Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Demuynck Jan, Dom Acharius Geboren op Tombroek op 27 april 1878.
In het klooster getreden te Maredsous bij de paters Benedictijnen op 2 september 1897
Priester gewijd op 31 augustus 1903
Hij zong zijn eremis te Rollegem op 30 september 1903, en werd bijgestaan door de huidige Pastoor (4 augustus 1903) Hugo Verriest, van Ingooigem
Er werd plechtig gepredikt door Z.E.P. Remi De Saegher, O.S.B. Oud onderpastoor van St.Jan Brugge,
Benedictijn in de abdij in Brazilië.
Hij werd missionaris in Brazilië, alwaar hij naar toe trok op 1 november 1905.
Hij werd Vicaris Generaal van het bisdom Rio Branis benoemd in 1908
Hij overleden in het hospitaal te Belem in Rio Branco op 10 februari 1911
(Gegevens van Vastenavond 1914)
Onze vriend Dom Acharius Demuynck.
Ter gedachtenis zijner Eeremisse
Gedaan in de kerk van Rolleghem
30 september 1903 Heel Rolleghem-ter-leije Is blijde en welgezind. t Zijn trompen en schalmeien En gevels wel bepint.
Omdat een kind der streke Heel deugderlijk en vroed, een monik – munk in ’t spreken -Zijn eeremisse doet
Wij zijn wel dicht bij Frankrijk Maar doen nog niet gedwee Met het vervallend kankerrijk In paterszaken mee.
Wij vinden dat de pater Die bid en boete pleegt, ver van het valsch geklater Der wereld, God beweegt.
Wij hebben het geloove En achten het gebed; Wij kennen God hier boven En eere zijne wet.
En daarom staan uw maten Vandaag rond u geschaard, Die alles hebt verlaten Wat dierbaar was op aard
Uw zuster en uw broeder, Uw maagschap heel en gansch, En uw edele moeder Die u zoo mint nochtans;
En wagen, met betamen Een vrijen Vlaamschen dunk: “Gij zijt Demuynck bij name “Blijft steeds een trouwe munk”
Abbaye de Mardsous: Dit heeft hij zelf geschreven:
Dom Achaire Demuyck; naam en voornaam in de wereld Jean Louis Demuynck, Pierre Francois en Nathalie Himpens.
Geboren: Rollegem. Datum, 27 april 1878 , West- Vlaanderen.
Gedoopt: Idem Diocesaan Brugge
Gevormd Rollegem in de zomer van 1889 dag? Plaats te Rollegem. Kerkvoogd: door L. Gr. Mgr. Faict, bisschop van Brugge.
Studies: richtlijnen van collegies universiteiten, semenaries met de datum van ingaan en uitgaan.
Een jaar voorafgaande Studi (1890-91) in het instituut St Louis in Dottenijs (West-Vlaanderen)
Zes jaren humanitaire studie in het St-Amand collegie in Kortrijk ( 1891-1897).
Ik ging naar de lagere school te Rollegem.
Kleding, dag, en Abdij.
Op 12 september 1897 in de abdij St- Benoit in Maredsous.
Ingang, Noviciaat, datum, plaats en naam van het geloof: van 24 januari 1898 met de naam van broeder Achaire in de abdij van St- Benoit de Maredsous.
Plechtige professie, datum en plaats: 24 januari in de abdij Regina Coeli in Mont Cesar. 1902 in Leuven.
Studie wijsbegeerte (plaats, datum en graad.): Van Pasen 1899 tot Augustus 1900, in de abdij van Benedictus in Maredsous.
Studie godgeleerd ( plaats, datum en graad): Oktober 1900 tot de maand augustus 1904, in de abdij Regina Coeli van Leuven.
Andere studie ( plaats datum en graad) : Ik heb in mijn standvastigheid gehad in de Braziliaanse congregatie.
Onderdiakenschap ( datum, plaats en kerkvoogd) ; in de 4 tijden de 23 Pinksteren van 1902 in Mechelen door PS le Cardinaal Goossens van Mechelen.
Diakenschap (datum, plaats en kerkvoogd) 17/8/1902 in de kerk van R.R.P.P. Jezuïeten van Leuven, door Mgr. Van den Branden & Reeth N. titularis.
Priesterwijding (datum, plaats en kerkvoogd) de 30 augustus 1903 in de abdijkerk van Maredsous door Mgr; Heylen bisschop van Namen.
Afgezand in augustus 1904 door EH. Vader Abt Primaat met als opdracht de jonge abdij van St-André – Les – Bruges te leiden en er les te geven in Filosofie en
Filosofie en geschiedenis aan de klerken.
Op uitnodiging van EH. Vader abt Gerard Van Caloen, abt van Rio en vicaris generaal van de Braziliaanse congregatie, ben ik ingescheept in oktober 1905 naar het
Klooster van Santa Cruz in Ceara (Brazilie) om er gedurende 1 jaar te verblijven, hopende mijn gezondheid te verbeteren( problemen in de borst, hoesten) in dit droge
Klimaat. Ondertussen voel ik mij niet optimaal. Ik vroeg aan de EH. Abt Primaat en aan EH. Vader Abt Gerard van Caloen om te mogen terugkeren naar de abdij van St
Benoit de Maredsous. Ikl ben ingescheept te Fortaleza begin maart 1907. Ik verbleef te Maredsous tot september, tot EH. Vader Abt gerard Van Caloen langs kwam te
Maredsous. Op aanraden van EH. Vader abt Primaat besloot ik terug te kern naar Brazilie om me in te werken in de Braziliaanse Congregatie. Ik vertrok direct naar de
Abdij van St- André-les-Bruges en scheepte in voor Rio de Janeiro begin oktober. Hier werd ik benoemd tot ijveraar voor novicen en klerken-Instructeur en beschermer
Leraar Theologie, moraal en canonisch recht.
Eind januari van dit jaar 1909 werd ik benoemd tot overste van de eerste groep gezegende missionarissen die de wilde Indianen van Rio gaan evangeliseren?
Ik ga uiteraard daar in Boa-Vista de funtie van Vicaris Generaal uitoefenen. Wij gaan inschepen op 25 april dit jaar.
