Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
1994 Eerste St-Antoniusfeesten zowel kerkelijk (noveen)Van Pastoor Dewulf en het profane of burgerlijk door de mensen van de Folkloreraad.
Is er geen spreekwoord dat zegt; “Het is verbazend wat je kunt presteren als je er niet omgeeft wie er de eer van draagt”
Het duurde tot 1994 voor aleer Rollegem opnieuw de draad zou opnemen om een noveen te doen ter ere van hun St.-Antonius.
We laten EH Dejaeghere aan het woord: Verleden jaar in de maand maart streek hier een nieuwe pastoor neer, EH Willy Dewulf. Tijdens zijn korte verblijf bij ons heeft hij zich al menige malen positief weten in de belangstelling te brengen. We zijn nu zondagmiddag en beginnen aan het hutsepotdiner waarvoor 300 parochianen zich hebben ingeschreven.
Het was een 3-daags programma zaterdag werd gestart met een kindermis om 17 u, gevolgd door een geslaagde patékaarting in de parochiezaal .
De zondagmorgen trok een heuse stoet uit voorgegaan door het plaatselijk muziekkorps, in de stoet liepen 8 verklede paters met op een draagberrie sjouwden ze met een geslacht varken. Den toen nog onbesproken bisschop van Brugge stond ze op te wachten aan den ingang van bomvolle kerk.
De opbrengst, want het was ook nog de maandag namiddag een voortzetting van de patékaarting waar heel wat volk op aanwezig was, zou dienen om de parochiezaal te verbeteren.
Pastoor Dewulf wilde de parochiezaal vernieuwen, dus er moet zaad in het bakje komen, hij ging als Salesiaan aan het schooien, maar wij, Vanbelle Dirk toen voorzitter van de folkloreraad en ik zelf dachten eerder aan een geweldig feest na het gebeuren in de kerk.
Maar hoe kun je het verwezenlijken?.
Met deze gedachten trokken we naar de oprust gestelde pastoor EH. Dejaeghere, en dat zouden we doorvoeren met Dewulf aan het hoofd.
De man in kwestie lieten we in het ongewisse, anders kon, of zou het plan niet slagen, hij was de aangeschreven persoon en wie waren wij, zelfs nu nog is men overtuigt dat de Dewulf de man was laat staan. Maar goed het plan lukte.
In lange nachtelijke vergaderingen werd het concept samen gebundeld, we hadden veel gezien in Ingooigem, en we konden dus er iets moois van maken zonder
Het te Kopiëren. Het varken verloten, hutsepot voor iedereen, tractoren wijden in plaats van dieren, Paté Kaarting en het feest kon beginnen. Nog een St-Antonius, een toneelspeelder (Pascal Deloof) erbij. De paters kleding vonden we te Ingooigem. De muziekmaatschappij en de verenigingen sloten zich automatisch aan.
Met (onze stroman)pastoor Dewulf op de kop starten we de eerste St-Antoniusfeesten. Den optocht van aan de pastorie, in plaats van aan een café zoals in Ingooigem (De Halve Maan). De tractoren wijding (meer dan 50 ) na de mis in plaats van dieren wijding voor de mis(Ingooigem) Hutsepot (gemaakt in het klooster) in plaats van middagmaal. Verloten van het zwijn in plaats van per Amerikaans aanbod en ga zo maardoor. De mannen van de Folklore hadden het weer eens gemaakt!
Het werd een daverend succes, meer dan 300 mannen en vrouwen aan tafel, laat de pastoor maar pronken, de Folklore had het gemaakt.
