: Kortrijk heeft Harelbeke, Kuurne,Zwevegem en andere niet gekregen. Misschien zou er echter nog wel een industriezone los te peuteren vallen. En- wat dacht u- men volhard in de boosheid opnieuw een tactiek van de blokvorming, de krachtige taal, de moties in de pers, de hulp van de ministers, vooral geen overleg met betrokken gemeenten, geen gesprek in de onderscheidene gemeenteraden, geen streven naar compromis.
Toen in november een lid van de oppositie in de gemeenteraad te Kortrijk voorstelde om de zelfstandigheid van een aantal gemeenten te herkennen en te bevestigen, maar te zoeken naar een mogelijke oplossing voor een eventuele overheveling van industriegebieden, werd dit voorstel op gelach onthaald….. Thans lachen ze in Wevelgem en Kuurne in hun vuistje en wenen ze in Kortrijk hete tranen.
’t Is wellicht goed in eigen hart te kijken, nog even voor het…Fusioneren, stond er in mijn gazette.
Het gemeentehuis kreeg in 1975 een nieuwe vleugel, het is de bedoeling om het mogelijk te maken naar de raadszaal te gaan zonder daarom de andere burelen aan te doen.
In dat zelfde jaar kwam ook de kabeltelevie hier bij ons. In de eerste fase de Kortrijkstraat en een deel van de Aalbekestraat Dursin inbegrepen en de woningen in de Lanteweg. De tweed fase omvat de Kerkstraat over de ganse lengte. Oude Aalbekestraat ,Aalbekestraat en de Marksestraat. De derde fase Het gehucht Tombroek. De nodige stappen worden gezet om de 51 sociale woningen te voorzien in de loop van 1976.
Op het laatste van het jaar 1975 vragen vele Rollegemnaren zich af of er wel iets in huis komt van de verbindingsweg van de nijverheidszone Moeskroen-Rollegem naar oprit van de A 17 met als eerste deel tot aan het kruispunt van de Kwadebrug. Van in de zestig jaren sprak men over de wolbaan Kortrijk-Roubaix waarvoor de plannen werden gemaakt. Later werd er ingezien dat deze autosnelweg van minder belang was . Wel werd aanvaard en gesteund door de bevoegde diensten de verbindingsbaan industriezone Moeskroen tot A17 op de grensscheiding Rollegem Bellegem. Deze baan stopt op haar breedte aan de grensscheiding met Rollegem op de Molenstraat (Gehucht Tombroek nu Tombroekmolenstraat, Schreiboomstraat) een plaats waar reeds vele ongelukken gebeurd zijn door het plots eindigen van de weg, alhoewel het zeer goed uitgetekend is. Welk belang zou deze baan hebben stelt men zich de vraag? Heelveel al het zwaar verkeer welke nu door Tombroek en het centrum komt zou deze plaatsen niet meer nodig hebben. (We zullen in de toekomst zijn dat Moeskroen er zeer handig heeft op ingespeeld op al dat gepraat) Van de nijverheidszone tot aan de oprit A17 is het slechts 2 km.(Doch waar bleef de oprit in Moeskroen!) Er werden reeds drukke bespreken gevoerd, de openstelling is zeker aldus de krant nog voor de eerste jaren niet. Met nog een jaar te gaan tot het eind 1976 wil de CVP-bewindploeg het ganse programma afwerken.
Wanneer woningen voor bejaarden, er wordt gezegd dat het hier een oude bevolking is en ja dat is waar aldus april 1975. Rustoorden vind men te Zwevegem, Harelbeke en Kortrijk, maar god wie vertrekt er graag uit zijn omgeving. Hier was er een rustoord doch men heeft het geruild voor gehandicapten, men moet keuzes maken zegt men.
Hoeveel bejaarden zijn er niet die een woning betrekken die veel te ruim is? En mensen die geen trappen meer aankunnen? Dit is al een reden om te zorgen voor een kleinere woonst waar alles op de gelijkvloers ie gelegen. Rollegem heeft al heel wat verwezenlijkt, kan er niet uitgezien of onderzocht worden hoe men er kan toekomen om enkele woonsten voor bejaarden te laten optrekken hetzij door de bouwmaatschappij , gemeentebestuur , of door de C.O.O. De bouwmaatschappij beschikt over gronden plaats op het plan van aanleg is reeds uitgestoken waar deze woonsten moeten worden opgetrokken. De grote vraag is wanneer zal dit gebeuren? Het ware te wensen dat er spoedig een oplossing kan gevonden worden, en dat de realisatie nog zou kunnen plaats vinden voor de grote fusie er komt. Een oproep wordt gedaan om te bekomen met alle beschikbare middelen om ook de bejaarden van hier ter plaatse te kunnen houden.
Neen aan misbakken fusie. De burgemeesters en schepenen van de gemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem, Kortrijk, Marke en Rollegem, in aanwezigheid van Minister Lavens, Senator Vandenberghe Volksvertegenwoordiger M. Coucke en M. Olivier op maandag 24 maart 1975 in spoed bijeengekomen. Met verontwaardiging hebben ze vastgesteld dat de jongste voorstellen, zoals in de dagbladen verschenen een aanfluiting betekenen van een volwaardige fusie.
Immers door de inspanning van alle gemeenten werden Industrieterreinen aangelegd op Heule-Kuurne; Gullegem-Moorsele; Harelbeke-Stasegem; Harelbeke-E3; Vliegveld Wevelgem; Wevelgem-Zuid. Bovendien hebben de gemeenschappelijke inspanningen geleid tot de aanleg van het vliegveld Wevelgem tot het creëren van een recreatie gebied “De Gavers” en tot het aanleggen van een vervoercentrum “De L.A.R.”. De Gemeentebestuurders vernoemd opteren dan ook voor een fusie waarbij alle randgemeenten van de stad Kortrijk betrokken zijn en eveneens de overrandgemeenten voor zover deze niet in een andere fusie betrokken worden.
De vernoemde gemeentebestuurders verzoeken met aandrang aan de Minister van Binnenlandse zaken dat hij zijn oorspronkelijk vorstel tot het vormen van een grote Kortrijkse entiteit zou handhaven.
1975 Rollegem heeft geen staats- en provinciewegen en alle onderhoud valt ten laste gemeente die ongeveer over 30 km wegen beschikt. En door de werken aan de tramstatie komen er tegen het einde van het jaar nog ongeveer 5 km bij. De ingang ter hoogte van de woning van den huisdokter alwaar men den nieuwe wijk zal kunnen bereiken loopt dwars door de hoeve vroeger bewoond door landbouwer Coekelaere. Op deze gronden eigendom van de bouwmaatschappij “ Eigen haard goud waard “ kunnen ongeveer 180 sociale woningen gebouwd worden. De maatschappij heeft nog gronden gelegen over de verbindingsweg en die wellicht als het noodzakelijk blikt na 1980 hun bestemming van bouwgrond zullen bekomen. Er is in Rollegem zeker geen gebrek aan bouwgrond voor sociale woningen als er voldoende aanvragen zijn en kredieten beschikbaar blijven staat er niets in de weg om een volgende reeks. Daar Rollegem over geen industrie beschikt zijn woonzones zeer goed gelegen en beschermd tegen fabrieksrook en geluidshinder.
Dan heeft men nog langs de noorderkant van de gemeente de verkaveling Agimex gelegen tussen de Kortrijkstraat, Groene Dreef , Muynckendoornstraat en de scheiding met Kortrijk, waar tevens een paar km wegen bijgekomen zijn. Daar zijn een tachtigtal percelen beschikbaar voor alleen bouw prachtig gelegen gronden op de grens met Kortrijk en op enkele honderden meters van de Kennedylaan waar enkele villa’s in opbouw zijn. Deze verkaveling draagt de naam van Groenpark gezien de groenaanleg en de vele beplantingen. Er word in Rollegem niet alleen gezorgd voor woningbouw ook de wegen worden niet vergeten. (Nu is het iets anders) Er zijn zeker maar weinig gemeenten die met zoveel wegen uitgerust zijn volgens de oppervlakte. De ligging is uitstekend tussen de steden Moeskroen en Kortrijk en tussen twee nijverheidszonen.
1975 Het slopen van woningen gaat verder te Rollegem: er werden er elf gesloopt rond de kerk en de vroegere begraafplaats waaronder 3 herbergen “De ruste” “ het Paradijs” en “het hof van Commerce” de aanbouw aan het café “ het Gemeenthuis” waardoor den ingang van de Kortrijkstraat nu Schepenhuisstraat verbeterd werd. Ook de vroegere café “De zwaan” de vroeger beenhouwerij Decantere en het café “Den Engel”. Ongeveer ter hoogte van den ingang van de begraafplaats werden 4 woningen gesloopt, de eigenaars blijven eigenaar van de gronden achter de onteigening zodat er daar 3 woonsten kunnen opgetrokken worden op deze 3 percelen. Een huis werd reeds opgetrokken en bewoond. Dit maakt op heden reeds 17 woningen die onder de sloophamer zijn gekomen.
Is het nog denkbaar dat in 1975 nog drinkwater moet aangevoerd worden door de brandweer van Kortrijk? Denken we aan de landbouwers met hun hedendaagse grote veestapel hoe die al niet sukkelen met het water, dat ook bij velen niet ter plaatse beschikbaar is. Wat zou er gebeuren in geval van brand in het noordergedeelte: waar geen water is? Er moet rekening gehouden worden met de verkaveling van “Groenpark” gelegen tussen de Kortrijkstraat en de Groene Dreef en de scheiding met Kortrijk waar een 100 tal bouwpercelen te koop zijn. Gezien er in de omgeving een aantal hofsteden gelegen zijn, welke niets beter vragen om van drinkwater voorzien te zijn.
ER word een weg aangelegd vanaf de ringlaan ter hoogte van de weimeersbeek tot aan de hofstede van Michel Christiaans. Deze weg wordt voetweg 35 genaamd. Kostprijs 179.162fr. De weg gelegen naast bakkerij Mouton moet dus verdwijnen, alsook de voetweg welke begint voor de hofstede van Denuceé welke reeds lang buiten gebruik is maar niet mag afgeschaft worden zolang de ringlaan niet mag geopend is.
Sociale woningen, men vermoed dat de woningen in den bloemen wijk Rozen,Tulpen en Begonialaan zullen bewoonbaar zijn rond de vakantieperiode 1976. Rollegem telt nu 2600 inwoners zal zeker over enkele jaren de 3600 gemakkelijk kunnen overschrijden.
Het woonpark of het groenpark omvat de gronden van de hofstede Vanderheeren. In deze oppervlakte zijn 90 kavels van 1000 tot 2000 m². Daarvan zijn er 79 gelegen in de driehoek tussen de Groene Dreef , Knokstraat en de Kortrijkstraat. De 11 overige zijn gelegen langs de rechter kant van de Groen Dreef komende van de Kortrijkstraat. Waarom kreeg deze verkaveling de naam Groenpark? Dit komt omdat er in deze verkaveling zeer veel groen voorzien is wat er opwijst dat dit zeker een van de mooiste en aantrekkelijkste woonparken zal zijn van het gewest.
In de vorige uitgave ging het over het ontstaan van Rollegem nu gaat over de leenheren.
Er zijn de leenheren” De la Boutillerie” (1420) dit van de Coster en van Pierre van Bellegem., wiens zoonEloy van Bellegem dit verder verkocht aan Pierre D’Halluin. Verder vermeld hij Jean Vander Crusen, Van Gavere, vandenneste of De la Neste Leerkesgoet(1506)
In de Heerlijkheid van La Bassie komen de namen voor van Nicolas-François du Bocaye en deze van Bonaventure vander Meerscj die de eigendom kocht in 1785.
Het leengoed L’Espierre ook genoemd Ter Beke met Catherine Hubertine Eymans dat het erfde van haar ouders Hubert en Elisabeth Vuyten-Eeckhout.
De gekende heren van Rollegem. 1146 Wulfrius de Rolenchem en zijn broeder Teobaldus. 1167 Wautier de Rollinghem. 1188 Teobald de Rollinghem. 1201 Galterus Rollinghem .
In de lijst der edellieden die het kruis opnamen om het Heiligland te gaan bevrijden vindt men de namen van Ansilli deRollinghem, 1216 Walter de Rollinghem, 1251 Ansele de Rollinghem . De kinderen van monsieur Robert de Haveskerke en dame Crestienne, dame van Rollenghemin 1280 en in 1284 Williaume de Rollinghem 1287 Huges de Halluin.
Tijdens de 14de eeuw was Rollenghem riddergoed van het huis D4Halluin. Men vind de namen vermeld van Huges, Wautier, Jehan, Georges en Perceval Halluin.
In de 15de eeuw was het vooral de familie Du Castel de Blangerval die in de gemeente de hoofdrol vermelde zelfs in de 16de eeuw en later. Als de laatste heren van Rollegem had men de Ennetières. Engelbert-Fredèric. Albert- Marie Maximilien, JosephMarie Edouard. In 1895 werd de eigendom van de Ennetiàres verkocht aan de h; Eduard en Gustave Nijs, handelaars in Moeskroen.
1975 Voor Rollegem wordt gevraagd aangezien er in de gemeente geen industrie zone is, een strook als ambachtelijke zone, gelegen tussen de Kerkstraat en de Oude Aalbekestraat en de Schreiboomstraat en achter de sociale woningen te voorzien. Hierop werd niet ingegaan gezien er goedkeuring bekome werd de bouwzone van de tramstatie uit te breiden tot 250 sociale woningen waarvan 180 kunnen opgericht worden binnen de ringlaan de overige gronden liggen buiten de ring en bevinden zich in de landbouwzone zeker tot 1980 wanneer er zal sprake zijn van het gewestplan te wijzigen. Wel werd er voldoening bekomen voor de gronden langs de Kortrijkstraat komende van de dorpskom tot aan de Bellegemstraat en tot aan de Aalbekestraat en een klein stuk in deze straat die als landbouwgronden kunnen blijven behouden. Wat zeker voldoening geeft is het afschaffen van de kleizone op de noordrand van de gemeente. Ook de verkaveling langs de grens met Kortrijk kreeg een gunstig advies, zodat Rollegem zeker niet mag klagen. Er kan op de beschikbare gronden nog genoeg gebouwd worden in de eerst komende jaren: en wie zegt dat het nieuwe gewestplan lang zal stand houden als de fusie er door komt?
