Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Er is een tijd geweest dat april de eerste maand van het jaar was. Op nieuwjaarsdag gaven de mensen elkaar geschenken en toen het begin van het jaar naar januari werd verlegd, bleef de gewoonte om elkaar geschenken te geven toch bestaan. Maar in plaats van echte geschenken geven, schonken de mensen elkaar allerlei grappige prullen, die vooral bestemd waren om de lachlust op te wekken. Het schijnt dat hieruit het ontstaan van de aprilgrappen is ontstaan. Ge kent het rijmpje: "Op de eerste april zend men de zotten waar men wil!"
Dit eeuwen oude gebruik wordt nog steeds in ere gehouden. ('t zij dan met mindere mate).Op school, in de werkplaats en kantoor worden de onnozelsten die dag beetgenomen. En of het nog ieder jaar gebeurt, zijn er dan toch nog altijd sukkelaars, die zo vriendelijk zijn zich door hun makkers te laten bedotten.
De strengheid van de veertigdaagse vasten deeed de gewoonte ontstaan op Paasmaandag eieren ten geschenke te geven omdat dit jaargetijde overeen komt met "rijpe oost" in het kippenhok! De kerk verbood aanvankelijk even goed het gebruik van eieren als vlees tijdens de vasten; op Paaszaterdag liet men dan tijdens de Vasten opgedane voorraad plechtig wijden of zegenen, om ze daarna uit te delen aan vrienden en kennisen. En opdat het geschenkje er een beetje liefrijker zou uitzien, begon men hier en daar een likje verf aan de eieren te geven, rood of purperof geel, meestal geen andere kleuren.
Maar de beruchte Zonnekoning van Frankrijk, Lodewijk XIV, die altijd beter wist en het altijd mooier hebben moest, lied zijn Paaseieren prachtig beschilderen door kunstenaars en die gewoonte bleef duren tot in de helft van de achttiende eeuw.
Het gebruik dagtekent echter toch al veel vroeger, want in de 12de en de 13de eeuw lieten de boeren eieren vergulden en met volle korven naar hun landheer of kasteelheer dragen met Pasen!
Beroemde schilders die paaseieren schilderden waren bv. Lancret en Watteau. Naar gelang de suikerbakkerij zich ontwikkelde, verschenen de suikeren en chokoladen eieren, allemaal voorzien van vaak prachtige en nog vaker vrij banale tekeningen.
Ter gelegenheid van de “week van de soldaat” werden er 95 Marschen verkocht aan de kerkdeur. 31 voor de eerste mis en 23 voor de tweede. Op Tombroeck 41. De totale ontvangst van dit propagandawerk wordt besteed om de onkosten te dekken van dit en vele andere “Staartjes”.
Wist u dat:
De meest bezochte bergen van soldaten herbergen zijn?
Dat de deugd van liefde het berouw is?
Dat het meervoud van kind een tweeling is?
Dat de zebra’s, ezeltjes zijn met een gestreepten pulover?
Echte komeren beweren dat de ware reden te kennen waarom een Etienne welke de hoofd rol speelde in het toneelstuk, een drama van een blind geworden Johan, welke hij op een werkelijke prachtige wijze heeft vertolkt. Zij vader Bankier Stendhall vertolkt door Hector, moest Etienne, vertroond en verbeten om het walgelijk wangedrag van zijn vader, zijn witte blindenstok middendoor breken. Hij wist het zo goed te presenteren, omdat daar zeggen ze, onder de 80 aanwezigen, ja dat was jammer genoeg het gans publiek, iemand van het vrouwelijke aard zat voor wie ze zich zelf zouden willen overtreffen. Vooral Etienne, als u even bedekt dat dit lief wezentje zich de verplaatsing van Oudenaarde tot Rollegem had getroost. En wat dan gezegd van de andere hoofdvertolkers? Fred (Roger) en Otto (Ivan) die toch ook magnifiek presteerden? Of moet dat worden uitgelegd dat zij wellicht door een flink optreden wilden vissen?
Hier eindigd het al weer, wellicht zijn er nog in omloop, we wachten!
Geruchten doen de ronde dat S.M. Goethals Etienne, bijgetekend heeft; er wordt ook verteld dat vader “Sjarel” die houdt van veel werken, aan zoonlief de raad heeft gegeven de nabijheid van aftrommelde korporaals voortaan te mijden in bezet gebied.
Zwaaien af, met “onbetaald” verlof S.M. 51 Decaboter Hiloné, Tieberghijn René, Leplae Norbert, Goethals Etienne. Volgt eveneens wachtmeester Deruyck Roger, die wel heel welkom zal geweest zijn bij zijn naarstig vrouwtje en zijn bengels.
Bij het volgend “staartjes zouden er in juni een achttal nieuwe abonnees zijn, veel geluk wordt jullie toegewenst vanwege de redactie.
Waarom breken er in Koksijde zoveel meer “Stuka’s” hun nek dan in Wevelgem? Daar hebben ze Nest Vanhauwermeiren niet als mecanicien. Een paar weken geleden viel er toch een vogel tegen den grond. Ja maar Nest was naar de foore geweest in Kortrijk!? Hoe gaat het nog in Koksijde, Daniel? Heel goed. Men wint er kleur en kilo’s bij, is ’t niet?!
De redactie mocht zich ook verheugen op den doodsbrief van S.M. Raf lamotte.
