Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Langs de binnestraete commende van St-Anne gaende naar Luinge:
Cornelis Tilleux gebruyckt een herberghe genaempt: “D’Oude Lante” wesende geheel oud, vercoopt bier, win ende brandewin
Guillaume Nolet gebruyckt een herberghe genaempt: “ De Nieuwe Lante” commen zuid v. d’ erve “D’ oude Lante” gebouwt ten jaere 1766 vercoopt bier win en brandenwin.
Het nr. 123 De Nieuwe Marionetten
Het hoekhuis van de Bosstraat was in de 18 eeuw de herberg de Marriontjes die naam aan de buurt gegeven heeft.
De Rollegemseweg van de Rollegemsestraat tot de Marionetten
Het zuideinde van de Rollegemseweg noemt het klijtgat, aan den oostkant ligt de Klijtberg.
Het brengt veel verwarring mee daar het een tweewoonst was, eigendom van Coulembier de vader van Johan.
Het café werd uitgebaat door Jef Devos waar Elisabeth Lannaou woont.
De Reisduif
Vroeger was dit de Suikerij, De Suikerij is ook de naam van het gehucht.
Op zondag 13/8/1950 was er herbergkermis in café “De Reisduif”. De uitbater van het café: Vancorsellis Arthuur, Kamiel geboren te Kortrijk op 18/8/1904 met als beroep wever.
Hij wonende in de Kortrijkstraat nr. 60. Er was gevochten in het café maar er was geen schade aan het meubilair
Op de nr. 45- 50 café en winkel de reisduif was vroeger de suikerij. Het was een winkel van eetwaren bij Miele Vonck Vanhoutte Camiel en Lisa Decorte,
Welke haar café verlaten had ten gunste van Nabor Degroote.
De café was uitgebaad door Tuur Corsellus en daarna Germain Vantomme.
De Suikerij is tevens ook de naam van de buurt zie verder. Suikerij in de volksmond “ Sukereie “
Is een woord dat aldus het West Vlaams idioticon staat voor cichorei. Poeder van cichoreiwortels.
Aan dit wegeltje ligt het eerste huis van de straat, bekent onder de naam t’huisje van tante Bertha. Op de hoek van dit wegeltje, nr. 3, café”De Prins” “Cafes des sports” welke later “café Julien,”
de saxofonist, werd vervolgens den B.A.C. om nu een gesloten woning te zijn.
Op 20 juni 1980 werd het café Julien omgetoverd tot een sfeervolle ruimte een nieuw kantoor voor B.A.C. Spaarkast die was ontsproten uit de K.W.B. in 1948, met als eerste kassier Marcel Delongie.
B.A.C. werd gescheiden van de rest van het werkerverbond, de gilden die men zei.
De gilde iet wat verder gelegen kan je nog altijd binnen springen als je geld hebt komen brengen of afhalen om bij John en Nelly een pintje te drinken aldus de spreker,
die ook hulde bracht aan Jozef Debels voor zijn vader. Eveneens voor Noël Leplae, Armand Lefebvre en Rita Debels
Nu was het de beurt aan Johan Baert om het nieuwe kantoor open te houden en te laten renderen.
Naast het huis nr. een wegel deze noemde de “Ketsenweg” vanaf deze wegel liep buurtweg 38 of de zwingelwegel, hij was 320m lang en liep naar de Mortagnestraat hij werd in 1979
onderbroken door de aanleg van de A 17 en meteen afgeschaft.
Du Flou, woordenboek van toponymie deel 17, P. vermeldt dat dit een wijk was maar ook hier bevond zich een café met de name “ De Zwingel” .
Volgens de Bo: West-Vlaams Idioticon p. 1254: zwingel: m. Breed houten zweerd waarmee men de lemen uit het vlas slaat
De nr. 13 is café “ De PLATSE” vroeger De Sportwereld, De Zonne, het Zonneken het latere lokaal van de kaarters club “De Voorbode”.
Het werd vroeger bewoond door Charel-Louis Stichelbout- Bauwens de ouders van Gerard Stichelbout. (vader van Regina getrouwd met Hoornaert René)
Alsook Clara en Robert werden er geboren. De kleinkinderen van de bus uitbater Hoornaert-Stichelbout Alsook het beton bedrijf in de industriezone te Moeschroen, de firma Stichelbout.
Het was de periode dat Constant Brouckaert zijn hof kocht, er was geld nodig dus in de beekstraat verkochten ze grond voor te bauwen.
Gerard kocht een stuk bauwde een huis hield wat koeien en varkens zo als in het café gezien van zijn vader. Hij nam de kolen over van zijn vader en “boerkes” was geboren.
Daarna werd het bewoond door Vanessche Jerome, (vader van Jaak) beenhouwer (slagerij).Jerome geboren in den Segersweg in het jaar 1903 en zijn vrouw Elza welke geboren te Kortrijk
er het levenslicht zag in 1908. Zij was het die achter de tapkast stond, daar hij slager was van beroep sinds 1927.
Van daar was er een stukje in het café dat voorzien was voor de slagerij (beenhouwerij), op de foto nog de twee deuren.
Hij was een en al sport, in zijn vrije tijd, Mede stichter van de club “Over berg en dal” Hij zag niet op een kilometer om naar zijn geliefde sport te gaan kijken.
Hij reisde naar alle belangrijke wedstrijden. Zesdaagse woonde hij er 3 per winter bij. Toen zijn zoon Jacques de riempjes aanspande was hij supporter nr. 1
Hij was tevens een fervente fan van Rik I. Zijn tweede hobby was kaarten. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de Kaartersmaatschapij “De Voorbode”
waarvan hij het 1ste lid was en er ook voorzitter van was hem nauw aan het hart lag.
Het was in 1970 dat Jerome Vanessche, café de “Sportwereld” verliet. Hij bate er ook beenhouwerij uit en ging op wel verdiende rust.
Na hen was het de beurt aan Soens Roger Depoortere Leona. Zij verlieten de “Krielenier” En kwamen wonen op de “Sportwereld”.
Bij het 45 jarige bestaan was de ere voorzitter Demuynck Roger, voorzitter Jerome Vanessche en secretaris Gilbert Verhaeghe. Bij het jubileum viering van de kaartersmaatschapij “De Voorbode”
op 1 maart 1981 was het nog steeds café “De Sportwereld” bij Roger Soens. Na het afsterven van Roger Soens in 1983 sloot café de “Sportwereld zijn deuren en verhuisde de “Voorbode”
noodgedwongen naar den “Domino”
Met de 15de folklorefeesten vinden we “De Platse” Bij Edwig Demey en Dominique
Daarna was het de beurt aan Jean-Paul en Astrid, we lezen: op 1 oktober 1993, 2.1/2 jaar is geen verjaardag, er word nieuw leven ingepompt door een groot muziekkaalfeest.
Betekent dit dat zij het café openhouden sinds 1990.
Van 1990 tot 1995 was het café in handen van Dirk Holvoet
In 1995 begon het “Platse –avontuur” voor Benard Bille en Marie-Anne Couckuyt. Benard was bediende bij de NMBS (laders baas en bijberoep opvuller van drankautomaten)
Marie-Anne als opvoedster in de Rollegemse Kindervriend. Beiden namen loopbaanonderbreking om deze belangrijke stap te zetten. Volgende verenigingen hadden er hun thuishaven:
De vinkenmaatschappij, meisjeszaalvoetbalploeg, wielertoeristen, Studax, motorclub “ ’t Krabje”, drie minivoetbalclubs, toneelgroep Trees, meisjesminivoetbal Diabolo’s en de folkloreraad.
In 2006 kregen Bernard en Anne-Marie de vraag, om het café over te laten wat ze aan het denken zette. Helaas bleef de overname op zich wachten, ook een tweede voorstel mislukte.
De derde keer werd de goede met Jean-Marc Bulcaen, ze hadden een goede overnemer gevonden.
“De Platse blijft wat ze is en wordt niet omgebouwd tot pakweg een tearoom of restaurant.
De verenigingen kunnen er blijven.
Op 31 mei 2008 tappen ze hun laatste vat. Na 13 jaar zetten ze er een punt achter.
Op 4 juni 2008 word het café opnieuw geopend om 16.30 uur door Jean-Marc Bulcaen
Hiermee sluiten we het hoofdstuk de plaats af, en gaan naar de Tombroekstraat,
of de straete naer Tombrouck ze werd al vermeld in 1627 en 1628, waar ze tot op heden den naam bewaard heeft, nochtans zijn postkaarten bekend met de naam “statiestraat, we komen ze nog tegen. Ze leidt naar Tombroek, die al bekent staat van 1572 “de plaetse van tobrouck”.
Op zaterdag 9 juli 1977 waren de eerste folklorefeesten, vanaf het café van Roger Soens of de “sportwereld”Folkloreambachten en in het straatje tussen café Julien en het café Soens boldershof.
We zetten onzen kroegentocht verder vanaf den oostkant van de straat, daar is een klein wegeltje dat naar den “Ketsenweg” leidt.
Aan den oostkant stond in de 17de-18de eeuw de herberg”t Sckaeck”. Begin 17de eeuw was Jan Devoldere er eigenaar van, in 1628 Charles Pol. In 1637 Niklaas Barbe en na hem zij zoon.
De weduwe Pieter Barbe Gebruyckt de herberghe ende brauwerie, heeft “vooruythang” beert volgens het denombrement deser prochie “Het Schaek”.
In het begin van de 18de eeuw hoorde het toe aan Adriaan Dumortier.
“De Kroon” “Au Duc De Brabant” ( De Hertog van Brabant )
“De Kroon” in nr. 9,”Kristen werkerverbond ” Tombroekstraat, 3, met de familie Debels, nu tandarts Tom Declercq. Vroeger “Au Duc de Brabant, bij Jef Hanssens. Zaterdag 9 juli 1977
vrij podium in de zaal van “de Kroon”.
Recht tegenover “de krone” woonde: “Frére Jaske” aan zij huizeke ging een koeistal deur(in twee helften) en daarnaast was de ruste.
Juni 2008: in ons kerk ligt een boek waar in je de bevinding kunt neer pennen.
Daar lees ik het volgend:
Rosa Hanssens, woonplaats Benidorm Spanje: Ik ben de kleindochter van Louis Hanssens en Victorine Decock, welke woonden in “De Krone”.
Tussen de nr. 9 en 19 liep een gangetje naar de Ketsenweg. Kets is volgens het boek “Duizend Kortrijkse straten “ het West-Vlaams voor hooiopper of kleine stapel hooi.
Dus een pad langs een veld met hooioppers. Is alleen nog door bejaarden bekend. De nr. 10 was de winkel Vé Gé, vroeger de smidse van Fielke Remmerie, vader van Constant Remmerie,
Den toren van de kerk brandde af rond het jaar 1623 dat gebeurde door den bliksem, maar ook de herberg en brouwereitje ten oosten van de kerk“het Zonneken”ging mee in de vlammen op.