In 1975 werd de kasseide Vanaf het huis Dursin tot de macadam in de Aalbeeksestraat en een stuk van de Lanterweg geasfalteerd. De weg voor naar de hofstede Rollegemse heerlijkheid voor het gemeentehuis eveneens geasfalteerd. En de kasseide vanaf het café “’t Gemeentehuis”tot de macadam in de Kortrijkstraat eveneens geasfalteerd. Men mag hier dus spreken van een totale vernieuwing van den dorpskom. Drie woningen en het bijgebouw van café “‘t Gemeentehuis “ kon den ingang van de Kortrijkstraat verbreden wat van groot belang was voor het verkeer. Alles samen stond de klok vroeger stil te Rollegem nu heeft ze zeker alles in gelopen. Kortom als de fusies doorgaat gaat in 1976 zullen anderen niet veel meer moeten uitvoeren te Rollegem. Ons dorp zal een zeer aantrekkelijke woonzone worden waar men niet kan spreken over bezoedelde lucht of milieuvervuiling en verkeershinder. Ook het drinkwater vraagstuk zal nog dit jaar voor gans de gemeente zijn opgelost. Het Rollegemse bestuur mag en heeft reden om fier te zijn met het gepresteerde in 1974, aldus op de laatste zitting van 1974.
1975 Fusieplannen stad Kortrijk. De burgemeesters en schepenen van Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem, Kortrijk, Marke en Rollegem, er op wijzende dat praktisch alle gevestigde industrieën , ondernemingen zijn van Kortrijkzanen eist het bestuur dat; Heule- Kuurne , het vliegveld Bissegem-Wevelgem, het vervoercentrum LAR. Op grondgebied Lauwe, Aalbeke en Rekkem, Gullegem-Moorsele, Harelbeke E3- Stasegem en het ontspanningsgebied “de Gavers” integraal tot de stad Kortrijk zouden behoren, dit om de evenwichtige en rationele uitbouw van de nieuwe gemeente te waarborgen.
1975 Nu dat Rollegem reeds bekend van in het jaar 1103 zijn zelfstandigheid gaat verliezen heeft men het boek ter hand genomen om even te grasduinen. Het is uitgegeven geschreven door Ente Chastel de la Howarderie in slechts 185 exemplaren en gedrukt in 1904. In de inleiding vind men een foto van Servais Guillaume Van Rollegem overleden te Brugge op 81 jarige leeftijd op 18 februari 1897. Hij had het idee om een boek te schrijven. In de 14de en de 15de eeuw vond men reeds de “ Van Rollegems” ( vergeet dat dit de mensen waren van Rollegem, zijn waren afkomstig van Rollegem-Kapelle)
De schrijver bedankt de gemeentesecretaris, Gaston Vandeghinste1896, Pastoor Billiau 1903 en onderpastoor Van der straete 1902 voor hun inlichtingen.
Volgens den schrijver aldus mijn gazette zou de naam van Rollegem afkomstig zijn van Rolo of Roland. In de oude geschiedenis van steden en dorpen vind men reeds in 1103 tot 1167 Rollighem. In 1239 Rodelghem later Rolleghem, om uiteindelijk de laatste naam te dragen Rollegem. Wat feitelijk wil zeggen aldus de schrijver de woonst van de Roll of Rollin.
In 1865 had Rollegem een bevolkingscijfer van 2194. De oppervlakte bedroeg 847 Ha. 63 a en 28 Ca.
Rollegem ligt op 7 km van Kortrijk en 50 km van Brugge. Twee beken monden in Rollegem uit de Bondillebeek en de Weimeerschbeek die dan op de plaats waar zij samenkomen de Fabrieksbeek vormen die dan vanaf het station tot aan de grens van Dottenijs de gemeentescheiding is met Bellegem.
Als nijverheid had men vooral landbouw, thuiswevers, brouwerijen, steenbakkers en mostaardnijverheid. ( vandaar de vraag was het de Paternoster parochie of de mostaardparochie?)
Het postkantoor was te Kortrijk. Waren afhankelijk van de gemeente Rollegem; Forest, Klijtgat, Knock, Kruystraat, Lantehoek, Mauvaispont(Kwadebrug) Sainte-Anne, Schreiboom, Tombroek (volgens schrijver Ten Brouk) en Zevecote.
De grond van Rollegem was een heerlijk leengoed, gehouden door het kasteel van Kortrijk en dan door verkopers of erven in andere handen terechtgekomen; Het is zo dat de Du Chastel de Blangerval eigenaars werden van de Rollegemse gronden.
1973 De bevolking van Bellegem spreekt van een “Groot Bellegem” 9317 inwoners met als nieuwe naam “Sint-Robeko” Nu is het wel zo dat buiten Kooigem die zich reeds maanden terug voor een samengaan met Bellegem uitsprak. Sint-Denijs en Rollegem via de pers lieten doorschemeren een huwelijk met Bellegem niet aan stevige kant te vinden. Om te trouwen zegt men is niet alleen goede wil en liefde nodig maar ook een beetje geld. Is deze opvatting niet te heidens? Liefde vermag toch veel! Wat meer is: onbekend is onbemind en kennismaking komt voor het huwelijk. Wordt het niet stilaan tijd dat de beleidsmensen van de nieuwe entiteit “Sint-Robeko” met elkaar gaan kennismaken en rond de tafel zitten om zich uit te spreken over het voorstel. Kan het of kan het niet? Ook de bevolking, de kiezer, wenst daarover ingelicht te worden.
Nog in 1973 De eerste fase van de werken aan den expresweg is voorzien voor volgend jaar . Het deel van Moeskroen industriezone tot de Kwadebrug met verbinding naar de Moeskroenstraat zal ’n ernstige verbetering betekenen omdat het grote vervoer dan de kom van de gemeente
De verkoop van grond in 1974 aan den dienst A17 kreeg eveneens zijn goedkeuring. Het ging over een driehoekig perceel gelegen dicht bij de Waterval, dicht bij de Bellegemstraat aan het schuilhuisje. De baan zal daar verbreed worden en wordt ook meegerekend met de werken van de autoweg. Dit perceel een overschot van de vroegere grond voor het aanleggen van de laatst vernoemde straat, aanbod 10.000 fr.
Wanneer er gesproken wordt over de A17 betekent dit de autosnelweg Zeebrugge –Brugge –Kortrijk -Doornik. Sedert jaren spreekt men erover en eindelijk kent men nu het grondig tracé voor Rollegem. Het heft lang geduurd daar het laatste jaar wijzigingen werden aangebracht door het verleggen van de Bellegemstraat en bijkomende brug voor de Kortrijkstraat. (Van horen zeggen aan den toog zou het de dicht geweest zijn aan de woning van Vandenberghe, maar dat moeten we nog even nagaan) De A17 doorkruist het grondgebied aan de oude buurtspoorweg lijn Kortrijk Moeskroen ter hoogte van het huis , bewoond door de H. D’Hondt om dan de bestaande Bellegemstraat te dwarsen tussen de hofstede bewoond door de Heer Christiaens en de H. Vandeghinste. Er gaan te Rollegem 6 woningen moeten onteigend worden , met name D’Hondt, Naert en dat van dat van Juf. Claeys. Er zal nog veel water naar de zee vloeien voor we er nog over horen.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt worden hetzij digitaal, door drukken, fotokopie, microfilm, CD, of DVD of op welke wijze ook zonder vooraf schriftelijk toestemming te hebben van de uitgever, lees ik in mijn gazette. En wat zie ik staan niets anders dan woorden samen gesteld uit letters van het alfabet. Toen dat ik naar school ging zei de meester in het eerste studiejaar dat al de woorden welke gesproken of geschreven of gezongen, alles voortkwam van die 26 letters en nu zegt men dat u dat eerst moet vragen aan den uitgever als u dat wil gebruiken. Ik snap het niet meer maar allee als dat in de gazette staat of in televisie gezegd is, of aan den toog het zal zeker wel waar zijn nietwaar. Zelfs met portretten of afbeeldingen is het zo u moet tegenwoordig oppassen wat dat gezegd of doet. Trouwens u kijkt in om het even waar als u iets wilt bijleren, moet u het vinden in boeken of tijdschriften dus? Ik las eens ergens in een boekje dat “gazeta “ een muntstuk was in het Italiaans, en dat dit de prijs was van een dagblad in Italië. En dat het van daar komt dat we in ons dialect zeggen: “Gazette” Moest het zijn dat u dat niet gelooft ik heb het van horen schrijven of zeggen of van de samenstelling van uit die 26 letters uit het alfabet nietwaar! Gazeta zou volgens Wikipedia; een muntstuk, het verving de Venitiaanse lire tegen een tarief van 1 Gazeta= 2 soldi.
Wist u dat er te Rollegem een piste lag voor ponysport? De Ponystal Marcel brengt nieuwe sport te Rollegem. In 1971 Onzen burgemeester heeft sinds een paar jaar meer een meer belangstelling voor ponysport, en dit jaar wellicht doorbraak gezien er te Rollegem onder impuls van de ponystal een ponynamiddag op het programma staat.
Marcel afkomstig uit Kooigem, als oudste zoon van bakker Firmin, en studeerde voor bakker, reed met de broodkar getrokken door een pony, zou toch den stiel niet verder doen maar de liefde voor de pony die was wel gebleven. Hij huwde in 1956 met Erna en vestigde zich hier te Rollegem. Het was in 1968 dat hij het plan opvatte een pony te kopen om de weilanden achter zijn huis kort te houden. Zijn eerste pony “Igor” uit een stal in Otegem, het was rond deze tijd dat de ponysport in volle bloei kwam te staan. En vrouwe Erna welke van jongsaf een echte dierenvriend, volgde ze geregeld samen wedstrijden. Dat de microbe er na een korte tijd in zat, kon niemand verbazen, met als resultaat dat “Igor” al gouw op de piste zat. Maar dat was buiten “Igor” gerekend, hij hield meer van het ruste weiland en voelde niets om opgejaagd te worden. De beide liefhebbers gaven het niet op en met een nieuwe aankoop met name “Polly “ hadden ze meer bijval. Want hun jockey Filip zorgde er voor dat “Polly” in 1969 driemaal eerste werd en 17-maal als tweede de eindstreep behaalde. Ze behaalden veel succes, daardoor werd uitgekeken naar nieuw bloed. Ze konden ze toevallig beslag leggen op “Hector”, een Engelse vluchter voor reeksen van 1.20m tot 1.25 m. Het Hanske of Eric op de rug bezorgde “Hector” de stal Marcel acht koersen zeven eerste prijzen. “ Hector” verliet de stal om “Brendy” in de plaats te komen en na een korte aanpassing periode met Jockey Eric wist hij in iedere koers zijn paardje in de eerste drie te brengen. Intussen hebben ze zich uitgebreid met “Casimir” welke getraind wordt voor vluchten. En nu waren ze bezig zich voor te bereiden voor de eerste lokale ponynamiddag op de terreinen van Cockelaere om niets aan het toeval over te laten.
Wist u dat de Muynckendoornstraat in 1956 in macadam werd gegoten, en de Kerkstraat in 1958 het eerste deel van de straat en de Groenestraat nu de Oude Aalbeeksestraat. Den asfalt kwam er in 1960. Het was pas in 1965 dat het overige gedeelte van de Kerkstraat tot de Schreiboomstraat dat er macadam kwam. Wist u dan we dan op de gemeente 26km 696 m nieuwe of vernieuwd wegen hadden. Het was ook hij die gezorgd had voor een nieuwe pastorij en een nieuwe begraafplaats.
Was er voor den oorlog 1940/1945 niet veel gedaan te Rollegem, men mag zeggen dat er dezen man veel veranderde en dit met zeer beperkte middelen.
In de gemeente verkiezingen in 1971 waren er 1795 stemmen uitgebracht, voor twee lijsten. Lijst 1 had 117 kopstemmen, 1342 voorkeurstemmen en 103 op bonte voorkeurstemmen. Lijst 2 had 79 Kopstemmen, 174 voorkeurstemmen en 73 bonte stembrieven. Vandenberghe behaalde 712 voorkeurstemmen. Vandenberghe nieuwe burgemeester op 23 mei 1971. Men vroeg hem; Schrikt van het denkbeeld Groot-Kortrijk U niet af? Neen was toen zijn antwoord, ik geloof niet dat Groot-Kortrijk voor spoedig realisatie vatbaar is. Wat thans actueel wordt is de federatie van gemeenten. Wij zijn overtuigd dat een zelfstandig Rollegem in de federatie van gemeenten ook aan zijn trekken zal komen.
1972 De parking rond de kerk krijgt een ander uitzicht en zal toelaten de wagens te plaatsen zodat de straten volledig vrij zullen zijn voor het verkeer. Ook worden wegeniswerken geplant op de wijk Tombroekstraat en weimeersbeek . Geheel het terrein van de bouwmaatschappij waar ongeveer 250 huizen zullen gebouwd worden in de nabije toekomst is van groot belang. Er zal moeten rekening gehouden worden met de wegenis en rioleringsaanleg en wellicht zal er een klein zuiveringsstation moeten aangelegd worden, in de nabijheid van de samenkomende beken: dit is gepland voor 1973 aan het einde de Beekstraat.
Voor de werken rond de kerk, twee woningen moet nog gesloopt worden namelijk “het hof van commerce” een café en de aanpalende woning ze worden aangekocht voor de prijs van 860.000 fr. Bij hoogdringendheid werd het eerste deel van de werken in de Tombroekstraat uitgevoerd, Te weten vanaf het kruispunt van de Kwadebrug tot aan het huis bewoond M. Corbonné, waar de B.P.A. tramstatie begint. De werken van de plaats zijn in handen van het Vlaamse gewest, voor de opening bracht men hulde aan den directeur-generaal van den dienst Bruggen en wegen voor de medewerking bij het uitvoeren van de vernieuwing rond de kerk.
Want op dat moment waren ook de werken klaar in de Tombroekstraat, en de trotse burgemeester, knipte niet het lint van de Tombroekstraat door maar wel de kant van de vernieuwing van den dorpskom, hoe gecoöpteerde senatoren toch kunnen werken. Het was zowat een achttal maanden dat de dorpskom overhoop had gelegen, en nu kon men eindelijk het vernieuwde centrum openen. Zoals je kon zien had het vernieuwde niets meer in vergelijk met vroeger. Rond de kerk verdween het kerkhof, daar is nu een ruime parking aangelegd te midden van een groene zone. Wat de geklasseerde kerk werkelijk tot zijn recht komt. “’t Hof van Commerce” (volgens sommigen het oudste café van Rollegem) met de grond gelijk gemaakt voor een ruime en bredere toegangsweg, die bij plechtigheden heel wat verkeersproblemen oplossen zal.
Niet alleen de ruimte rond de kerk, maar ook de omringende straten als Aalbeke-, Kerk- en Tombroekstraat werden in een nieuw kleedje gestopt.
1969 De Rollegemse gemeenschap telt op vandaag nagenoeg 2.600 aldus min gazette op 14 april. Men stelde vast dat er op de landelijke gemeente op den uithoek van de provincie een gevoelige verbetering was op wegengebied en op woningbouw. Het was in 1947 dat den burgemeester Declercq na vele jaren in de gemeenteraad te zitten den sjerp aangeboden kreeg in zijn geboortedorp. De gemeentewegen waren pover gesteld ook de verlichting dat alles door het ouderwets beleid van de vorige beleidsmensen. Door de grote inspanning van dit nieuw beleid konden de openbare werken met grote snelheid worden uitgevoerd. Kortrijkstraat, Kerkstraat, Groendreef, de Lampestraat, Tombroekstraat enz. Ook op het dorpsplein was er sedert jaren een parkeerplaats meer dan nodig Misschien komt er hiervoor ook een oplossing.