Hoe doet een soldaat afzwaaier het die zijn centuron diende af te geven het aan boord om den eerste zondag na de grote gebeurtenis voor half geld met de trein te voyageren? Wel, hij doet zijn winterfrak aan en klaar is kees. Nadere inlichtingen over zulke maneuvers te vragen en te bekomen bij een zeker ex-cibist uit de kerkstraat.
Beste vriend piot, een ex -S.M. klas 48 uit Rollegem vertelt.
Na onze opleiding in Burcht (Antwerpen) waren we als groene schachtjes, boordevol vaderlandsliefde is Ossendorft te recht gekomen. Op onze kamer kregen we als gezelschapsjuffer een soort bokskampioen uit het Antwerpse, die daarbij internationaal bierkampioen was. Mijn maat Soete, uit Aalbeke, had de eer de fijne ancien als buurvrouw van het tweede verdiep te hebben.
’t Gebeurde op een avond, als de klaroen ons reeds vriendelijk had uitgenodigd om den slaap te zoeken, dat die fijne menheer, al brullend en al lelijk doen,, zo nuchter als Albert, de factuer, op Nieuwjaarsavond, naar boven kwam gewaggeld. Nadat hij er in geslaagd was de kamer een half uur wakker te houden en met vele “godvers” in den bovensten vlooibak geraakt was en nog steeds den boel op stelten hield, werd het zijn onderliggend gebuur te machtig. Soete stak zijn hoofd uit om naar boeven te roepen: “Zeg, vriend, ’t zou bijkans kunnen volstaan van nu af aan.” Die goede vriend schrok zo hevig dat hij op het eigenste moment de verlossing voelde naderen en mild mededeelde van wat hij te veel bezat.
Soete zijn “kobbejager” en den helft van zijn gezicht werden gebalsemd, maar ’t was in plaats van “Creme de beauté”, met “boiled beaf” en biersaus,. Tot overmaat van raap was Soete pas met veel tegenzin uit zijne “wigwam” gekropen of de sergeant van week fliste het licht aan en Soete stond daar, in zijn sleppen, met zijn kop roest van den uitslag, een beetje kort adem vanwege de zoete geuren, zijn overste de militaire eer te bewijzen!
Dat er te Rollegem al veel te doen geweest is over toneel spelen is ons aller wel bekend. We kennen nog toneel uitvoeringen met gemengde spelers, met uitsluiten mannen, maar dat we ook nog toneel gespeeld hebben met uitsluitend meisjes was ons onbekend.
Zo lezen we het; de Rollegemse meisjes voerden met veel succes het toneelstuk “ Moeders kerstgeschenk “ op. Alle speelsters en de zelfs de souffleerster mogen worden gefeliciteerd met hun optreden. Een optreden ten andere dat mocht genieten van een goede belangstelling vanwege het publiek. Vooral vanwege Rollegemse mannelijk jeugd interesse voor het toneelstuk of voor de actrices? Wie zal het zeggen.
Rafaël Yserbyt, gekazerneerd te Saffraenberg; liet zich vrijwillig buizen in het examen, voor technieken aan Radar. Een grote buis dat het was! Nu krijgt hij de kans om via de dienst vuilkar en opruimen, die hij perfect uitvoerde, infirmier worden.
Tot slot, een ernstige, doodernstige waarschuwing tot de kanonniers: Zo u met de paasdagen een klok die uit Rome terugkomt, hebt durven naar beneden schieten zult gij wel andere eieren krijgen.
De top wordt echter geschoren door onze goeie vriend Etienne Goethals met een scooter “Vespa”. Weet je wat ik nog zie gebeuren met onze schilder?: de gendarmen die hem op het zicht te jong vinden doen stoppen om zijn pas en zijnen ouderdom te controleren! Die leeft zal het zien… als ’t gebeurt!?.
De redactie van “Staartje wenst langs deze weg zijn levende gevoelens van diep mede treuren mede te delen aan de beproefde familie Vanwijnsberghe, Steertstraat te Marke, bij het afsterven van soldaat Arnold, die zo schielijk na slechts 18 maanden afzien is komen te ontvallen. Geef hem, o Herbergier, De PINT!!
Voor onze wielerenthousiasten is de tijd aangebroken om hun favorieten langs de baan te gaan toejuichen en aan te wakkeren. Namelijk Vanhasten Gilbert doet zijn wielerdebuut bij de onderbeginnelingen. Gilbert, veel succes weinig breuken, veel kopprijzen, weinig krampen, veel priems, weinig inzinkingen…. En houdt Rollegemse Vane Hoge!
Verleden week liep er daar een Rollegemnaar van den ezelhoek met zijn radio onder den arm naar den grote markt van Rollegem. “Wel Sjef” vraagt men “ is de radio kapot, griep misschien, gaat ge ermee naar Yserbijtjes?” “Ba nink, jong” zegt de sjef, “ en k’ ga ekkik ook niet naar den electricien nie want mijn radio is nie gebroken, ik ga naar de kerke” Ik koste mijn oren niet geloven en ’t zijn pertank van de kleinste niet. “ Naar de kerke mee Ne radio bij god, wat ga je gij daar gaan uitrichten?” - “ Wel jong “ zei Sjef, “ mijn radio moet per se naar de biechte gaan want hij liegt zo formidabel straf
Daaruit kunnen we ook iets over het weer onthouden:
De lente, die volgens de kalender begint op 21 maart, heeft ons tot nu toe voor aap gehouden; want buitenenkele uitzonderingen heeft ze ons maar weinig van haar geëerd zonnetje laten genieten. Dit natuurlijk tot grote verontwaardiging van onze mensen. Op het weer is altijd iets op te merken, dat weet ik zowel als het weerkundig Instituut te Ukkel, maar de laatste tijd is dat “plafentuurlijk” een echte jeremiade geworden. Er kunnen geen aardappelen geplant worden omdat de grond nog niet goed ligt en alhoewel op zolder of in de kelder de patten te keesten liggen kunnen zij daar toch niet groeien.