Bij de afbraak van den toren in 1872 vond men onder het vooie (het uitstek of hozie onderaan de naalden van een toren, zie West-Vlaams idioticon enkele zilverstukken uit de periode 1623.
Volgens het XXe penningkohier Rollegem anno 1572 zijn er vier café vermeld Jacques Van den Booghaerde baat “Up de plaetse te Rodelghem ene brauwerie uit ende es ooc enen herberghe.
De Zwaan, een grote witte zwemvogel, (bijnaam naar de lange slanke hals van een zwaan) uit de familie Anatidae; soort o. a. met rode snavel, eet plantaardig voedsel, dat ze vooral op de bodem van het water zoekt. Ze komt veel voor in vijvers, is soms verwilderd. We vinden ze vaak in steden, als Brugge en Gent op de reien. Is ook het symbool in de Lutherse kerk.
De Germaanse meisjesnaam Swane ”zwaan”, Zwanekin, komt in Kortrijk 1350/1400 negenmaal voor Debr. (1970,536)
“Maison Communale”- Ecurie“ t Oud-Gemeentehuis - Schepenhuys – Domino”
Rollegemplaats nr. 2, Schepenhuisstraat, Kortrijkstraat
“Op de Plaetse ende gebeurte: - Frans Hoornaert proprietaris ende gebruijcker Vande herberg, hebbende vooruyt hang Beert het Schepenhuys. Zie Bruine pakken I 6173 (DAT. van 1779)
Het café of het “Schepenhuys” staat er van 1779. Het huis werd in 1903 vernieuwd duidelijk ziet men dat de ingang gelegen was in de straat naar Kortrijk. De bovenverdieping van het gebouw, dat dateert uit 1905, en deed dienst als gemeentehuis. Een andere ingang, kant “plaats” (de naam “plaetse” komt al voor in 1762 en word nu nog gebruikt.) waar men op de eerste verdieping de administratieve diensten van de gemeente vond.
Op het uitgangbord kan je lezen “Maison Communale- Ecurie” Inderdaad achter de herberg was er een paardenstal. Behoede burgers welke met paard en kar of sjees, of landbouwers welke naar het dorp kwamen of naar de kerk of gemeentehuis, konden daar gemakkelijk hun paard stallen tijdens hun afwezigheid.
Het waren eveneens de lokalen van de Boerenbond, harmonie Sint-Cecilia, de Nationale Strijdersbond( NSB), de handbooggilde Sint-Sebastiaan, (tot in 1979 stond de “Gaaiperse” van de handbooggilde achteraan in de weide.)een aantal kaartersklub ook de vinkenzettersvereniging De Rode Borst en de Duivenmelkervereniging Ieders Welzijn, vroeger Ieders Recht.
De gemeentediensten werden in 1964 over gebracht naar de gerestaureerde pastorie, welke vanaf die tijd dienst doet als officieel gemeentehuis.
De gebouwen van de oude brouwerij werden om getoverd tot feestzaal, waar velen Rollegemnaren zich nog zullen herinneren dat ze daar hun trouwfeest vierden, of ter gelegenheid van een overlijden daar aan de koffietafel gingen.
Op de foto links zien we de voorbereidingen die getroffen werden om rond de jaren 1974 een toegang te maken langs de Schepenhuisstraat, voor de ingang van het “HET GEMEENTEHUIS” plaats 1 Sinds 1964 “CAFE OUD-GEMEENTEHUIS” bewoond door; Ghyssel Paul bierhandelaar, en Ovaere Maria. Voor Paul waren het zijn ouders, Jules Ghyssel, deze was geboren te Rollegem 6/9/1891 en tevens ook bierhandelaar.
Hier was ook de thuisbasis van de schutters der St-Sebastiaansgilde. De jongste schutter Joost zoon van Paul was op jeugdige leeftijd al geroemd voor zijn schutters talent. Op achtjarige leeftijd schoot hij zich zevende op 77 deelnemers, hij haalde 1 zijvogel, 1 kalle en een kleine vogel naar beneden.
Ook de duivenmaatschappij “Ieders Welzijn was bij Paul gevestigd.
Na dat Paul op pensioen leeftijd kwam was het de beurt aan neef Frassens Luc en vrouwe Ovaere Mieke welke de zaak over lieten om kok te zijn in de “kindervriend”.
Het café “het Gemeentehuis”, intussen “Domino” geworden leek geschikt om een grotere zaal uit te baten
Vanaf 21 maart 1986 wordt het dan Leon en vrouw Dorin, ook nog terug te vinden: “Traiteur Saelens”. Leon had zijn kokstudies bij het instituut “Itma” in Doornik gevolg. Op 19 jarige leeftijd vestigde hij zich als Traiteur. De zaal had toen een capaciteit van 80 zitplaatsen. Op 2 juni 1989 werd de uitbreiding tot 240 zitplaatsen gevierd
Het staat bekend voor begrafenis tot gastronomisch menu. Het is niet bewoond daar zij hun woonplaats hebben in de Chaussee de Lille, 282 in Moeschroen.
In 1975 werd de nieuwe weg aangelegd vanaf het “Gemeentehuis tot aan het bestaande macadam in de Kortrijkstraat hier door verdween het bijgebouw uit de verwoeste gewesten zo als het vaak genoemd werd.
De feestzaal waarvan al sprake kreeg de naam “Den Domino” Duidelijk op de muur de dominostenen te zien.
Slagersvrouw Anne-Marie Vandenberghe was koffie aan het zetten, dinsdag 23april 2002.
Ze merkte een grote rookontwikkeling in de feestzaal van den “Domino”. Eigendom van de brouwerij “Bavik” Ze waarschuwde de brandweer alsook Leon en zijn vrouw, om naar hier te komen. De zaal biedt plaats aan 260 mensen. De zaal 280 vierkante meter, ging helemaal verloren, het café Oud gemeentehuis van de zelfde uitbater, liep zware rookschade op. Dorine Dumortier (42), altijd een toonbeeld van netheid, verklaarde dat er documenten verspreid lagen achter de toog.
Zelfs leeggedronken fles gin en aperitief, wat achteraf zou blijken dat deze gebruikt werden niet om te drinken maar om versneld de brand opgang te brengen
Op de muur en het meubilair was met rode viltstift talloze keren de slagzin “Bad boy for Life”(slechte jongens voor het leven) geschreven, alsook een hakenkruis werd er getekend. De kostbare textiel of het biljartlaken werd met een schroevendraaier bewerkt. Volgens Leon Saelens (45 jaar op18/4/2002) werden in het café en de feestzaal ook twee stereo-installaties ontvreemd. De uitbater heeft vermoedens, maar moet op dat moment zwijgen. Men vermoedt dat het enkele jongeren zijn met wie Leon aan de stok heeft gehad. Gelukkig, het was windstil zo kon de aanpalende woning van de familie Van Hoonacker- Van Goethem helemaal gevrijwaard blijven. De schade wordt geraamd op 371.840 € (15 miljoen fr. en de inboedel 123.947 € (5 miljoen fr.) Schade muziekmaatschappij 50.000 €
Een van de directe gevolgen is dat het lenteconcert van de harmonie werd afgelast.
Zij hopen in de nabije toekomst de zaak te kunnen overlaten aan hun zoon Sébastien nu 18 jaar “ hij werkt nu op Gran Canaria een drie maanden durende stage”.
Op 18 april opnieuw een brandstichting te Rollegem nu in een loods in de Rollegemkerkstraat 62 bij Dunece. Twee jonge gasten van 21 jaar werden opgepakt aan de “Domino” welke al opnieuw in opbouw is. Hun klederen stonken naar de rook. Ze bekenden dat zij het waren die het gedaan hadden.
Een prachtig en betoverend gebouw komt het landschap van het gezellig dorp vervoegen. De zaal heeft een capasiteit van 300 zitplaatsen en kan 400 personen ontvangen voor receptie. Op 1 mei 2003 , kwamen 300 mensen deze nieuwe start vieren met Dorine, Léon en Sébastien
Op de plaats: ”De Swaene ” herberg en beenhouwerij met er bij een openbare baskuul, Rollegemplaats nr. 12.
Den eerste uitbater van het café, welke gevonden werd was, om preciezer te zijn “den witten Barbe.” Deze was getrouwd en had een zoon Octave-Maurits Barbe geboren te Rollegem,
1juli 1892 en overleden te Kortrijk, 1juni 1960. Ook hij was getrouwd en woonde te Lauwe alwaar hij de vader werd van twee dochters,
welke hier later in het klooster zouden treden, namelijk Zuster Vianney en zuster Jean-Marie Barbe.
De volgende uitbater Decantere-Delcroix en zoon Léon
De Zwaan werd onbewoonbaar verklaard in 1972 en werd gesloopt 1974.
We zien ook duidelijk dat de vernieuwing rond de kerk al volop aan de gang was, veel sloopwerk had al plaats gemaakt voor een moderne Rollegem.
Paradijs in de architectuur het hof vóór, en veelal ook ter zijde van een kerk. Ook synoniem van nartkex (voorhal). Aangezien dat deze hof als begraafplaats werd gebruikt,
kreeg ook de naam paradijs in sommige streken, betekenis van kerkhof. Het paradijs in de religie was de gebruikelijke naam voor lusthof, ook in de zin van hemels. (bron Encarta 2006)
Het “ Au Paradijs” langs de Kerkstraat en de twee woonsten op de plaats waaronder de oude winkel van Remi Castel waren de volgende in de rij. Ook de winkel van de gezusters
Vandenbroucke en de huizen daarnaast moesten er aan geloven. Het kerkhof was al eerder verplaats naar de Tombroekstraat het vroeger hof café “La Poorte Ferez”.
Aan het“Au Paradis” was er een gangetje, waar je onderdoor kon gaan naar de sacristie. Dit café werd uitgebaat door Ghyssel Yvonne tante van Paul, bewoner van het gemeentehuis.
Met het verdwijnen van de begraafplaats verdween ook “Het Paradijs”.
Rond de kerk was de Kerkhofweg buurtweg 33, ongeveer 79 m lang en liep langs het kerkhof.(Deze weg was in de volksmond beter bekend als het kleine kerkstraatje)
Men besloot op 26.11.1965de begraafplaats op het kerkhof rond de kerk af te schaffen.
Als we de Noordkant vertrekken bij de 23 huizen welke moeten gesloopt worden dan zijn er daar geen cafés bij.
Aan de noordkant van de Rollegemplaats , lag vroeger de maalderij van Robert Vandeginste.
In 1982 slagerij Decantere. Ondertussen is Leon overleden. Mevr. Anemie uitbaatster van de slagerij.