D. Achaere Demuyck is vroegtijdig overleden in Brazilie begin 1911( 5 februari). Hij werd als vicarus Generaal gestuurd naar Rio Branco als kloosteroverste van een kleine missie die met moeite was gestart. Daar is hij overleden onder de hakbijl van zijn inzet aan de oceaan van de mensheid.
Hij rust in de aard van Brazilie. Een kruis op ons kerkhof helpt ons hem te herinneren. Maredsous
Of het kerkraam in de kerk van Nootka op Vancouver Eiland waar een Vlaamse Pater E.H. Augustinus Brabant, levensgroot is afgebeeld, kerkraam dat niet geschonken werd door Vlaanderen of door België, maar door Spanje.
Geboren op 23 oktober 1845 in Rolleghem deed Father Brabant dienst als onderpastoor op Vancouver Eiland vanaf 1869, waar hij E.H. Seghers, later bisschop op Vancouver en Alaska leerde kennen. Daarna werd hij door deze Vlaamse bisschop op missie naar Friendly Cove op Nootka Land gestuurd. Niet alleen bouwde Brabant eigenhandig de kerk en het schoolgebouw, maar ook was hij vrederechter en geneesheer. Hij wist iedereen, zonder uitzondering tot het katholieke geloof te bekeren.
Veertig jaar lang heeft deze missionaris onbaatzuchtig het beste van zijn leven gegeven om zijn vreemde medemens gelukkiger te maken en wat bij te brengen. Waarom moet hij dan onbekend blijven in ons land?
Hopende dat deze bijdrage mag dienen om de priester inboorlingen “August Brabant” van naderbij te leren kennen, bedank ik hier: de Belgische ambassade in Ottawa, de verscheidene mensen welke bereidwillig hebben geholpen bij deze opzoeking en het zo mogelijk maakten dit stuk over “Vader Brabant” te kunnen plaatsen. Vader Brabant, heeft hier in de kerk van Rollegem geen plaats gekregen zoals diegene welke nu volgt, welke twee jaren later na hem werd geboren, en als XXII bisschop zal bekendheid verwerven, maar zijn verdiensten waren daarom niet de miste. Weliswaar in een ander land maar daarom niettemin zeker evenwaardig aan te halen. Ten huidige dage is de figuur van Vader Brabant nog immer hoog gehouden in een land als Canada.
Weet gij hoe die bruggen gemaakt zijn! ’t Is juist gelijk eene reke zaagschragen, al neven malkander gezet; daar twee balken met schenen over gesmeten, en roef, erover! Alles kraakt en wikkelt; ‘t Is een vreezelijk dingen om zien, vooral als ’t gebeurt dat men te midden eene brugge van twee of drie honderd voeten langde, stil moet staan omdat de beweginge van de brugge te groot is.
’t Was reeds sedert vier dagen dat we dapper vooruit gingen. Morgen zeide men ons, zullen we tot san Francisco toekomen: vreugdig om dat nieuws kroopen wij ’s avonds omhooge in ons bedde, ’t is immers geheel in den top van de voituren dat die bedden zijn. Maar eilaas, wij waren der nevens. Omtrent 1 ure ’s nachts wierden de machinisten geware dat er eene bende koeien langs de bane op de berg liepen; om die vreesachtige dieren te doen van het convoi wegvluchten, schuifelende zij gedurig; inderdaad zij liepen langs alle kanten verbaasd weg, ja zij kwamen over den ijzerweg naar de Humbolt rivier toe, en alzoo gebeurde ’t dat er twee, die ook vluchten wilden, hunne pooten door een brugsken schooten en van het convoi in stukken gereden werden.
Gemakkelijk is het om verstaan dat het convoi van de schenen liep, nochtans, niemand en was verongelukt! Maar wat gedaan? Wij stonden daar nu, op eenen groten afstand van twee statien, met meer als 150 reizigers! Luistert: Eene tafel wierd uit eenen wagon genomen en in de weede geplaatst, terwijl een van de conucteurs eenen draad van den telegraaf losmaakte. Instumenten wierden bijgebracht en welhaast speelde de telegraaf juist gelijk in de steden. Men kondigde ons ongeluk aan in de naaste statien; twee machinen kwamen op, met volk en werktuigen, en om 9 uren ’s morgens was alles effen.
In de “Gazette van Kortrijk” lezen we het volgende: “In 1873 werd hij door de bisschop, Mgr Segers, naar de Westkust van het eiland gezonden, om daar een nieuwe missie te stichten. Daar was hij de enige blanke in dat ongastvrije oord, waar de woeste inboorlingen mensen eten, en leven van Roof en zeeschuimerij.
Te Hesquiat richtte de heldhaftige priester, gans alleen, doch niet zonder de grootste moeite, een missie in.
Gedurende het eerste jaar zijner bijzonder lastige zending, braken de pokken uit, en de hoofdman der wilden verloor door de smetziekte zijn vrouw, zijn dochter, zijn zuster en haar familie. Gelovende dat de blanke de oorzaak was der plaag , loste hij twee vuurschoten op de heldhaftige missionaris, waardoor de hand verbrijzelt werd en hij erg in de rug werd gewond.Hij werd gered en herstelde in Victoria.
Eerst 11 dagen later kwam een dokter hem verzorgen. De moedige priester genas tegen alle verwachtingen in. Later heeft hij nog meer dan een aanslag op zijn leven doorstaan, doch hij ontkwam al die gevaren zonder letsel. Langzamerhand gevoelden de wilden de verzachtende invloed der christelijke leer, en op dit ogenblik zijn er te Hesquiat geen heidenen meer.
Toen Z.H. Aartsbisschop Orth zijn waardigheid neerlegde, werd de E.H. Brabant bestuurder van het diocees te Victoria. Nu drie jaar later(1876) werd hij opgevolgd door Mgr. Macdonald.