Men wilde te Rollegem een 75 tal huizen bouwen. Ze kochten de nodige gronden in de Oude Aalbekestraat , en dank zij “Eigen Haard die voor alles zorgde rezen er 76 nieuwe woningen op wat door de bevolking zeer goed werd onthaald. Nauwelijks zijn nu de laatste 14 klaar of men spreekt al opnieuw van er 24 te bouwen. Dit keer op een stuk grond toebehorende aan den openbaren onderstand op de hoek van de Kerkstraat en de Schreiboomstraat. Er zal ook gelegenheid zijn om straks te bouwen in de Groendreef. Daar komt een weg door een stuk grond van 5 ha wat mogelijkheid bied om een 20tal woningen te bouwen. Hier wordt gebouwd zonder bouwmaatschappij en zal het dus aan privaat initiatief gelegen zijn. M%et deze laatste 24 nieuwe woningen zou het aantal dus op 100 komen te staan. Volgens min gazetten zou men pas te Rollegem begonnen zijn met wegen werken in 1952, voor den oorlog was dat aldus min gazetten niet van doen goede wegen.
Wist u dat de patronage zaal gebouwd zijn in het jaar 1905/1906 en dat alle deuren door de vader van oud burgemeester Polydoor Declercq werden gemaakyt voor de prijs van 1.041 fr. In dien tijd.
Wist u dat hij voor den eerste keer opkwam in 1932 als opvolger van Gustaaf Deconick ook iemand van op “de Knok” dat hij in 1935 in de raad kwam door het overlijden van Jules Cossement, onder burgemeester Eugene Everaert. In 1946 was er niemand bereid burgemeester te worden. Het was pas nadat de meerderheid bij de arrondissementscommissaris werd geroepen dat hij werd voorgedragen en op 3 mei 1947. De inhaling had plaats op 29 juni 1947 bij zeer mooi weder en zeg nu nog ne keer dat ’t weer niet goed is.
1972 Gezien het zangkoor van Rollegem goed presteert en er steeds meer gevraagd wordt om op te treden na, drie stichting in uniform is stond er in min gazette dat men een kort gesprek zou hebben met de zangleider Frans. De eerste vraag luide: wanneer is het zangkoor gesticht? Het eerste officieel optreden was op 1 november 1969 en dit ging samen met de aanstelling van de nieuwe koster Clotair Leman.
Hoe kwam je op het idee een zangkoor te stichten, stelde de reporter. Dit kwam niet van mij alleen was het antwoord ook de heer Michel Hoornaert, Albert Buyck en Clotair Leman en pastoor Stemgee waren vragende partij.
Wat met het oefenen? We zijn begonnen terwijl de vrouwen de turnlessen volgden, ingericht door de KAV in het klooster en tellen nu 12 mannen, 13 vrouwen 16 meisjes en 7 jongens.
U bent reeds buiten de gemeente opgetreden? Ja ondermeer de eerste maal te Westouter, Deftinge bij Geeraardsbergen, Harelbeke, Bellegem en Kortrijk.
Welke waren volgens u bijzonderste manifestaties? In 1970 ter gelegenheid van het zilveren priesterjubileum van onderpastoor Desimpel, bij het huwelijk van de dochter van senator burgemeester Vandenberghe die tevens onze sympathieke voorzitter is. De 100ste verjaring van de stichting van het klooster van de zusters van St Theresia te Rollegem. Het hoogte punt kwam natuurlijk in 1971 bij de aanstelling van senator burgemeester Vandenberghe die ons speciaal steunt evenals onze herder die de gelegenheidsmis schreef voor die plechtigheid. Het Lied “Hulde aan de burgemeester” werd door E.H. Stemgée gecomponeerd en kende veel succes.
Men beweerd dat uw optreden bij het huwelijk van de dochter Declercq in Kortrijk een der puikste prestaties werd? Ja iedereen vond zulks uitstekend, maar we maken grote vorderingen.
En welke zijn de vooruitzichten? Ik geloof dat niemand van ons met de stichting had durven denken dat we na drie jaar reeds zo bekend gingen zijn. Wij hopen door goede samenwerking en met de steun van de bevolking de h. Missen nog beter te kunnen opluisteren. Indien u het me toelaat zou ik gaarne aldus Frans in naam van het bestuur en als zangleider alle personen bedanken voor hun spontane medewerking ter gelegenheid van den tombola waarvan de opbrengst moet dienen voor de buitengewone onkosten. Wij danken de Heer Frans leplae voor dit onderhoud en wensen hem en het gehele koor veel succes toe voor de toekomst aldus min gazette.
1973- er zijn Grote gemeenten met een groot verleden en deze willen hun zelfstandigheid behouden, Kuurne, Wevelgem en Harelbeke. Er zijn vier attractiepolen: Kortrijk, Menen, Avelgem en Waregem. En we hebben twee gemeenten met taalgrensfaciliteiten Helkijn en Spiere en wat daarmee?Op de bespreken kwamen de burgemeesters van Marke en Kuurne tussen welke voor hun zelfstandigheid pleiten gezien hun bestuurskracht niet meer diende betwist. De moderator De heer Dequae zei tot slot dat de parlementariërs van het arrondissement niet bij machtig waren om wat de wetgever zou beslissen te verhinderen.
1974- Bellegem, Rollegem en Kooigem samen. De Bellegemseraad was eenparig akkoord inzake fusie zijn advies gericht van 21 december 1973 aan de deputatie van de provincie te handhaven, nl het samenvoegen van de gemeenten Rollegem, Bellegem en Kooigem. Een samengaan van deze drie landelijke gemeenten leid tot één ontvoogde gemeente met heel wat meer mogelijkheden en met beperktere inmenging van de overheid inzake uitgaven en uitvoering der werken. Bij een fusie van geringde omvang blijven bestuur en de diensten dicht bij de bevolking.
De best gekende en meest verspreid tot zelfs in onze eeuw zijn bidprentjes met volle aflaat.
De eerste foto versscheen in 1839 in Frankrijk. Na 1850 kwam er een doorbraak van. Het eerste bidprentjes met foto dateert van 1860.
Litho of steendruk uitgevonden in 1795 en in België toegepast vanaf 1817. Het mooiste lithoportret is ongetwijfeld dat van koningin Louise -Marie die op 38 jarige leeftijd overleed te Oostende. Het stelt haar voor op haar sterfbed omringd door de dichtste familieleden.
Grafische voorstellingen van stervenden of opgebaarden wordt voorbehouden voor pausen, vorsten prelaten of geestelijke.
Vernieuwing kwam rond 1940, met de kunst van Jos Speybrouck een Kortrijkse kunstschilder. Zijn kunst is zeer persoonlijk, enigszins art nouveau stijl maar verfrissend en nieuw. De bidprentjes hebben in Vlaanderen veel rouwdiensten gesierd tussen 1930 en 1960.
Slechts na 1950 en dank aan de nieuwe druktechnieken werd de grote vernieuwing ingezet; Talloze smaakvolle en aangepaste ontwerpen bepalen tot op heden de prentzijde van de bidprentjes.
Het overlijden van kinderen heeft de gemeenschap steeds diep getroffen, ook voor hen werden speciale bidprentjes ontworpen.
Het eerste dateert uit 1880. Het thema was steeds een engelbewaarder die met het kind in de armen ten hemel steeg.
Het was rond de eeuwwisseling dat het prentje een blauwe rand mee kreeg. Zeer mooi zijn de reeks kinderprentjes ontworpen door de Kortrijkse kunstschilder Antoon Devaere en uitgegeven door de firma Lannoo Tielt.
Ze kenden in Vlaanderen in de periode 1940/1960 een buitengewoon succes.
Intussen , voor het geven van dergelijke santjes waren ze te Rollegem late aan de gang Aldus Pastoor Slosse.
Bij het overlijden van Eerwaarde heer Ivo Martitinus Duboccage, geboren te Rollegem in 1808, en overleden te Rollegem den
9 mei 1839 wierd het eerste doodsanctje gedrukt te Rollegem.
De weduwe Ghequiere –Herbau was het tweede; Pastor Mullier, het derde en Cathrien Ghequiere, dochter van Ghequiere-Herbau Het vierde. Cathrien louage wierd op hare hofstede binst de hoogmis vermoord den 1 januari 1846.
Met deze gegevens weten we dat de doodsprentjes zeldzaam zullen zijn.
1974 De Bellegemstraat welke in 1961 werd aangelegd is zwaar beschadigd . Het kan ook moeilijk anders aangezien het zware verkeer dat er over moest komen door de werken welke bezig waren aan de weg Kortrijk –Doornik. Nu zijn alle formaliteiten in orde en plots met het oog op de A71 komt men voor de pinnen dat deze de Bellegemstraat gaat dwarsen. Vroeger bij het aanleggen van de Bellegemstraat werd steeds gezegd dat zo het tracé van de autoweg daar voorbij zou lopen de Bellegemstraat diende rechtgetrokken te worden voor de inrit naar de brug over de autoweg. Sommigen betwisten de noodzaak om nu een nieuwe Bellegemstraat aan te leggen.
1 de Bellegemstraat recht trekken impliceert in die straat een brug over de A71. Daarvoor zou de onteigening nodig zijn van twee huizen en van een hoeve ter hoogte van de Kortrijkstraat.
2 Een brug in de Bellegemstraat zou het totale afsnijden van de Kortrijkstraat welke de kortste en de beste weg is naar Kortrijk.
3Wanneer een brug wordt gelegd over de Autoweg in de Kortrijkstraat moet er een nieuwe Bellegemstraat komen.
Men stelde drie projecten voor, de gemeente koos voor een nieuwe Bellegemstraat met als reden, dat daardoor geen huizen moeten verdwijnen en de Kortrijkstraat de beste verbinding blijft met Kortrijk.
De Bellegemstraat krijgt het volgende tracé; vanaf de oude buurtspoorweg, nog een paar honderd meter verder lopen over het oude tracé om dan verder door de gronden van de gebroeders Beaucaerne te trekken en zo terecht te komen op de grond van Landbauwer Christiaens. Tussen de Kannestraat en de Kortrijkstraat loopt de weg langs de hoeve van René Beaucaerne en komt achter de woningen van de H. Herpoel en de H. Bauwens. Vandaar zal de straat naar de Aalbeeksestraat lopen en verder grotendeels op de oude Bellegemstraat achter het zogenoemde Kasteel van de Kortijkstraat. Voor de aanleg van de nieuwe weg worden een aantal mensen onteigend. De grootste slachtoffers zijn de gebroeders André en Michel Broeckaert samen met de landbouwers Beaucaerne, Christiaens en Vandeghinste. Er zijn ook een aantal kleinere van tuinen en kleine stukken grond. Ze zijn reeds druk bezig met de onteigeningen om akkoorden te bereiken met eigenaars en pachters. Op deze ogenblik weet men nog niet wanneer de werken zullen beginnen. Alles laat voorzien dat het nog niet voor dit jaar zal zijn.
Bij het begin van een nieuwe rubriek gaarne een woordje uitleg.
Als verwoed verzamelaar van alles wat over Rollegem verschijnt, zijn rouwbrieven en doodsprentjes dus geen zeldzaamheid.
Veel van die dingen verdwijnen na een tijdje, Smijt ze niet weg, je kunt ze bij ons altijd kwijt.(Rollegemkerkstraat 60)
Doodsprentjes verzamelen lijkt voor de meeste onderons een lugubere hobby maar voor ingewijden is het een onuitputtelijke bron van kennis over het verleden. Bidprentjes zijn een uitstekend hulpmiddel voor stamboomonderzoekers.
Voor heemkundige geven ze een schat aan informatie over leefgewoonten van onze voorouders, volksgebruiken en veranderdezeden van de kerk.
Het zou halverwege de zeventiende eeuw geweest zijn dat prentjes voor dodenherdenking in gebruik werden genomen.
Aanvankelijk werden de bidprentjes met de hand geschreven, vanaf 1730 verschijnen de eerste gedrukte devotie prentjes in Amsterdam.
De eerste Belgische bidprentjes werden ontworpen vanaf 1815. Het waren bidprentjes of kerkhofprentjes.
Ze hebben motief een altaar, graftombe, of kist waarop een kruisbeeld en een alziend oog Gods. Aan weerszijde van het altaar staat een bloem of treurboom. Later evolueren deze prentjes naar afbeeldingen van een kerkhof, vandaar kerkhofprentjes.
Er verschijnen ook knekelprentjes. Zij brengen de mens in visueel contact met de dood en de vergankelijkheid. Het doodshoofd is het centrale motief. Knoken andere lugubere symbolen als fakkels, zeisen, de zandloper, de brede zwarte rouwbanden en huiveringwekkende onderschriften accentueren het gruwelijke karakter.
Het concordaat van 1801 was wel de definitieve start van een weergaloze bloei die zal duren tot ongeveer 1965.
Het eerste bidprentje in onze streek is te Kortrijk 1805.
1972 Nog een nieuwe straat. Ze kreeg de prachtige naam mee de “Berkenlaan” en ze verbind de Kerkstraat met de Schreiboomstraat tussen de sociale woningen. Ze is alleen toegankelijk voor plaatselijk verkeer. De nodige verkeersborden worden aangebracht en ook de huisnummers worden in orde gebracht.
Stond het in mijn gazette of was het aan den toog maar in ieder geval er was sprake ven een nieuwe autostrade , een van Pecq naar Armentières. Ik weet niet meer direct in welk jaar maar we komen er wel achter. Alle zeg een autostrade van Armentières dat kunt ge nog voor een stuk aannemen maar naar Pecq bij god wie zou daar aan gedacht hebben en toch het stond als een paal boven water, ze wisten zelfs al langs welke kant van de wereld zou voorbij lopen. Armentières naar Menen en dan over Rekkem naar Rollegem, om haar weg te vervolgen over de Doornikserijksweg daar ergens te Bellegem en zo naar Pecq. En het was nog niet genoeg er waren reeds jaren plannen gemaakt voor een snelweg van Kortrijk naar Roubaix dat las ik in mijn gazette op donderdag 15 mei 1975. Voor wat betreft de uit tekening van die weg zou ze te Rollegem ergens gelegen zijn tussen de Lampestraat en de Schreiboomstraat. Het zou met zich kunnen meebrengen dat er ook aanpassing zouden zijn voor de provincie, daar alles wat achter de autostrade ligt zou kunnen gevoegd worden bij Henegouwen, want rond die zelfde periode is er ook sprake van fusies.