Ook dit is intussen ingehaald en werden verbouwingswerken uit gevoerd, met boven een appartement (2016) Nu pizzeria.
Op de hoek van het kerkhof was in de Tombroekstraat café “de vrede “ aan de kant van de Rollegemkerkstraat
Volgens het boek “Duizend straatnamen” zou op de plaats van café “ De Vrede”, in de 17de-18deEeuw de herberg en brouwerij “De Swaene” zich bevonden hebben.
Petrus Joseph Messiaen gebruyckt de herberghe genaemt: “ De Swaene, wesende geheel oud.( Bruine pakken I 6173 (Dat; van 779)
“De Swaene”(herberg) volgens Leiegouw 1960: Kortrijkse plaatsnamen voor 1400.
P. : Zwaan is een gewone, zeer verspreide benaming van oude brouwerijen. De betekenis van dit zwaan is “open waterput”.
De brouwerijen moesten immers eerst en vooral voorzien zijn van water.
Zijn daaruit de vele herbergen met de naam Zwaan te verklaren?
“Au Barbier ” (Barbier )’ HOF VAN COMMERCE” Verdwenen in 1981 in de plaats kwam een frietkraampje nu een bank
Barbier van het Latijn barba = baard. Baardscheerder en kapper, ze trokken in vervlogen tijden ook tanden en verrichten geneeskundige handelingen, zoals aderlating.
De barbier was ook gekend voor het verspreiden van nieuws. De figuur van barbier werd vereeuwigd in de gestalte van Figaro (Encarta 2006)
1953 Kerkstraat nr. 4 herbergierster Barbe Yvonne geboren te Rollegem op 22/12/1911 “Het hof van Commerce”
We vinden haar terug in 1968 nog wonende in de Kerkstraat nr. 4
Aan de westkant bevindt zich “De Ruste”, dit café was de eerste voor de nieuwe aanleg van kerkhof welke werd afgebroken.
Daarna werd het de Tombroekstraat. In het jaar 1952 was nr. 2 (nu Rollegemplaats) De uitbater Malfait Georges, was eigenaar van een Amerikaans biljart (Het merk was van Gismo)
voor de prijs van 1 fr. Kon men spelen met 5 ballen. Je kon het spel voor tijdverdrijf spelen maar ook met meerdere personen, welke hun punten samen tellen en de verliezer het gelag betaalt,
gewoonlijk een glas bier. Er waren geen geldelijke of natura voordelen aan het spel verbonden. Het was een spel welke door jong en oud kon gespeeld worden,
maar al in die periode aan het verval geraakte.
Bij weinig cliënteel in het café, kon je zeer gemakkelijk met de uitbaatster teerlingspel spelen, een geliefkoosde bezigheid, welke bij verlies een rondje inhield.
De uitbaatster Desmet Rachel van geboorte van Deerlijk den 1/8/1902. (Dochter van Elza Malfait) In 1951
Met het verdwijnen van de begraafplaats rond de kerk verdween ook “De Ruste”
Rollegemplaats van de Aalbeeksestraat tot de Tombroekstraat.
De naam plaats komt al voor in1762 en wordt nu nog in de wandeling gebruikt. Sedert 1981 is het Rollegemplaats.
hier stonden 23 huizen rond het kerkhof met volgende cafés
Op 26/11/ 1965 werd besloten een nieuwe begraafplaats in gebruik te nemen.
“In den engel”
Een “engel” is een soort geest, een creatie, van God, om enkel te dienen voor God
In de Bijbel vinden we: “ dat aan ieder mens een bewaarengel is toevertrouwd” Matteüs 18:10 en in de handelingen der apostelen 12:15. Ze zij dus zeer oud. Men ontmoet ze meestal in moeilijke tijden. Denkt hier bij aan de uitdrukking “Gij zijd van God gezonden, mijn reddende Engel” Ze worden genoemd bewaarengelen, of engelbewaarder of nog beter beschermengelen.
Al vroeg werden ze opgenomen in de christelijke gebruiken bij de eucharistieviering, in ere diensten. Denken we aan de Sanctus, (Heilig) dankzegging.
Er bestaat zelfs een hemelse hiërarchie. De dichtste bij God zijn de Serafijnen, daarna de Cherubijnen vervolgens de aartsengelen en dan de engelen. Bij de Aartsengelen waren er twaalf, zoals de twaalf apostelen of de twaalf ridders van de ronden tafel. De uitgang van de namen is gelijk aan –el in het Hebreeuws betekend dit “als God, van God, vertegenwoordiger van God” . We kennen er allen wel een paar Michaël, Gabriel, Uriël en Rafaël.
De uitvaartplechtigheid van gedoopte kinderen beneden de zeven jaar, noemt een “Engelenmis” Zo werd dan gewoonlijk een devotiefkaars of geschenk als belofte aan de eredienst geschonken, meestal uit dank. Denk aan bijvoorbeeld de arm of benen in bepaalde kerken.
Het lag dan ook al vlug voor de hand om een uitsteekberd te maken voor een café vooral gelegen aan de kerk.
De locatie van het café, welke verdween tussen de jaren 1920, 1930 stond aan de andere zijde van de huidige bank, Je houd in je gedachten een stuk weg naar de ingang van de kerk en dan het café “den Engel” aan de rechter zijde
Laten we even voor alle duidelijkheid, de Rollegemkerkstraat was in de 19 de eeuw samengesteld uit twee verschillende straten. Het gedeelte tussen de Rollegemplaats en het begin van de Oude Aalbeeksestraat behoorde tot de Marksestraat. De benaming Kerkstraat komt pas voor vanaf 1930
Het volgende huis daar woonde een kapper (coiffeur) Jean Millecamps of beter gekend onder de naam Madeleine “Poorters” van waar die naam konden we niet achter halen, maar de echte naam was Millecamps (onder andere Gabrielle)vervolgens, was het “Mere Kijk” die daar woonde moeder van “Marie Stomme puit” ’t was een “menten” winkel (snoepwinkel).Ook “lulle” haar zoon was wielrenner maar kon niet mee de andere reden te zere. We zien nog een stukje van het uitsteekboord Van de foto genomen bij het verbouwen van de kerk in 1900. Het was in die periode het duiven lokaal uitgebaad door de familie Leplae, ze hadden veel kinderen, wat inderdaad voor die tijd geen uitzondering was. Ze hebben Rollegem verlaten om naar schijnt naar de Walen te gaan boeren. Na hen werd het café bewoond door Alois Herpoel en vrouw Sophie. Ze had drie dochters, te weten: Simone, Zoë en Maria. Bij hem woonde een wezenkind. Rachel, was amper elf jaar oud toen ze als wees achterbleef, ze was geboren in 1904,. Ze droeg de familienaam Herpoel. Rachel kwam in kennis met Ivo beter gekend onder de naam Julien Vanneste, welke afkomstig was van de Marionetten. Bij hun huwelijk gingen ze wonen in de winkel in de Kortrijkstraat. (beter bekend onder de naam “schapers” naar het schijnt zou er te Oudenaarde een hoeve geweest zijn met de naam schaperhoeve. )
Hoewel het sportcomplex al in september geopend werd, was het pas op vrijdag 17 december de opening van het cafetaria. Het was schepen Sansens die in zijn toespraak het belang van een cafetaria benadrukte voor het sociale contact tussen de sportlui enerzijds en kijklustige en vrienden anderzijds. Het geheel beslaat 5ha. En werd op 40 miljoen Bfr. geraamd Het is bestemd voor de
deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Kooigem en Rollegem.
Met als uitbaters De Familie Jozef en Ingrid Debels-Baert. De officiële opening was gepland op vrijdag 17 december 1982. Ieder weekend croque monsieur, Brusselse wafels, verse groenten soep en
belegde broodjes. Vanaf 1januari 1983 zal het open zijn in de voormiddag van 10,30 tot 13 uur en in de namiddag vanaf 17 uur. De sporthal “De Weimeersen” had een uitbater.
De familie Jaen-Marc Galloo en Sofie Debels zijn de nieuwe uitbaters.
Ze nemen de fakkel over van Jozef en Ingrid Baert, zij stonden 18 jaar achter den toog. Sofie is al sinds haar kinderjaren met het sportcentrum vertrouwd.
Jaen- Marc een zeer goede sportman hij houdt van volleybal, minivoetbal? Basketbal en is tevens bestuurslid van minivoetbalploeg Monserez.
Het is volgens hem belangrijk dat de uitbater in de cafetaria vriendelijk is.
De “Weimeersen”: Prairie du Petit lait. « Wei » wil zeggen: Hui, dit is een zoete vloeistof die na de kaasbereiding van de melk overblijft. “Wei” kan eveneens betekenen weiland of grasland.
Meersen (Meersch ) of grasweiden welke i de winter meestal onderwater staan.
St. Elooi, Elgius of Eloi , weten we dat hij geboren werd nabij Limoges in 590 en gestorven rond het jaar 666 in Noyon. Dat hij patroon heilige is van alle metaalbewerkers,
omdat hij zelf goudsmid was, bij de koning, waar hij trouwens de muntmeester was. Dat hij het hof verliet bij de dood van de koning en priester werd en in 641 bisschop van Noyon - Doornik.
Volgens de legende, sneed hij van een onwillig paard de voet af en zette hem er aan zonder dat er bloed vloeide. Daardoor is hij ook de patroon van de hoefsmeden en veeartsen.
Zelfs allen die met de hamer werken kozen hem tot schutpatroon.
Rollegemkerkstraat nummer “ St. Eloi” Huis Castelein, waar vroeger de meubelwinkel was en daarna de bakkerij, nu gesloten huis of was het waar de wagenmakerij was, dat betwijfeld men.
De“ ’t Akkerwind” nee, het is geen naam van een café, maar een naam van het huis in de Rollegemkerkstraat. Welke zijn naam dankt aan de plant welke groeit op de zure gronden veroorzaakt door de zwijnen die er werden vet gemest.
Het was een tweewoonst met stuk grond toe behorende in de vijftigerjaren aan Albert Vandevenne, en Bertha Thienpont, Kerkstraat 23 beenhouwer met slachterij.( moeder van beenhouwer Eugène) gehuwd met Dutoit Leona. Wie er voor de eigenaar was, is ons niet bekend.
Omer Depraetere was pachter van het huis. Hij ging rond om konijnenvellen, en hielp mee om het huisvuil op te halen. Hij betaalden 600fr. Pacht, maar sinds enkele maanden was het maar 500fr. niet meer. Bertha had gezien dat den eenarm (mere praeters) zijn kot niet gebruikte. Ze stelde voor, het ter haren beschikking te stellen ten einde er een aantal varkens te kweken. Het verhaal welke nu leid tot een prachtige locatie voor vakantiegangers( bed en breakfast) begon met 9 varkens, welke werden vetgemest. Dat hier op de parochie van geen leien dakje liep hoef ik er niet bij te vertellen, maar goed het stond er en het zou er blijven staan tot na heel wat klachten van stank en alles wat er bij hoorde.