Priester Brabant was zelf bisschop geworden, doch over vele jaren dodelijk gewond, bleef hij zulke letsels bewaren, dat ze zijn leven lang een waar afsteeksel zouden geweest zijn voor zo een verheven waardigheid. Mgr. Brabant trok zich wegens ziekelijkheid terug in het Sint-Jozefsgesticht, waar hij in juli zacht in de Heer is ontslapen. Hij Overleden er op 4 juli 1912
Mei 1908, een Belg Aartsbisschop in de Verengde Staten. De Eerwaarde pater August Brabant, afkomstig van Kortrijk.(Rollegem word niet vernoemd) volgt Mgr. Orth op, die uit hoofde van ziekte, zijn bisschoppelijk ambt heeft moeten verlaten als aartsbisschop van Victoria. Sedert lange jaren reeds, wijdde de ijverige missionaris zich toe aan de voortplanting van het geloof tussen de Roodhuiden der westkust van Noord-Amerika, waar hij zeer geacht werd.
Sedert de opofferende werking van E.H Brabant is de Westkust zeer veranderd. Er is nu geregelde stoomvaartverbinding en zelfs spoorweg. En de Benedictijnen oogsten nu te Hesquiat en Clayoquot de eerste vruchten van het zaad met zoveel bezwaren uitgestrooid door de Rollegemse zending den E.H Brabant.
Hij was de eerste priester die permanent verbleef aan de westkust van Vancouver Island sinds het vertrek van de Spanjaarden in de late jaren 1700. Brabant kwam aan als 29 jarige katholieke priester aan boord van de achtentwintig- ton schoener Surprise, en hij zei de bediener te worden van “ de armste kerk van het christendom op Hesquiat, aan het noordelijke uiteinde van de Clayoquot Sound, over een vier uur durende boottocht vanuit Tofino. Zoals reed hoger beschreven werd hij niet lang na zijn aankomst getroffen in zijn rechter hand, door hagel uit het geweer van “Chief Matlahaw”.Terwijl zijn wonden werden verzorgd in een kreek, beschoot “Chief Matlahaw” hem nogmaals , deze keer kreeg hij de hagel in zijn rug en schouder. E.H. Brabant werd gered door een Britse oorlogsman HMS Rocket. De priester werd overgebracht naar Victoria alwaar hij herstelde. De reden van dit voorval was te wijten aan het feit dat“Chief Matlahaw” dacht dat de priester de oorzaak was van het uitpreken van de vreselijke ziekte “de pokken” . Na zijn herstel kwam de priester terug, hij steeg in zijn reputatie, hij sprak de plaatselijke taal welke hij had aan geleerd, hij deed er de mis, leerde ze het Onze Vaderen verzette zich hardnekkig tegen Nuu-chah-nulth sjamanen. Doch ze verweten hem voor de afwezigheid van voedsel. Ze lachten om de leer, waar in zij hen onderrichte. Met het kruisteken kon hij niets aanvangen, hij was geen blanke man, nog indiaans, hij was voor hen en “Chigha” de duivel.
Eenige maanden later verliet Mijnheer Brabant huis en thuis, broeder, zuster en maagschap, om Gods willen, en trok henen naar het land dat God hem toogen zou, op zoek naar honderdvoudige belooningen van ’t Evangelie, en naar ’t eeuwigdurende rijk des Hemels. Hij ging te schepe binnen An,twerpen, den 28 oost 1869, wezende zijn patroondag, en was, in het afreizen tot aan Vlissinghe vergezeld door zijnen Heer Broeder; Heer Julius van de Ghinste, zijne rechtzweer, subdiakensedert 31 juli laatstleden; de Heeren Arthur Croquison en broeder Schelstraete en Alphons Ghyoot, studenten ter Hoogeschool te Leuven.
Bij zijn aanlanden in America schreef hij eenen langen brief, waarvan de voornaamste uitreksels luiden als volgt:
“Vertrokken uit Belgenland, 29 Augusti, ben ik eindelijk, 18 october, in Victoria toegekomen.
Dijsendag, omtrent 8 uren ’s morgens, verlieten wij Detroit en kwamen,’s avonds om 7 uren, in Chikago toe; des anderndags,’s avonds om 9 uren1/4, verlieten wij die schone stad, en om 4 uren ’s morgens reeden we over de Mississipi. Meer als twee dagen enzagen wij bijkans niets anders als weeden en effenen grond. ’t Is eene woonderbaar schoone streke, die maar de werkzame hand van den landbouwer af en wacht om rijke vruchten voort te brengen. ’t Was daar, aan den kant van een kleen water, dat wij de eerste indianen of wilden zagen. Hoe stonden zij te kijken naar het convoi.
’t Was tusschen 10 en 10 uren ’s avonds als wij in de nabijheid van Omaha kwamen. Nooit in mijn leven en heb ik zulken avond gehad! Voor alleer wij in de stad of beter het dorp Omaha traden moesten wij de Missouri overvaren. Wij trokken dan allen uit het convoi en naar de boot, tien minuten verre, logement in de stad gaan zoeken. Het regende en bliksemde, gelijk ik het nooit rond Kortrijk geweten hebbe, en het was helledonker!
Iedereen trachtte in een voiture te springen, zoodanig dat er geene plaatse meer en was als wanneer wij het ook meenden te doen. Wij trokken dan te voete naar de stoomboot, wij waren nat en ’t was al! Maar over de riviere was het wat anders! Wij waren nog eene kleene halve ure van Omaha; het regende slagwater, het donderde van langs om meer, en wij zagen geen vijf voet vooruit:wij moesten erdoor en wij en kenden den weg niet, en ’t en was niemand om ons te geleiden. Nu, wij deden wat wij konden, om het licht der voituren te volgen, maar ’t was eene state ten minsten zoo slecht als de vuilste staten rond Kortrijk, en wij slierden van den eene kant naar den anderen. Welhaast maakte ik mijn bedde, wij lachtten gelijk zotten en wij zweeten dat wij
Leekten. Mijne moet hernemende, riep ik tot de andere; Vogt mij na, komt! Ik had een reiszak op mijn schouderen en mijnen hoed onder mijnen arm, haastig gingen we vooruit, toen ik al met eens, slibberende, onderste boven in eene dijk van misschien 15 voeten diep rolde. Daar lag ik nu, en ‘k weet niet hoe het kwam, ik kon er bijna niet uit, zoodanig van het lachen.
