Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Is halloween ook je favorieten feest? Zet die pompoenen maar weer voor de deur, want de luekste monsters uit Rollegem gaan dan weer op pad naar het lekkerste spoepgoed
Mogen de kinderen bij jou griezelen voor wat lekkers?
Dag lieve kindjes, beste ouders, het wordt hier stilletjes aan heel druk in Spanje, de manderijntjes zijn geplukt de chocoladefiguurtjes ruiken heerlijk en het speelgoed staat klaar. Dus is het dringend tijd om jullie te komen bezoeken. De mensen van de gezinsbond willen mij daarbij een beetje helpen. Ik kom naar Rollegem op : Maandag 17 november: Rollegemkerkstraat, oude Aalbeeksestraat
Lampestraat, tombroekmolenstraat, Candelestraat en Kwadebrugstraat.
dinsdag 18 november: Roezen-Begonia en Tulpenpark, Weimeerslaan en Aaalbeeksestraat.
In de panne fabriek had mogen werken, ik zegde de geen werk heeft zal opgeeist zijn en ik was zo blijde dat mijn zoon daar werkte, maar daar mijn zoon was opgeeist en in de fabriek en hij moest naar Duitsland, de oorlogen zijn nooit gelijk; ’t waren nu de mensen die werkten dat ze opeisten, hij kreeg zijn papieren dat hij die dag in Kortrijk moest zijn, die dag dat uur en als gij daar niet zijt zullen de soldaten u halen Kortrijk 3/12/1942 5 A werkbestelle Gent Tussenstelle Kortrijk aan mijn uitnodiging geen gevolg geven Ik verzoek U bij het ontvange van dit schrijven u aanstonds aan te melden Hebt i zig den 7/12/42 om 10 uur niet aangemeld , zo wordt u door de feldgendarmerie vast gezet en hier dwanggewijzig opgeleid Waay Norbeliauftragter zoodus de eerste waarschuwing was 2den November 1942 dus wat een groot verdriet voor moeder en geheel het huisgezin, enkele dagen na dit berigt kregen we een tweede waarschuwing voor mijn dogter die ook moest gaan werken naar Duitsland
Ja 1940 weer oorlog geen werk alles ligt stil mijn man was voort veldwagter lastig werk . Nu de fabrieken werkten niet meer we waren in het sijndikat, ik zegde er is geen werk , we zijn gesijndikeert kunnen we vergoeding krijgen als wekloze a neen was het antwoord er is nu in oorlogtijd geen sijndikat dus geen vergoeding ik zegde tegen mijn man, en nu geen werk met 10 personen moeten eten, we hebben nu een eigen huis wat zullen we nu moet beginnen, ik weet wat ik doorstaan heb in de oorloog 1914-1918 maar mijn man was thans hier niet, hij was thans agter den ijzzer hij zat daar in den eerste loopgragten , wat hij daar doorstaan heeft verteld hij niet, het baat niet zegt hij tis reeds lang voorbij ! Dus we moesten weder de droeve oorlog 1940-1945 mede leven, weder rantsoeneren en weder altijd die angst ik heb 4 zonen ze zullen opgeeist worden om civiel arbeid te zijn gelijk in den andere oorloog en ja den 23 maart 1943 moest ik mijn lieven zoon bijna 19 jaar oud zien gaan hij werkte in de panne fabriek wat had ik gelopen en gesmeekt omdat hij niet
Geloofd gij het nie zegt hij ik zeg ja mijnheer ik geloof het goed als het mijn man wilt geloven ja zegt hij ik ga hem afhalen naar de statie en we zullen er een pint op drinken zulle zegt hij maar de vriend van ons wilde het niet geloven en hij ging agter raad en hij hij zogte om de benoeming te doen verbreken die mens was kwaad en hij heeft het gans zijn leven onthouden denk ik. Nu we hadden een beter bestaan en zijn werk was voortaan veldwagter op ons gemeente we woonden nog altijd nevens zijn vader we spaarden ons senten zooveel we konden , een jongste broeder van mijn man woonde nog bij zijn vader en die zoon trouwde en bleef bij vader wonen, zijn vrouw had spaarsenten en ze had het in een bank gezet om te sparen, die bank sprong en ze was haar geld kwijt nu na eenige maanden tog terug maar ze bauwden seffens een huis ze wilde het in geen bank doen . Nu we hadden drie duust fr op een bank het bragt meer op of in de statie zegde mijn man , na een tijd sprong de bank en we kregen Total 150fr krozen maar nooit geen drie duust terug zulle!! Nu we gingen gaan lenen naar Kortrijk rond den haard we bouwden een huis en we moesten maar sparen die schulden te effenen in 1948 de laatste betaling.