Ook de kanariekwekers klagen stenen uit de grond( in de Aalbekestraat ganse macadamdelen op hun geheel) dat het aanhoudend koud weder de eerste leg van de kanaries naar de maan heeft geholpen. Hadden ze het op voorhand geweten dan hadden zij het wijfje niet laten broeden. Dan hadden zij tenminste de verse eieren nog in de pan kunnen slaan. Daar is nogal veel” peuzeling” aan vooral in den vastentijd.
En toch wordt het warmer. De dikste overjassen worden alweer opgeborgen. Lichtere kleurtjes komen naar boven, zo vind iedereen zijn smaak. De koolmarchands, die deze winter veel kaarsen hebben ontstoken om veel koud weder te krijgen, en aldus veel kolen te kunnen verkopen, wat ze ook bekomen hebben, zien thans hun commerce en hun bestellingen afnemen. Er zijn nu andere die meer beginnen te verkopen, o.a. de velomakers en bromfietshandelaars. Zo puffen over de Rollegemse wegen weer enkele brommertjes meer. Waaronder René Callewaert met zijn “Puch” en August Tremmerie met een “Novy”.
Dat dit jaar hebben de klokken bij hun terugkeer uit Rome een binnenwegeltje genomen en zijn ze zo in de kazerne aan beland. Ze brengen u de “psychologie en techniek” van den autostop, iets wat soldaten ook al eens beproefd hebben. Verder een paar scheppen uit het Rollegemse leven. Tot slot een speciaal artikeltje voor deze die liefst niet blijven overschieten.
Naast het serieuze kon je ook weleven meekijken naar wat er hier gebeurde. Zo lezen wij:
Vriend soldaat, het nieuwjaarke zoete, met al zijn geneugten van lekker eten en goede druppels is weeral voorbij maar wij willen u allen toch nog gauw onze beste wensen aanbieden bij deze jaarwende.
Wat wij wensen is simpel en goed: een zalig Nieuwjaar, zoals wij dit volgens Vlaams en Christelijke traditie hebben geleerd.
We zouden u ook extra congeetjes, een nieuwen brommer een mooi autotje enz. kunnen wensen, en voor diegene welke veeleisend zijn een “ snel liefken” of een huisje met een tuintje. Wij kunnen u tot slot wensen, want… wensen kost toch niets. Nieuwjaar is niet alleen wensen, maar ook een tijd van goede voornemens maken, op het gevaar af van de hel te plaveien. Voor den enen is het dit voor de ander is het zo. Wij laten ieder zijn eigen voornemen. Zo wordt het leven schoon. Namens de nieuwe voorzitter; de ex militair Callewaert Roger, en de proost; u onderpastoor.
Dat enkele dagen geleden de oudste inwoner overleden is Desiré Vanhaesebroek, op 94 jarige ouderdom. Daardoor wordt Ceriel Deschamp met zijn 93 jaar de nieuwe oudste, gevolgd door Marie Louise Vanhaesebroek, de zuster van Desiré. Het merkwaardigste hiervan zou geweest zijn dat de oudste inwoner thans nog de voorzitter is van de commissie van den openbare onderstand der gemeente. Churchil heeft daar nog zijn hoedje vooraf genomen, en eens ferm op zijn sigaar gebeten van pure jaloersheid. En zeggen dat wij nu zouden spreken over pensioen optrekken.
Dit is waarschijnlijk het eerste staartje dat in handen viel van de soldaten Debusschere Sylveer te Mamay, Van Yzerbijt Raf te Saffraanberg, van Dursin Etienne, Ysenbaert Julien beiden te Turnhout.
Wij flauwe pieten hebben normaal schrik van het woordje “ offer”. Wij kruipen in onze schelp, wanneer wij daarover horen spreken. Offeren dat is goed voor strenge paters met lange baarden, die meer serieus zijn dan sympathiek. En toch, juist dit woordeke “offer” bezit het geheim, is de sleutel, die de deur opent naar de schoonste liefde. Dikwijls spreken mensen dit zinnetje uit “ Ik bemin u” maar dikwijls moet men er bij voegen om hun gevoelens juist weer te geven: “voor mijzelf”. Ze houden van ’n meisje, omdat het meisje iets betekent voor hen, een bron van geluk is voor hen, een bron van genot voor hen, ’n verrijking voor hen. Zij beminnen het lieve kind, omdat ze zichzelf schrikkelijk graag zien. De liefde in haar zuivere vorm gaat verder. Zij wil het geluk van de andere om de andere, zelfs ten kost van eigen geluk. Ze is bereid zichzelf te vergeten, te lijden om de andere, ze wortelt in een offerbereidheid. Een gelukkig huwelijksleven steunt op die liefde, die offert voor de andere. Liefde is ’n uitnodiging tot grotere eenheid, de beleving van die eenheid tussen man en vrouw met eerbied voor Gods wet, een eenheid tussen lichamen en tussen zielen. Doch deze eenheid van hart en ziel vooral, moet plaats vinden tussen twee mensen van verschillende temperament en karakter; dit gaat niet zonder wrijvingen, zonder aanpassingen, die soms pijnlijk zijn.