Nooit en heb ik zulken geestigen avond gehad, maar ook nooit zulken schrikkelijken. Als wij ’s anderendags van Omaha vertrokken, ’t was om bijkans drie dagen in het convoi te zitten, zonder staan, of ’t en zij om voedsel te nemen. Op 25 september waren we reeds over Cheyenne; aldaar zagen wij het ijs op het water; de sneeuw lag op den grond, en ’t was bitter koud; wij trokken onze winterkleêren aan en de stoven wierden ontsteken in het convoi. Geen wonder dat het koud was, wij waren immers meer als 8000 voeten boven de vlakte van de zee. We waren op den berg geklommen zonder het vele te merken.
Wij hadden en haast niets anders als bergen en rotsen van Sumnutberg tot aan de Californien. Ik weet wel dat het op een zondagmorgen was dat wij naar een plaatse, Primontery genoemd, opreeden. Een tweede stoomsleper nam de helft van onzen trein, en in 20 minuten tijds waren we meer als drie duist voet hoog gevoerd! ’t Bijna ongeloovelijk, niet waar? Toen wij aan de Nevadabergen kwamen, hadden wij de schrikkelijkste Tooneelen. Duikers van twintig minuten lang, door de hardste rotsen geboord, en valleien van drie honderd voeten diepe, waarover een krakend brugsken lag!
Brabant August: Geboren op 23 oktober 1845, broeder van Prudent. Zijn oudstgekende voorzaat op Rollegem is Pieter Joseph Brabant, geboorte van Leers, over Herseeuw. Getrouwd met Maria Lezy, ook van Leers. Bij het kopen van zijn hagepoorterschap van Kortrijk, noemen ze hem op 3 juli 1742 “ Pierre Joseph De Brabant, fils de Noël, né à Lers, maintenant à Rolleghem”
Van Brabant –Lezy komen rekewijs: 1° Antone Brabant, man van Maria malfait.
2° Frans brabant, man van Chatharina Herbau.
3° Pieter Joseph Brabant, man van Chatharina Van Overschelde.
4° Maria Ludovica, leopold, coleta, Polydoor, Prudens, en August, allen ongetrouwd.
Priester gewijd te Mechelen op 19 december 1868.
In Antwerpen ingescheept naar Amerika op 28 augustus 1869, aangekomen in Victoria op 18 oktober 1869
Missionaris in Amerika: bestuurt er een tijd het bisdom waaraan hij toebehoorde. (Victoria Brits Columbia)
Wat Meneer August was als priester vernemen we vanuit “Rond den Heerd” 1870, blz. 316, evenals uit het opstel van E.H. Vander Heyde, The American College Bulletin. Louvain, 1912-13-14.
Menheer Augustinus Brabant, een deftige en ijvervolle missionaris, van wien Vlaanderen eere zal halen, ist ’t hopen werd in 1845, te Rollegem geboren, van een christelijk en welstelende ouders, welke hij nooit gekend heeft. Hij werd opgevoed door zijn nonkel. Zijn vader immers, Pieter Joseph Brabant, stierf te Rollegem, den 28 april 1847, en zijn moeder, Katheline van Overschelde, ’t volgende jaar, den 5 oktober, achterlatende Polydor en Ludovica Brabant, alle beê jong overleden te Kortrijk. Coleta, Heer August voorzeid, en den eerweerdigen Heere Prudens Brabant, surveillant in de kostschole te Dixmude, en priester gewijd te Brugge den 7 november 1869. Dit was acht dagen voor dat onze eerweerdigste Bisschop naar ’t Concillie van Roomen toog.
Heer August deed zijne eerste scholen bij Meester Felix Benoot, te Marke, en zijne latijnsche scholen in ’t collegie van sint Amand, te Kortrijk. Hij was te enden zijne Rhetorica den 10 oost 1865, en trad, korts nadien, in het Americaansch semenari, te Leuven, onder Monsignore De Neve.
Tot priester verheven binnen Mechelen den 19 december 1868, zoo zong hij ’s anderdaags, ten 10 uren zijne eerste Messe in Sint Rochus, te Kortrijk, zijne aangenomen prochie, hebbende voor Diaken Heer Camil Maes, inboorling en student van Kortrijk, en nu eensgelijks Missionaris in America, en tot Subdiaken Heer Prudens voorzeid. Heer Pastor Eduard Verraes droeg de cappe en stond Index Den volgende Zondag zong August eene solemnele Messe van dankbaarheid in ’t Collegie, alwaar hij studeerde, present zijne leermeesters, en talrijke medegezellen van vroeger date, die allen zeer in den Heere verheugden over het onmeetbaar geluk dat hun kind en broeder,dezer dagen , was te beurte gevallen.Hij was de 1ste priester die permanent verbleef aan de Westkust van Vancouver Island (Canada) Hier stichte hij de 1ste Europese religieuze missie. Van 1875 tot 1908 werkte hij in Hesquiat( een van de wildste kustgebieden)
Broeder Edmond Deltour, lekenbroeder S.J. werd geboren te Rollegem op 28 februari 1863. Vertrok naar West – Bengalen op 12/11/1904 en overleed te Kurseong India op 30 juni 1911
Broeder André Hindrickx, late roeping, wie kent zijn stemmige schilderijen en etsen niet van de kerk of andere stemmige zichten van Rollegem. Als missionaris van Scheut, werkte hij naar Mgr. Vancauwelaert te Inongo Congo . Ontwikkelingswerk van eerste rang. Hij leerde de jeugd stielmanschap aan, zodat zij zouden kunnen zichzelf vooruit helpen. Naast zijn werk het college Kutu LL 11 Rip Déus Congo B.P. 34 doet men beroep op hem voor het schilderen van scholen en kerken.
