Het schijnt dat de oude groote hofstede een overblijfsel dier heerlijkheid is of dezelve vervangt
Burgemeesters 1799
of Maire de Rolleghem
In 1769 werd te Moorsele Constantin France Vandermeersch geboren, hij trad in het huwelijk met Marie Theese Everaert en woonde op de plaatse. Hij bleef burgemeester en wierd lid van den Provincieraad, en stierf in 1849.
Van 1849 tot 1866
De zoon Constantin Vandermeersch
Van 1866 tot 1870
Joseph Warrot hij gaf onmiddelijk ontslag en August Herbau was dienst doende burgemeester.
Nog een weerstander van bij ons Georges Vanhoutte.
Hij kwam uit een landbouwers gezin, welke gezegd werd met acht kinderen, zeven zussen één zoon.
Deze hofstede vond men reeds op kaart in 1756. Ze werd beschreven als “ Hofstede en de Boomgaert” Joannes Grimopréz was de uitbater. Later kwam “Boerke Bonte” In 1889 werd ze nieuw opgetrokken, na afbraak van de bestaande hoeve, welke naar het schijnt dichter bij de weg zou gestaan hebben. In 1979 bouwde men er een nieuwe varkensstal en vond men de fundering van de vroegere woonst. men
In 1920 kwam Vader Georges Vanhoutte,geboren in 1880, uit Anzegem, op de hoeve de “Zevenkote” in de Moeskroensestraat nr.15 Het landbouwareaal bedroeg amper 4 ha.
Terug naar onze held, toen hij vijftien jaar oud was kwam hij terecht op de hoeve van zijn nonkel Aloïs Delbeke te Bellegem op de wijk “Den Os”.
Tijdens den oorlog werd deze hoeve de pleister plaats van de “Witte brigade” of de weerstand van Moeskroen. De jongste dochter van Delbeke was de geheime koerierster van de Weerstand. Ze bracht brieven en berichten naar de brigadeleden en naar leiders van de Weerstand. Zo kwam het dat onze vriend Georges ingelijfd werd bij de “Witte Brigade” .
Door de regelmatige contacten die op de hofstede van nonkel Aloïs doorgingen, met de leiding van het geheim Leger, een zekere dokter Deweerdt uit Menen, de brouwer Cousin uit Lauwe. Eveneens door het voordurende contact met de leden van de Weerstand welke geregeld bijeen kwamen op de hoeve.
Sabotagedaden heeft hij nooit moeten verrichten, gezien hij als gekend tewerkgestelde was ingeschreven, en op die manier nooit moest vluchten bij een razzia door de Duitsers.
Bij de bevrijding in september 1944 werd onze vriend ingeschakeld op de jacht op verdwaalde Duitse soldaten, om ze krijgsgevangen te kunnen nemen en ze op transport te zetten naar krijgsgevangenkampen.
In 1945 staken Duitsers de loods in brand met fosforgranaten omdat Georges een Weerstander was. Andere bronnen verwijzen naar incivieken of collaborateurs. Collaboratie of samenwerken met de vijand. Het is afgeleid van het Franse werkwoord “collaboreer” dat samenwerken betekent.
Georges is afgezwaaid want den oorlog was voorbij, hij is terug gekeerd naar het normale leven, de ouderlijke hoeve. Georges Vanhoutte, de weduwnaar van Maria Devlies overleed te Kortrijk op 31 december 2008
Vader Georges welke uit Anzegem kwam, had een zoon Georges, de Weerstander welke huwde met Maria Devlies. Op hun beurt hadden ze een zoon Georges, welke huwde met Brigitte Stal. Ook zij kregen een zoon en het kon niet anders hij heette ook …. Georges. Van Georges gesproken!
Ook te Rollegem waren er weerstanders, verzetsman, verzetsstrijder, mensen die gedurende de tweede wereldoorlog weerstand boden aan Duitse bezetting.