Daarom moet men kunnen offeren, water in de wijn doen, vaarwel zeggen aaneigen grillen en de gebreken van anderen verdragen. Daarom blijft de beste voorbereiding op ’n schoon en gelukkig familieleven: de training in het OFFER! Een jongmens moet leren offeren; hij mag niet steeds op het schuim leven van anderen. Die offerschool vindt hij in zijn thuis. Kunt u, u vader en moeder een handje toesteken? Bent u ’n gezellige broer thuis? Als u thuis ’n misbaksel zijd, iemand die altijd moet gediend worden, ’n grolpot, dan ben je nog niet bekwaam om iemand diep gelukkig te maken. Wat beklaag ik die jonge mens van 20 jaar, die als grote leuze hebben” laat mij gerust” of “Ik ben liefst niets, dan heeft men met niets geen ruzie” Wat is een jongen weinig, die liefst niets is!!!
Een ander kenmerk van de liefde is dat ze bewondert, dat ze waardeert en in het leven van de tegenpartij ontdekt: het edele, het schone, vooral de zielegave.
Wanneer je alleen houd van een meisje omdat ze gouden haarlokken heeft, dan mocht u het vergeten dat u die liefde kunt verliezen met één enkele schaarknip. Was het louter haar slanke lijn die u chloroformeerde, dan zult u vlug ontwaken en wakker blijven, wanneer u vrouw, wellicht al bij een eerste geboorte, haar slanke lijn voor altijd verliezen zal. Vele van die zaken die jonge mensen op hol brengen en hun hart op snelklop, zijn zeer trefbaar voor devaluatie. Huwt men voor het lijf, dan verliest men het lijf en behoud het wijf. Een mooie heks blijft toch altijd een heks. Andere dingen zijn meer duurzaam. Als u daarvoor een meisje verkiest, dan hebt u meer kans op trouw en blijvend geluk. Wilt u de naam kennen van die meer duurzame artikelen; Viola: zielenadel, offerkracht, zelfvergeten, gewetensfijnheid, vroomheid, kuisheid, bescheidenheid, idealisme, geduld, sterkte, goedheid, delicaatheid, opgeruimdheid, spaarzin, netheid, fijne smaak, liefde tot het kind, oprechtheid… Deze gaven echter waardeert men meer in de mate dat men zelf uit edel hout gesneden is. Dat geen voorrecht voor de varkens en hun broeders de smeerlappen. Vele grootmuilen, gekenmerkt door hondenmanieren hebben genoeg met een stuk vlees. Ieder heeft zijn keus. Doch wie alleen kiest voor het vlees moet weten dat het vlees uiteindelijk rot. U moet een meisje zoeken met edele gaven. Zo een meisje zult u gemakkelijk blijvend kunnen bewonderen, ze zal uw trouw vergemakkelijken, en onder haar invloed zult u zelf een edeler mens worden. Die vrouw zal u steeds opnieuw verrassen bij de geboorte van ’n kind, wanneer ze plots voor u zal verschijnen omgeven door schoonheid, waar u vroeger het bestaan niet van vermoeden kon. Maak dus uw liefde stevig door een goede keuze. Wordt deze goede partij waard door een flink leven.
Liefde wil zich vereeuwigen, vruchtbaar zijn in het kind:
De mens wil sporen nalaten wanneer hij sterft. Zo heeft de mens veel vreugde aan te weten dat de stenen van zijn gespaard huizenke hem overleven en een monument zijn, dat herinnert aan zijn werkkracht en zijn verblijf onder de mensen. Het schoonste monument dat hij nalaat, dat zijn z’n kinderen, bloed van zijn bloed. In de kinderen heeft hij getracht iets te leggen van zichzelf. Hij heeft getracht van hen een verbeterde uitgave te maken van zijn eigen leven. Het schoonste van eigen leven wil hij zien verder leven in zijn nakomelingen.
Zijn kroost is hem zeer duurbaar. Voor die kinderen immers heeft hij geleefd zich afgesloofd, zichzelf overtroffen. Ze hebben hem moet gegeven. Wanneer de mensen hard voor hem waren, niet geloofden in hem, hem verdriet aandeden, dan was het heerlijk voor hem geweest, wanneer ’s avonds kinderarmkens zich strengelden rond vaders hals; wanneer reine kinderogen hem al zijn leed betaalden met een paar ogen, dat blonken van liefde, en gerust schenen omdat ze zich veilig voelden, dicht bij die vader, die volgens hun verbeelding alles wist en alles kon. Die kinderen, die hem zijn levendoor het gevoel gegeven hebben dat hij er nog nodig was. En later in zijn ouden dag, de kleinkinderen, die zijn grote vreugde uitmaakt. Wat moet het leven akelig zijn van oude mensen, die geen kinderen hebben, omdat er geen gewild hebben. Wat missen jong gehuwden, die kinderlast ontvluchten veel, om hun liefde te laten opdrogen en verdrogen. Wat zijd u toch met mooie meubels en… een koud hart! Doch die taal is alleen verstaanbaar voor mensen, die schoon en goed leven. De waarde, het geluk van kinderzegen, dat moet men eigenlijk beleven om te weten wat het zeggen wil!