Uit het gazetje :” ’t staartje van St Antonius zwijnte” Broeder André Hendrikx, onlangs tot vakschoolbestuurder benoemd en belast met het bouwen van een zusterklooster in Belgisch Kongo schreef:
Katholieke missie, Inongo Beste vrienden, ik zit hier op mijn kamer, op 75 m, afstand van het meer en bijna 10 meter boven de waterspiegel. Tussen het meer Leopold II en ons woonhuis loop een weg paralleel met ons huis, zodat wij steeds alle verkeer, meest voetgangers kunnen gade slaan en horen. Zojuist hoorde ik nog een hevig lawaai, ik keek door het venster van muggengaas, en zag enkel een vrouw voorbij stappen, die al dat lawaai alleen miek. Zij was aan het declameren tot haar zelf. Ja, ’t zijn aardige kwasten, of kwastinnen ( bestaat dit woord al?) De laatste tijd heb ik het nogal druk, vooral nu wij met de bouw begonnen zijn van een nieuwe kapel bij de zusters. Ik moet de metsers, schrijnwerkers en briekenslagers tonen en zeggen, met handen en voeten wijs maken dat ze recht en niet scheef werken. Dat ze moeten gele grond gebruiken in plaats van zwarte. Dat ze de nagels moeten op de kop slaan, dat ze geen halve maar een volle kuub moeten verwerken. Dat ze niet te lang moeten nadenken voor dat ze beginnen , en niet te vroeg mogen ophouden alvorens te eindigen, enfin een hele boel dingen die wij heel natuurlijk vinden, normaal, maar waar zij niet zo over oordelen. Ofwel wat meestal ’t geval is, het gemakkelijkste nemen. Zouden de oude Belgen ook zo geweest zijn, dan is het vel veranderd……
Eerwaarde pater Robert Hoornaert Saliziaan van Don Bosco. Geboren op 22 februari 1906. Hij legde zijn eerste geloften af op 29 augustus 1927. Hij werd priester gewijd in Oud-Heverlee op 2 februari 1936 en deed zijn plechtige eremis te Rollegem op 13 april van het zelfde jaar. Hij was leraar en assistent te Luik 1930 tot 1932. Leraar te lubumbashi in Zaïre van 11/ september 1936 tot 1946. Leraar, biechtvader, catechist en daarna verantwoordelijke voor de medewerkers te Sint-Pieters- Woluwe van 1953 tot 1975. Hoe Kristalhelder klonk zijn lach en hoe blij verwelkomde hij met zijn stem, hoe klaar was zijn inzicht.
Edward V. Demey: Eerwaarde pater Gabriel van het H. Hart van Jezus, werd te Rollegem geboren in 1858, en vertrok op 16 jarige leeftijd naar Frankrijk. Daar leerde hij de Passionisten kennen. Hij sprak zijn H. Geloften uit op 28 oktober 1876, en na het voleindigen zijner studies werd hij in het jaar 1882 priester gewijd. Zijn eerste priesterjaren bracht hij door in verschillende kloosters van België, Frankrijk en Italië. In 1905 werd hij naar Noord-Amerika gezonden waar hij gedurende 15 jaar zijn buitengewone talenten als professor en Directeur besteedde aan de opleiding der studenten. Talrijke anekdoten worden over hem verteld die getuigen van zijn opgeruid karakter, zijn schalkse humor en tevens van oprechte broederliefde. Om die hoedanigheden werd hij dan ook door iedereen geacht en bemind.
Merkwaardig is ook dat hij benoemd werd tot eerste directeur van de grootste beweging der Retraites voor leken door Kardinaal O.Conellen op touw gezet. Pater Gabriel is volkomen in dit nieuw ministerie geslaagd, zodat thans het Retraitehuis van Brighton als een der best georganiseerd geldt. Om zijn diepe mensenkennis, zijn gezond oordeel en grondige deugd was hij een gezocht biechtvader en geestelijk leider, ondermeer van de broeders Xaverianen en priesters van het Aartsbisdom Boston. Uitgeput door een jarenlange diabeet en ander kwalen, sleet hij zijn laatste jaren in het hospitaal Carney in South Boston. Op zijn lijdenssponde uitgestrekt herhaalde hij met zijn gewonen, eeuwige glimlach: Indien het God wil, ga ik ; indien God het niet wil wacht ik.
Na een ijverig priesterleven van vier en vijftig jaar, op den vigiliedag van Maria- Hemelvaart, is de goede Hemelmoeder, haar trouwe dienaar komen halen voor de eeuwige beloning
Jules Demeire: Eerwaarde Pater Andreas van den H. Antonius, werd geboren op 12 juli 1885 Te Rollegem, uit christelijke ouders. Tot den ouderdom van 16 jaar, was hij zijn vader in den landbouw behulpzaam. Gedurende zijn laatste ziekte vertelde hij nog hoe zijn roeping ontkiemde door het bezoek van twee dorpsmakkers. Passionisten Juvenisten, twee toekomstige missionarissen, de een in Bulgarije (P Paulus) en de andere in Noord-Amerika (P Gabriel) . Na zijn noviciaat in het klooster te Kortrijk ten jare 1880, werd hij naar Rome gezonden om er de retraite aan onze missionarissen te preken en werd er weerhouden als overste in het klooster te Roustchouck (Bulgarije). Daar zoals in België was hij steeds bezield met een waren zielenijver, zodat zijn biechtstoel steeds druk bezocht werd. Ook in zijn preken was hij gegeerd, omdat hij sprak mat een waar vaderhart en een warme liefde tot redding der zielen. Bij de scheiding der Belgisch- Franse provincie werd hij tot overste van het klooster der Passionisten benoemd te Kortrijk, en bleef er tot na de oorlog. Ingezien het te kort aan priesters in de Franse parochies, bood hij zich aan bij den Bisschop te Rijssel. Als pastoor bediende hij verschillende parochies bij het oorlogsfront gelegen. Na den wapenstilstand kwam hij weer naar Kortrijk, war hij met grote vreugde ontvangen werd. Maar hier wacht hem een jarenlang lijdensbed. Langzaam maar zeker zou de kanker hem uitteren en louteren, totdat hij op 16 oktober 1921 zacht in den Heer ontsliep.
Hendrik Corcellis: Eerw. Pater Paulus Maria van den h. Jozef. Hij werd geboren te Rollegem op 22 augustus 1850. Hij trad binnen in de congregatie der Passionisten. Hij ontving het H. Habijt te Hardinghem (Frankrijk) in 1875. Hij legde er de H; Geloften af op 28 oktober 1876. Hij werd priester gewijd op 10 december 1880. Kort daarop vertrok hij naar kortrijk, waar hij gedurende vele jaren aan het heil der zielen arbeidde. Daar het hem te gering toescheen wat hij in België tot Gods eer uitwerkte, bekwam hij de toelating zich als missionaris naar Bulgarije te begeven. Hier gaf hij zich met zoveel ijver en offervaardigheid aan dit arme volk, dat eenieder die hem gekend heeft getuigt dat hij met den waren geest van een apostel bezield was.