Je kon zelfs een St-Antoniuswandelingen maken. En zo waar den eerste die kwam de mis voor gaan was zoals reeds hoger gemeld de baas van Brugge( Bisschop)
We sloten het feest af met een prachtig inkomen welke zou dienen om de zaalin een nieuw kleedje te steken.(Zie parochiezaal)
“Microb” het kampioenen paard van Erna en Marcel Doutreluigne is afkomstig uit de stal “Ponderosa” van Otegem. In 1977 Behaalde hij 25 overwinningen, in 1978 , 24 overwinningen. “Microb” behaalde zijn 8ste nationale titel in de vlucht van 1,1 m.. In het kampioenschap van West-Vlaanderen behaalde Microb met Jockey Geert Devinck de 8ste prov. Titel te Rollegem
Het kampioenen paardje “Microb” van de stal Erna en Marcel Doutreluigne blijft verbazen. In 1979 werd het voor de tiende maal West-Vlaams kampioen. De laatste vijf jaren met Geert Devynck. De eerste twee jaren met Charly Defoort uit Otegem en dan drie jaar met Nancy Bloeyaert uit Kortrijk. “Microb” zorgde op zijn dertiende levensjaarvoor de achtste maal kampioen van België te worden.
Nancy Bloeyaert uit de Roterijstraat te Kortrijk het zover brengen om 5 jaar na elkaar de nationale titel te behalen met het kampioenenpaardje Microb uit de stal Doutreluigne uit Rollegem Waarna ze overstapte in 1979 naar de grotere paarden namelijk de “Queen” en er hoop even veel titels te kunnen behalen.
In de stal zijn nu 5 paarden en vijf gaan er aan de sporthoogdag meedoen , onder andere Microb, Arami, bereden door Geert Devinck uit Bredene e,n Prospect, en Dorina, door Noël Vanhousebroek uit Gistel.
Dicht bij de gouden rivier zoals men zo poëtisch het stinkende water, gebruikt voor het roten van het vlas noemt, daar ligt Rollegem-over –Leie. Gelukkig op een zekere afstand wat niet slecht is voor de lucht die men er inademt. De gemeente bevindt zich aan gene zijde aan de Leie in vergelijking met Brugge den hoofdstad van West-Vlaanderen. Een historisch ongekende gemeente. Eén, waarvan het zeer zeldzaam is om er een werk van te vinden. Ze is ontsnapt aan ernstige studies van de oude geschiedschrijvers die noch lange noch korte geschiedenis schreven.
Le Dictionaire encyclopedie de geografie historiek du Royaume door August Jourden, gepensioneerden Kapitein schreef in zijn eerste editie in (1868-69 )
deel II, p.803, col. 2 hij beschrijft Rollegem als volgt:
Rolleghem , West -Vlaamsegemeente, administratief arrondissement,gerechtelijk e arrondissement en kanton van de vrederechter van Kortrijk. (op het ogenblik 2de kanton van het vredegerecht Kortrijk) Militiekanton Belleghem( Nu, twaalfde militiekanton van West-Vlaanderen, hoofdplaats Mouscron) Bisdom Brugge.
Bevolking: 2329 inwoners. Het heeft een oppervlakte van 847 hectaren 63 aren 28 centiaren. (in 1865 was de bevolking 2194 inwoners; in 1870 was het 2334 om daarna te verminderen tot het huidige cijfer van 2232)
Ligging: 7 kilometer ten Noordwesten van Kortrijk, iets minder van Moeschroen en 50 kilometers ten Zuiden van Brugge en Gent.
Waterlopen: Twee beken die er ontspringen en die de Heule zijrivier van de Leie vloeien. Rollegem lag voortijds in een put verzonken door menigvuldige overstromingen der drie beken waar twee samen vloeien. Het ligt tweeëndertig meter boven de zeespiegel.
De grond bestaat uit Klei(Leem) en Zand.
Industrie en handel: Landbouw, katoen en wollen stoffen, ververijen, brouwerij, de steenbakkerij en de fabricatie van mosterd zijn ook industrie van Rolleghem.
Het postkantoor is in Kortrijk.
Gehuchten; Vorst, Klijtgat, Knock, Kruysstraat, Lantenhoek, Mauvaispont, inheemse naam Malpont, in het Vlaamse Kwadebrug. St. Anna, Schreyboom, Tombroek, het zou moeten zijn Ten Brouck, maar te Rollegem schrijft men Tombroek . En Zevencote, men moet hier niet verwaren met Zevecote bij Gistel.