U zult wellicht opwerpen; “ ’t is lastig. Ja vriend, ’t is lastig, maar ’t is ook schoon. In ’t leven is nu eenmaal een beetje lastig. Tussen haakjes gezegd “ U draagt toch de broek, He; u zijd man. Zou een leven zonder strijd en moeite u dan zo boeien? Verkiest u ook het regiment van diegene die gelukkigst zijn als ze slapen”
Maar het is lastig, het is niet onmogelijk. Als u maar echt wilt, als u maar voorzichtig bent, als een jongen en een meisje elkaar hierin steunen; als men maar de moed heeft op zijn knieën te zitten, zijn handen te vouwen en te bidden, als men maar biecht en communiceert, als men het schoonste meisje aller tijden bemint: O.L.Vrouw, en zijn verkering stelt onder haar hoed, dan is het wel mogelijk en zelfs niet heel moeilijk. Dat weet u ook vriend. Zulke jongens zijn er, u kent er zoals ik er ken, en wellicht behoort u ook tot die groep. Behoort u niet tot die groep, dan wordt u er verwacht.
Gij moogt toch nooit de oorzaak zijn dat u kind, een schandekind zou zijn. Spaar u kinderen het verdriet zich te moeten schamen over hun ouders. Leef Rein respecteert u zelf en ieder meisje!
En zo u al bezweken bent, en gij u bevindt in een situatie, waar een uitkomst u onmogelijk schijnt, begin dan met niet meer te geloven in de leugen, dat er niet meer uitkunt. U kunt wel opstaan. Want u moet. Gij moet die zonde laten. God gebiedt het u en God vraagt het onmogelijke niet. Hij helpt. Het zal hard zijn, ja! Een jongen die bezwijkt in die zonde heeft immers zijn wil verzwakt, de eisen van zijn vlees vergroot, daarom is zijn opstandige strijd harder. Doch zo hij een smeekaanval doet op Gods Hart, dan staat de Almacht hem terzijde, en het zal Gaan!
Doch, die jongen moet kordaat aanvangen. En nu direct, onmiddellijk moet het ernst zij: Ik wil niet meer, ik wil de omstandigheden vluchten en mijden die de val meebrengen. En dan volhouden, dagen, enkele dagen. Dan zal hij beginnen ondervinden dat een ander mens worden mogelijk is; na een geweldige strijd wellicht zal er rust over komen. Misschien zal hij nog eens wegglijden maar hij zal in geloof herpakken, en komen tot zelfmeesterschap, tot die heerlijke en zuivere vreugde van iemand die voor rein is!
Mocht hij dan ook die moed hebben om in een biecht zijn schuld te bekennen aan het vaderhart van een priester, en om die priester raad te vragen voor zijn verdere strijd. Laten wij eerbied hebben, vriend, voor het grootse in ons leven, en behoren wij niet tot die mannen die wel eens zeggen: “ Ik koop geen katten in zakken” Tot zulke mannen antwoorden wij eenvoudig” Als het meisje waarmede je huwen wil een kat is en u huwelijk een zak, vaartwel dan goeie vriend, en breek geen ruiten. Verder redeneren met zo ’n platvoeters helpt toch niet, want verstandige praat moet men nu eenmaal niet verwachten van iemand die in de eerste plaats en voor alles kater wil zijn, smerig, vuile zwarte kater.
Misschien kent u ook, goede vriend, van die grote muilen, die fier zijn opgaan dat ze kotjes abonnee zijn. Die mannen kunnen wij niet bewonderen, laten wij er medelijden mee hebben, dat zijn zij overwaard, en laten wij hopen dat zij nooit abonnee worden bij een dokter voor geslachtziekten. Zij lachen daar wel mee, maar hun lach is groen. Moesten zij eens weten, goed weten wat zij doen, denkt u ook niet dat ze wellicht een beroerte zouden krijgen van het verschot. Doch wat baten kaars en bril als de uil niet zien ’n wil! En een ezel stoot zich geen tweemaal aan de zelfde steen; zegt men. Doch sommige mensen, die een toon aanslaan als hadden ze het warm water uitgevonden doen het wel. Hoe zouden wij die categorie noemen? Driedubbele steenezels???
Het geslachtelijke is nooit een speelding; wie dat meent is nog een kind, een gevaarlijk kind, voor zichzelf en voor anderen, die hij beweert te beminnen.
Veel jongens immers die een meisje gebruiken voor het huwelijk hebben als hoofdbedoeling, niet de eeuwige trouw, wel er van profiteren. En mochten er hinder interessante gevolgen uit voort komen, haar wellicht in de steek te laten, om een bedreiging te worden voor een ander lief kind. Die loeders hebben dikwijls de moed niet om de gevolgen van hun eigen daden op zich te nemen. Dien echte mannelijke trek van verantwoordelijkheidsgevoel schijnt hen meestal vreemd.
Dat een verkering waar men elkaar niet respecteert, maar een flauw beestje is, en de liefde verminkt, in plaats van ze te voeden, is klaar als gewassen pompwater. Die mensen immers kunnen elkaar moeilijk benaderen in rust. Een koortsige troebel staat in de weg. Zo’n geliefden beleven nooit de gelukzaligheid van een jongen en een meisje, die in volle sereenheid hun harten kunnen laten samenvloeien, en spreken over het schoonste en diepste in hen. Zij kennen elkaar niet, want hun verhouding beletten de rust, die toelaat hun ziel uit te zingen. Vandaar het gevaar bij keuze van adres te missen.
Sommige meisjes geven wel eens toe, niet uit genot, niet om kwaad te doen, maar uit schrik hun jongen te verliezen. Doch wat dienen die domme gansjes slecht hun zaak! Door toe te geven aan de drift van hun jongen, luiden zij een droeve periode in en werken mede aan de verwoesting van datgene wat een man het meest van doen heeft om een gezin gelukkig te maken: offerkracht, zelf vergeten. Een onzuivere man is een egotist, iemand die de edele waarden in het leven van een ander kapotslaat voor een beetje verboden plezier. Hij is een gulzigaard, een slok –al.