Door een zware ziekte aangetast, zag hij zich genoodzaakt naar zijn geboortestreek terug te keren. Nauwelijks hersteld, wilde hij weer naar zijn geliefde missie om er zich te slachtofferen voor de arme Bulgaren. En waarlijk men mag zeggen dat hij zijn leven gaf voor die verlaten zielen. Toen hij in 1908 andermaal dat land moest verlaten , was gans zijn gezondheid geknakt, zodat het veranderd klimaat maar een kort herstel meebracht. Zo uitgeput van krachten, bekwam hij van Rome de toelating de votief mis van Onze Lieve Vrouw te lezen, wat hij dan deed tot januari 1911. Een nieuwe kwaal gevoegd bij de reeds onderstane uitputtingen bracht hem op de rand van het graf. Volkomen onderworpen aan Gods Wil, schrikte hij niet terug voor de dood, en in de beste gesteltenissen gaf hij zijn ziel aan de Schepper terug.
August Brabant, geboren op 23 oktober 1845, priester gewijd te Mechelen op 19 december 1868. Uit Antwerpen naar Amerika ingescheept op 28 augustus 1869. Te Victoria aan gekomen op 18 oktober 1869.
In 1873 werd hij naar Vancouver Island gezonden, om daar een nieuwe missie te stichten. Daar was hij de enige blanke in dat ongastvrije oord,waar de woeste inboorlingen mensen eten, en leven van roof en zeeschuimerij. Te Hesquiat richtte de heldhaftige priester, gans alleen, doch niet zonder moeite, een missie in.
Brabant ware zelfs bisschop geworden, doch hij werd dodelijk gewond, en bleef zulke letsels bewaren, dat zijn leven lang, een waar afsteeksel zouden zijn geweest voor zo een verheven weerdigheid.
Zuster Begga, Afra Theys, van het klooster der zusters H. Vincentius a Paulo van Anzegem, alwaar ze lerares was in het regentaat voor meisjes. Ze was de eerste van haar congregatie om samen met zusters uit Wervik en Roeselare een middelbare huishoudschool op te richten te Oevira, provincie Kivoe in Congo. De rebellen hebben haar lichamelijk veel pijn aangedaan, maar nog meer ziele pijn met haar school te verwoesten. Na een kort rustverlof opnieuw naar Bukavu gegaan, maar ook daar heeft ze het moeten opgeven. Daarna werd ze werkzaam met de zusters van Deftinge in de normaalschool, onderwijs voor meisjes in Ruanda B.P. 70 Cyanqugu.
Zuster Marie-Madeleine Millecamps, Dame Marie- Hildebrand, Kanunnikessen Missionarissen van St- Augustinus : een vrijgestelde propagandiste van de K.A.V. Gewestleidster van de Kajotsters, welke per fiets al die afdelingen bijhield. De Huishoudregentes wie kende haar niet?
In het “Gazetje” van de soldaten: “Staartje van St Antonius zwijntje” lezen we het volgende (spijtig maar we vinden gen jaartal) : In het huis des levens, waar Gods aanwezigheid sterkend werkt, ontloken de schoonste roepingen. Sinds Pasen namen dit jaar ook weer een heelstel jongens en meisjes, de verantwoordelijkheid en de schone taak op zich een christelijk te stichten. Op 1 mei trad Mej. M. Madeleine Millecamps, regentes, in het klooster der kanunnikkessen-missionarissen van den H. Augustinus, waar zij zich voorbereidt voor de missie.
Haar werk op de Antillen is ook sociaal werk, van dorp tot dorp met de “Jeep” om kooklessen en huishouden aan te leren, aan oudere meisjes en jonge vrouwen. Zij volgde vervolmakingcursus in het sociaal centrum in Jamaica, om daarna opnieuw haar volk nog beter te kunnen helpen. The convent Montserrat West Indies. Haar eerste afreis was op 4 januari 1957. Op 6 oktober 1968 vertrok ze terug naar de Antillen
zuster van eerst genoemde, geboren op 18 november 1918. Ze werd geprofest op 12 mei 1944. vertrok na de tweede oorlog als verpleegster in het ST- Jonh Berckmans Convent, 431 West 71 Street New York 10036 N.V. Zij bezorgt ook veel geneesmiddelen aan de missieposten op de Antillen, waar zij ook nog werkzaam was. Missionaris in de Caraïben en de U.S.A. Van 1947 tot 1973. Haar derde afreis was op 5 juli 1968.
Het moet ergens rond de jaren 1953 à ’54 geweest zijn het was in de periode dat E.H. August (Gustje) Willems Rollegem moest ruilen voor Wulpen. Het volk van Rollegem had hem overladen met geschenken. De som van 16.000 fr. voor zijn bromfiets en vele andere geschenken. De Rollegemnaren waren met 6 volle bussen en een 20 tal privé wagens meegetrokken toen hij werd ingehuldigd.
Dat vonden we in een blaadje welke werd toegezonden aan de soldaten van Rollegem met als titel “ ’T Staartje van St. Antonius zwijntje.”