De toenmalige pachter was er mee akkoord. Ze had er voor met niemand over gesproken dus geen aanvraag gedaan. Zonder aanvraag tot toelating! Zij zegt; indien er voorwaarden aan zijn, dan zijn die voorwaarden voor iedereen. Haar man Albert trekt er zich niets van aan, ’t zijn haar zwijnen, ’t Is haar bezigheid, ze moet er haar plan mee trekken. De vergunning zal er wel gekomen zijn maar wanneer en hoe. Wettelijk was er ergens een wet van 1888: Onder de rubriek varkensstallen. Welke ook het aantal ondergebrachte zwijnen mogen zijn die buiten de plattelanderei gedeelte van de gemeente gelegen zijn. Meer was er niet over gegeven.
In ieder geval, vele varkens zijn er vetgemest geweest voor de verkoop in de beenhouwerij. Maar ook veel uitwerpselen die over het stuk land, meegeholpen hebben om het verzuren van de grond. Hygiëne was in dien tijd nog niet aan de dagorde. Een voorbeeld willen we hier aanhalen om een gedacht te hebben dat zeker niet te vergelijken was met nu. Den hof was af gesloten met een betonmuur, het slachtafval werd ingekuild in de grond. De ontvleesde benen werden opgehaald door vodden - en beenderkoopman.
Toen uiteindelijk de varkensstal, door herhaalde maal te zijn aangeklaagd werd de ruimte gebruikt voor kolen bedrijf, voordien was de kolenhandel op de woonplaats van haar broeder Florent Barbe gelegen in de Markestraat 21/ 23 (1957) Ze hadden een vrachtwagen voor de uitvoer van de kolen welke tevens gebruikt werd voor afhalen van huisvuil.
Toen de ouders de zaak van de hand deden, had de zoon had het gaarne gekocht, om er garage op te bouwen, er was veel nood in de straat, maar het mocht allemaal niet baten, moeder zag het liever anders zo kwam het café “Elckerlijck” tot stand. Yvonne Barbe bouwde er een nieuwe woning .
“Het hof van Commerce” waar “Vonne” woonde, werd onbewoonbaar verklaard in 1972 alsook de huisnummers 4 en 6 in de kerksraat. Voor een bedrag van 860.000 Belgische franken. Dit is de vergoeding schuldig aan de huurder die de brouwerij Bavik was. De beide woningen werden gesloopt voor de verbreding van de Kerkstraat.
Café – restaurant -Gîtes “Hotel bed and breakfast den Elckerlijck”
Het café gebouwd 1970. Het restaurant in 1986, gehouden met Denutte Guido (1953), de echtgenoot van Andrea ze hebben een zoon Joost (1988).
In het jaar 2000 werd het gebouw omgebouwd tot prachtige huisjes die er toe leiden om” bed en breakfast “open te stellen
Ze verwelkomen je gaarne in hun gastverblijf “Elckerlijck Inn” hun “Hotel – café - restaurant” met ruime Gîtes. Een ideale manier om op rust te komen in een landelijke Vlaamse omgeving.
Je kunt er genieten van een frisse pint of aangenaam wijntje, een heerlijke dagschotel ja zelfs van een gastronomisch menu. Eerlijk, eenvoudig en degelijk.
Het Restaurant “Elckerlijck” heeft een verzorgde Belgische keuken met dagvers voedsel en seizoengebonden gerechten. In gezellige huiselijke sfeer kan een snelle hap, een business lunch of een
uitgebreid menu.
“Elckerlijck” betekent “voor elk gelijk” in het Oudnederlands. In dit familiale volkscafé, met uitgebreid terras, ontmoet je zowel oud als jong. Allen voelen er zich thuis bij een pint, streekbier of een
smaakvolle wijn.
Gîtes, landelijkheid privacy en comfort. Een verblijf in de gites staat garant voor Privacy en comfort.
De ruime studio’s met living (woonkamer) met tv., Badkamer en slaapkamer zijn volkomen nieuw. Naast “bed en breakfast” kun u verder gebruik maken van het restaurant –café .
Ze zijn te bereiken via Internet “elckerlyck. inn. Hotel@ skynet; be of www.elckerlyck-inn. be.
Een ster in de gastronomie: gloeiend, gasvormig licht uitstralend object.
Ster van Bethlehem, plantensoort.
Avondster een heldere planeet Venus.
“De Sterre” Du Flou, woordenboek der toponymie deel 15, f ° 434: herberg de” Sterre” in Rolleghem Fantasienaam.
Was gelegen in de Rollegemkerkstraat, naast wat Hotel “den Elckerlijck”
1958 herberg”De Sterre” Kerkstraat “De Sterre” nu gesloten huis.
Jules Nottebaere, welke in de Sterre woonde, hij was de man die doodsberichten kwam melden van deure tot deure “ ik kom u melden dat de heer of madam overleden is de begrafenis gaat door,
U word hiermee uitgenodigd. Ook den champetter deelde mede op de roepsteen. Het was ook het lokaal van den duivenbond.
Volgens kenners waren daar ook schone meiskes te vinden zo een zestigtal jaren terug, ook werd dit café bewoond door de Familie Houtekier, en nog later door Manhaege, welke ook nog het lokaal geweest van de socialisten.
van Rollegemplaats naar de Schreiboomstraat. Of de strontstraat. Aan de noordkant heeft de straat een zij vertakking die naar de Aalbeeksestraat loopt op het nr. 24
Huis Vandevenne vroeger:
“Hotel Basse” ( Lage Stem )
Bas = muziek instrument een afkorting van contrabas.
Bas = zangstem, laagste mannenstem, klankvol, diep en statig.
“Hotel Basse” nu beenhouwerij Vandevenne. In de Rollegemkerkstraat, soms ook het “klein kerkstraatje” staat de beenhouwerij van Bart Vandevenne. Hier stond: “Au Marechal Ferrant”of
den hoefsmid Het zou aldus kenners hier geweest zijn dat “slunse” Debunne, député voor den oorlog van 14/18 kiesmetingen organiseren.
Het zou ook de plek geweest zijn waar den toenmalige garde Champetter er kon beschikken over een amigo
Deze café stond tegenover de smis van de Remmerie in de Kerkstraat, men zegt dat het niet lang meer bestaan heeft nadat de nieuwe smidse er was.
Wonderbare genezing door voorspraak van de H. Arnoldus.
Deze Ciska was afkomstig van op deze plek waar de smidse stond. Aan de overzijde was de wagenmakerij. Het waar gebeurde verhaal van Ciska d’Hulst. Vrij gegeven ten 17 februari 1858
In het jaar des Heren 1816, werd Francisca d’Hulst, van een schrikkelijke wonde aan haar arm en een soortgelijke wonde aan haar voet op een wonderbare wijze genezen.
Het verhaal van de vernoemde Siska Smedjes, dat het vertelt als volgt:
Ik had verscheidene breuken aan mijn rechter arm( een hoepel voor een wagen wiel was haar terecht gekomen) Vier geneesheren, Libbrecht van Aalbeke, Crombeke van Moeskroen, VanDorpe van Kortrijk
en Marant van Bellegem, hadden er veel aan gemeesterd. De zwelling en de brand werden als maar groter. Libbrecht en Van Dorpe , zeiden dat hij moet worden verwijderd, of dat ze ging sterven.
Haar biechtvader, Tillieu, onderpastoor, rade haar aan om naar Tiegem te gaan dienen. Ik deed het om te gehoorzamen. Ook gedurende het verblijf daar van vier dagen. Ik keerde terug naar Rollegem,
zeer bedroeft en geheel te neergeslagen. De biechtvader wekte mij op om een groot vertrouwen te stellen in St-Arnoldus, en we begonnen een devotie van zes weken.
Op het einde van de zesde week, voelde ik mij gejaagd en gedwongen naar Tiegem. Aan de fontein van St-Arnoldus gekomen, in tegenwoordigheid van wel twintig personen, mijn arm ging wassen.
Nauwelijks vloeide het water op mijn arm of ik zag dat al het rotte vlees en de vuile wonden van zelfs verdwenen. Ik hoorde een grote schreeuw en ik viel in onmacht.
Terug tot mij zelf gekomen, aanschouwde ik mijn arm; hij was totaal genezen. Nochtans verscheidene beenderen waren uit hun plaats verschoven, zodanig dat mijn hand krom stond,
ik kon mijn kruisteken niet maken. Ik kwam aldus naar huis. Men zond mij opnieuw naar Tiegem, alwaar ik in het bijzijn van de onderpastoor, de koster en een misdienaar, voorafgegaan van een gebed
gebeden, werd aangeraakt aan mijn bovenarm door de relikwie van St-Arnoldus. Op het zelfde ogenblik gevoelde ik mijn voorarm zich uitstrekken, en al mijn verstuikte beenderen zich op hun plaats stellen.
Sinds dien heb ik noch pijn noch ongemakken gehad aan deze arm, en kon hem gebruiken zoals vroeger. Gedurende de plechtig noveen die uit dankbaarheid gevierd werd, ben ik alle dagen van
Rollegem naar Tiegem door regen en water gegaan. De laatste dag is Menheer Tilieu mee gekomen en heeft de solemnele mis gezongen.
Ook hier heeft nog gewoond August Caus en Clement Caus. Ze hebben hier een kind verloren welke niet oud was. Een van de dragers, voor de begrafenis in de kerk wist nog te vertellen
dat hij daarvoor in dien tijd 5 fr. kreeg.(Noël Houtekier)
Wolfcarius zoon van “Roste Lisa” of Jozef getrouwd met Maria Meyers broer van Jozef, werkte bij Lorge in slunzekot
Remi Vinckier, hield hier winkel en café, Munkendoornstraat nr. 32 Hij en zijn vrouw dronken veel en zijn op latere leeftijd nog gescheiden zij heeft lang gewoond in het huis recht tegenover de winkel.
Hector Caus en Clement Martha, men noemde het ook het huis Caus, hij was ter gelijk ook bekend als leurder.
Herberg “De Rollegem Knok”op het gehucht Rollegem Knok, Knokstraat.
Op de wijk de knok zouden vroeger nog zeven herbergen gestaan hebben.
Een van de bekendste café op de knok was “In de Hert” het was de stand plaats van Henri Delanglez welke een vervoerdienst had van Rollegem naar Kortrijk.
Munkendoornstraat: van de president Kennedylaan tot de Kwadebrugstraat. (Vroeger Buckendoornstraat)
“ De Halve Maen ““ Burgerwelzijn “”De vijfwegen” “De Flieflouter”
“De Halve Maen” Du Flou, woordenboek der toponymie deel 5, p. 319
Herberg te Rollegem een fantasienaam, op de Rollegem-Knok zie de Brabander.