Onze dappere inwoner, dorpsgenoot en Belg, Julien Libeert werd geboren op 13 mei 1922 en woonde in de Moeskroensestraat nr.79 op een 10tal meter van de elektrische cabine van Moeskroen. Toen dat Julien 20 jaar oud was, liep hij al een geruime tijd met het idee “Hoe kan ik aansluiten bij de weerstand”. Regelmatig kwam een oud-strijder van 14/18 een menheer Stockman, bij zijn ouders op het Forest opbezoek. En bij zo een bezoek na Julien zijn corage in zijn beide handen , en zonder dat zijn ouders van iets wisten sprak hij zijn verlangen uit tegen over Stockman. S’ Anderendaags moest Julien zich begeven op een wel bepaalde plaats op het Forest, op een wel bepaald uur. Die zelfde Stockman was stipt aanwezig op de aangeduide plaats. Hij gaf zijn jonge vriend de opdracht, op het einde van de week, zich aan te melden in het bezit van een witte pochet, als herkenningsteken aan de “Chapelle Saint-Ackaire” te Moeskroen. Op de afgesproken dag trok de aspirant-weerstaande naar de afgesproken contactplaats. Daar verklaarde hij waarom hij zich bij hen wilden aansluiten en zijn identiteitkaart werd hem gevraagd. Na twee dagen kreeg hij zijn pasport terug van de heer Stockman en begon een nieuwe fase in zijn leven.
Enkele weken nadien kreeg hij zijn eerste opdracht, in een gecodeerd bericht. Hij werd opgeroepen om aan het station van Moeskroen al de draden door te knippen. In gezelschap van 4 vreemde mannen, pleegde hij maar al te graag zijn eerste sabotage daad. Een paar maanden later kreeg hij een 9mm revolver en een nieuw bevel. Hij moest een trein tegen houden vlak voor hij het station van Moeskroen binnenstoomde. Deze trein vervoerde een groep Poolse politieke gevangen, in vuile beestenwagens. Onder een spervuur van Duitse wapens kon Julien die avond vijf Poolse gevangen verlossen. Toen kwam eigenlijk nog de moeilijkste opdracht: “ een onderkomen vinden en het nodige voedsel voor deze vijf Polen”. Gelukkig was hij nog een bekend figuur onder boeren, en niet altijd even gewillig voldeden ze aan zijn verzoek. De Polen intussen tijd verscholen in verschillende boerenschuren, sloten zich uit dankbaarheid aan bij de weerstand.
In 1943 tijdens een van zijn bespiedingen in Noord-Frankrijk, werd Julien aangehouden, niet als spion, maar als werkweigeraar. Hij werd opgesloten in een werkkamp bij een lanceerbasis van raketten bij Saint- Omer. Hij ontmoete hier zijn buurman, Roger Morau van het Forest. Hij was pas daar of dacht reeds aan ontsnappen. Geen veertien dagen later was het zover, hij kreeg een unieke gelegenheid. De lanceerbasis was bewaakt door ouder soldaten, daar de jongeren aan het front waren. Een van die luiten moest dringend het bosje in om aan zijn menselijke behoeften te voldoen, de Roger en Julien die hier op voorzien waren, moesten het van niemand gezegd worden, twee uren aan een stuk renden ze zo raap hun benen maar konden de vrijheid te gemoed.
In de periode dat de geallieerden landen en de bevrijding naderde met rassé schreden. De Moeskroense weerstanders kregen het bevel om te opereren in de streek rond Menen. Zo werd de vijand van alle kanten bestookt. Toen sloeg het noodlot toe, onze dappere soldaat werd door een kogel getroffen, met als gevolg erge wonden aan mond en kaak. Hij werd gehospitaliseerd in Moeskroen. In afwachting van de komst van de bevrijders, werd Julien onmiddellijk en in het geheim naar een hoeve gebracht te Rollegem.
Na zijn genezing ging hij zich aanmelden als vrijwilliger bij het Belgische leger in Gent. Hij werd ingelijfd bij het 7de Bataljon Fuseliers, 12 Brigade op 19 november 1944, hij was in het gezelschap van Roger Moreau en Rafaël Cossement. Zijn eerste opdracht bestond er in om verdwaalde en ronddolende Duitse soldaten gevangen te nemen. Na enkele maanden, vertrok hij naar het bezet Duitsland. Na zijn 18 maanden dienst zwaaide hij af vanuit Leopoldsburg. Na zijn dienst en terug in het burgerleven, mocht hij met de nodige voorspraak aan het werk.
Eerst werd hij trambediende, vervolgens seingever aan de spoorweg.
Uit erkentelijkheid verleende de Belgische Staat hem een genereus pensioen wegens verdiensten tegenover het Vaderland. Hij was drager van 20 eretekens gaande van brons , zilver naar goud.
Meer dan 30 jaar was Julien vaandrig van de Rollegemse Nationale Strijders Bond. Hij was trouwens ook lid van de Bond der Oorlogsvrijwilligers en den Bond Der Oorlogsinvaliden.
Libeert Julien overleed in 7/1/ 2011, hij ligt begraven te Rollegem op de strooiweide. Er is geen dagblad of weekblad welke er iets over vermeld. Helden , zijn ze vandaag morgen vergeten!