“Rollegemnaren over zee” Uit een brief van E.D. Marie-Constantin (Mej. Marie-José Brouckaert) uit NEW-York, USA, en dat drukten ze over:
Ik heb reeds vroeger over mijn apostolaat langs de verzorging ten huize van zieke en arme mensen. Ik heb u eveneens gemeld dat ons een belangrijke taak is opgedragen, nl; het godsdienstonderricht aan jongens en meisjes der staatsscholen. Thans wil ik U een woordje zeggen met betrekking tot een nieuw groot probleem, heel nauw verbonden met de laatst genoemde apostolaats tak. Sedert enkele jaren zijn tamelijk veel Spaanssprekende families, afkomstig van Porto-Rico, zich in de Westkant New-York-stad komen vestigen hopende zich hier beter bestaansmogelijkheden te kunnen verzekeren, zo hennen wij meerdere dergelijke gezinnen in de buurt. Op enkele meters afstand van ons klooster, wonen in een appartementshuis, slechts een weinig groter dan onze woning, waar niet meer dan 15 zusters gerieflijk kunnen gehuisvest worden, een veertigtal Spaanssprekende kleinen, die tot 8 à 10 verschillende gezinnen behoren. In die gezinnen heerst ellende, materiële ellende ongetwijfeld, maar hun godsdienstigheid over het algemeen beperkt zich daartoe. Vaak komen dan ook meisjes en jongens bij ons aankloppen voor catechismusonderricht. Ze behoren niet zelden tot de hogere klassen van het lager onderwijs en weten soms niet of ze reeds hun eerste H. Communie deden of gevormd werden. Toen wij eens navraag daden naar de eerste communie van een hen, gaf ze ons als nadere inlichtingen daaromtrent: “ Ik heb die ronde witte pil gekregen toen ik nog heel klein was en in het gasthuis verbleef” Beste missievrienden, dit klein typisch staaltje van hun godsdienstig doorzicht laat U onmiddellijk inzien hoe gering hun kennis is van het enige noodzakelijke. Er is grote nood en wij missionarissen, die het sterke verlangen in ons dragen” alles voor allen” te worden, zijn bereid en verlangen gretig thans de Spaanse taal grondig te leren en zo een nieuwe mogelijkheid te hebben om meer degelijk werk te kunnen verrichten. Twee onze zusters zijn daar reeds mee begonnen. Ze getuigen: “ De uitspraak is eerder gemakkelijk, het vertrouwd geraken met de woordenschat is moeilijker, doch de spraakkunst, de vervoegingen der werkwoorden b.v. is een harde taak….”
Ik wil thans heel hartelijk dankzeggen aan de vele, trouwe vrienden uit mijn geliefd Rollegem, die zo edelmoedig hun bijdrage storten voor mijn apostolaatwerking New-York. Telken jare is uw milde gift, verzameld door onze “Sterrestoet”, voor mij een blijde verrassing. Ik ben er uiterst gevoelig aan eens te meer te ondervinden dat afstanden niet bekwaam zijn diepe vriendschap te breken, maar zelfs de schakels dichter kunnen vastsnoeren.
Dit jaar was de opbrengst van de sterrestoet: 4.840fr. het zij 1100fr. meer dan verleden jaar en de hoogste reeds bereikte som.
Op vraag om het een en het andere te vernemen over de Amerikanen, wil ze heel gaarne aan dat verlangen voldoen. Ze schrijft als volgt: Het kwade van de Amerikanen wordt zonder twijfel ten zeerste gepubliceerd langs radio en cinema, terwijl het goede veel te weinig bekend gemaakt wordt.
Een mis rond twaalf uur ’s middags, stampvol met mensen die al een halve dag gewerkt hebben, waarvan vele nuchter bleven en te communie gaan. Dit is een dagelijks schouwspel. En niet alleen vrouwen maar evenveel en zelfs meer mannen. Dit wordt gedaan gedurende hun “Lunch hour”
In de kathedraal zijn er altijd, heel de dag door , mensen te vinden die voor een kwartier of meer komen bidden. Veel mannen doen dat en het is opvallend hoe godvruchtig die daar neerknielen. Men ziet dat ook in ons Belgisch kerkje en in andere kerken.
Genootschap van de H. Maagd voormannen, genootschap van de H. Rozenkrans voor vrouwen, katholieke actie voor studenten, jongens en meisjes, congregatie van O.L.Vrouw, voor jongens en meisjes (zeer actief).
Het werk der jaarlijkse retretten( retraite) voor mannen zowel als voor vrouwen is zeer uitgebreid, ook dat van de maandelijkse recollectie. Het dagelijks rozenhoedje wordt gebeden in ontelbare families.
Er zijn katholieke programma’s voor radio en televisie, hoewel niet genoeg. Er zijn geen katholieke dagbladen, doch elk bisdom heeft zijn eigen katholiek weekblad. Er zijn vele goede katholieke maandschriften die een grote oplage hebben. De “Christofer movement” bestaat sedert enkele jaren om Christus in het publiek leven te brengen. Dit bewerkt heel veel goed onder de katholieken zowel als onder niet katholieken. Wat mij vooral getroffen heeft toen ik hier aankwam is de naastenliefde en de eerbied welke Amerikanen hebben voor kloosterlingen; en dit zowel bij niet katholieken als bij katholieken. Iets wat spijtig genoeg heel veel voorkomt zijn gemengde huwelijken. Gisteren nog werd in ons kerkje een huwelijk ingezegend van een jong Belgische dokter, goed katholiek met een niet katholiek meisje.
Ze overleed te Heverlee op 6 januari 1993. Haar missionaris leven in Amerika en in Dominica, heeft ze in eenvoud en trouw geloof met woord en daad beleeft.
In België, toen in de gemeenschap van Roeselare, was haar oprechte dienstbaarheid een getuigenis van gegeven aan medezusters in nood.
Juffrouw: Marie Louise Brouckaert, Dame M. -Sylvere kan. St Augustinus
Geboren te Rollegem op 22 februari 1914. Vertrok naar de kleine Antillen op 30 juni 1938, daar is zij steeds werkzaam geweest in het onderwijs van de meisjes van de Caraïben bevolking. Ze verbleef er tot 1969, na haar verblijf aldaar kwam ze op rust in het rusthuis te Schilde, een rusthuis voor Scheutisten, alwaar ze helpt in de keuken.
De 30 jaar van haar missieleven bracht ze dikwijls door in haast onhoudbare situaties: les geven in de meest armtierige omstandigheden, in overbevolkte klaslokalen. Geheel haar leven was aan de missie gewijd.
Daarna kwam ze naar Heverlee in dienst van de missieprokuur. Opdat de zieke en opgewerkte missionarissen het er goed zouden hebben. Ze overleed op 18 juli 1995 te Heverlee
En zo kunnen we nog lang doorgaan, maar wie zijn ze? Wat verrichten zij? Waar zijn ze werkzaam?
In 1939 Werd er hulde gebracht aan de zendelingen van de dekenij Moeskroen. Zijne Heiligheid Paus Pius XII de 261st opvolger van de H. Petrus. Zijne Hoogwaardige Excellentie Monseigneur Lamiroy Bisschop van Brugge. En de Zeer Eerwaarde Heer Kanunnik Hosten pastoor deken van Moeskroen. Op den vooravond van het missiefeest 2013, zie hier onze bijdrage en herinnering aan al het mooie werk wat zij hebben van zich zelf gegeven.