Je weet nog wel toen ze ook planden voor om een fusie te maken. Het was op een maandag dat burgemeester Lambrecht in de schepenzaal van het stadhuis een persconferentie hield voor de gemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Heule, Kooigem Marke en Rollegem van wat er zou gebeuren sedert 17 maart 1975 dag waarop vernomen werd dat het fusieplan van minister Michel voor het arrondissement Kortrijk voorzag in het vormen van grote entiteiten rondom de kerngemeenten Avelgem, Kortrijk, Menen, Waregem. Men ging aldus zes grote kernen eerste rang maken Antwerpen, Gent, Hasselt, Brugge, Kortrijk en Leuven. Elk van deze kernen zouden minstens 100.000 inwoners tellen. Men kan zich allicht de verstomming van de groep van acht zich voorstellen toen dit bekend geraakte de entiteit Kortrijk tot het geheel van hun acht zou aldus geen ± 120.000 inwoners tellen maar slechts 75 duizend. Op 7 april 1975 , bij een vergadering rond 19 u werd er gedacht aan de toevoeging van de gemeenten, Lendeled, Hulste Bavikhove, Kuurne, en Harelbeke. Op 14 april 1975 wordt het volgend voorstel weerhouden. Lendelede, Hulste, Bavikhove, Kuurne Bissegem, Kortrijk,Marke,Aalbeke, Rollegem, Bellegem en Kooigem. Hetzij 13.235 ha. Met circa 119 duizend 600 inwoners.
Op 17 April 1975 om 23.30u word op de T.V. omgeroepen Kortrijk zal ongeveer 88 duizend inwoners hebben. Bij de vaststelling komt dat zo als het eerste plan slechts 75.000 inwoners worden geteld. De acht komen opnieuw bijeen, er wordt gevraagd of de actie wordt voort gezet, allen antwoorden daarop ja met uitzondering Marke, met liever geen fusie, maar als de fusie er toch moet komen Ja.
1973 In Bellegem wil men af van de fusie met Kortrijk. Zo lezen we in de gazette ; men wil een grondige studie en met kennis van zaken samengaan van St-Denijs –Rollegem- Kooigem en Bellegem. Ze spreken in Bellegem reeds van een “Groot Bellegem” 9317 inwoners met als nieuwe naam “ Sint Robeko” Sint van Sint-Denijs Rollegem RO Bellegem BE en Kooigem KO. Bellegem zou natuurlijk het centrum worden. Het kan ook niet anders gezien zijn centrale ligging en ook functioneel het best van de vier is uitgerust.
Op 10 januari 1974 moet elke gemeente een advies uitbrengen omtrent de voorstellen. Ook de bevolking, de kiezer wenst daarover ingelicht te worden.
1969-Men zei vroeger van Rollegem aldus mijn gazette van Juni 1969 dat het niet wilde mee evolueren met den tijd, welnu de laatste jaren is dat wel omgekeerd.
Den toen regerende burgemeester heeft in de eerste plaats ondervonden dat een moderne gemeente een modern centrum moet hebben en al dat benepen is of schijnt omheen den dorpskern moet verdwijnen omdat men er als ’t ware vrijer zou kunnen ademen en men toch weleens wil afstand doen van die ouderwetse tram en stijl.
Vandaar werd het raadzaam geoordeeld het kerkhof bij de kerk te verwijderen en zond vond men een ruime begraafplaats in de Tombroekstraat. Gelegen waar vroeger de boerderij van “Poorte Ferrez”
1970 -En nog straffer op gebied van nieuwe voorziene grote wegen zal Rollegem zeker geen tekort hebben. Twee grote wegen zullen de gemeente dwarsen en ook een snelweg.
Een weg van Kortrijk naar Roubaix op het grond gebied Rollegem beneden de waterval (Bellegem waar een groot deel van de tramweg loopt dicht bij het station achter de huizen bewoond door de heer Camiel Valez en Mvr. Loncke-Herpoel dit op het grondgebied Bellegem. Vandaar naar de kwadebrug om uit te komen tussen het huis bewoon door de H. David Jerome en de herberg op de hoek van de Tombroekstraat en de Moeskroenstraat, om dan de Tombroekstraat te dwarsen en uit te komen achter de huizen bewoond door de Heer Moreille Noël en Vlerick Marcelom dan verder in de Molenstraat door de weide van de H. Herbau om het grondgebied Lowingen te bereiken.
Als tweede grote weg komt Deerlijk – Moeskroen ook gezegd de tweede ringlaan van Kortrijk. Deze weg zal lopen over zwevegem en Bellegem en komt op het grondgebied Rollegem tussen de hofstede Hanckaert en Messiaen en de hofstede Maurice Glorieux en de zoon L. Planckaert dicht bij Tombroekstatie terecht, alwaar de Tombroekstraat wordt gedwarst en aansluiting geeft met de grote baan Kortrijk – Roubaix langs het industriegebied van Moeskroen.
Als derde hebben we de autosnelweg Brussel- Kortrijk al over Wallonie. Deze komt op het grondgebied Rollegem aan het huis bewoond door de H. Dhond( waar vroeger de H. Chares – Louis Haemers gewoond heeft) Daar komt een oprit voor de autosnelweg vandaar gaat het over de Bellegemstraat, dichtbij de weide van de hoeve van Robert Vandeghinste, dan over de Kortrijkstraat achter de huizen van den Ezelhoek en dicht bij de eigendom van de H. Marcel Bauwens, verder door de velden om dan in de Marksestraat te bereiken tussen de hofstede van de H; Michel Brouckaert en de Beenhouwerij van de H. Florent Barbe tot het grondgebied Rollegem in de St-Annastraat tussen de hofstede van Gustaaf Clochet en de woonst van de H. Vansteenkiste te bereiken en Marke te bereiken. Deze nieuwe wegen zouden over enkele jaren uitgevoerd zijn.
1969- Wie dacht dat Tombroek meer bij Henegouwen destijds zou aanleunen dan bij Rollegem kwam bedrogen uit. Ook voor dit behoud werd er een hartelijk woordje gewisseld en wanneer men weet dat die fameuze wijk “Tombroek voor meer dan de twee derden op Rollegem grondgebied ligt weet best, dat er aan geen gebiedsroof moet gedaan worden. In de Tombroekstraat begint eigenlijk “Tombroek” van aan de Moeskroenstraat tot aan de grens met Henegouwen, waar de ene kant van deze straat op Rollegem(Dottenijstraat) noemt en de overkant voor Lowingen dan (Bredastraat) terwijl rechtsaf de Molenstraat heeft en een 150 meter in de steenweg op Tombroek op Hengouwens grondgebied met een eigen kerkje. Dat is het kleine gebied waarrond wel eens moeilijkheden en problemen zijn gerezen. Wanneer men echter weet dat 29 huisgezinnen gelegen op het grondgebied Lowingen bij het A.C.W. zijn aangesloten en de Franssprekenden op deze wijk ere “zeer” miniem zijn kan men best begrijpen dat de “ Vlaamse Tombroek” Rollegem toebehoorde en geen taalmoeilijkheden of problemen hier konden uitvoortvloeien. Rollegem in zijn geheel is Vlaams en wil zo blijven!..
En nog in 1969 Met een bandopnemer in Rollegemse raad. Bij de opening van de zitting stoorde plots een hels lawaai de vergadering door dr. Declercq een miniatuur bandopnemer met storende geruchten liet afrollen. De luidruchtige dokter werd gevraagd de zaal te verlaten en beroep werd gedaan op de veldwachter die ook de rust herstelde, niet zonder de dokter had opgemerkt: “ Ik verdraag dit lawaai de hele dag en u houdt het geen vijf minuten vol.”
De oorzaak werd hier niet bij vermeld; doch het ging over het lawaai die ontstond door het beton bedrijf in de omgeving van de woning van den dokter, welk bedrijf later verhuisde naar de industriezone Moeskroen.
Leiedal en gemeenteraad bespraken streekplan Rollegem. Men beweert altijd dat Rollegem een residentiële gemeente moet worden maar men moet de gelegenheid krijgen! Er wordt gevraagd om toelating te krijgen voor het bouwen in de Kortrijkstraat, de Kerkstraat en de bouwzone te brengen langs beide zijden.
Ook reeds in 1952 goedgekeurde B.PA. centrum bij koninklijk besluit moet opnieuw de mogelijkheid bieden om Rollegem uit te breiden( dit is het stuk grond dat de hoek vormt van de Kortrijkstraat en de Bellegemstraat en die grote mogelijkheden bied.) Ook wordt de vraag gesteld waarom geen uitbreiding van de industriezone in Rollegemin aansluiting met deze van Moeskroen die langs de kant van de gemeente gelegen is ( Tombroek) en deze niet uitbreiden van Tombroek tot aan de baan Kortrijk-Doornik op Bellegem? Er wordt zeer sterk aangedrongen op de industriezone voor Tombroek, wat elders kan verwezenlijkt worden moet ook kunnen voor Rollegem, nu bijzonder dat het aantal grensarbeiders aanhoudend daalt. Ook zijn er tegenkantingen voor wat de kleizones betreft, deze moeten verminderd worden. Deze werden voorgelegd daar er met de verdere uitbreiding voor 1980 er zal moeten rekening gehouden worden. Meer kans voor bouwen dooe de uitbreiding van de bouwzone en mogelijkheid tot het bekomen van een industriezone in de toekomst. Het gemeentebestuur zal niets aan het toeval overlaten om deze twee doeleinden te bereiken
1969 Treeske en José: De huwelijksperikelen te Lowingen. Ze zijn gehuwd te Gullegem voor de wet en te Rollegem voor de kerk. Doordat de pastoor van Lowingen, met alle vriendschap voor het jonge echtpaar , het Nederlands als een vloek weerde in zijn kerk omdat de “walleganten” zouden kunnen protesteren… en wellicht de pastorie zou worden besmeurd met de woorden “Sale flamin” Wat wild men dan nog. De kerk is intussen verdwenen als kerk, maar Treeske en José zijn nog immer gelukkig.
1979 De laatste kasseien verdwenen te Rollegem. Neen ,Neen ze zijn niet gepikt.’t Was op het gehucht te Tombroek aan de vroeger tramstatie, nu bushalte tot aan de Candeléstraat. Een dikke laag asfalt werd er opgegoten.
-Een nieuwe Bellegemstraat diende aangelegd te worden door het feit dat de A17 de deelgemeente doorkruist. De bestaand Bellegemstraat (nu Molenkouter) moet gedwarst worden ter hoogte van deMortagnestraat die volledig zal verwijnen.
-De vinkeniers vierden hun 45-jarig bestaan. Het feest werd ingezet met de wijding van een nieuwe vlag. Als peter fungeerde Adelson Vandeputte en er moest beroep gedaan worden op een hulpmeter door een zetduiveltje op de uitnodiging, die eigenlijk meter Mvr. Barbe deed aankomen toen de eucharistieviering en de wijding reeds achter de rug was.
- Te Rollegem werd de orde van “Cordon Bleu du Saint Esprit” uitgereikt aan Denis De Tavenier. De hoogste onderscheiding die wordt uitgereikt in het domein der gastronomie. Als jongste Cordon Bleu van het land mocht hij zijn talenten reeds bewijzen in de ambassade van Liberia.
- De St Antoniuskerk is geklasseerd en is aan restauratie toe. Het ontwerp heeft een gunstig advies gekregen en er werd een uitgave van 9.627.514fr voorzien . de stad zal waarschijnlijk moeten tussenkomen voor 20% hetzij 1.925.503. fr.
Misschien geachte lezer denk je nu en wat met de overleden leden van de Folklore hebben ze daar niet over na gedacht? Hoe dikwijls werd het kerk gebeuren niet mee betrokken in die veertig jaar, denk maar aan die prachtige bloemenversiering, huwelijken, herbeleving van trouw beloften, honden wijding en zo meer. Dus werd er gedacht om een H.MIS te laten opdragen op zondag om 10.uur, maar dat was mis. We hadden buiten de waard gerekend, geen H.MIS om 10.00uur voor gelegen als folklore is er geen plaats, hoe ze ook formuleren laten we in het midden, geen discussie met kerkelijke overheden van ter plaatse. Wij hadden in gedachten de families uit te nodigen naar de 10.00uren Mis maar het was mis, we zullen niet nalaten ze in onze gedachten te herinneren en er nu goeie op drinken!
40 jaar Folklore.
Is dat al zolang, hoor ik u al zeggen, a wel merci, wat gaat den tijd toch zere, niet waar.
Als je dan terug denkt aan die jaren die voorbij zijn en je ziet de film terug van alles die voorbij is dan
Zie je prachtige beelden aan u voorbij gaan.
Het eerste jaar weet je nog ’t was zaterdag 9 juli, achter de fusie ’t had nog iets mee van daar in Brussel, de randgemeenten die werden opgeslorpt door de grote stad, een beetje “Davidsfonds” weet je wel zien dat Rollegem op de kaart bleef staan. Het jaar daarop was het niet alleen de vrijdag, de zaterdag kwam er al bij, dat was toen 7 en 8 juli. Het jaar daarop was het de vrijdag 6 juli, zaterdag 7 juli en zondag 8 juli. Het is pas bij het vijfde jaar de feesten werden verschoven naar augustus,28/29/30, met optreden van Eddy Wally!
Neen, we gaan er geen jaren opplakken maar gewoon onze gedachten laten spelen. Was het niet in de eerste jaren dat men alle verdwenen café, rond de kerk terug opgebouwd hadden. Na een paar jaren hebben ze dan nadat ze nu echt goed van start waren en een echte vereniging hadden gemaakt in café de lampe, ook al verdwenen, en een echte voorzitter hadden, werd den data verplaatst naar augustus. Ook het terrein werd aan gepast, ze trokken naar de Rollegemkerkstraat, recht voor den ingang van de school, op een weide van Lucien, een lid van de folklore.‘t Was den eerste keer een soort circus tent die werd opgetrokken, het mooiste van al ze hadden geen “vertrek” weet jewel nu zegt men een toilet. De gebeur van hun tent die had er een met uitzichtnaar de straat, en dat kwam goed uit, twee meisjes van zo een jaar of vijf,zes,mochten met voor hun spaarpot 5fr. Per gebruiker vragen. Het jaar daarop was erwel een rollend toilet.We kenden er optredens van Eddy Wallie, Ann Christie, den Jules Kabas, Marc Decks en zeker ook nog andere. Weet je die heerlijke autopet – beddekoersen, zwijnen tiercé, geitenkeuringen, stieren en koeien. De markten van onze plaatselijke handelaars, boerenmarkt, tot wat we nu zien de rommelmarken. De wedstrijden voor pijpenrokers, zonder de loopwedstrijden te vergeten.
Herinner je nog de markt in Hoornaert garage, markt van alle spullen welke kwijt wilde, en wat overbleef werd achteraf per Amerikaans aanbot verkocht?