Er was ook een tweede uitgave van dit belangrijke werk, en daar ligt Rolleghem nog steeds ten Noordwesten van Kortrijk, daar waar het eigelijk ten volle aan de Zuidkant van de stad ligt. De waterlopen springen niet meer over de Leie of dringen niet meer onder de grond om de Heule te vervoegen doch gaan ze nu verliezen in de Schelde.
De werkelijkheid is dat er twee beken ontspringen en eindigen te Rollegem en zich samen voegen aan de kapel van de Schreyboom schrijft Graaf du Chastel de la Howarderie-Neuvireuil. In zijn uitgave van 1904 schrijft hij de juiste namen van de beken; Bondillebeek en de Weimeersbeek wanneer ze samen vloeien geeft hij ook de juiste naam Fabrieksbeek. Hij noemt het een riviertje, dat zich langs Dottenijs in de Spiere werpt, zijriviertje van de Schelde.De Spiere is in werkelijkheid een rivier in Noord Frankrijk en Vlaanderen ca 15 km. Lang onbevaarbaar, die ontspringt in Roubaix.
Het heeft twee bijrivieren: de grote Spiere welke ontspringt in Lowingen en te Spiere in de Spier uitmondt. De kleine Spier ontstaat in Moeschroen. Er is ook het Spierekanaal voor schepen tot 300 ton, gemaakt in 1843.
Intussen weten we dat de Bondillebeek ontspringt bij de wat men vroeger noemde de maalderij van Renard op het gehucht de Lante aan het huis nr. 155. Ze heeft een lengte van 822 meter. 3de Categorie.
De Weimeers ontspringt wel degelijk te Aalbeke(bij het huis van F. Ysebaert
De grootste beek is wel degelijk de Fabrieksbeek, gevormd door de samenvloeiing van de Weimeersbeek en de Bondillebeek op het einde van de Beekweg. Zij heeft een lengte van 1895 meter, 2de categorie
Deze vormt de natuurlijke grens met Bellegem. De Fabrieksbeek geeft haar water aan de Spierebeek te Dottenijs en deze mondt uit in de Schelde te Spiere. Vandaar dat men zegt Rollegem behoort tot het stroomgebied van de Schelde of tot het Scheldebekken. Deze is 1553 m lang en behoort tot de 2de categorie. Zij blijft nog 1282 meter de natuurlijke grens vormen tussen Rollegem en Bellegem.
Rollegem is het grootste deel Scheldegebied. Een klein deel, dat van de Knok loopt af in de stedebeek, die haar beginsel heeft op de Knok en die de grens vormt met Kortrijk en verder tussen Kortrijk en Bellegem onder de staatsbaan van Kortrijk-Doornik door Zwevegem in de Gaverbeek te Deerlijk uitmondt in de Leie.
Rollegem heeft niet alleen een eigen naam maar ook een lap of spotnaam, te weten “Bot Rollegem”. Rollegem kan deze naam wel in vroegere tijden verdiend hebben, het lag in een put en in ’t slijk verzonken met onhebbelijke wegen en buiten alle gemeenschap. Zijn inwoners waren deugdzaam doch ruw en onbeschaafd.
Thans is het een zeer fatsoenlijke prochie, waar geloof en zeden, werkzaamheid en orde alom vrede stichten en welstand verschaffen. In de loop van de laatste twintig jaar is het veel verpreuveld (verbeterd, opgefleurd) Het kreeg post en tram en telegraaf en bovenal een kerk, die de bewondering van iedereen verwekt en waarvoor alle buurt parochies de duimen en vingers moeten aflikken.(Zie verder op het blog)
De naam van “Bot” past beter op het Bossuit dat hier in de reke staat van zot Avelgem, dom Moen en venijnig Heestert.
Al de naamplaatsen die op “gem.” eindigen zijn van Frankische oorsprong. De naam van ons dorp wordt op twee manieren verklaard;
Heel lang geleden zou een Frankische boer Rol of Rollin hier een hoeve gebouwd hebben, de naam van den boer is Roll. Voeg daarbij gem, hem, heim en je bekomt Rollegem.