Nu de beste vriend van ons wilde nu kost wat kost dat het hem was en zijn vrouw wilde dat nu ook ab solut er was geklagt en gans het dorp nu mijn man moest naar de viziet van de dokter , nu ons burgemeester deed zijn beste en we hadden wij ook goede vrienden zelfs hoogweerdige mensen, en wij hadden een heer waar dat de gezusters van mijn man al bijna twintig jaar meid bij waren die een een goede vriend hadden bij vrienden van den goeverneur. Nu op den 1ste April ’s avonds komt een expres bij mijn aan huis u man is veldwagter benoemd de zuster van mijn man was voor enkele dagen bij die heer waar ze zoolang meid was en er was nieuws daar toegekomen en die heer zegde laat het seffens weten naar u broeder nu we waren zo kontend ik en vader nog twee uren en mijn man in thuis, ik vertelde het aan mijn man hij ging het gaan zeggen zegde hij maar almet eens kijk hij naar de almanank ik ga niet zegde tis spotten met mij tis een aprilvis, maar na eenige dagen de burgemeester komt binnen ik zegt hij ik burgemeester heb de papieren bij mij
Allon er waren 30 personen die er aandagten en mijn man zegt ik ga eerst aan de arondisementcommisararissen gaan vragen aa, Mijnheer Goethals of ik dat zou kunnen zijn die mens zat een uur te spreken met mijn man en hij zegde gij zoudt de geschikte persoon zijn kalm zijn en geduldig nu er kwam een beste vriend van mijn man hij zegt is het waar vraagt hij om veldwagtere te zijn ik zeg hij is naar Kortrijk om inligting wagt tot dat de auto ingekomen is en vraagt het hem zelf nu zegt hij ik vraag het ook die vriend dus ik zeg ik geef u gelijk als gij het zijt ik zal u komen geluk wensen, op de parogie waren er veel die liever die vriend hadden van mijn man om kort te zijn we mogten wij dat werk niet hebben, nu er was exameste doen in Kortrijk mijn man was bevreesd we hadden wij niet lang naar school gegaan met moeite waren we iets maar of 11 jaar we werkten in de fabriek en nu op die bank gaan zitten om te antwoorden op die vragen, als hij t’ huis kwam ’t zal al mis zijn zegde hij , dat duurde eenige dagen en ja de examen waren juist, maar de strijd was niet uit de andere zegden ik heb regt.