En dan die eetgelegenheden, kip aan spit,reuze Mechoui met Boliviaans Indianenorkest, barbecue met de uitvinding van deheer Wullens? Ze verlieten de weide en trokken terug naar de plaatse, ze intussen aan hun eerste lustrum, en werd Rollo geboren, met meter en peter. Er waren er voren al doopplechtigheden geweest op de ouderwetse manier, onder andere van de dochter van de voorzitter. Ook een trouwfeest had men al opgenomen in de feesten. Misschien zou ook een trouwfeest van Rollo niet misplaats zijn.
Op het programma: “zou hij opgaan, of zouhij scheuren” zou hij Bellegem kunnen bedekken? En ja hij trok zelfs naar Parijs! Het wereld record “Wandtapijt” Honderd gezinnen hadden er dagen aan gewerkt om het klaar te krijgen, wat een opkomst hier te Rollegem!
Nieuw wasdit jaar de verkiezing van “De heer ofte vrouwe van Rollegem”. De knaap ofte maagd van Rollegem deden mee een groot prijzenpakket zou ze aansporen om mee te dingen.
Ze worden vernoemd naar volgorde: Vrouwe Els leplae, Veronique Soens, Michelle Lesaeffre, Davis Vanhoutte, Jan Buysschaert, Pascal Deloof, Thomas Buysschaert, Stephanie Demey, Patrick De Spiegelaire, Andy Deloose, hij was het tweejaar, Thomas II Vierstraete, en tot op heden Nathalie Wauthier.
We hadden veel geluk de eerste vrouwe was dan ook de eerste welke in het huwelijk zou treden, en de folkloristen waren er als de kippen bij. Bij een huwelijksfeest horen al de inwoners te weten dat er gefeest word, dus hoort er kanongebulder bij, en zo ontstond het gebulder en klokken geluid bij de opening van de feesten, welke tot op heden nog steeds in gebruik. Ook vrouwe Veronique heeft dit mogen meebeleven.
Ook wanneer geen voldoende kandidaten waren werd er een show opgevoerd, denk maar aan de prijs je rijk show, of de honymond kwis, of aan de koppels welke hun herinzegening van hun huwelijk op een feestelijke wijze herbeleefden.
Ook gedurende de feesten verbroederdeRollegem zich met Rollshausen, een dorpje uit Duitsland. Ze brachten mee dat hier ter plaatse een kinderdansgroep werd opgericht. Ook Rollshausen kwam hier de feesten opfleuren met hun dansgroep, zelfs met een koor van bij hun.
Van bij de eerste jaren had men een “Belleman” de man welke regelmatig alles aankondigde. Toen Etienne uit het midden werd weggenomen, werd het stil, zou men hem nog vervangen? Ja zei de dochter, hij zou het ook gewild hebben, en er werden feesten gehouden met als hoogte punt de verkiezing van een nieuwe “Belleman”
Dat bracht mee dat er vanuit Rollshausen een estafette vertrok om de 500 km afstand te overbruggen. Weet je nog den tijd van wedstrijden van bloemenschikken. Honderd jaar kerk waar de leden van Fiacre de kerk prachtig versierd hadden met bloemen.
Met de“Heer ofte Vrouwe” ging men op bezoek bij ander feesten en zo leerden ze andere groepen kennen, denk maar aan de “bolhoeden”, het optreden van de hoornblazers.
We vergeten natuurlijk ook niet de verschillende groepen en zangers die de feestelijkheden opluisterden te veel omze op te noemen. De verschillende mensen welke hun werken tentoonstelden, deplaatselijke schilders die zelfs demonstratie ten besten gaven, oude ambachten.
Waar is de tijd dat ze kwamen voor een pintje en wat eten? Het uitwisselen dat was een goeie tijd.
Folklorefeesten werden Rollofeesten, of het anders werd? Helemaal niet, doch hobbyisten wisten ook dat koken geld kost, eerst ging het met wat drankbonnetjes en wat om te eten, later boter bij de vis. Het idee groeide om terug met de reus op stap te gaan en zo kun je van het een op het ander komen u komt bij ons wij komen naar u. En dat is dan het resultaat 40 jaar 40 reuzen prachtig nietwaar.
De Folkloraad viert dit jaar haar 40ste feesten, vroeger Folklorefeesten genaamd nu Rollofeesten. Hoogdringende tijd om even achterom te zien. Wie waren zij ? Bijna ieder huisgezin hier zal wel iemand gehad hebben welke aan de feesten zijn medewerking heeft gegeven. Denken we maar aan de honderd gezinnen bij het maken van het “Grootste wandtapijt van de wereld” of om de verkiezing van “De Heer Ofte Vrouwe” of aan de estafetteloop Rollegem Rollshausen, De verbroedering Rollegem-Rollshausen. De trouwlustigen, welke hun huwelijk lieten herinzegenen. Of de prijs je rijk show. Wie heeft er geen klompen aan zijn gevel gehangen of van de Rollegemse wijn niet geproefd? Om dan nog maar te zwijgen over de loopwedstrijden, laatst maar daarom minder waar De lekker Rollobieren geproefd, tussen haakjes die er dit feestjaar opnieuw te beschikking zal staan.
Wist u dat 40 jaar Robijn betekend dus dat is al heel wat in een mensen leven Vandaar de Folkloraad wil ook dit jaar iets speciaals doen, ze gaan voor Robijn!
Maar ze vergeten ook hen niet die er omwillen van het afsterven niet meer bij zijn. In de loop der jaren hebben ze van bestuursleden moeten eeuwig afscheid nemen. Dit hadden ze met een Eucharistieviering willen doen op zondag 28 Augustus met een Mis om 10 uur. Het team van de pastorale eenheid heeft er anders over beslist het gaat niet door. Vandaar dat we langs deze weg onze duurbare bestuursleden willen in onze gedachten mee laten beleven.
Ere voorzitter; John Dendievel, Cardon Willy, Cossement Rafaël,Conne Dorine, Debruyne jo, Decantere Leon, Delabie Michel, Deloof Erik, Demeyere Norbert, Dendievel Raf, Leman Clotair, Libeer Lucien, Lievijns Etienne, Lievijns Maureen, Maes Germain, Manhaeghe Bertrand, Nelly Vanasten, Vanbelle Dirk, Vanneste Arseen, Valders Lionel, Vangeersdaele Maurice, Vanwijnsberghe Germain, en Waelkens Roger, Platteau Achiel.
" ’t Bosselke"
Een stukje geschiedenis: voor de jongeren onder ons, wat nu het gemeentehuis is, was vroeger de pastorij. Wanneer je naar het “bosselke” wandelt, schenk eens even aandacht aan de zijkant van het gebouw, de toenmalige ingang van de pastorij. Wat een pracht van een gebouw. De ingang nu, kant Tombroekstraat is het gedrochte welke er werd bij geplaatst. Eens was pastorij omgeven door een weelde van bomen. De toenmalige pastoor was een bomen liefhebber, en had er tientallen verschillende bomen laten aanplanten.
“ Rollegem en zijn geschiedenis”
volgens de schrijver van het boek, pastoors “lusthof”. Er stonden zelfs rustbanken in, op foto terug te vinden, de Rollegemnaars konden er even tot rust komen.De ellende van de Tweede wereldoorlog heeft daar een einde aan gemaakt. Door gebrek aan brandstof werden alle bruikbare bomen gekapt, wat overbleef was nog wat jong geweld dat is kunnen ontkomen. Wat toen het jong geweld, is uitgegroeid tot wat nu rust gevend is. En waar we nu de vruchten van dragen, welke ons toelaat er even in te vertoeven. Een plek gecreëerd waar groot en klein eventjes kunnen ontsnappen aan het feestgedruis. De Rollofeesten nodig je dit jaar ook uit een bezoek te brengen aan de tuin van het gemeentehuis voor de eerste editie van “ ’T Bosselke”.
Het is verbazend wat je kunt presteren als je er niet om geeft wie er de eer van draagt. Men zit te kijken wat er op het blog zal verschijnen nu hij zelf de verdienstelijke is; Zie hier het antwoord: Alvorens de feesten officieel te openen, wil ik graag nog eens iemand in de bloemen zetten aldus voorzitter Mickel. Bij heel wat activiteiten van verschillende Rollegemse verenigingen zie je hem ook verschijnen. De man die ik straks bij mij zal roepen heeft sommigen onder jullie nog vervoerd in het schoolbusje.
(Tussen haakjes wil ik er hier je hier attent op maken dat het mijn idee was die het schoolbusjes leven in te geblazen, toen de staatsschool tot stand kwam in Bellegem tot stand kwam en men hier de kinderen afhalen met een busje. Ik was toen voorzitter van de KWB, en samen met Rafael Schotte trokken we naar klein meesterke Gerard Isebaert, het toenmalig schoolhoofd om te zeggen dat we een Fancy fair zouden organiseren om een busje te kopen, en zo geschiede het een VW wagen was het eerste busje de rest van het verhaal is bekend. Toen het busje werd af geschaft werden het overgebleven gelden onder andere voor een deel aan de parochiezaal geschonken.)
Hij was er ook bij toen indertijd de “Partnerschaft” met Rollshausen tot stand kwam. (Dat was zeker te danken aan niemand minder dan Jo De Bruyne op dat moment bakker, (ons ook maar al te vroeg ontnomen )welke onmiddellijk contact naam met Hermann Brand Bürgemeister van Lohra, en zo de verbroedering op gaan bracht.
Ongetwijfeld heb je aan hem( en zijn beste vriend Den Arseen, twee handen op een buik, het was alsof Janssen en Jansen uit het boek van Kuifje, zag je de ene dan zag je de andere, ons ook maar al te vroeg ontnomen) kalenders of wijn gekocht om hun comité te sponsoren.
We konden natuurlik ook de verkiezingen, prijs je rijk show, de zoveel jaren huwelijks zegening niet vergeten, met ondermeer De betreurde Dorien Coone, Den Belleman Etienne Lievijns en zeker de eerste presentator van de verkiezing Dekimpe Germain.
En weet je de parochiezaal werd vernieuwd onder impuls van pastoor De Wulf , de toevlucht naar St-Antonius werd door hem nieuw leven ingeblazen. Doch de het niet kerkelijk gedeelde van de St-Antoniusfeest waren opnieuw in handen van de verdienstelijke, met onder meer ook reeds de betreurden , de toenmalige voorzitter Dirk Van Belle en pastoor Dejaegere. Je heb hoger reeds gelezen over de verkiezing van de Heer ofte Vrouwe, ze waren de ambassadeurs of ambassadrices van ons dorp, zo leerden we de feesten kennen van St-Antonius te Ingooigem, en zagen we het zwijn in stoet naar de kerk gedragen door in pater verklede jongens en meisjes. Leerden we het zwijn verkopen per Amerikaans aanbod. Gingen we tafelen met hutsepot, en zagen we hoe dieren gezegend werden dus we konden aan de slaag, nu is het nog steeds St- Antoniusfeest rond 17 januari, waar waren ze toen?
Na het overlijden van de geliefde Belleman Etienne Lievijns, wilden we een nieuwe Belleman, wie konden we beter aanspreken dan zijn dochter Maureen, en ja er kwam verkiezing, en de gelukkige winnaar werd Edwyn Demey
Voor wie alles wil weten over wat reilt en zeilt in Rollegem, vervolgde de voorzitter, kan je een kijkje nemen op de blog die hij onderhoud. Een paar jaar geleden konden we via zijn maquette in het buurthuis zien hoe onze parochie er jaren geleden moet uitgezien hebben. Hij maakt ook al van helemaal bij het begin deel uit van het bestuur.
Hij heeft beslist om te stoppen als bestuurslid, nu kan ik hem in de bloemen zetten, want het was ook zijn inbreng mensen in de bloemen zetten welke zonder op te vallen iets doen, geen groot spraak maar stil en ongedwongen. (Je kunt in je leven veel mooie gedachten hebben maar steeds heb je mensen rond je nodig, die jouw idee willen mee helpen uitbouwen. Wat zou de folkloreraad zijn zonder zijn medewerkers, wat zou ik geweest zijn wanneer mijn vrouw Monique mij niet had gesteund vandaar de bloemen was haar verdiensten!
Een woord van dank aan de folkloreraad, welke naar hun eigen zeggen unaniem voor mij gekozen hadden dit jaar, om het boeket bloem prachtige bloemen. Maar ook voor op hun veertigste Rollofeesten alle Heren en Vrouwen te hebben uitgenodigd, het plezierde mij ze allen terug te zien.
Samen met de voorzitter mocht ik tevens den “snoepenworp” voor mijn rekening nemen. Ik dacht bij me zelf, zou het niet beter uitkomen om opnieuw iemand van de Heren Ofte vrouwen te mogen op zich nemen, dat kon om verschillende reden niet. Doch deze en vooral de “vrouwen” gaven me de raad om het toch maar zelf te doen. Je zult zien wat je er aan beleeft, gaf er me nog een van de Vrouwen mee. Velen onder u hebben nog wel d de melodieën van de operette zanger Luis Mariano gehoord, die zong over “Paris d’en Haut” daarin bezingt hij de schoonheid van Parijs, het ging als volgt: “Travaller sur un échafaudage …. Paris, ca c’est beau. Ik zou zeggen zo als hij, van op een stijger( hoogtewerker), Rollegem mogen beleven is wel een uitzondering, boven het dak van het schip van de kerk Rollegem uitzien, onbeschrijfelijk. Ik ben geboren en getogen Moennenaar, en je moedertaal kun je niet verlogen, ik heb St-Denijs een stukje leren kennen, doch in Rollegem heb ik mijn hart verloren, ik heb er zeker geen spijt van. En ben ongewild Kortrijkzaan geworden. Bedankt Folkloreraad, voor alles bedankt, de vele jaren dat ik je trouw hebben mogen dien. Bedankt!
Onlangs las ik dat het zonder twijfel iets speciaals was. Het koor Crescendo zong in wat eens de kapel van het klooster was. Nu staan daar kinderspeeltuigen. Het was ter gelegenheid van lopende mensen die daar voorbij kwamen. De voorzitter van het koor wist te vertellen dat het koor daar voor den eerste keer zong maar dat het toen nog als kapel gebruikt werd. Onmiddellijk werd er in het nostalgisch archief gesnuisterd en nergens werd er aanwijzingen gevonden. Waarop de vraag volgt, wie kan helpen om daar nog iets van terug te vinden? Het zij foto’s of geschriften die naar de kapel verwijzen?
Lees ik niet in mi Gazette in dat zelfde jaar, bij een belangrijke en leerrijke informatieavond, dat te Rollegem en we citeren enkele bevindingen en vaststellingen….. overstromingen zoals in juni 1987, kunnen onmogelijk voorkomen worden en deden zich ook in het verleden voor. Bij een gelijkaardige regenval zal naar alle waarschijnlijkheid een zelfde overstroming plaats vinden. Aan de stad Kortrijk kan geen schuld verweten worden. b. De stad kan alleen verantwoordelijk gesteld worden als er een oorzakelijk verband bestaat tussen nalatigheid en schade c Men kan zich nog altijd niet verzekeren tegen overstromingsrisico. Geen enkele verzekeringsmaatschappij neemt dergelijk risico op in de polis. Er bestaat echter een reële kans dat er in de nabije toekomst wijzigingen inzake kunnen worden aangebracht.