Het nr. 154 café “de Vijfwegen” waar ongeveer op deze plaats in 1850 de herberg “De Halve Maan” was.
Het gezin Vandevenne, de ouders van Noë verlieten Bellegem om op de Rollegem-Knok te gaan wonen, in het café “Burgerwelzijn”Dat gebeurde rond de jaren 1910/1920.
Ze verhuisden dan toch weer naar de plaats van herkomst de Segersweg in de onmiddellijke omgeving. Noë werd door den bezetter al op twaalfjarige leeftijd opgeëist,
voor gedurende enkele maanden om kasseide- banen in orde te brengen. Kassiesteen grote kei waar straten en paardenstallen beleid werden (West-Vlaams. dialect )
Noë huwde op 11 april 1931 met Yvonne Vandevelde afkomstig van de Marionetten.
Later werd het “De fliefouter” met de klemtoon op “Flie”( West-Vlaams dialect voor vlinder)verdwenen café na een gruwelijke brand.
“Den Smokkelpot” herberg en wijk zo genoemd du Flou, woordenboek der toponymie : deel 14 p 968. Aanwinsten VI 1930 : een erve behuyst wesende een herberg genaemt den Smockelpot.
“Den Smckelpot” herberg op het einde der Rolleghemsestraat zie Slosse deel III 1168.
AanwinstenVI 6979 : Atlas géneral et parcellaire du troisième canton de Courtrai qui comprend les communes suivantens: Bellegem, Coyghem, Dottignies, Espière, Helcken, Rolleghem et St Genois.
Aanduiding van de herberg den smockel pot op kaart.
MSAK 6419: Commine de Courtrais: procès verbal de délimitation (1821)
Article 5: Limite avec la commune de Rolleghem près le cabaret nommé smockelpot.
SBK fons G.G. cod 222 “Trerrier du Coster” De Saint-Martin de Courtrai.
Titre: Beschrijving behelsende de consistentie van de groote ende ghelengenheijde Vande Costerthiende ghelegjen in de prochie Cortryckbuyten recht voor de hermitage van Sinte Anne
Capelle, beginnende des thiende van de straete geleghen van den oosten de mote aen Joseph de Penthevilles, tot aende herberghe bij den Callewaert-bosch genaemt den Smockelpot,..
Terrier , date et Signé ; Cornels steur 1772.
OSAK 1204 : Landboek van Cortryk-buyten (1762) de herberghe geseyd den smockelpot.
Smokkelen= “Misten, motregen”Bij Bo smokklen afl. van smoken= dampen, roken
Engels: To smoke. De zelfde wortem bevat smuiken, met de zelfde betekenis.
Ook smoren betekend trouwens zowel “mist” als “roken”
Debrabender (Leiegouw ,1972 ii, 186)
Ligging : op het kruispunt St Anna, Lantestraat ,Smokkelpotstraat en Markestraat, gaat u een 50tal meter de Smokkelpotstraat in;( vroeger grondgebied Rollegem) Recht tegenover het nr. 94
(ex villaDepoortere) is de plaats waar tot in de 1ste helft van vorige eeuw het café gelegen was, een soort koeiplekske. (Ik heb er geen foto van maar er bestaat een schilderij van een kunstenaar,
welke niet mocht gefotografeerd worden omwillen van prijs vermindering van het schilderij aldus de kunstenaar).
“ De Smokkelpot” was eerst bewoond door Octave Velghe met vrouw en dochter Mariëtte en nog een hele bende zonen, aldus de informatie bron Erna Spriet, (oud 80 jr.)echtgenoot van
Andre Nottebaert) welke woonde op St Anna. Ze is er de oudste bewoonster, geboren en getogen.
Dochter Mariëtte werd (per ongeluk) zwanger rond den ouderdom van 13à 14 jaar. Een zekere Decantere, 18 jaar jongen uit gebuurte boven op den St Annaberg,
bleek de vermoedelijke vader te zijn… Gezien het “overspel” meteen minderjarige werd de vermoedelijke vader opgepakt en tot zijn21 jaar in een instelling gestoken.
Pittig detail, moeder Velghe en dochter Mariëtte waren allebei in de zelfde periode zwanger. Na de bevalling van Mariëtte werd haar kind gewoon opgenomen en opgevoed samen met
de rest van de kinderen van het gezin Octave Velghe.
Later werd “ De Smokkelpot” door André Deconinck ( oom van de alom bekende Huidige boer Leon Deconinck uitgebaat.
Het opschrift met de naam “ De Smokkelpot” stond in grote letters op de gevel van het café. Sedert is alles afgebroken en verdwenen.
De Moeskroenstraat: van de Tombroekstraat naar de Lampestraat. Vroeger de Leenstraet.
“Den Anker “ op de Zevencote
Café “Den Anker” zou gelegen geweest zijn aan de zevekoten de NRS. 7, 25 en 29 zijn er nog een bewijs van. Op de plaats waar nu het huis van Lucien Bulcaen staat.
Daar zou: “Lote” Leon Tremmerie gewoond hebben de vader van de burgemeester van Moeschroen.
Daarna zijn ze verhuisd naar “Den Steenoven” zijn bijnaam was de “Bulte” hij was wever van beroep en werkte bij de vader van Vanneste Arseen.
Gelegen in een agrarisch gebied, waar je kunt genieten van de rust en de prachtige uitzichten van de gemeente. Was vroeger een gesloten woning maar door brand vernield, herrees hier een prachtig
Nieuw idee om van de natuur te genieten, een bistro. De levens duur is een van jongste van op de gemeente. Ideaal voor een stijlvolle receptie, communiefeest of een familiefeest in beperkte kring.
Voor wie van de natuur houd is een wandeling of fietstocht de uitgelezen uitval basis. “ De pomp geeft gratis een kaart waarop routes uitgestippeld staan. Zelfs paard en ruiter kunnen er vertoeven.
In de Lampestraat nr. 159 “Oud Stadhuis” op den eerste zondag van november werd daar zoals in café Piro Lanno kermis gehouden met velokoerse, vinkenwedstrijden, kaarten en pinten drinken
Het was café uitgebaat door Alois Decock de oudste dochter van Michel
Een zekere tijd stond het leeg en toen kwam Gentiel van de “Compa” hoek beneden de “Mongalo” er op wonen, het was toen een gesloten huis.
Het werd bewoond door de familie Breije Rafaël en Ostijn Christiana.
“Pirro Lannoy” cabaret Popp kaart van Rollegem: cfr. situering op plan
Du Flou, woordenboek der toponymie: deel 11, p. 675: Piero Lannoy: herberg te Rollegem. Persoonsnaam.
“Pirobak” De roots of wortels van “piro” liggen aldus Hinnens Marc in het dagblad van 14 februari 2006 in Noord-Frankrijk.
In het begin vorige eeuw werd daar de kermis van de hansworst of de ducasse du pierrot georganiseerd. Textielarbeiders van bij ons die daar gingen werken,
leerden daar tijdens de kermissen een piro of een worstenbroodje eten. Dat gebruik namen ze mee naar huis.
Dit gebeurde gedurende de wintermaanden. De piro’s bestaan uit ingrediënten van de plaatselijke bakkers een soort pistolets en worsten van den slager
welke worden opgewarmd in gietijzeren pot of kom. Op die manier komen alle smaken los en geven aan het broodje een bijzondere smaak.
Als je er dan nog een pintje of een ander drankje je bijneemt, dan is er zeker feest.
Dat is een plaatselijk stukje folklore welke hier misschien verdwenen is. In Ingooigem, Anzegem en deelgemeenten houden ze dat gedurende de wintermaanden nog in ere.
Het nr. 91 sinds september 1983 restaurant, gehouden door Henny Dubrulle.
In oktober 1987 opening in de Lampestraat 89 te 8548 Kortrijk-Rollegem. Restaurant “Scalini”
Ten dienste van de cliënt, Yves & Claudine Vandamme- Snoeck. Speciaal openingsmenu 1350 fr. voor gans de maand oktober, drank inbegrepen. Verder maandelijks speciale menu’s van de chef à la carte.
De eigenaar van de zaak was Henny Dubrulle vishandel er naast, op een bepaalde dag kregen hoger vernoemde pachters een aangetekend schrijven dat ze tegen september 2005 er uit moeten, ze hebben iets anders gevonden te Harelbeke, omgeving voetbal stadium.
Lampestraat : Van Sint-Anna tot de Tombroekmolenstraat. Was vroeger de Lerberchstraete ook nog de Cruepelstraete genoemd naar de aloude herberg “de Cruepelen”
“ Den Creupelen “
“Den Creupelen” Du Flou, woordenboek der toponymie deel 8, p. 738: een herberg te Rollegem
Aanwinsten VI 2570: vermelding en situering van de Herberg “den creupelen” op kaart.
Zie Toponymische studie van Rollegem
Gelegen in de Lampestraat of de straat naar de Lerbergboom, het was ook de Cruepelstraete, naar het aloude café genoemd. Buurtweg nr. 5
Julien Vanassche. Geboren te Rollegem 5/4/1906 uitbater van Herberg “Mal Pont”
“Bulte Schribbels” Was een lapnaam, de man had een bult. Op een dag, had hij goed zijn zakken volen kwam in de gracht terecht. Aan den toog werd er over geroddeld, want hij had heel wat
Schribbels (schrammen) op zijn bult, zo werd de naam uitgebreid en werd het van dan af “Bulte Schribbels”.
De Kwabrugstraat : vanaf de Tombroekstraat tot aan de grens met Bellegem. Tot aan de brug over de Fabrieksbeek, welke de grens vormt tussen Bellegem en Rollegem.
In 1941 werden er verbeteringswerken uitgevoerd daar het wegdek beschadigd was door de zware artillerie. In 1960 werd het gedeelte der gemeente Rollegem verbreed en gemoderniseerd.
Er verdwenen drie café met name aan de noordkant van de straat bij de beek
Groene Dreef: Van de Munkendoornstraat naar de Rollegemseweg
“Huis Maertens “ René, Groendreef nr. 5, stond vroeger bekend als de Dreefstraat. Buurtweg 13 popkaart 1852 Het was een gekend huis voor het snijden van “toebak” Nen toebaksnijder.
Einde Munkendoornstraat Van de Kwadebrug naar de Candelestraat
Op het gehucht Kalversteert op de grens Bellegem, stond een café met de gelijkende naam “Kalversteert.” genaamd het huis zou er nog staan, doch is geen café meer?
Kermis te Tombroek 1 september 1979; Inzet om 20 uur met de driedaagse bierfeesten in den dancing “Zero de conduite” bij Michel Noppe.