In de twaalfdeeeuw werd Rollegem, geschreven Radelegim, Radelingen en Radelgem. In deze drie benamingen komt het woord “Rad” of “Radel” voor wat betekend wiel.
“Gem” komt van heim en betekent woonst
Ons dorp zou dus kunnen een haltplaats geweest zijn voor karren, wagens en koetsen halfweg de Heirweg Doornik Wervik. Radelgem werd Rollegem.
Van de heer Du Chastel werd gezegd dat het een uitmuntend man is in geslacht- en wapenkunde.
Lang geleden, mijn kinderen zouden zeggen: "ons vader ga spreken van in den tijd dat de dieren nog konden spreken", wanneer ik zo een verhaal begin.
Hoelang hier St-Antonius reeds werd vereerd is in mensen heugenis niet bekend.
Maar inderdaad het is lang geleden, men schrijft dat Rollegem druk bezocht was om Sint-Antonius te komen vereren ergens in de 18de 19de eeuw, vooral door mensen van Luinge en omgeving.(zie de kerk van St-Antonius) Er zou een beeltenis in het drieluik geweest zijn wanneer het hoogaltaar werd weggenomen.
Wat wel zeker is dat er in het hoogaltaar de beeltenis van St-Antonius stond.
Iets korter bij is dat onderpastoor Desimpel, de noveen opnieuw in leven zou geroepen hebben, blijkbaar zou het eerste beeldje wat ik aangekocht heb in het toenmalig huis Dursin nog een uitgave er van geweest zijn. Het huis Dursin welke gelegen was in de Rollegemkerkstraat Nr. 3 (nu den Bloembol), verkocht die beeldjes. En ze zijn toen mee verhuis naar de Aalbeeksestraat. Maar ook dat bleef niet bestaan, de mensen bleven wel naar hier komen, maar van een noveen was er geen sprake meer.
Ze zeggen; “zwicht als men u een schouderklopje geeft, dat er geen mes tussen de vingers kleeft” maar ja ze zeggen zo veel. En toch dit is mijn St-Antonius verhaal. Ik zeg eerlijk naar de Toontjesfeesten van Ingooigem ga ik nog ieder jaar.
St-Antoniusfeesten
Oorspronkelijk was hij een rijkeluizoontje maar toen hij de evangelieteksten hoorde “ verkoop al u bezittingen en schenk ze aan de armen” volgde hij de raad letterlijk op waarna hij in eenzaamheid ging leven? Hij werd hevig bekoord door de duivel doch door gebed en strenge levenswijze kon hij zich op het rechte pad houden.
Hiervoor werd hij beloond met de gave dat hij bij zichzelf en andere de duivel kon uitdrijven.
Vertrekkende van die talenten werd hij stichter van verscheidene kloosters. In 1050 werden vele relikwieën overgebracht naar een plaatsje in Zuid-Frankrijk dat sindsdien St-Antoine-en-Dauphine werd gedoopt. In die tijd werd het hele westen geteisterd door het “ mal des ardents” later het Sint-Antoniusvuur genoemd.
Tijdens de middeleeuwen genoten de Antonieten het grote voorrecht dat ze hun varkens vrij konden laten rondlopen op zoek naar eten.
Om de zogenaamde Sint-Antoniuszwijntjes te herkennen, werden de dieren belletjes omgebonden. Belletjes en zwijntjes zijn aldus de kenmerken geworden van Sint-Antonius, en deze werd er door beroemd als Sint-Antonius met zijn zwijntje.
Zo werd hij ook beschermheer van het vee en de landbouwers.
Te Ingooigem, in de volksmond Yvegem, behoort het sinds generaties tot de parochiale traditie dat de patroonheilige Sint-Antonius op 17 januari of op de daaropvolgende zondag op een heel speciale manier wordt vereerd.
Sinds 1952 werd deze traditie in zekere mate omgebogen door het comité van Yvegem sportief onder de leiding van de gewezen burgemeester Oktaaf Bekaert.