Een jongen die niet vecht om zuiver te blijven, zegt vaarwel aan een van de sterkste middelen om een hele man te worden. En terecht mag men zich de vraag stellen: Zal die platbroek, die altijd zichzelf zoekt, zal die een vrouw kunnen trouw blijven? Ook op de ogenblikken en die komen voor in het huwelijk( bij geboorte, afwezigheid, ziekte) waarop de echtgenote niet kan voldoen aan zijn verlangens? Het antwoord op die vraag moet een veroordeling zijn, dat zal hij niet kunnen!
Zo ’n verkering wordt tevens beheerst door een gevoel van onzekerheid. Is men wel zeker van de liefde, de blijvende liefde van iemand die roofridder speelt. Kan men wel echt zeker zijn dat men de ene geliefde is en niet de dupe van valse leugenachtige komedie? Oordeel zelf, vriend!
Dat is niet alleen waar voor dat boerke, maar ook voor ons; niet alleen voor de eikels en de pompoens, maar nog meer voor het voortplantingsplan. Heb dus eerbied makker, voor de edele drang en kracht in u jonge leven. Doch aan deze drang moogt ge niet toegeven “ voor en buiten” het huwelijk. Die heerlijke schat zal u leven later helpen groot en schoon en vol maken. Doch is die kracht ze is ook gevaarlijk in uw jonge handen. Wordt ze misbruikt dan vernietigt ze en doodt de schone liefde. Daarom pas op! Dit is de leuze voor ieder snotaapje. Mijdt het vroeg flodderen en flirten. Dat moeten wij zeggen aan iedere jonge kerel: te vroeg verkeringen, te veel samen zijn in hoeken en kanten, loopt fataal uit. Stroo en vuur mogen niet te veel contact hebben, anders staan wij voor brand en verwoesting.
Dat zullen wij nu in het vervolg aantonen dat geslachtelijke betrekkingen voor het huwelijk de liefde verminken en doden, het huwelijksleven en familieleven in gevaar brengen. Om zulke geweldige gevolgen te vermijden verbied God te leven “ voor “ het huwelijk. Hij is de baas van ons leven. Wij hebben geen haar dat we niet van hem gekregen hebben. Ook over het geslachtsleven is God de baas. Doch wanneer Hij betrekkingen verbied is het niet om het ons lastig te maken, maar voor ons geluk. Hij verplicht ons, ons geluk te gaan zoeken. Dit is hier ter zake zeer gemakkelijk in te zien. Veronderstel eens dat er geen wetten zijn op dit gebied, dat men de trouw aan een vrouw of aan een man niet eerbiedigt, dan wordt het een heksenspel, dan wordt de gezondheid van de wereld in de eerste jaren totaal bedreigd. Dan zouden er veel kinders zijn die hun vader niet zouden kennen, die de zo nodige vaderlijke hulp in hun leven zouden missen. Veel vrouwen zouden alleen staan voor de opvoeding en de voeding van hun kind. Velen zouden moeten gaan uitwerken en hun kind toevertrouwen aan de zorgen van anderen. Een kind heeft nood aan een vader en een moeder om uit te groeien tot een schoon mens. Daar heeft hij blijvend behoefte aan. Het geluk van een kind eist een stabiele, een onverbreekbaren band tussen vader en moeder. Welnu die jonge liefde tussen twee sntapen is nooit sterk genoeg om die blijvende vereniging te verzekeren, men floddert te veel in de eerste jeugd jaren, men verandert van liefje gelijk van vest. En daarom zolang die sterke trouw aan een meisje niet zeker is, mag men de daad niet stellen, die het kind als gevolg kan hebben.
Een boer lag onder een eik. Volgens hem was de God, die zulke kleine eikels aan zo’n grote boom hing en zo ’n grote pompoenen aan zo ’n kleine plant, ver van verstandig. In slaap gevallen viel een eikel op zijn neus. Toen was ons boerke eerlijk genoeg om te bekennen: wat zou het geweest zijn moest er een pompoen op die eik gestaan hebben. Wat god ordent, boerke is goed geordend.
Dat de kalverliefde van een jonge sprinkhaan die verkeren niet zeer stabiel is blijkt uit geheel hun gedoe. Ze zijn gejaagd, moeten te veel bij elkaar zijn en vrezen te gemakkelijk dat het vlug zou kunnen gedaan zijn. Ze weten immers zelf dat hun gezworen liefde eden niet zo geweldig sterk in hun schoenen staan. Zij zien immers naar de meeste meisjes met een haast te grote interesse, en voelen zo een beetje spontaan dat het meisje ook gemakkelijk van adres kan veranderen. Vandaar dat de juiste betekenis van al die zinnekes als “ voor altijd” en om het in het Frans te zeggen “pour toujour” hierop neerkomt: “ Ik vind je reuze interessant tot op het moment, waarop ik een nog interessante schat vind:” De praktijk onderlijnt de waarheid van deze bewering. Hoe velen zouden er eigenlijk gehuwd zijn met het meisje dat ze voor de eerste maal eeuwige trouw hebben beloofd? Die eerste Crème-à-la-glace-liefde smelt nogal rap. Het is een artikel voor broekventjes en melkbaarden, voor mannen beter gezegd mannekens die nog hun eerste melktandjes hebben. Zo ’n liefde duurt normaal niet lang. En toch echte diepe , ware liefde blijft. Ze moet eeuwig zijn. De gedachte van een einde, van een stopzetten van de liefde is niet verdraagbaar. Daarom zegt men niet; “Ik bemin u nu” dat zou kunnen vermoeden; misschien zal ik u later niet beminnen, maar men zegt, zonder de minste beperking: “ ik bemin u”. Daarbij vroeger hebben wij uiteengezet hoe de liefde omwille van het kind blijvend moet zijn.