Op 1 september 1979 de traditionele kermis maar een nieuw bestuur met als voorzitter Maurice Glorieux en secretaris Adolf Moerman, met een top van een programma voor de twee inrichtende
comités die elkanders uurrooster respecteren was het een buitengewoon geslaagd feest.
Maandag 6 september 1976 in drie cafés te Tombroek kermismaandag, bij Timmerman, bij Soens en bij Vandeputte.
Candelestraat: Van Tombroekstraat naar de Ronsevalstraat. Dit is gelegen op de grens Rollegem met Dottenijs en Luigne. Daarna werd het Dottenijsstraat tot 13/3/1981 dan werd het opnieuw de Candelestraat
Aan de noordkant van de straat bij het nr. 9
“ De Chaudière “ (Stoomketel )
Candeléstraat straete van Tombroek naar ’t Hooghe Ronsevael of de straete naer Dottignies.
De nr. 9 Café de “Chaudière”( de stoomketel ) herinnert ons aan de hoefsmederij van Nijs met als uitbater (september 1979) Paulette Willaert.
Ze was het lokaal van de “Tombroekvissers” een hengelvereniging. In 1992 was de koning en kampioen Dirk Blomme en André Lejeune, bij de veteranen Aurele Lobbens en als rode lantaren
Marino Decoo. Ysebaert Regina, was getrouwd met Noppe Werner. Was de laatste bewoonster. Heden ten dage een gesloten huis.
Binnenstraat : Van de Marksestraat naar de Rollegemseweg
“Huis Werner Vandeghinste “
Binnenstraat, was de straete naar Aelbeke of buurtweg nr. 11. Er is daar de hoeve van Velghe “ ’t Klokhof” genaamd rond de eeuw wisseling zou het een jeneverstokerij geweest zijn.
De uitbater zou een zekere Vandenbrouck geweest zijn.
“Huis Werner Vandeghinste” het huis is af gebrand en nieuw opgebouwd, gesloten woonhuis van de drukkerij Delabie.
“De Lampe” Woordenboek der toponymie Du Flou, deel 9 p. 59 herberg en wijk over de Leie, te Rollegem, Nw.P. Mareel/ Hoger Instituut voor onthaal en public relations, 2de jaar 1979-1980 p.4
De Lampe is gelegen op de grens tussen Rollegem- Aalbeke- Marke langs de Aalbeeksestraat.
Het voornaamste huis is hier de herberg “In De Lampe”.
Vroeger was dit huis altijd verlicht. Het diende tot verlichting voor de smokkelaars, want hier hebben we juist de grensstreek (douaniers).
“De Lante” cabaret. Op Popp kaart van Rollegem: cfr. situering op plan.
De oprichtingsakte van café (toen nog “afspanning) de Lampe dateert al van 1823.
Sinds dien zijn al heel wat exploitanten den revue gepasseerd.
Voor het jaar 1900 was de Lampe bewoond door Alida Maes. Leentje van de Lampe Vanhoutte Beatrice en Margeriet uitspraak van hoge kol ’t zal bier worden
Hier kwam een zekere Michel 7 jaar vrijen en nooit getrouwd
“De Lampe” Aalbeeksestraat 86, was in het jaar 1950 gelegen, langs de steenweg Rollegem Aalbeke. De herbergierster was Buyssens Helénè, ze was te Rollegem geboren op 20/2/1890
Men noemde het ook het kruispunt van de Aalbekestraat met de Lampestraat en de St. Annestraat
Op 29 oktober 1983 worden alle Rollegemnaren uit genodigd naar de opening van “café de Lampe” vanaf 19.00uur deze keer bij Philippe en Mireille Capelle-Bauwens Aalbekestraat 168, 8548
Op 17 oktober 1991 was het weer zover Franne van de Lampe Aalbeeksestraat 168 en Tine door iedereen zo genoemd zou zijn droom waar maken en een eigen zaak opstarten.
Voor hem was het café al 10 maanden gesloten gebleven.
De bedoeling was er een eetkroeg van te maken. Wat min of meer als geslaagd kan aanzien worden. Denk maar aan de Couscousavond, Mexicaanse en de Oberbayeravonden, karnaval en
dergelijke avonden plezier die er doorgaan. Daar is ook een Adventure Club gevestigd.
Op vrijdag 16 oktober was het dan zo ver, bij Franne grijpt een “halve liter” avond plaats ter gelegenheid van één jaar eetkroeg. Je koopt een stenen pot met daarin het embleem van de Lampe
gebakken en daar uit drink je halve liters aan verminderde prijs.
1992, 15 augustus, “de traditie herleeft” op de Markesteert bloklettert men, er is weer feest geblazen sinds 1972. In de jaren 20 was er kermis gevierd. Na de tweede wereldoorlog werd het gebeuren
nieuw leven in geblazen en het succes ging in stijgende lijn. De feesten opgeluisterd met zangwedstrijd, wielergebeuren, volksspelen, zaklopen, en lepelkoersen waren de trekpleisters bij uitstek.
In de jaren zestig, begon het af te brokkelen, in 1972 werd er volledig gestopt. De televisie, auto en vakantiereizen zullen er zeker niet vreemd aan geweest zijn
Vergeet erbij niet dat de wijk toen nog vier cafés telde: “Den Berg”, “De Kleine Winst”, “De Markesteert” en de “ De Lampe.” De nieuwe uitbater Frank Vrielynck zal er wel voor
iets tussen gezeten hebben. Het kan beschouwd worden als een waardige afsluiter van de vakantie!
Collins Lecluyse uit Kortrijk dacht al een tijdje aan café houden. Moeder hield de “Leute” open in Aalbeke. Hij kende de “Lampe” toen hij hoorde dat Franne zou weg gaan was
zijn besluit gauw genomen.. Op heden is wat ooit een trots was van de streek met de grond gelijk gemaakt en wie weet wat het ooit wordt.
1958 Café “A La Concorde” gelegen in de Aalbeeksestraat nr. 58 had als uitbater Lesaffre Jerome.
Café “De Concorde” Aalbeeksestraat nr. 58 laatst “Dorémike” een opvang voor kinderen geweest. (Mieke Debels)
Het café zou al bestaande zijn van 1931. We ontdekten dat de kaartermaatschappij “De voorbode” de oudste in haar soort.
Het was in het begin van maart, dat er tussen pot en pint aan de toog besloten werd een kaartersklub te stichten. Men zegt al eens; wanneer drie Vlamingen bijeen komen er een vereniging wordt gesticht. Waarom het de naam” De Voorbode “, men denkt dat de lente in aantocht was dat dit misschien de aanleidingkon zijn. Dat gebeurde bij Emiel Dendievel, met als bestuur Gustaaf Deweerdt, Emiel de lokaalhouder, Gabriël Seyhnaeve voorzitter, Jozef Corsellus Secretaris en Gentiel Herpoel.
Toen den eerste voorzitter Gabriël Seyhnaeve tijdens de tweede wereld oorlog overleed, nam Jerome Vanessche, die van de eerste ingeschreven was het roer in handen.
Het lidgeld bedroeg 5fr. En werd in 1947 verhoogd naar 6fr.
In 1951 werd het 10fr. In 1979 bedroeg de bijdrage 20fr. Er werd gestart met 47 vaste leden. Men beweert dat het aantal leden steeds schommelde tussen de 40à 50 leden.
Gilbert Verhaeghe, secretaris, penningmeester, Jean-Pierre Bertel en Dirk Malysse zij vormen in 1991 het bestuur, met nog altijd Jerome als al meer dan 40 jaar voorzitter en 60 jaar lid.
Voor de oorlog was het meest gespeelde, bieden en pikketen. Het laatste is een spel welke volledig verdwenen is, het bieden werd verdrongen door Manillen. Sinds een geruime tijd is er ook vrouwelijke belangstelling (in 1991 25 jaar), een tiental van hen komen iedere maand hun kaartje leggen.
De eerste 25 jaar werd jaarlijks een koning gevierd. Met de viering van het zilveren jubileum besloot men over te gaan tot het jaarlijks vieren van een koning en een keizer.
Een keizer is die gene welke drie opeenvolgende jaren de gevierde is. Bij de “Voorbode” is de persoon die tijdens het kaartjaar het meest punten heeft gehaald Keizer, De koning, hij die het meest overwinningen boekt. Bij de dames word dit dan koningin en keizerin. In 1991 vierde men het diamanten jubileum, 60 jaar Jerome Vanessche, 40 jaar Gilbert Verhaeghe, Jean-Pierre Bertel,
Julienne Huyse en Paul Ghyssel voor 25 jaar.
Ze waren altijd actief in het gemeenteleven . Zo zien we dat er een uitgave was voor een bloemtuil voor Medard Barbe ter gelegenheid van zijn overwinning in de ronde van België in 1935.
Alsook de onkosten van de versiering van de wagen van de inhaling van de pastoor in 1937.
Op zaterdag 8 april heeft de inhuldiging plaats van het B.S.P. lokaal. Er werd bijgekomen bij Roger Soens in de ”Sportwereld” om vandaar met muziek voorop naar de “Concorde” te gaan.
De gastspreker is Jules Mathys. Jerome Lesaffre- Yvonne Decrruyenaer verlaten het café. Jerome werkte jarenlang als lederbewerker, terwijl “Vontje” menige pintjes tapte in haar café.
Ze werd overgenomen door het echtpaar Wouters André – Catteeuw Leona
In 1989 werd het café uitgebaat door Norbert Demeyere Verleene het was het lokaal F.C.
Op 28/1/1994 Is er officiële heropening van de Concorde ditmaal is het Ann en Francis welke ons uitnodigen tot een glaasje.
Later een kinderopvang tehuis Dorémike. Thans een gesloten woning.
Ten jare 1911 werd de hofstede verkocht gelegen in de Schreiboom, ze behoorde het “klooster van Groeninghe” voor de Franse revolutie. Het behoorde toe aan Dhr. Crommelinck Désirè, gemeente secretaris geboorte van Waarmaarde 16 juli 1839, zijn vrouw, Vandenborre Philomene geboorte te Moen op 6 mei 1840 en er daar overleden op 11 maart 1909 en waren er eveneens in het huwelijk getreden den 5 juli 1876. Zij hadden twee dochters, Elvina 2 november 1818 en Castila geboren op 26 juli 1883 het was de laatst genoemde welke de gegevens verstrekte.
Zie het boek “Fragmenta.” Het huis werd openbaar verkocht in een “café” in de Aalbeeksestraat nr. 59 en daar woonde Remi Delaey-Debucquoy. Een leveringsbon vermeldt het volgende opschrift;
Specialiteit van Aller-fijnste Jenever, Rhum, Kirsch. Echten Elixir D’anvers, Burgerbitter, cognac. Allerhande Wijnen, Sterke Dranken, Likeuren, enz. Was dit een “ Drankslijterij” of kortweg een slijterij, men noemde dit een plaats waar gegiste dranken worden aangeboden of verkocht om ter plaatse te worden gebruikt.