Kerkmis, was vroeger bij de wijding van een nieuwe kerk, en daar we een volk zijn van feesten werd dit algauw Kermis.
Missiefeest? Een kloosterling, een pater, of een non of broeder, was toch voor enkele jaren en zelfs andere die er gewoon kwamen te sterven, was dat een feest? Toen dat de kerken nog vol liepen had het misschien doodeenvoudig kunnen gaan, de collectebus laten rond gaan en eens diep in den beugel gaan en met een goed hart geven en de missionaris kon welgemoed vertrekken.
Neen dus een eetfestijn werd opgezet, de magen van de blankenman goed gevuld, met spijs en drank, nog een lekkere taart, koffie en wat pintjes bier, de kinderen wat vermaak en zo vertrekt de pater naar de brousse. Jaarlijks, of tweejaarlijks zet het thuisfront zich in om de missionarissen te helpen. Nu er geen meer zijn op de parochie gaat het feest door voor kennissen of familieleden ginder in die verre gebieden. Zij kunnen het goed gebruiken en dat is klaar. Zo blijft ook het thuisfront aan hen denken, en kan men bij goed luk, ook de milde schenkers op de hoogte houden van wat er met de centen gebeurd.
Maar wat doen, hier in onze contrei zijn er geen meer, en moeten we ons tevreden stellen, met ze hier te vermelden, wij kunnen alleen nog dit voor hen doen.
Daarom, wat zij daar verrichten, hebben we niet meer, dan dit kunnen achterhalen, en zouden het op prijs stellen er nog meer te kunnen vertellen.
Een verhaal dat veel aandacht trok was het volgende gebeuren. Broeder André, was leraar in Kongo, en was bezig met zijn gasten een kerk of kapel te bouwen. Hij kwam in die periode terug naar Rollegem voor enkele maanden, en na zijn afscheid hier kwam hij terug bij zijn gasten. Groot was zijn verwondering toen hij al de have bakstenen zag liggen. “Wel” vroeg hij hen, “ wat heeft dit te betekenen” zij antwoorden hem, “dat het niet zou blijven rechtstaan, vandaar geen halve stenen.” Waarop de broeder het hen ging bewijzen dat die even goed kon met halve als met hele stenen. Toen hij aan de topgevel begon te metsen met halve stenen, trokken de mannen zich achter uit, ’s anderendaags zijn ze schoorvoetend komen kijken, en god ja het stond nog recht. Om u maar te zeggen.
Overtuigd dat vele paters, nonnen of broeders veel zulke en nog veel andere anekdoten kunnen vertellen, brengen wij hulde aan hen.
Wist U, gij lezer maar vooral de Rollegemnaar dat de grootste van onze missionarissen Father August Brabant is? Geboren te Rollegem op 23 oktober 1845, en overleden In Victoria op 4 juli 1912.
Uitgebreid gaan we hem voorstellen onder den titel “priesters inboorlingen”, maar hier al een voorsmaakje. We beginnen met onze Eerwaarde zusters, om te eindigen met onze broeders.
Het plaatselijk missiecomité met medewerking van den parochieraad en vele missievrienden organiseert op zondag 10 mei een feestavond ten voordele van onze vijf missionarissen. (een tweejaarlijkse inrichting van missifeest) ter opbeuring van de Rollegemse missionarissen.
Op het programma: optreden van het gekende orkest…… te 18 u Er wordt gezorgd voor hongerige magen en dorstige kelen. ( want wij eten en drinken ten voordele van zij die honger en dorst hebben.)
Misschien lacht het geluk je toe en wint u een mooie prijs mits betalen voor een lot van den tombola.
Wij mogen zeker rekenen op de erkentelijkheid van de beste onder de Rollegemnaar; “ onze Missionarissen”
Of nog op zondag 26 en maandag 27 augustus met de welwillende medewerking van geestelijke en burgerlijke overheid, begin: ’s zondags vanaf 3 u en ’s maandag vanaf 4 u. Waar parochiale zaal Kerkstraat.
Doel: Eerw broeder Andre Hendrickx, onze sympathieke en dorpsgenoot die binnen kort naar het missieland Kongo vertrekt, in zijn missiewerk steunen.
De Eerw. Broeder zal het missiefeest met zijn tegenwoordigheid vereren.
Op het programma: Ijskreem en frisco: specialiteit : De Likkebaardjes.
Moderne visvangst in droog water.
Ringpassen: Voor lassowerpers en drinkebroers.
Schietkot: “in de vijf rozen”.
Koppensnellers: Vooral atleten zijn welkom
Doorlopende Loterij: van honderden voorwerpen geschonken door liefdadige winkeliers en handelaars van Rollegem.
Confetties en Serpententies: Vredebombardement, het rode kruis is ter plaatse.
Fritten: Zout en pickels aande eer.
Posterijen: Binnen en buitenlandse post. Briefgeheim blijft ongeschonden. Dommigheden zonder taks. Liefdesavonturen. Censuu!!!
Verkoop per Amerikaans opbod: Geen oorlogstocks!!! Pasmunt.
Waarheid (of leugens) door de waarzeggende filosoof PASVITA ABDEL KADRA.
Reuzentombola: Loten…..mensen…. altijd wensen! En meestal….. nooit niemendal!
Cirk kommo-Leuto-Lacho: Altijd nieuwe dommigheden. Lijkebidders, a.u.b.
Balletten: afwisselend met cirk.
Reklaamuitzending en aangevraagde platen.
Drank- en spijshuis: “ In de witte kat”: God zij gedankt, we zitten bijkans aan den drank, voor koude gerechten, mensen niet vechten! Er zijn er genoeg. Rookgerief op de koop toe.
Gebak: Bijt, knabbelt smult, en zo is rap de maag gevuld.
In den Lekkerbek: Zoete mondjes, zure tandjes, kleine hondjes, leuke klantjes.
Missietentoonstelling: Werken van André aan de eer.
Voetbal: Met de kop of met de teen, speelt men altijd ‘tweede been
Draaikraam: Draai ge wijs, dan hebt ge prijs.
’s Avonds prachtige verlichting
Het feestcomiteit is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen. Besten dank aan allen die tot het welslagen van het missiefeest iets bijdragen.