Grote belangstelling voor anderen ontbreekt hem in veel gevallen. Een lieve vrouw heeft een extra goed eten gemaakt, haar keuken zeer verzorgd, ze verwacht een complimentje, doch hij denkt aan zijn duiven. Ze is ongesteld en menheer ziet het niet. Hij vergeet zijn voeten af te vegen en smijt zijn sigaret op de grond. Direct uit hij zijn ontevredenheid. Aan tafel neemt hij ongegeneerd de beste en grootste brokken. De zondag vliegt hij uit en laat zijn wederhelft thuis. De leute voor hem, de last voor de vrouw. Natuurlijk zijn er ook andere mannen. Doch velen zijn besmet met de opgesomde gebreken. En zeggen dat die ook eens een vrouw zweerden haar op handen door het leven te dragen.
Een ander reden waarom te vroege verkering af te raden zijn is het gevaar dat zo vrijages bieden voor geslachtelijke betrekking. U weet het, goeie vriend, dat alle normale, gezonde mensen dragers zijn van de mogelijkheid om mede te werken aan de voortplanting van het mensdom. God, in zijn almacht, had het ook anders kunnen regelen. Zoals hij in een oogwenk duizenden en miljoenen sterren uit een niet zou kunnen scheppen, zo kon hij ook schikken dat de mens rechtstreeks geschapen werd zonder tussenkomst van de ouders. In zijn oneindige wijsheid en goedheid heeft hij echter het lichaam van de man en van de vrouw zo gebouwd, dat de geslachtelijke vereniging mogelijk werd, met als gevolg: nieuw leven.
Aldus wordt de mens geroepen tot die heerlijke taak medewerker te worden met God in het voortplantingswerk. Hij zal rechtstreeks de ziel scheppen, voor het lichaam doet hij beroep op man en vrouw, op vader en moeder. Wat hij wil, is ondermeer het voortbestaan van het mensdom. Het is klaar dat wanneer God eens echt iets bereiken wil, Hij steeds doel treft. Zo ook in het geval dat ons bezig houdt. Diep in de mens legde God de drang naar eenwording der geslachten, en zo sterk zelfs dat er steeds mensen geweest zijn en zullen zijn, die zullen huwen en kinderen verwekken.
Het hongergevoel herinnert er ons aan dat wij moeten eten, het genot verbonden aan het eten en de herinnering aan het genot, maken het eten voor ons gemakkelijk en gewenst. Zonder dit hongergevoel en zonder die aangenaamheid zouden wij het risico lopen vergeten te eten en aldus onze gezondheid en ons leven in gevaar brengen. Het doel de mens in stand te houden en te doen ontwikkelen bereik God langs het hongergevoel en onze smaak. Enigszins gelijkaardig bereikt Hij het doel van de geslachtelijke betrekkingen. In ieder mens legt Hij die edele drang, naar voortplantingsdaad, en herinnering aan deze eens gestelde daad zal de mens aanzetten tot regelmatige betrekkingen, die de voortzetting van de mens moeten verzekeren. Ook hierin was God wijs en goed. Jammer genoeg wordt er over deze heilige zaak zo dikwijls op een erbarmelijke vuile manier gesproken, zodat er veel jonge mensen in ’t begin eerder afkeer voor voelen, dan diepe eerbied voor het goddelijk plan. Moest er iemand onder u daar last van hebben dan denkt hij terug op het vertelselken van de eikel en de pompoen, dat wellicht nog bekend is uit uw schooltijd.
Een tweede reden waarom vroege verkering af te raden zijn is het feit dat men in de apejaren zo gemakkelijk zichzelf bedriegt. Iedere jongen toch gelooft dat zijn meisje zo een beetje het wonderkind is van de streek. Hij beziet de dingen en ook het meisje met veel gevoel en weinig verstand. Dat kind is de perfecte perfectie.
U echter, zijt die eerste zotte periode al voorbij en u weet ongetwijfeld dat ieder mens zijn gebreken heeft. Moest men wachten van huwen tot men een volmaakt schepsel gevonden heeft, of tot men zelf volmaakt is, dan zou men riskeren, ja zeker zijn van eens als jonkman te sterven. Doch bij velen onzer jongeren gaat de eerste bevlieging en dat scheelzien over zonder blazen. Anderen staan er erger voor.
Vooral die welke huwen voor ze nagedacht hebben, die slechts beginnen denken en klaar zien wanneer ze in een heksenketel gearriveerd zijn. Ze verwachten zoveel van het leven; ’t werd een ontgoocheling!
Ze droomden van een hemel en zitten in een hel. Ze meende ’t leven een lachspel en staan voor een “mannenopdracht” met strobenen; ze sukkelen ’t leven in samen met hun vrouw die hen dikwijls niet past, als u belieft! In naam van uw geluk, ogen open en dompel u hart in uw verstand. En vergeet het nooit: de zondag alleen kunt gij uw meisje niet grondig leren kennen, en zij u niet.