Thans ons Clara twee kinders mee werken, ons Clara heeft zelfs naar Roubaix naar de spinnerij nog gaan werken en op een avond was de outobus met de meisjes in de beek gereden ’t scheelde weinig of ze was versmoord ’s anderdaags stond het portret in de gazet van die uotobus, die ze bezig waren met uit te trekken. Ja we hebbener God dank uit geraakt en oudgeworden we hebben 8 kinderengroot gebragt en 2 gestorven bij de geboorte en twee misvallen, en mijn man was nog altijd wet heer hij heeft nog herkozen geweest en nu onze veldwachter was in de 60 jaar hij kwam ziek een korte ziekte hij overleed mijn manzegt burgemeester zoud ik misschienkunnen veldwachter worden? O ja zegt de burgemeester zoude u die plaats plaats willen, dan zal ik rap schoenen aantrekken en voor gaan naar Bruggen bij de Goeverneur als ‘t moet enfin mijn man werkte thans in Waterlo Frankrijk nu er waren nog oudstrijders van ons dorp die gekwest geweest hadden binst de oorlog en die ook dagten ’t is nu moment ‘allee
Geen plaatske ’t is altijd best iets van werk aan de staat vinden, ik had een kozijn die briefdrager was en ik hoorde hem nu en dan iets zeggen over werk voor de staat, nu er wierd kindergeld betaald in Frankrijk en wij hadden nu reeds vier kinderen en ik moest nu mijn huishouden doen met het gewin van mijn man en in belgie betaalden ze geen kindergeld er kwam een goede vriend binnen op een avond en hij zegt tegen mijn man, morgen vroeg moet ge mede met mij gaan weven naar Frankrijk gij zult alle maand zes honderd fr krijgen omdat gij die kindern hebt, ’t was lastig hij was hij was zo gemakkelijk bij de deur werken wij weenden en tog ging hij mede naar Frankrijk, als we de eerste keer kindergeld hadden wij waren zo blijde mijn man zegde ik moest reeds 2 jaar vroeger naar Frankrijk gegaan hebben!! Ja we moesten hard werken en we hadden twee honderd land* We hadden geiten en konijnen mijn man was wel heere hij moest naar vergaderingen en anders de schoenmaker tot laat in de nagt we waren jong en samen we werkten uit al ons kragt en mogten niet uit gaan we moesten sparen om iedereen te kunnen betalen wat waren wij gelukkig als ons oudste zoon mogt gaan werken Clara
*Honderd land= een Kortrijkse landmaat.
Honderd land = 100 roeden ; een roede = 2,97 meter
en den oppermeester schoolmeester zaten daar samen en ze zegden wij maken een kiezerslijst met drie werknemers drie middenstanders drie boeren en gij moet op de lijste mijn man had een grote familie die moesten stemmen en ze hadden dat al berekend zoo zegt mijn man ze zitten daar alzoo met tweeen te zeggen en ik heb ja gezegd maar ik heb er spijt van morgend vroeg moet gij naar die mensen gaan zeggen dat ik mij geen politiek aantrek, ik was gehoorzaam en ik ging maar ze zegden trek gij u daar niet van aan (tis met u man dat wij moeten vooruit komen, er waren dagen tussen en vergaderingen en bijeenkomsten nu de nagt dat de lijsten moesten gereed zijn hij kwam thuis ik hen tog mijn naam op de lijst gezet en ik sta op de kop enfin er kwam stemming en woila hij was gekozen met meerderheid van stemmen en hij was wedheer nu oudstrijders kregen overal de voorkeur als ze een plaats vragden, er waren al verschillende die werk hadden aan de bruggen van de vaart of iets aan de ijzerweg of statie ik zegde nu en dan waarom vraagt gij ook
Nu we leven en we hadden moed na lijden komt verblijden, mijn man wierd op zijn beurt naar huis gezonden de tijd kwam voor hem gelijk voor de andere hij kwam bij mij ook in ’t huis van mijn moeder er waren geen huizen te huur en alzoo woonden wij samen, na maanden vond mijn man werk vermakingen aan de vaart later in de fabriek in Roubai en in tussen was er een kindje op komst nievers geen huis er was geen sprake van schade vergoeding en zoo wierd ons huisje ook niet vermaakt, na lang bedelen mogten wij bij zijn vader gaan wonen we kregen een keuken en twee slaapkamers en een washuisje voor schotels wij woonden en werkten en waren gelukkig, na een tijd kreeg mijn man werk in de zelfde fabriek waar ik werkte hij was daar goed naar Frankrijk gaan alle dagen weg en were niet gemakkelijk, nu er kwam kiezinge op ons om een burgemeester op een dag kwam een kind van schole met een uitnodiging dat mijn man bij de schoolmeester moest gaan op een avond, wat is er nu zegde mijn man ik zegde wie weet ’t is zeker om die verkiezing geraad willen ze u burgemeester maken want de helden van oorlog hadden veel gezag, als hij terug kwam zegde hij de onderpaster