De man was getrouwd met de dochter van de champetter van Bellegem. Ze hadden twee dochters Agnes, 9 oktober 1925 werkte als bank bediende bij de Generale bank en Alice, Marie 1maart 1915 en overleden op 1 april 1973 was schooljuffrouw te Rollegem.
Het huis werd er verkocht voor 5000 fr. En werd door de koper Vanneste Remi betaald met allemaal stukken van 5 fr. Het huis werd opnieuw verkocht aan Vanquickelberghe Albert
Schrijboomstraat 9. In 1988 werd er een nieuwe woonst gebouwd.
De nr. 26 op den westhoek van de Lanteweg, in de volksmond werd dit straatje de Meulendam genoemd, naast de huidige bakkerij Wim,( Elodie Vanaerde, moeder van Roger en Stella Vanneste.)
vinden we “De Croone. Naar het schijnt bij Elodie Lepoutre de waardin van het café. Ook genoemd “Beelies” café of bij bakker “beelie”. Haar man was bakker en noemde Constant Beels.
Dit huis werd met de grond gelijk gemaakt en vervangt door het huis met den toren, in de Aalbeeksestraat.
Het werd gebouwd voor de busuitbater Hoornaert Norbert en Esquenet Henriette welke oprust gingen. Ook het Torentje genaamd
“In den Kloef” was rond het jaar 1900 uit gebaat door “Emma van den Kloef”
Den kloef was bakkerij in 1953. Aalbeeksestraat nr. 13 Herberg bij Nottebaert Antoinette geboren te Bellegem 25/7/1907. Ze was de moeder van Lucien Libeer de wasserette uit de Aalbeeksestraat.
Vlak voor de vroegere busuitbater Hoornaert. (Reine De La Route) Op heden een plaats met een paar rustbankenstaan. “De Kloef” die later “Den Autocar” werd.
Ongeval te Rollegem in 1951: een camionette reed ’s nacht tegen den gevel van café de handboog, gelegen in de Aalbeeksestraat nr. 9 te Rollegem. De gietijzeren waterafvoerpijp was stuk en de voorgevel beschadigd. De man welke het ongeval veroorzaakte was weggereden. Per spreekdraad, werd de Rijkswacht van Moeskroen gewaarschuwd.
Deze konden de persoon opsporen en hem ter plaatse brengen. De uitbater was Soens Robert, pachter van het café, welke toebehoorde aan Brouwer Jerome Vandeghinste.
1953 Aalbeeksestraat nr. 9 herberg bij Bauwens Valerie geboren te Rollegem 12/8/1894
“De Handboog” die later “De Krielenier” bewoond door Roger Soens en Leona Depoortere en nog later een eethuis “Da Maria Pizza”
Het was in 1979 al enkele jaren het lokaal van Kaarters maatschappij “De Voorbode” met als voorzitter Jerome Vanessche. Ook de vroeger renner Jacques Vanessche en Willy Verhoost de latere manager van Moeschoen waren hier lid.
Tussen de Concorde en Rollegemplaats werden grote kasseien gelegd die rond 1976 door asfalt vervangen werd
Op 8 augustus 1974 schrijft Fred Gremonprez, over Rollegem en zijn cafés’s, wat hij gevonden had in de stukjes geschiedenis van de trouwe medewerker Dendievel Rafaël. Zo noteerde Hij dat er hier op de 2200 zielen er niet minder dan 104 herbergen waren (de belastingen waren dan niet zo hoog) wat er op neer kwam, een café per twintig inwoners. Er waren toen twee bloeiende brouwerijen, die de concurrentie niet doorstonden, zodat er geen leven meer in de brouwerij kwam en ze verdwenen. Hij vervolgt, wanneer de jongeren aan de gewoonten van de voorvaderen denken, moeten ze herkennen, dat te Rollegem een stevige pint kon worden gedronken. Meestal was het een “kappertje,” welke men dronk, dat is een glaasje van 18c.l. Er waren veel herbergen er werd veel gedronken, niemand van de kleine man had bier in huis. S’ Zondags gingen de mensen op herberg bezoek en vroegen een stoop bier of twee liters, een glas bier had de prijs van 0,10 fr. een ton bier koste 18 à 20 fr. Een ambachtsman verdiende normaal 2 fr. per dag van 12 uren.
Dat er ook ondeugende zullen geweest zijn, zo als het overal voor kwam, cafés zonder uithangbord en waar meerdere borreltjes uitgeschonken werden, zal zeker niet kwalijk genomen worden. Dat waren over het algemeen vrouwen, die mannen soms in al hun wenken bedienden en God weet wat er daar nogal gebeurde. Was er toen ook geen seks zonder liefde en alles wat er mee gepaard gaat, is dit niet van alle tijden? We hebben het van horen zeggen en ze zeggen zovele. Je kon eventueel de fiets kwijt op “koerke” zonder zelf gezien te worden.
Dat zij niet mee deden, aan wat men toen noemde “herbergkermis” zal niemand onder ons verwonderen. Was het zo niet dat ook al in dien tijd de cafés onderverdeelde waren in nummers. Om aan te duiden 1ste klasse 2de 3de enz. om aan de “Kabberdoeske” te geraken, voorkomende van cabaret douze onder de nr. 12?
In de volksmond bekend onder de naam “pintje dek”. De dienster “bedekte” de bestelde pint(en) met een koek of een andere versnapering. Terwijl, kaart- bol- teerlingen- of andere wedstrijden plaats hadden. Deze gingen om het jaar door, en er kwam veel volk op af, en men maakte spijts de gratis prijzen, een lonende winst. Dat er woonhuizen geweest zijn die ook bekend waren, leren we ook uit de Bruine pakken I 6173 (Dat. Van 1779)
Antoine Florin gebruyckt een woonhuys als herberghe, vercoopt bier, win ende brandewin. En Antoine Delmarcke gebruyckt een huys als winkel ende vercoopt jenever.
In maart 2003 verscheen in de “Krant van Rollegem ”, een initiatief van de Gemeenschapsraad; Dat “klein meesterke” Isebaert Gerard, zijn ongeloof uitte, met den aanhef honderd herbergen? Dat was feitelijk niet te verwonderen, aldus schrijver, iedere straat of straatje, iedere wijk, iedere hoek had zijn eigen café. De reden?... Ofwel zaten heel wat mensen geplaagd met een droge lever, ofwel konden de lieden van toen niet weerstaan aan de goede smaak van een goed kappertje bier of aan een deugd doende “dreupel”.En terwijl ze “smekten” en genoten van hun geliefd drankje, sloegen ze een beuzelpraatje met baas of bazin of legden een kaartje met een of andere klant, buurman of dorpsgenoot, of toevallige voorbij trekker.
We leven ons in rond het jaar 1900, toen had de gemeente nog zeer veel slechte wegen, met als bijzonderste de kom van de gemeente. Kasseien, zonder rioleringen, er waren vuile grachten, met vuile huizen Vijf woonsten werden afgebroken voor de eerste wereldoorlog. De grond werd gebruikt voor begraafplaats. Rond het kerkhof hadden de huizen geen uitgang aan de achterzijde, van daar was de beerput toegankelijk langs de kant van de straat. (vandaar het verhaal van de beruchte strontstraat of Rollegemkerkstraat)
De bevolking bestond uit thuis wevers. (Handwerk) Andere waren landbouwers of landbouwknechten.
Tussen de beide wereldoorlogen werden vier huizen afgebroken langs de Kerkstraat.
“Den Engel” die gelegen was voor het “ hof van Commerce” en twee huizen die aanpaalden. Als laatste de woonst gelegen over het café “Het Paradijs” beter gekend als het snoepwinkelke van “Marie”
Het zou zonde zijn het hoofdstuk cafés niet verder uit te diepen. Om echter het goed te kunnen mee volgen is het eveneens van belang dat we er de straatnamen bij voegen om alle misverstanden uit de weg te ruimen. Ze werden alfabetisch gerangschikt.
Vermelden we hier met fierheid het boek “ Duizend Kortrijkse straatnamen” van de ondertussen overleden heer: Egied Vanhoonacker, die ons de toestemming gaf ook daaruit te mogen putten.
We zijn Hem zeer dankbaar en raden u zeker zijn boek aan.
Mensen die er meer over weten of denken dat bepaalde onzekerheden of onjuist heden vermeld zijn kunnen steeds hun mening kwijt. We willen hier zeker niet de wijsheid in pacht geven.
Het is zeker niet de bedoeling geweest om dit als punt van geloof te moeten nemen, het is een betrachting om een idee te vormen hoe het er vroeger uitzag.
Daar we het boek“ Duizend Kortrijkse straatnamen” mochten gebruiken, hebben we de alfabetische volgorde gevolgd en beginnen bij de Rollegemplaats tot de Lampestraat in april 1953 een betonnen wegdek. Van deze straat was in de 19 eeuw alleen de eerste 150 meter die bestonden de benaming van de straat was de Capellestraat.
Is het grote aantal cafés te wijten aan een droge lever? Of konden ze niet weerstaan aan de goede smaak van het aangeboden bier. Was dat wel zo?
Wanneer we terugkeren tot de jaren 1840 verdiende een wever, en we weten dat er te Rollegem thuis wevers waren officieel 0.75 tot 1.20 per dag. Doch in werkelijkheid was het slechts 0.60fr.
Het dagloon van de vrouwen was 0.25 tot 0.45fr. en een brood koste toen 0.50 fr. Het huurgeld voor een schamele woning bedroeg 6,50 fr. per maand. Een dag bestond uit arbeid van ’s morgens 5.30u tot 10u’s avonds.
Het middagmaal bestond uit aardappelen, en karnemelk en Roggebrood, nooit vlees of bier kwam op tafel.
Ne zwingelaar en ook dat weten we uit de schamelijke gegevens uit de geschiedenis van Rollegem, dat er hier gezwingeld werd, bedraagt hun inkomen rond 1870 1.6fr. per dag en kinderen en ook dat staat vast dat ze hier ook arbeid verrichten, van 9-10 jaar 0.6fr of 0.7 fr.
Daarbij kwam nog dat de kinders boeten werden opgelegd bv. om in een boterham te bijten, of om zich te wassen, of om te spreken met andere of te lachen, en het ergste van al; naar het ’t gemak gaan zonder toelating. De toestand veranderde rond de jaren 1892 voor de vrouwen onder de 21 en kinderen boven de 13 jaar welke dan nog hoogstens 11.30 per dag of 69 uren per week mochten werken.