De zondag immers is men op zijn best, men hoeft niet te werken, men is vrij van kommer, de porte-monnaie is gevuld, men ontspant zich, men is geheel anders dan in de week bij ons moeder thuis. De meeste mensen zijn op zondag interessant. Doch veel plezante zondagsmeisjes zijn vieze trienen in de week. En veel mannen ontdekken later dat het meisje uit de verkering zich heel anders voordoet in het huwelijk. In de verkering moest men oppassenen zich schoon voordoen om de “ chéri(e)” niet te verliezen. Doch eens getrouwd licht hij, of zij vast en dan toont men zich zoals men is. Dan is het dikwijls tegen zijn vrouw of zijn man zoals men thuis is tegenover zijn ouders, broers of zusters.
Voor het geval dat u ooit eens een man ontmoeten mocht, die meent zonder gebreken te zijn of die denkt dat de mannen volmaakter zijn dan de vrouw, vraag hem eens hierover na te denken.
Kijk, vriend, wij mannen voelen ons sterk. Voor de kloeksten onder ons is een zak van 80 kilogram verdragen kinderspel. Tegen zo’n kinderspel zijn de vrouwen niet opgewassen. Daarin zijn zij de mindere. Doch vraag eens aan een dokter operateur welke zieke de moedigste, de taaiste en de minste klagers zijn. Dan zal hij u in waarheid antwoorden dat de mannen veel groter trunten zijn en de vrouwen het moedigst het lijden verduren. Wij hebben de meeste macht. Maar van die macht maken veel mannen misbruik. Veel mannen zijn in hun familie kleine Hitlerkens, die den tiran uithangen. De vrouw is de maart, de dienstmeid die menheer dien mag en betaald wordt met veel snauwen. Die zelfde mond, mannenmond, die vroeger de tederste woorden sprak is nu menheer blafmuil geworden.
Menheer de man is minder edelmoedig. Bij ziekte van de kinderen is het de vrouw die het meest waakt, het meest keren opstaat en meest haarzelf vergeet. De man is in doorsnee gezien, gemakzuchtig. Komt hij ’s avonds thuis zijn vest vliegt slordig op de stoel, hij plakt zich in de zetel en laat zich dien.
Dat zal ik moeten aantonen. Dat zal maar gaan door u eerst een beeld te geven, een juist beeld, over deze edele zak die men liefde noemt. LIEFDE, hoeveel wordt dit niet gebruikt of misbruikt? Wordt het niet altijd te dikwijls geschonken aan verhouding tussen meisjes en jongens die alles zijn behalve liefde? Aan liefde denken jonge mensen veel; ze denken er jammer genoeg zo dikwijls verkeerd over. Men spreekt er over maar men zevert er nog meer over. Ongelukkig verdimmelieren velen de liefde in de verkering, die in plaats van een liefdegroei een liefdeverminking wordt.
Het snijdt door het hart wanneer men denkt aan die duizenden onzer jonge mannen die naarstig hun toekomst afbreken, de deuren naar waar geluk toe smijten, zich onbekwaam maken tot edele, diepe, zuivere liefde, een gedeellijk huwelijksfiasco voorbereiden.
’t Is zo heel begrijpelijk wanneer men maar van iets afweten van wat een jong mens te horen krijgt op fabriek en vooral bij het leger. Met dit artikel willen we een hulp zijn, u een juister inzicht geven in de liefde en in u zelf. Ze zullen vele van de onnozelheden die men over liefde uitkraamt voor de rechtstoel brengen en met een heilige woede verbrijzelen en vernietigen. Tot de soldaten die de verkeerde weg opgingen zullen wij zeggen HALT! Aan degene die al te veel proefden: STOP! En voor degene die met of zonder schuld te veel langs slechte en te weinig langs goede kant vernamen zal het klinken: PAS OP!
Na deze inleiding kunnen wij beginnen aan het lange antwoord op de moeilijke vraag; WAT IS LIEFDE?
Om het zo gemakkelijk mogelijk voor te stellen gaan we aantonen hoe de beginnende liefde in een jong leven ontstaat, en met de jaren rijpt en uitbloeit tot wat verdiend genoemd te worden de “Echte Liefde”
Ieder jong mens, meisje of jongen komt in een levensfase waarop hij of zij een leemte voelt, een tekort, een eenzaamheid, een missen van iets dat men niet kan noemen. Het is een verwachting naar iets groots, en die een groot geluk zal brengen. En men weet niet wat het is. En in afwachting daarvan, dat het voor hen verschijnt, gaan ze fantaseren en dromen. En op een schone dag zien ze plots, zo verrassend en scherp, dat er iets van die eigenschappen leeft in de meisjes of in dat bepaald meisje uit hun straat, of op het werk. Plots weten zij klaarder dan vroeger dat er in hen een verlangen ligt naar liefde, naar beminnen en bemind worden een drang naar de andere. Het meisje weten ze vanaf nu gaan ze meer waarderen als waarde als een schat. Zeggen en schrijven we niet “liefste schat!,” en die schat wil men veroveren. Ze willen aandacht trekken goed staan bij haar. Het is den tijd van grootdoen, stoeffen, ooskens trekken, kledij verzorgen, cadeaukens kopen en tijd verprutsen in een bepaalde straat.
Stellen wij nu de vraag wat heeft deze jongen den klop gegeven. Een goudblonde haarlok heeft hem ontroerd. Verliefd tot achter zijn oren, die nog groen zijn. Te recht kan hij zingen van “ Je vois la vie en rose.