Die wisten dat de soldaten aan de ijzer nooit geen woordje konden schrijven naar hun famili en nooit van niemand een briefje of een woordje troost kregen en die vrouwen hadden een lijst gemaakt en dat kunnen laten weten naar ons soldaten aan den ijzer dat ze hun aanstelden als meter en die soldaten schreven naar die mens met zoo een naam en alzoo had mijn man Joana Stubemeier egenote van Joannes Ganseboom gekozen en alzoo schreef hij soms een briefje zij hadden een zoon Emmanuel die jongen was een jaar ouder dan mijn oudste zoontje en die mensen hebben dikwijls geschreven en mijn man moet gegeven en ze hebben veel gebeden voor het behoud van mijn man, mijn man was een wever van stiel als hij naar de oorlog ging de oorlogs meter zond hem verschillende boeken over de getouwen en het weven ze zond hem eens een geschenk van portrmone of cigaretten of eenig geld om wat tabak te koopen ze was voor mijn man een troosteres in zijn verlatenheid nu ik kende nu ook wie ze was , ik ging nu ook weder naar de fabriek gaan werken en woonde nog bij moeder mijn huis was kapot en de meubels was kapot
4t Was 21 november 1918 dus we staan te kijken ik bagten de wagen en er springt een soldaat van een kaison die zere reed, een sprong en jij neemt mij in zijn beide armen , ’t was mijn man, op de vlugt om 9 ’s morgens, wij hadden in het zelfde dorp geslapen, hij al de eene kant van het dorp en ik al een andere kant , alle soldaten reden in een draf weg ik zegde is dat u overheid ja zegt mijn man ik zegde vraag verlof ik zoude geen krijgen zegde hij , ik zegde ga seffens bij u soldaten gij zult ze niet meer terug vinden, ik ga een eind mede met u en mijn famili zegt hij wanneer zult gij ’t huis geraken alzoo sukkelen ik ga hulder helpen en hij bleef bij ons tot den 23 november 1918, als wij in melden kwamen kwamen ‘snoens om 12 uur mijn man zegde dezen avond zult u in ons huis zijn, ik ben nu gerust ik moet weg misschien weder gaan schieten en al dat hij gaan kon was hij weder weg, en den zelfden avond was ik ’ t huis, in mijne moeders huis, en ’t mijne die ik gehuurd had lag plat te gronde met al ons meubels kapot, en mijn man moest gaan en gaan en sukkelen om zijn soldaten terug te vinden hij was 6 dagen afwezig hij moest bij zijn overste en hij legde zijn Boeke open hij nooit gestraft geweest ’t is goed zegde hij
Mijn man is thans nog moeten in Duitsland blijven aan de Rijn en hij moest wagten tot 30 Juli 1919 hadde hij nog 1 dag weggebleven hij was juist 5 jaar weg als soldat. Als hij Lotte hij had nummer 19 hij heeft Total 8 jaar soldat geweest, dus als hij mij ontmoet had op de vlugt alsdan heeft hij nog maanden moeten bij zijn leger blijven en ik bleef bij mijn moeder als ik eenige dagen ’t huis was kreeg ik van een vrouw uit Holland een briefje en op die brief stond geschreven, zoud gij mij geen nieuws willen laten weten over uwen man of hij nog in leven is?Men zegt hier dat er zovele soldaten gesneuveld zijn in dit offensief laat mij a u beliefd iets weten, ik dagt waarom is deez vrouw zo bekommerd in mijn man? Nu ik schreef terug naar die vrouw uit Holland dat ik mijn man ontmoet had en dat hij God dank in goede gezondheid was en dat hij nog soldat was bij de bezetting in Duitsland ik schreef thans een brieff naarmijn man en vertelde hem over het schrijven van die vrouw. Hij schreef mij een brief en zegde dat het eene was, die hij gekozen had om oorlog meter te zijn van hem, er waren goede vrouwen