De beenhouwerij Vandevenne toen nog café, kwam de Heer August bijgenaamd “Slunse” Debunne (°1872 )een spreekbeurt geven, hij bracht het op 26 mei 1906 tot volksvertegenwoordiger..Het was een periode van veel stakingen rond de jaren 1890-1900. Men verdiende dan als vlasbewerker een dagloon van 3fr. Een werkdag van 11 u en 0.4o per uur voor zondagwerk.
In 1902 koste een pintje bier 10 cent, een brood 35 cent een kilogram rijst 30 cent en patatten 6 cent Boter koste 2, 90 fr. Per kilo en het huurgeld bedroeg 6,5 of 7 fr. Per maand. Het loon nauwelijks 2 tot 3 fr. Per dag, voor een beginner 0.8 tot 1 fr.
Een staaltje van de christelijke bevolking die ageerde tegen de komst van” slunse” Debunne (Socialist) we weten niet of het hier te Rollegem ook zo was? Over het algemeen was hij vergezeld van de muziekmaatschappij en meestal sprak hij voor de kerk of op het dorpsplein.
Een winkelierster deelde gratis fluitjes en trompetjes uit aan de kinderen opdat ze de socialistische spreker zouden storen tijdens zijn toespraak. Was het dat, dat hij hier in het café optrad?
Bij den boerenstiel waren er boerenknechten en meiden, we hadden hier drie molens dus ook daar waren er arbeiders. Er waren twee brouwerijen, de brouwers waren Theophiel en Charles Vandeghinste. De twee smeden, Theophiel Remmerie en Remi Corne. De smeden hadden in dien tijd ieder twee arbeiders in dienst. Er waren ook twee wagenmakers Jules van Menen en August Hansens. Er waren zes timmermansbazen in de gemeente gevestigd ondermeer, Charles Desmet, Jules Leman, Jules Tillieux en Hilaire Depoortere deze woonden in de kom van de gemeente. Charles-Louis Declercq op den knok en Leopold Lefevre op de Lampe. Misschien waren er ook metsers? Wat weten van de vlasarbeiders dat er veel stof aan te pas kwam, bij de metser op maandag maar weinig arbeid bij was.
Ook is ons bekend dat er een drankmisbruik was en van de wet Vandervelde 1919, de verkoop van geestelijke dranken van meer dan 16° werden verboden. Waar klonk het ook weer in den zwingel?
“’t Es nie geestig zwingelaar zijn, werken lijk de beesten en drinken lijk een zwijn”. In 1927 vinden lonen van 4.25fr. in vergelijk brood 2.35 fr.1 kgr. Boter 32 fr. Een ei 1.10 fr. 1 kgr aardappelen 0.8ofr. 1 liter melk 1.9o fr. Een paar mansschoen 110 fr. Een klakke 20 fr. In het jaar 1939 mocht men naar de fabriek gaan werken van ‘s morgens zeven tot ’s avonds zeven aan een halve frank daags – 3fr. In de week.. Men gaf zijn loon af aan moeder en ze zei:” ’t is goed jongen, ’t is algelijk zeven broden.”
Wellicht hebben de mensen van toen bij het zien van hun leven, gedacht zoals nu bij mensen in armoede, dat er achter drank of drugs een ander leven steekt? Doch bij het ontwaken uit de roes, het leven zijn dagelijkse sleur behoud. Maar ze zijn enkele uren misschien gelukkig geweest. Ook heden zijn er nog zulke toestanden, maar wat “baten kaars en bril……!! Dat de café bazen er wel bij vaarden was ook duidelijk nietwaar.
Rollegem een landbouwgemeente van 847 ha in 1974. Nogal een golvend reliëf , variërend van 22 m in de vallei van de Fabrieksbeek tot op de klijtberg 61,5 en naar de smokkelpot tot 64 m.
Goed gedraineerde zandleem en leembodem, wel natter in de vele beekdepressies. Er waren zoals al geschreven veel boeren ongeveer 57 bedrijven met een gemiddelde van 11.9 ha rond de jaren 1960.
Verdeling van de grond; weiland 29,5 % groenteteelt 2% aardappelen 8,5 % Suiker en voederbieten5% Graangewassen 41% vooral wintertarwe. Peulvruchten 4% en nijverheidsgewassen 10%.
Wat de bevolking betreft woonden er rond 1960 2456 inwoners tegen 1970 ongeveer 2545 inwoners.
Intussen zijn door de fusie wel wat pittoreske dingen uit de kaart van Rollegem, bij Kortrijk aangepast. We beginnen met “de Lante” het cafés is verdwenen maar was eens grond gebied Rollegem.
Zo zagen we ook omwille van de kermis aan “de Lante” de Goudvogelwegel verdwijnen, of was een opgezet spel voor 5000fr?
Op een schilderij van een plaatselijke kunstschilder vonden we het café “de smokkelpot” Hier zou een foto terecht op zijn plaats komen te staan, doch omwillen van prijs verschil kon ook dit niet.
Dan maar naar “Kimpersmolen” eenmaal de trots van ons dorp, ook hier werden de verbranderhoeve en de rest tot aan de Groene Dreef bij Kortrijk ingelijfd.
Rollegem is een dorp met de dorpskern, waar nu een paar grote wijken zijn bij aangesloten, denk en Tulpen- Rozen- Begoniapark enerzijds en anderzijds de Molenkouter. Verder zijn dan de verschillende gehuchten Kwadebrug, zevenkoten, Tombroek, Forest, klijtgat en de Sekreie, Knock en Munkendoornstraat en de Kalversteert.
Van de Rollegemnaar werd gezegd: “ Ze waren deugdzaam, doch ruw en onbeschaafd”.
Rollegem heeft niet alleen een eigen naam, maar ook een lap of spotnaam, te weten bot Rollegem.
Het kan die naam in vroegere tijden wel verdiend hebben, het ligt in een put en ’t was in slijk verzonken, met onhebbelijke wegen, en buiten de gemeenschap.
Men vraagt zich op heden af of je een echte Rollegemnaar bent. Een echten bent je wanneer er geboren en getogen bent.
Met andere woorden te Rollegem geboren, en er de kleuter en basis onderwijs heeft genoten. Zo ken men vaststellen dat heel wat Rollegemnaren vanaf de jaren 1920 geboren werden ofwel te Izegem, Zwevegem of uiteindelijk Kortrijk. Laten we aannemen dat wanneer je jaren in een gemeente woont en er de gewoonten hebt aangenomen in aanmerking komt. Nochtans bestaat de kans dat men na vele jaren je moedertaal van een andere streek, u afkomst kan verraden. Je moedertaal kan aldus parten spelen.
Bij de opening van cafés te Rollegem wil ik eerst en vooral het volgende neer pennen. Ik ben geen Rollegemnaar van geboorte dus kon ik moeilijk weten hoeveel cafés er ooit waren te Rollegem.
Het heeft mij jaren gekost om deze te kunnen vinden. Vandaar het spreekwoord indachtig “ het is verbazend wat je kunt presteren wanneer je er niet om geeft wie er de eer van draagt.”
Daarom bedank ik hier postuum heel wat mensen welke al lang deze wereld verlaten hebben, welke me de sappige verhalen verteld hebben, tussen pot en pint. Ook zij welke dit nog kunnen lezen en eventueel kunnen corrigeren stuur ik van hier uit een hartelijk dankwoord. Deze beschrijving heeft geen enkele wetenschappelijke bedoeling. Er werd geen enkele poging gedaan om volledig te zijn.
Er zullen wel namen voorkomen in de stukken, doch om er zeker geen te vergeten welke meegewerkt hebben laten we het hierbij. Je zult ondervinden bij het lezen dat er werkelijk in het verleden geschreven is. Toen ik vele jaren terug voor het eerst hoorde dat er te Rollegem 104 cafés waren viel mijn mond open en viel ik achteroever van verbazing. Nochtans na het lezen van vele berichten, stelde ik algauw vast dat er in tal van gemeenten en dorpen, zo een weelde was van slijterijen of cafés.
Was deze weelde rond de jaren voor de eerste wereld oorlog, de grote periode waar in de ons omringende gebieden het vlas hoog tij vierde. De welvaart bracht een concentratie van brouwerijen en kuipers of tonnenmakers te weeg. De plaatselijke brouwers waren eigenaars van de meest verplichte cafés en de mannen van aanzien in de dorpen.
Hadden hier ook de Rollegemnaren te maken met de vlas industrie? Hebben ze daar ook iets van meegenomen heel waarschijnlijk wel.
Denken we hier maar aan al de bewerkingen ploegen,in ons dialect, plauven, omme rie’n met de “gemelle”. Dan breken, fijnen, rollen, eggen, zaaien met de hand en terug toe rollen. Het wieden of kruien met 10 à 20 vrouwen op het veld. Het vlas hagen en zetten. Het slijten met de hand. Het hagen. Er is op dit gebied weinig literatuur te vinden hier in onze gemeente.
In een boek van Bert Dewilde over “het vlas” lezen we, dat er in Rollegem een zwingelkot was. In een zwingelkot stonden zwingelmolens, en brakelaars. Om dit nu draaiend te houden werd er van buiten uit een paard of os of muilezel aan de as vast gemaakt en die draaide in het rond. Meer over het vlas en die toestanden vind je daar in terug.
Een muilezel welke hier gebruikt werd, stapt traag maar regelmatig, de jongen die er achterliep om de snelheid te regelen verdiende een brood per dag.
Zou het dan ook in die glorieperiode geweest zijn dat blijkbaar door hoogmoed gestoken de uithangborden van grote drankgelegenheden in het centrum van het dorp de namen verschenen van “’t hof van commerce” of namen zoals vlasbloem en meerdere uithangborden die verwezen naar het vlas, welke ook hier terug te vinden zijn.
In kleiner vlas omgeving ging het over benamingen zoals de “casino”, ook hier gaan we ze ontmoeten. Als de commerce draaide liep de champagne onder de voordeur buiten, was dat ook voor Rollegem zo? Het zijn dingen waar tot op heden nog geen antwoord kregen, en wie weet er nooit geen zullen krijgen.
Vandaar hartelijk dank aan allen die meegewerkt hebben om dit verhaal mogelijk te maken. Mogen ze er van genieten.
Het verhaal is echter volgens mij niet af. Indien er onder u lezers zijn die het kunnen tegenspreken of verbeteren,
geen nood hoe beter we de waarheid kunnen realiseren hoe beter voor zij die na ons komen. Aan u geachte lezer om het uit te maken. Ik wens u alvast veel leesgenot toe.
Op vandaag zijn er op de gemeente nog wel geteld drie cafés “De Platse” de Tramstatie en St Elooi. We hebben nog drie “Den Domino”gekend om zijn feestzaal en traiteurdienst.
Den Elckerlijck met zijn bed en breakfast en de Pomp als Bistro. Van de 104 herbergen zij er nog zes over gebleven, wat een betere verhouding is met het aantal inwoners.