Er werden ook een paar belangrijke suggesties naar voor gebracht: Uit het publiek werd het voorstel gedaan om op risicowijken doorlopend zandzakjes ter beschikking te houden. Dit voorstel werd door dhr. schepen gunstig onthaald, maar suggereerde een samenwerking tussen de verschillende wijken. Er werd ook aangehaald, indien men bij rampen resultaat wil bekomen, er gezamenlijk moet worden opgetreden. Als enkeling staat men zeer zwak in de administratieve mallemolen.
Ik leze in min Gazette van ’t jaar 1984 dat er hoog in de regenachtige heuvels boven Lago Maggoire in het noorden van Italië er een monument staat dat hulde brengt aan ‘s mensen vindingrijkheid om zich te beschermen tegen regen, sneeuw en hagel. Een museum van de paraplu. Het zou toen al 45 jaar bestaande geweest zijn, en opgericht in het dorp Gignese, er zouden daar rond de 1500 paraplus en parasols ten toon gesteld zijn. Je kunt nooit weten dat mensen nog opzoek zijnde naar een vakantie verblijf, en met al de regen van tegenwoordig er niet op uit zijn om dat te bezoeken. Er staat te lezen dat het museum ondergebracht werd in een cirkelvorm gebouw, en inderdaad als men Google gebruikt staat dat daar ergens. Het museum gaat de ontwikkeling na van waarschijnlijk 5000 jaar geleden de in China geboren paraplu. Volgens min Gazette Staat er in middelpunt van de collectie een gouden oplegsel versierde paraplu van damast, meer een torenvormig baldakijntje welke in de 18de eeuw bij plechtigheden boven het hoofd van de doge van Venetië gehouden werd.
Weet je wat ze toen ook al wisten? Voor dat het museum voor het publiek werd open gesteld, stelde men de vraag aan den toenmalige eerste minister van Engeland, Neville Chamberlain, om zijn paraplu te mogen hebben. Deze minister werd zelden zonder zijn opgerolde paraplu gezien. De premier nam hem zelfs mee naar de roemruchte vredesconferentie in 1938 in München, waar hij zich voor Hitler liet inpakken. Het verzoek werd beleefd afgewezen in een brief van het kabinet van de eerste minister van 8 november 1938.
De mannen maakten de stoken en handvatten van rozenhout, walvisbeen, staal of ivoor en de vrouwen het dek van zeildoek of zijde.
Rozenpark aan de noordkant van de Weimeerslaan vier insteekarmen, doodlopende straat. Hier is misschien gedacht: rozen zijn met doornen, doornen kunnen kwetsen dus ook wederom geen rozen te bespeuren.
Misschien zou men verwezen hebben naar het klooster, die toch eens een bloeiende landbouwschool geweest is.
De gronden voor het klooster, wist u dat vanaf café “ De Volksvriend” tot het huis nr. 67, landbouwgrond was van het klooster. En alles achter het klooster, kindervriend school, en zelfs over de Weimeersbeek, alles aan de landbouwschool toebehoorde? Wist u dat de gebouwen, voor ze gebruikt werden tot klooster, en dan spreken we rond de jaren 1850, toebehoorde aan een zekere Auguste Imbercht een fabrikant. De zusters van het geloof te Tielt kochten dit en stichten een nieuwe orde. De zusters van de H.Theresia van Avila
Wellicht had men hier de naam gebruikt van de fabrikant de “ August Imbrechtlaan. Wie weet?
Op 6 juni laatst leden kwam de folkloreraad tesamen in de brouwerij “’t Gaverhopke”. Ze hadden besloten om naar aanleiding van de 40ste feesten het enige echte “Rollobier” op basis van gember en gerstemout wederom te laten brouwen.
We laten ons niet verleiden door de graaf du Chastel welke de heren van Rollegem, verwart met deze van Rollegem-Kappelle. Daar we maar al tegoed weten, dat onze heren, De Heer Van Hallewijn Hugo, getrouwd was met zijn echtgenote Fressende, welke in 1289 na het overlijden van Heer Hugo De vrouwe van Rollegem werd.
Een ideale tip Vaderdag/Moederdag, verjaardag en andere dagen zoals gewone of speciale gelegenheden
Herinner je nog die niet nader te bepalen nachtelijke vergaderuur waarop er een reus werd verwekt? Het moest er van komen, heel Rollegem wist het, het kon niet uitblijven. Het bericht viel in als een bom! Enkele “potentiële” vaders hielpen het kind maandenlang dragen en steunen, een ijzeren buizenstel verlichte daarbij hun taak.
Het was Marc Standaert, de speurder die er verbazend snel in slaagde de wettelijke vader op te sporen. Waardoor het kind met een gerust geweten ter wereld kon komen.
Meerdere kinderrijke reuzenparen uit de streek werden geraadpleegd. Ze stemden er dan ook mee in aanwezig te zijn bij de geboorte, en geloof het of gelooft het niet maar het werd zoals het te verwachten was een “Reuzeninvasie”.
En weet je wat de vaders, niet voorzien hadden, moeders zouden het geweten hebben maar vaders, dat was de voeding, voor het kind op zijn eerste levensdag. Moedermelk, leek die dag van de feestelijkheden uitgesloten. Bier, was dan ook het meest voorhanden liggende voedsel bij ’t begin.
Je kunt dan ook heel gemakkelijk raden waarom het gerstenat die hoe kan het anders dan “ Ne Rollo” van een Germ, naam Rollo( de lieden van “Hrôthillin”)welke ook de Rollegemse reus bij zijn geboorte en zijn officiële inschrijving in het bevolkingsregister de waardige naam meekreeg: “Rollo ….. zoon van een Folklorevader op zaterdag 29 augustus 1981.
Het bier dat te verkrijgen is in een six-pack voor 12€ met een passend glas 15€ in voor verkoop via Rollofeesten@telenet.be of op het nr. 056/32 80 25 dit tot half augustus
Uiteraard zal het bier ook geproefd kunnen worden tijdens de Rollofeesten 2016 in de biertent of aan de bierbar. En je mag het voor waar aannemen hij smaakt naar den trog naar……
Begoniapark een doodlopende straat met vier insteekarmen aan de noordkant van de Weimeerslaan een woonwijk. Of we hier begonia’s zullen aantreffen is nog maar de vraag, ook hier gaan we op onze honger blijven zitten, doch indien iemand van het stadsbestuur dit leest hebben ze een kans om het te verwezenlijken.
Op het hof Tombroekstraat 66 of het Nevele-Roosedaal, wierd op hare hofstede binst de hoogmis vermoord den 1 januari 1846, Cathrientje Ghequiere Louage dochter van Ghesquiere-Herbau. Zij had het vierde doosanctjes van Rollegem.
Zou dat eigenlijk, omdat men zegt dat er weinig vrouwelijk straatnamen zijn niet een oplossing geweest, in plaats van begoniapark zonder begonia’s?
Ik dacht bij me zelf, april- mei schone dagen om even naar het Tulpenpark gaan, de tulpen gaan bewonderen.. Wetende dat straatnamen of namen van parken in de stad gezocht worden bij toponiemen, of namen van iets die ons doet terug denken aan vroeger gebeurtenissen welke zich in de omgeving hebben afgespeeld. Ook persoons namen kunnen in aanmerking komen als de persoon in kwestie overleden is.
Het Tulpenpark is een doodlopende straat met pijpekoppen, met ingang langs de Tombroekstraat, ter hoogte van een vroegere boerderij, met benaming de “Fruithoeve” het nr.22 . Doch hier was niets minder waar, alles wat ik zag was graspleinen, geen tulpenperk in de omgeving.
Ach ja, het is waar toen deze benamingen werden gegeven had Rollegem nog zijn eigenheid, dat zou het antwoord kunnen zijn. Maar was het ook uit deze periode niet dat langs de andere zijde van Rollegem, met name de Groene dreef, nieuwe straten namen kregen, Lindendreef, Eikendreef, en staan die bomen daar niet? Waarom hier geen tulpen?
Had men niet beter een andere naam gekozen zoals bv. verwijzende naar de hofstede, aan de overkant van de straat “La porte Ferrée” een omwalde hofstede gelegen tussen de Weimeersbeek en de Fabrieksbeek en de Tombroekstraat, ca 5 ha groot. Zo zouden we er nog aan herinnerd geweest zijn aan het geen er voor de begraafplaats en het huis nr.83 geweest is. Dat zou dan minsten nog een stukje geschiedenis geweest zijn.
Wellicht zou de naam niet goed gekozen zijn de Franse benaming maar hoeveel Franse cafés benamingen waren er toen in die omgeving niet? Denk maar Au café Belge, Fleur De Lin, café porte ferrée enz.
Misschien een tip naar de stad dat ze er wat tulpen uit Amsterdam naar toe brengen en een toeristische trip worden!
Hier stond het eeuwen oude o zo trotse cafe " De Lampe" De trots van Rollegem
Dat de heer Egied Vanhoonacker, een boek geschreven heeft in 1986, met als titel “Duizend Kortrijkse straten” en dat hij, de toelating heeft gegeven om uit zijn boek gegevens te mogen gebruiken, mits te vermelden dat het uit het boek genomen werd.
Er bestaat naar het schijnt op facebook iets als zijnde als je van Rollegem bent dan ken je … Die of dat.
Welnu ik ben geen Rollegemnaar maar ik weet dat
Het afgebroken café “De lampe” ook in de volksmond “De Lante” genoemd, reeds bestaande was van in de jaren 1600. En inderdaad al snuisteren in het boek van Egied, vind men: Dat dit café gelegen is in de Lampestraat, Van Sint-Anna tot de Tombroekmolenstraat, en in die straat zouden 75 woningen staan met in 1986, 208 bewoners. In 1901 was het de Lerberstraete en in 1628 de strate van den lerberchboom nar leugne. De lerbergboom stond op den hoek van de Lampestraat -Smokkelpotstraat. Echter de meest voorkomende benaming was de Cruepelstraete naar de aloude herberg “den creupelen “. In 1650 was het Chemin allant de Coutraij à la Creupele en in 1762 Creupelstraete. Volgens den Atlas van de buurtwegen van 1864 was het in Rollegem buurtweg 5 of Kreupelstraat, in Marke buurtweg 7 of Kreupelstraat en in Aalbeke buurtweg 9 of Lampestraat, naar de herberg “De Lampe” op de hoek van de Aalbeeksestraat. In Rollegem was vanaf 1900 Lampestraat voor het gedeelte ten zuiden van de Aalbeeksestraat terwijl ten noorden van de Aalbeeksestraat de Kreupelstraat bleef. Van af ca 1930 werd de Kreupelstraat Sint-Annastraat en vanaf 13/3/1981 is de hele straat Lampestraat aldus Vanhoonacker.
Deze straat is een grensstraat voor Rollegem, Marke en Aalbeke, en heeft een lengte van 3,5 km. Deze weg was in de 18de eeuw een aardeweg welke deel uitmaakte van de weg Kortrijk-Roubaix. In 1959 werd het een betonnen wegdek, vooraf gegaan door een grintweg. De brug over de A 17 dateert van 1980.
Er zou nog een oude en een Nieuwe Lante zijn geweest. Lante komt van lampte en betekent “Lamp”
Gelegen aan de grens tussen Rollegem-Aalbeke-Marke langs de Aalbeeksestraat, is het voornaamste huis de herberg “De Lampe” Naar het schijnt was vroeger dit huis altijd verlicht. Het diende tot verlichting van de smokkelaars, daar hier is juist de grensstreek(douaniers) (bron instituut voor onthaal en public relations)
En nu sinds het begin 2016 is het café met de grond gelijk gemaakt. Wat in de plaats komt zullen we later wel zien.
Antonius, oud en grijs, voelt zijn einde naderen. Voor een laatste maal wil hij al zijn kloosters en alle discipelen nog eens bezoeken voor een laatste aanmoediging en om zijn aanstaande dood te voorspellen. Hij strompelde, schragend op zijn stok van klooster naar klooster om afscheid te nemen.
Hij keerde terug naar zijn cel, en vroeg uitdrukkelijk aan zijn naaste medewerkers, Macarius en Amathas, om hem na zijn dood op een geheime plaats te begraven en het als een geheim mee te nemen in hun graf. Hij wilde niet gebalsemd worden, want dat was een heidens gebruik.
De schrijver vervolgd met zijn laatste woorden in de vorm van een spreuk: “ Ik vrees de dood niet, want ik vrees God niet omdat ik hem bemin. De liefde tot Hem werpt alle vrees buiten” (32ste spreuk)
Op 17 januari 356 stierf Antonius vredig in de armen van zijn twee medebroeders. Hij had de gezegende leeftijd van 105 jaar bereikt. In alle discretie werd het dode lichaam in de woestijn begraven.
Grootse dingen heeft hij echter nooit gedaan, aldus de schrijver, en toch wordt hij “Antonius de Grote genoemd. Hij was wel een wijs en beminnelijk man, een nederige monnik. Gedurende zijn leven is hij veel beproefd geworden maar dank zij zijn sterke wil kon hij alle duivelse hinderlagen ontwijken. Antonius is geen verzonnen persoon maar een historische figuur van uitzonderlijke grootheid op geestelijk gebied. Een Heilige! Hij heeft gezocht en heeft gevonden “De weg naar de stilte” God is niet te vinden in de drukte! Dat is zijn boodschap!
Twee eeuwen na zijn dood, in 561, werd de geheime begraafplaats van de H.Antonius toch ontdekt. Met grote plechtigheid werd zijn gebeente overgebracht naar de basiliek van de bisschoppelijke stad Alexandrië. Maar in 638 werd Egypte veroverd door heidens Muzelmannen: de Saracenen. Uit vrees voor ontheiliging vluchtte men met het lichaam naar Constantinopel. In 980 kon de Frans baron Jocelin de Châteauneuf( zijn afbeelding vind men terug in een galsraam in de abdijkerk Isère.) bekomen van Keizer Constantinus van Constantinopel dat het gebeente van Antonius overgevaren werd van Vienne in Dauphiné aan de Isère, ten zuiden van Lyon. Nog later werden de stoffelijke resten overgebracht naar de priorij van Motte Saint Didier. Sindsdien heet deze plaats Saint-Antoine.
In een sarcofaag rust het stoffelijk van St-Antonius in de abdij van St-Antoine, Isère.