De bolhoedheren deden hun intrede en de stoet werd iets degelijker in mekaar gezet.
Vroeger waren de opbrengsten van de offergaven , die na de mis met Amerikaans opbod werden verkocht, nog voor den openbare onderstand, terwijl ze nu nar de kerkgemeenschap gaan.
De traditionele verkoop na de eucharistieviering, is al de moeite waard om eens “live” mee te maken. De dag voor de zwijntjeskermis aanvangt, gaan de bolhoedheren bij de boeren en neringdoenersaankloppen naar offergiften van St-Antonius waarmee meteen de bescherming van het vee wordt afgesmeekt.
Op Toontjesdag worden die offergaven dan bij wijze van “Amerikaans opbod” aan de bedevaarder te koop aangeboden.
Nog dit de offergaven kunnen variëren van een stel duiven, over een konijn, een kip, of haan, vlees tot geld. De dieren worden dan in het gemeentehuis gebracht en daar krijgen ze eten en drinken.
Vroeger en dan spreken we van voor den oorlog, duurden de feesten een hele week nu nog twee dagen, de mensen deden toen nog hun bedevaart langs den buitenkant van de kerk? Zelfs nu nog zijn er mensen die de moet opbrengen in de vrieskoude rond de kerk te trekken.
De verkoop van de koeken is intussen verdwenen, en vervangen door een druppeltent. Zoals het nu verloop is het nog steeds zoals het terug begon in 1952.
De zwaarste karwei is voorbehouden aan de dragers van het zwijn, het zijn kinderen, gehuld in paterskleren. In den stoet met vooraan de fanfare trekken alle verenigingen mee met hun vlaggen, gevolgd door alle dekens, prinsessen, kampioenen en koningen, welke de gemeente rijk is, samen met de geestelijke, de bolhoeden de strohoedenheren uit Roeselare, de St-Antoniusvrienden uit Zonnebeke en dan sluiten de bedevaarders aan.
Daar we als afgevaardigden van de folkloreraad, opzoek waren naar nieuwheden trokken we met een paar mensen naar de toontjesfeesten en leerden er de bolhoeden kennen. Nadat we hier te Rollegem de verkiezing kenden van de “heer of de vrouwe van Rolleghem” trokken wij op 17 januari 1988 voor het eerst mee in de stoet van de St.-Antonius-Winterommegang te Ingooigem. Onze viering zou plaats vinden telkens op de zondag voor de zeventiende, het feest van St-Antonius
Hoe het begon, in 1968 vatte Marcel Doutreluigne en Erna welke in 1956 gehuwd waren, het plan op om het weiland achter hun woning kort te houden. Ze konden in august van 1968 beslag leggen op “Igor” een paardje uit de stal Lesage uit Otegem. Rond die tijd kwam ook de West-Vlaamse ponysport in volle bloei. De microbe zat hun weldra in het bloed en er werd getracht ‘Igor” in de piste te brengen. “Igor” was er zeer gerust in, dus een nieuw paardje moest en zou er komen. Zij kochten “Polly” in januari 1969 en dat was een meevaller. Hun jockey Filip Vervaecke zorgde er voor dat “Polly” in 1969 driemaal als eerste over de streep ging en 17-maal de tweede plaats veroverde. Hun succes moedigde ze aan en ze kochten “Hector” een Engelse vluchter voor reeksen van 1,20 tot 1,25m Met Hanske Vantroys of Eric Geldhof op de rug. “Hector” van de stal- Doutreluigne op acht koersen zeven overwinningen en een tweede. Het paard verhuisde naar de “Ponderosa-stal” te Otegem, want men had reeds “Brendy” op het oog die door jockey Eric Geldhof in ieder koers in de eerste drie wist te loodsen, met daarbij nog elf overwinningen wist in de wacht te slepen.
Sinds 1970 is er in de stal- Doutreluigne de wilde “Casimir” aan het trainen tot vluchter, die volgens kenners zal uitgroeien tot een primus.
Achtereenvolgens kreeg de stal- Doutreluigne nog “Pistache”, “Silver” en “Bredy” en op 27 juli 1975 wordt er gestart met “Microb” welke reeds in 1973 kampioen werd in Bredene, in 74 te Rollegem om samen met de nieuwe aanwinst “Prospect” ook hier opnieuw kampioen te worden. Microb behaalde toen ook met zijn berijdster Nancy Bloeyaert, welke op deze ren, een staande ovatie kreeg, ondanks het verbod van de dokter, door de val, van de zondag daarvoor, waar ze gevallen was en haar neus gebroken had. Ter gelegenheid van de twee behaalde titels van kampioen werden Erna en Marcel op het gemeentehuis ontvangen mei 1976. Geert Devinck uit Bredene die “Microb” bereed en Noël Vanhousebroek die “Prospect” bereed
De korte rallycarrière van Bernard is niet zo heel moeilijk, zo schreef men in 1984. Vader Munster was destijds al evenzeer door de autosportmicrobe bezeten. Met een pas verworven rijbewijs in een simca Rally I zette hij zijn eerste schreden op het Mandes circuit. Hij beproefde daarna zijn geluk achter het stuur van de Sunbeam van Remi Marquet, de vroegere Talbot Cup winnaar in België. Op Rallygebied was Bernard een 22 jarige student public relations in 1983 aan zijn derde seizoen toe. Eindelijk een eerste volledig jaar. Zijn eerste twee jaar waren zoals men zegt het leergeld. Hij wilde absoluut in Groep A uitkomen, vandaar de omschakeling naar Opel-Kadet. Hij werd winnaar van Groep A in de rally Van Haspengouw en in Ieper. Met wat tegenslagen In de Bianchirally, in de omloop van Vlaanderen en te Vilvoorde, kon hij zijn blazoen terug op poetsen te Kortrijk.
In Koekelare, reed hij zijn Kadet volledig in de park, doch hij verwees naar de uitspraak van Per Eklund, die stelt dat één
pert-total per seizoen het bewijs levert dat een piloot snel gaat. Bij Bernard drijft de ambitie om hogerop te komen boven als room op melk. Hij heeft een spectaculaire rijstijl en is zeer gelieft bij zijn grote schare supporters.
In 1984 kwam de doorbraak, in de “ bochten van Spa” met de Audi Quattro 3de algemeen Later in het seizoen betwiste hij nog een aantal proeven met Volvo 240 turbo, maar door pech bleven resultaten uit.
Sedert de FISA de formule 2 in leven riep , was Bernard één van deeerste om in de nieuwe categorie te geloven en meer zelfs: hij slaagde er in Renault te overtuigen met hem scheep te gaan.
Hij nam deel in 1995 aan acht manches van het Belgische inter-kampioenschap. Circuit des Ardennes was zijn eerste.
Bernard tweede in de stand en Favoriet in Jambes 1995. Stand na drie proeven Munster 1ste . Hij rijft zijn tweed zege binnen.
Hij Kroonde zich tot Belgisch international rallykampioen.
In 1996 neemt hij plaats in eenRenault MAXI Mêgane een nieuw speelgoed, het weegt 960 kg, 270 paardenkracht en werd in 400 werkuren in elkaar gezet. Munster Vijfde algemeen in de 24 uren van Ieper en winnaar in de formule 2.
In de deelname aan de Britse RAC-Rally( laatste wedstrijd voor het wereldkampioenschap rally-twee-liter)start hij met een officiële Skoda Felicia kitcar.
1998 Bernard mikt op titel in groep N.
1999 Boucles de Spa, de mooiste overwinning, een soort revanche voor wat vorig jaar gebeurd is. Gezien het ongevalna een schuiver verloor een cameraman, opgesteld in een verboden zone toen het leven. Bernard wist het trauma uit.
Juni 2003 Bernard stuwt zijn “oude “ Subaru naar de vierde plaats in Ieper, voor hem was het een fantastische rally