Deze priorij werd het hoofd klooster van de “Orde Van de Heilige Antonius”
Tussen le Vercors en les Chambarands, op enkele kilometer van de Vallei de l’Isère en de route de Grenoble à Valence, te midden de zachte valleien, draaien en kerend, omringd door het oude dorp, vind je de gebouwen van de abdij en de basiliek, een van de oudste kerken van Antonius van zuidwest.
De relikwieën van St-Antonius werden in kleine fragmenten wijd en zijd verdeeld. Een groot deel bevind zich in de abdij van Montmajour bij Arles. De verering begon al zeer vroeg na zijn dood. Al vlug werden de grenzen van Egypte overschreden en breidden zij zich uit van Palestina tot Rome en van Spanje tot Gallië. De verering kende een ware explosie met het optreden van de Antonieten. (Daar komen we dan op terug.) Tussen de 11de en de 15de eeuw zijn door zijn voor spraak heel wat miraculeuze genezingen gebeurd te Saint-Antoine en te Montajour.
Halverwege de Middeleeuwen brak een besmettelijk ziekte uit: “de roos of het “heilig vuur” ook genoemd het “antoniusvuur” De symptomen zijn hevige pijnen alsof een vuur u opbrand.
De huid verschrompeld en krijgt de vorm van donkerrode moerbeziën. Ledematen verrotten, drogen uit en vallen ten slotte af. Als men deze tijdig amputeert volgt gewoonlijk de genezing.
Deze ziekte veroorzaakte verschrikkelijke verwoesting in verschillende provincies in Frankrijk. Om deze vreselijke gesel af te weren stelde men openbare gebeden en processies in. Heel Frankrijk smeekte om bescherming van St-Antonius. De bevolking heeft nooit te vergeefs haar vertrouwen gesteld op de dienaar Gods. Hij kreeg dan overal een uitbundige verering.
Paulus de eenvoudige: was de naamdat H. Hiëronimus later zou geven aan deze heilige.
De eerste christenvervolging brak uit in 243 in de streek van Thebe. Paulus, welke in 228 werd geboren was toen 15 jaar en vluchtte in de woestijn en ging er voor de rest van zijn leven wonen. Hij verbleef in deze afzondering gedurende ongeveer 100 jaar
De Heilige Paulus van Thebe, de eerste eremiet of heremiet, kluizenaar, anachoreet, iemand die in afzondering leeft in een kluis, kluisenarij of hermitage, buiten de bewoonde wereld wonen, ook nog woestijnvaders genoemd, Christelijke monniken.
Op wonderbare wijze bracht een raaf hem dagelijks een half brood. Antonius is hem een paar keer gaan bezoeken? Hij moest telkens smeken om binnen gelaten te worden in de cel van Paulus. Na de begroeting en een onderhouden gesprek bracht die zelfde raaf nu een heel brood. De eremiet stierf in 324, terwijl onze Antonius bij hem was. Paulus had indertijd een prachtige mantel ontvangen van bisschop Athanasius, en Paulus had vroeger de wens uitgedrukt om daarin begraven te worden. Antonius wikkelde hem er in.
Antonius, vond volgens de legende geen gereedschap om een kuil te graven, en er kwamen twee leeuwen uit de wildernis om het zand weg te graven. Toen de put voldoende groot en diep genoeg was, werd Paulus er in begraven. Zijn naamfeest wordt op 15 januari gevierd.
Het onderkleed welke Paulus, voor zichzelf had geweven uit palmbladeren, bewaarde Antonius als aandenken. Enkel op hoogdagen trok hij het kleed aan als piëteitsvol, liefdevolle gedachtenis jegens de overleden vriend.
De grote ketter en priester Arius(256-325) loochende de eenheid van Christus met God de Vader. Hij en zijn leer, het Arianisme, werd veroordeeld in het jaar 325 door het concilie van Nicea of Nikaua, stad in klein-Azië.
De bisschop van Alexandrië verzocht in het jaar 355, Antonius om in de stad te prediken om door zijn invloed de ketters te bestrijden en in te dijken. In kerken en zelfs langs de straten predikte hij de ware leer. Het volk wilde de man Gods zien, naar hem komen luisteren, of zijn kleed kunnen aanraken. Hij straalde warmte en genegenheid uit. Veel sekteleden lieten zich bekeren en stilaan verdween deze dwaalleer.
Daarop poogde aldus onze schrijver; de landvoogd de invloedrijke Antonius met allerlei beloften in Alexandrië houden, doch met een van zijn spreuken antwoordde hij,” Een monnik is gelijk een vis. De vis sterft uit het water. Een monnik gedijt niet als hij de eenzaamheid verlaat.”
Tijdens zijn verblijf verrichte Antonius verschillend wonderen: onder andere genas hij zieken, kreupelen, gebrekkige en deed duivelbezwering. Hij was beroemd en een vermaard man geworden, maar hij ontvluchte alle eer door te verklaren dat niet hij, maar wel Christus de genezingen en de duiveluitdrijvingen bewerkt.
In 311, slechts 6 jaar nadat Antonius de eenzaamheid vaarwel had gezegd om zich aan zijn volgelingen te wijden barste de kerkvervolging los in Alexandrië. Tijdens de regering van de Romeinse keizer Maximinius, de Romeinse soldaten hielden een klopjacht op de christen.
Uit het werk van Vermeulen zien we dat het tijdens de kerkvervolging van Diocletiaan was.
Sinds 286 was er een samenwerking tussen Maximius en Diocletiaan. Uit die samen werking groeide wat door de Christenen: “ Het tijdperk van de martelaren” geheten werd.(303-311)
Het Thebaans-Romeinse legioen bestaande uit Koptische soldaten, weigerde deel te nemen aan de vervolging van hun christelijke landgenoten. Op bevel van de keizer werden deze diensweigeraars allemaal uitgeroeid. Het Romeinse leger zette hun vervolgingswaanzin alleen verder. Onbevreesd, getooid in zijn monnikenkleed trok Antonius er zijn broeders bezoeken die gevangen zaten of veroordeeld tot arbeid in de mijnen en niemand durfde het aan hem kwaad te doen of te hinderen. Hij toonde aan iedereen zijn vurigheid voor het christelijk geloof. Het martelarenschap zat er niet in voor hem.
Petrus, de patriarch van Alexandrië, was de laatste die stierf als martelaar op 24 november 311.
Het jaar daarop was de kerkvervolging, gestopt en keerde onze Heilige terug naar zijn kloostergemeenschap. Eenmaal nog keerde hij terug naar Alexandrië, in 351 om de H. Athanasius bij te staan in de strijd tegen de Arianen, die al veroordeeld waren door het concilie van Nicea in 325. De H. Athanasius (295-373) sedert 328 bisschop van Alexandrië, kwam soms op bezoek bij de kluizenaars. Hij was ten zeerste verwonderd over de levenswijze van de heilige mannen, over hun ascetisch leven van strenge vroomheid.
Wanneer Antonius de streek verliet was het om “buitenkloosters te stichten:” Zo ontstonden nieuwe nederzettingen in Arsinoë, Babylonië in Aphrodita. Het getal kluizenaars in die kloosters groeide steeds aan en bereikte op zeker ogenblik enkele duizenden. Ze baden, vasten, lazen de Bijbel waakten zongen psalmen, en woonden in afzondering in rotsspleten in navolging van hun vader Antonius.
En zo besloot Antonius op zeker dag meer naar het zuiden te trekken, dieper de woestijn in.
Aan de over van de Nijl wachtte hij op een schip dat hem zuidwaarts zou brengen. Terwijl hij daar stond kwam een karvaan met Arabische kooplieden voorbij en deze trokken oostwaarts richting dode zee, en hij sloot zich daarbij aan. Aan den berg Colzinus gekomen op zo’n 25 km van de Rode zee stapte hij van zijn kameel en zocht een geschikte plek om er te verblijven. Ook hier ging hij zich verstoppen om door niemand lastig gevallen te worden, doch na korte tijd vonden zijn discipelen hem opnieuw daar ze wisten dat hij allen spleten en spelonken opzocht. Ze bezorgen hem brood, olijven, bonen en olijfolie. Hij wilde hen niet tot last zijn en vroeg om hem een spade, een bijl en allerlei zaden. Nu kon hij spitten en zaaien en de oogst bracht genoeg op om voor zich zelf te zorgen. Zo was hij niemand tot last.
Doch de dieren kwamen regelmatig zijn groetentuin vertrappelen, en zo verteld de legende: “ Antonius sprak tot de dieren:” Ik heb jullie geen schade berokken. Ga heen en kom hier nooit meer terug!” En ze bleven weg. “Gehoorzaamheid en onthouding temmen wilde dieren!”Dit is een van zijn spreuken. Hij deed ook aan handenarbeid, zoals manden en matten vlechten.
Hij bezocht ook zijn kloosters, en overal werd hij met eerbied en ontzag ontvangen. Bij gelegenheid bezocht hij zijn vergrijsde zuster welke intussen overste was geworden van een maagdenklooster. Zij was begiftigd met een grote wilskracht, was zachtmoedig, innemend en opgeruimd van aard, ruimdenkend en moedig. Wellicht moet ze uit het zelfde hout gesneden geweest zijn aldus onze schrijver.
Zijn leerlingen wilden dichter bij den ouder worden abt komen wonen, uiteindelijk kregen er twee de toestemming om hem regelmatig te komen bezoek op de berg Colzinus, deze heeft thans de naam de berg van den H.Antonius te Deir Mâr Antonius, waar nog steeds een klooster staat. De leerlingen bouwden dicht bij een klooster te Pisper aan de Nijl nu Dar-el-Memum.
910. Stukken betreffende aankoop van grond voor de verbreding van de buurtweg nummer 2 , Tombroekstraat, 1934-1935. 1 omslag
911. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de wegen nummers 2, 4, 1935-1939. 1 omslag
N.B. Met plan.
912. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de scheidingsweg nummer 7/5 tussen Marke en Rollegem, 1936-1938. 1 omslag
N.B. Met plannen.
913. Stukken betreffende riolerings- en wegeniswerken aan de wegen van groot verkeer naar Aalbeke, nummer 147, naar Kortrijk en naar Tombroek, nummer 150, aan de wegen nummers 3, 21, 1938-1959. 1 omslag
N.B. Met plannen.
914. Stukken betreffende asfalteren van de weg nummer 6, Munkendoornstraat, 1951-1960. 1 omslag
N.B. Met plannen.
915. Stukken betreffende onteigeningen voor het verbreden en rechttrekken van de Kerkstraat, 1952-1960. 1 omslag
N.B. Met plannen van rooilijnen.
916. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtwegen, gemeenzaam met Kortrijk, Elleboogstraat en Rollegemsesteenweg, 1953-1956. 1 omslag
N.B. Met plan.
917. Stukken betreffende asfaltering van de weg nummer 4, gemeenschappelijk met Luingne, 1953-1954. 1 omslag
918. Stukken betreffende betonverharding voor de wegen nummers 6, 10, gemeenschappelijk met Dottignies, 1953-1957. 1 omslag
N.B. Met plannen.
919. Stukken betreffende riolerings- en wegeniswerken aan de weg nummer 3, genaamd Kerkstraat en Oude Aalbekestraat, 1955-1963. 1 omslag
N.B. Met plannen.
920. Stukken betreffende verbeteringswerken in de buurtwegen nummers 4, 8, 20, genaamd Moeskroensestraat, 1955-4963. 1 omslag
N.B. Met plannen.
921. Stukken betreffende de buurtweg nummer 4, genaamd Moeskroensestraat, 1957-1958. 1 omslag
N.B. Met plannen voor onteigening en rooilijnen.
922. Stukken betreffende de buurtweg nummer 15, Bellegemsestraat, voetweg nummer 27, Sint-Cornelisweg, 1957-1960. 1 omslag
N.B. Met plannen voor onteigening en rooilijnen.
923. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de weg 7/5, genaamd Lampestraat, 1957-1959. 1 omslag
924. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtweg nummer 10, genaamd Knokstraat, 1957. 1 omslag
925. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtweg nummer 15 en aan voetweg nummer 27, 1957-1961. 1 omslag
N.B. Met plannen; aanleg van een nieuwe weg tussen de buurtwegen van groot verkeer nummer 147 en nummer 150.
926-928. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtweg van groot verkeer, nummer 150, Kortrijksestraat, 1958-1974. 3 omslagen
926. 1958-1962.
N.B. Met plannen.
927. 1965-1967.
N.B. Met plannen.
928. 1964-1974.
N.B. Met plannen.
929. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtweg nummer 10, Knokstraat, 1959-1967. 1 omslag
N.B. Met plan.
930. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtweg nummer 13, 1959-1960. 1 omslag
N.B. Met plannen.
931. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtwegen nummers 11, 12 en 14, 1959-1961. 1 omslag
932. Stukken betreffende verbeteringswerken aan landbouwwegen nummers 7 en 16, 1939-1961. 1 omslag
933. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de wegen nummers 26, 30, 34, 36, 39, 41, 42 en 43, 1959-1960. 1 omslag
N.B. Met plan.
934. Stukken betreffende verbeteringswerken aan buurtweg van groot verkeer nummer 150 en aanleg van een nieuwe weg naar Moeskroen, 1959-1962. 1 omslag
N.B. Met plan.
935. Stukken betreffende onteigeningen voor verbeteringswerken aan buurtweg nummer 15 en voetweg nummer 27, 1960-1961. 1 omslag
936. Stukken betreffende verbeteringswerken en onteigeningsplan van de weg van groot verkeer nummer 150, Kortrijksestraat, 1961-1967. 1 omslag
N.B. Met plan voor onteigeningen en rooilijnen.
937. Stukken betreffende buurtweg van groot verkeer nummer 156, “Kwabrugstraat”, 1962-1964. 1 omslag
N.B. Met plan voor rooilijnen.
938. Stukken betreffende aanleg van de autosnelweg Brussel-Kortrijk A 9, 1962-1969. 1 omslag
N.B. Met plannen.
939. Stukken betreffende aanleg van de rijksweg Kortrijk-Roubaix nummer 903, 1963-1976. 1 omslag
N.B. Met plannen.
940. Stukken betreffende buurtweg nummer 3, Oude Aalbeeksestraat en Marksestraat, 1963-1965. 1 omslag
N.B. Met plannen rooilijnen.
941. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de landbouwwegen nummers 5 en 20, 1963-1971. 1 omslag
N.B. Met plannen.
942. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken in de wijk Oude Aalbekestraat en voetweg nummer 34, “Kerkstraat”, 1964-1967. 1 omslag
N.B. Met plannen.
943. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de landbouwwegen nummers13, 14 en 15, 1965-1970. 1 omslag
N.B. Met plannen.
944. Stukken betreffende de buurtweg nummer 6 Munkendoornstraat, 1965-1968. 1 omslag
N.B. Met plan met rooilijnen; onteigeningen.
945. Stukken betreffende verwerving van gronden voor de aanleg van een nieuwe straat, uitmondend in de Groene Dreef en voor de verbreding van de Kortrijksestraat en de Groene Dreef,
1965. 1 omslag
N.B. Met plannen.
946. Stukken betreffende aankoop van gronden ter verwezenlijking van het rooilijn- en onteigeningsplan voor de buurtweg nummer 34, Kerkstraat, 1966. 1 omslag
N.B. Met plan.
947. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de landbouwwegen nummers 3 en 7, 1967-1973. 1 omslag
N.B. Met plannen.
948. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken aan de Kerk- en Schreiboomstraat, 1970. 1 omslag
N.B. Met plannen.
949. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken aan de buurtweg van groot verkeer, nummer 156, Moeskroensestraat, 1971-1976. 1 omslag
950. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken aan een deel van de buurtweg nummer 150, gemeenschappelijk met Luingne, 1971-1976. 1 omslag
951. Stukken betreffende aanleg nieuwe rijksweg Deerlijk-Moeskroen, 1971. 1 omslag
N.B. Met plan.
952. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken in de wijk Tombroekstraat en Weimeersbeek, 1972-1973. 1 omslag
N.B. Met plannen; aanbesteding.
953. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken in de wijk Tombroekstraat en Weimeersbeek, 1972-1976. 1 omslag
N.B. Met plannen; aanbesteding.
954. Stukken betreffende wegenis- en rioleringswerken aan de buurtweg van groot verkeer nummer 150, 1972-1976. 1 omslag
N.B. Met plannen.
955. Stukken betreffende verbeteringswerken aan de buurtweg van groot verkeer nummer 505, tussen de grens Bellegem en de buurtweg van groot verkeer nummer 147 te Rollegem, 1972. 1 omslag
Den Duivel, zou den spelbreker worden, hij was jaloers over deze volmaaktheid, hij zou alles in het werkstellen om Antonius ten onder te brengen.
De schrijver vervolgt:” Met listen en allerlei vleierijen, trachtte de duivel hem enkele aantrekkelijke drogredenen wijs te maken; hoeveel goede werken hij had kunnen doen met zijn grote rijkdom, En daarbij zou de vervelende eenzaamheid hem eindelijk fataal worden!”
De ene bekoring na de andere diende zich aan, maar Antonius verweer was onmiddellijk breken met alle aanlokkelijke voorstellen en gedachten. Naar mate Antonius groeide in innerlijke rust en vrede, hoe meer de duivel hem onrustig wilde maken.
Hij gebruikte alle middelen om Antonius ten val te brengen. Onder verschillende gedaanten verscheen hij: als zeemonster, huiveringwekende dieren, naakte vrouwen, griezelende wezens, vreemde gedrochten, kwelgeesten, angstaanjagende behaarde misvormende ondieren, lopende bokkenpoten, met klauwen spookverschrikkingen met stierkoppen, met reptielenstaarten met horens en veel solferen zwavel, kortom echt vreeswekkend. Doch Antonius hield stand, hij richtte zijn ogen ten hemel en bleef bidden tot de Heer.
Bij een aanval kreeg onzen Antonius zoveel stokslagen dat hij voor dood op de grond bleef liggen. Zij die hem vonden brachten hem tot bij een kapel, waar ze de ganse nacht bij hem bleven. ’s Morgens kwam hij terug tot het bewust zijn en hij vroeg hem terug te brengen naar zijn cel. Daar aangekomen riep hij tot de duivel: ”Ik Antonius, ben er weer! Ik deins voor u niet terug”Na die stoere taal bleef hij dubbel waakzaam door nog strenger te vasten, nederigheid en gebed.
Zijn dagelijkse maaltijd bestond uit wat weinig brood, wat zout en een paar dadels, hij dronk alleen water. Volgens Butler: Het schrale voedsel dat hij tot zich, en dit voor de rest van zijn dagen, was zes oncen, in water gedoopt brood, een beetje zout en van tijd tot tijd enkele dadels. Later, toen hij oud geworden was gebruikte hij van tijd tot tijd een beetje olie. Hij sliep weinig, verdubbelde zijn gebeden en regelmatig kastijdde hij zijn lichaam. Het ging zelfs zover dat hij ging wonen ineen oude graftombe. Nu ging den duivel tekeer met ijselijk getier, en hem te slaan en te verwonden. Toch Antonius gaf niet toe, en vertrouwde volledig op Gods hulp. God zou hem voortaan meer bijstaan en beloofde zelfs zijn naam “Antonius” vermaard te maken over gans de wereld. Van dan af liet de duivel hem meestal met rust.
Dat de bekoringen door heel wat kunstenaars werd op doek gezet is niet verwonderlijk, denken we maar aan Pieter Breugel te bewonderen in Paleis Balbi te Genua, of James Encor in het museum of Modern Art in New-York, of nog Salvator Dali in het koninklijk museum Schone kunsten te Brussel om er maar enkele te noemen.
Toen Antonius 35 jaar oud was stak hij de oosterarm van de Nijl over en ging wonen in een oud verlaten kasteel op de berg Pisper. Gedurende 20 jaar zou hij daar in volledige afzondering geleefd hebben. Af en toe brachten vrienden hem wat brood, welke maanden lang goed eetbaar bleef. Hij verbleef er in volledige afzondering. Niemand liet hij nog bij zich toe en zelfs de vriend die hem voedsel bracht moest dat over de muur werpen zonder Antonius te benaderen.
Aangetrokken door de verhalen over zijn heiligheid, kwamen asceten zich in grotten en hutten rond het kasteel vestigen. Het is op hun aandringen geweest dat hij uiteindelijk toegaf aan hun verlangen om onder zijn leiding te mogen leven, en zijn eenzaamheid opgaf.
Butler schrijft over de periode dat Antonius in zijn rotsgraf leefde:’ .. de demon, jaloers over de vooruitgang die Antonius dagelijks miek op weg naar zijn volmaaktheid, stelde alles in het werk om hem te overwinnen.” In den beginnen beproefde hij het met bekoringen die echter geen vat hadden op de kluizenaar en toen kwam hij met de grote middelen voor den dag. Hij verscheen onder de meest afgrijselijke gedaanten. Maar daarmee was Antonius nog niet overwonnen Plots echter aldus opnieuw Butler: “ daalde een hemels lichtstraal op Antonius neer en de demonen namen beschaamd de vlucht! Toen riep Antonius vertwijfeld,” Waar waart Gij, meen Heer en Meester? Waarom zijt u niet gekomen van bij de aanvang van het gevecht? Helaas, Gij zoudt mijn tranen gedroogd en mijn pijnen gestild hebben! En een stem antwoordde hem: Antonius, ik was dicht bij je. Ik heb jouw strijd gadegeslagen en omdat je zo moedig weerstaan hebt aan de aanvallen van je vijanden zal ik je nu beschermen voor al de dagen van je leven en je naam beroemd maken over heel de wereld.”
Rond het jaar 305 besloot hij zich te wijden aan het onderricht van die mensen en hun levensregel voor te schrijven.
De eerste commune, die men het klooster “Phaïum” heette, verdiende bezwaarlijk de naam “Klooster” Het was eigenlijk alleen een verzameling van hutten en grotten die overal in het rond verspreid stonden.
Dit kleine groepje groeide echter stilaan uit tot een bloeiende gemeenschap van eremieten die onder een gezamenlijke regel leefden en waardoor Antonius terecht de naam kreeg van “Stamvader der monniken.”
Gerard vervolgt”Hij legde daar als eerste de grondvesten van het kloosterleven. Hij zelf verbleef meestal alleen in zijn cel om te bidden en streng te vasten en bleef verstoken van ieder contact met de buiten wereld. Niet tegenstaande al zijn strenge wetten en ontbering zag Antonius er kloek en gezond uit, was nooit ziek en leefde gelukkig en tevreden. Een gezonde geest in een gezond lichaam. Zo werd hij vergeleken met een machtige oude beuk. Hij was in alle opzichten een echt voorbeeld voor al zijn discipelen.
Hij die in zijn jeugdjaren niet naar school wou gaan, gaf nu zelf regelmatig les en onderrichtingen in brieven gericht aan zijn leerlingen.
Hij herhaalde vaak hetzelfde, soms in de vorm van vaderspreuken” Denk gedurig aan de eeuwigheid. Waak altijd tegen de bekoringen. Stel u steeds te weer tegen de aanvallen van de duivels. Breng uw dagen door in gebed, met strenge vasten en doe goede werken”.
Van een twintigtal brieven welke hij schreef zijn er slechts zeven bewaard gebleven.
Van de H. Hiëronimus kon men later vernemen dat Antonius inderdaad schriftelijk connecties onderhield met al zijn kloosters in de vorm van onderrichtingen en spreuken.
Gretig dier, beestachtige afgrond, wellust van het vlees, smartelijke tweestrijd, vlammende hartstocht, onoprechter trouw, praatzieke tong, gewapende furie, vurige afgunst, baaierd van roddel, bekoorlijke pest, monsterachtige leugen, veroorzaakster van schipbreuk, aanstichtster van haat, eerste zondares, onruststookster, ondergang van koninkrijken, woud van hoogmoed, grimmige tirannie, IJdelheid der ijdelheden, nietsontziende gedrevenheid, beeld van afgoden, jaloerse na-ijver. De bovenstaande vertaling uit het Latijn van een “ alfabet van vrouwenondeugden” uit 1450 is een weinig vrouwvriendelijke voorbeeld van de opvattingen die men in den tijd had over vrouwen. Het is afkomstig uit een moraaltheologisch werk van een zekere Antonius. Het werk is eeuwenlang herdrukt en nam in die tijd een vooraanstaande positie in. Antonius verantwoordt de opname van het alfabet in zijn boek met de noodzaak van een waarschuwing tegen het verderfelijke in de vrouw. Hij verklaart echter ook uitdrukkelijk dat het alfabet niet voor alle vrouwen geldt. Er zijn, zelfs in zijn visie, voortreffelijke vrouwen, waartoe natuurlijk in de eerste plaats de maagd Maria gerekend moet worden.
Het staat vast dat in het alfabet genoemde ondeugden van de vrouw in die tijd zeer bekend waren. Het waren geen vrijblijvende gemeenplaatsen, maar geaccepteerde denkbeelden. Dat leest we in de gazette.(20/1/1983)
We geloven niet dat deze zekere Antonius den onzen zal geweest zijn, want volgens de Gerard was “ het land van onzen Antonius, Egypte een geschenk van de Nijl, het land van de reusachtige piramiden, van dorre woestijn, hij werd er geboren, hij heeft er geleefd en is er gestorven.
En hij beschrijft hier verder, Egypte welke gesitueerd is in het noordoosten van Afrika, westwaarts van Palestina. De Sahara, een onmetelijke woestijn over heel Noord Afrika, welke reikt tot aan de Rode zee. De woestijn welke doorsneden word door een strook van 50 km breed en 1000 km lange landstrook, welke regelmatig overstroomd wordt door de Nijl en daardoor een vruchtbaar gebied afzet en het bewoonbare Egypte vormt. In dit dal van de “hemelse Nijl” bevinden zich steden en dorpen, alsook een enorme schat aan kunsten: reusachtige piramiden, verbazingwekkende sfinxen, monumentale tempels, het artistieke hoogtepunt van de Egyptische kunst! Al deze gebieden rond de Middellandse zee waren in het begin van onze tijrekening bezet door de Romeinen. Het vaderland van onze Antonius een Romeinse provincie bestond toen uit twee delen: Opper Egypte met Thebe als hoofdplaats en Neder Egypte met als hoofdplaats Memphis.
Buiten het Nijldal was enkel wildernis en woestijn. Hier waren de overblijfsels te vinden van de vroegere steengroeven waar de heersende Farao’s stenen lieten houwen om hun piramides en tempels mee te bouwen. Het is precies in dit woest gebied dat de diepgelovige kluizenaars zich kwamen vestigen. Of ze hier lang vertoefden, meestal tijdelijk, zelfs na enkele dagen, hoogstens na een jaar keerden ze al terug naar de bewoonde wereld.
. Zij voor het materialistische of wegens herhaalde christenvervolging. De eerste kluizenaar welke hier langer verbleef was de H. Paulus van Thebe. Hij verbleef in een schamele grot van zijn 15het levensjaar tot aan zijn dood. Hij werd 113 jaar oud!
Hier zou onzen Antonius meestal verblijven en rondzwerven na zijn vertrek uit zijn geboortedorp Come.
Hij werd er geboren in het jaar 251, het dorp noemt thans Keman-el-Arus gelegen bij de stad Heracleen ten zuiden van Memphis.
Zijn ouders waren ontzaglijk rijk en zeer godvruchtige Kopten. Kopten dat zijn Egyptische christenen die de leer van Christus beleden. Ze waren in de minderheid, en daardoor leefden ze meestal in dorpen, ze ontvluchten de steden uit schrik voor vervolging van de Romeinen.
Er waren ook joden, maar de meerderheid waren heidenen. Hun godsdienst was veelgoderij.
Zijn ouders waren zeer bezorgd over zijn opvoeding, hij werd groot gebracht in het vaderhuis, waar weinig tijd werd besteed aan studie of aan andere leervakken of kennis. Hij ging niet naar school daar de leraren heiden waren. Hij sprak alleen Koptich, een vorm van Egyptisch dialect, de taal van de streek. Hij was zeer vroom, spijts zijn grote rijkdom, hij woonde alle kerkelijk diensten mee, beoefende alle deugden van matigheid en versterving. Hij eerde vader en moeder, was onderdanig en hield van de eenzaamheid.
Hij verloor zeer vroeg zijn ouders op amper 20 jaar was hij al belast met de opvoeding van zijn jongere zus. Bij het afsterven van zijn ouders was hij in het bezit van een aanzienlijk erfdeel.
Na het overlijden gedurende een kerkdienst hoorde onzen Antonius volgende aangrijpende woorden: ”Ga, verkoop al uw bezittingen. Geef het geld aan de armen en gij zult een schat hebben in den hemel. Wees nooit verlegen voor de dag van morgen”
Deze evangelische woorden zouden het verdere leven van hem bepalen. Hij trok naar huis en deed wat hij vernomen had. Hij plaatste zijn zus in een maagdenklooster, waar ze later abdis is geworden.( Volgens de meest moderne onderzoekers is dit het eerste vrouwenklooster waarvab men een spoor ontdekt in de literatuur.)
Gerard schrijft als volgt: “Antonius behoorde niet tot het dagelijkse soort stervelingen, zoveel is duidelijk bij alles wat hierna volgt”.
Hij trok hierna na de onherbergzame woestijn, zijn besluit stond vast hij ging leven als de arme Job.
Hij leefde in kleine schamele hut, hij liep ongeschoeid, droeg een haren onderkleed, een mantel van schaapsvel met kap en zwarte lederen gordel. Hij bracht zijn dagen door in gebed en boetedoening, met lezing in de H. Schrift en allerlei handwerk.