Vlak na den oorlog 14/18 richtte de staat twee instellingen op die de nodige bijstand moest verlenen aan de slachtoffers van de grote Oorlog. Het National werk van oorlogsinvaliden en het Nationale werk van oorlogswezen.
Nog een tijd later richtte de Staat een nieuwe organisatie op als erkentelijkheid jegens degenen die zich hadden opgeofferd voor de verdediging van ons Vaderland. Het Nationaal Werk voor Oud-strijders, Weggevoerden en Politieke Gevangenen. Er ontstonden bijna over het gehele land “Nationale Strijdersbond”. Erkenning voor “onze helden van den IJzer”?
N.S.B. Koninklijke vereniging Nationale Strijdersbond van België een vaderlandslievende belangen vereniging vzw. Opgericht in 1919 en sedert 1967 aangesloten bij het nationaal eenheidsfront om de oud-strijders en veteranen vzw. NEFOSU/FUNACV.
Ook VOS ontstond een Vlaamse vereniging, een Vlaamsbewuste, open pacifistische en sociaal bewogen ledenvereniging die aan sociaal-cultureel volwassen werk doet.
Hier te Rollegem stichtte, Jules Vandekerhove onder zijn voorzitterschap het N.S.B. in 1932 met als secretaris Camille Leplae en als bestuurleden: Jules Ghyssels, Alphons Van Gheluwe
Petrus Vanderghinste……
Na ‘40/45 ontstond er een “nieuwe lichting” oud-strijders, met als nieuw voorzitter Vanhoutte Maurice en secretaris Opsommer Georges.
In 1980 werd Gerard Vandenberghe erevoorzitter, voorzitter Gerard Vandenheede, en secretaris- penningmeester Rafaël Dendievel. Leden van het bestuur Maertens Remi, Dierick Gentiel, Cossement Rafaël, Vermote André, Theerliinck Maurice, Leveugle Aurèle, Libeert Julien, Ghyssel Georges en Wulles Cyriel.
Op 5 oktober 1986 kwam er opnieuw een nieuw bestuur dat nu als volgt werd samen gesteld;
Gerard Vandenberghe( Burgemeester) erevoorzitter, voorzitter Rafaël Dendievel, ondervoorzitters; Vermote André en Cossement Rafaël, secretaris Buysschaert Bernard( schoonzoon Gerard Vandenberghe) Vaandrig Libeert Julien. Leden van het bestuur Maertens Remi, Dierick Gentiel, Braeckeveld Jules, Derweduwen Georges, Dekimpe Marcel, Vanhee Albert, Bertel Marcel, en Polydoor Yserbyt.
De laatste oud-strijder 14/18 was Petrus Vanderghinste hij overleed op 20 december 1988 in den ouderdom van 90 jaar. (Geboren op 09 september 1892)
Den eerste Rollegemnaar die een auto bezat, na de kasteelheer, was landbouwer Beaucarne Victor, een kleine vrachtwagen “Ford”, welke hij gebruikte om zijn landbouwproducten naar de markt te brengen. Hij was de vader van René,(ᵒ 1904) Amedee (ᵒ 1911) Daniël (ᵒ 1913)
Wanneer we de oorlog en zijn helden, slachtoffers, of overlevende vergeten waren, zullen velen er opnieuw aan herinnerd geweest zijn op 10 mei 1940, slecht 22 jaar later stonden de Duitsers hier terug. Op 24 mei was ons dorp volledig bezet door Duitse troepen tijdens de slag om de Leie. We werden bestookt met obussen die brachten gelukkig enkel stoffelijke schade in de Marksestraat nr. 7 aan huizen rond de hoeve van de gebroeders Vandaele, de slagerij Barbe en den klooster tuin. Op het “Hof van Rollegem” bij Brouckaert was het wel raak! Zeven Duitse soldaten en negen gestolen paarden werden gedood.
Op dinsdag 28 mei 1940 capituleerde ons leger, het was bezweken onder de overmacht van de vijand.
Vanaf het najaar van ’40 begin ’41 kwamen regelmatig Vlaamse krijsgevangen uit Duitsland terug naar huis, bloemen, tranen van geluk toch verdriet in andere gezinnen als die van hen er nog niet bij waren. De laatste welke terug was op 28 maart 1941 René Vanhoutte.
De winter er op 1942 het was kalm, iedereen leefde in onzekerheid, het bevel kwam: s’ avonds alle buitenlichten verboden, zelfs fietslichten moesten afgeschermd worden.
In de nacht van 11 augustus ’43 vielen bommen rond de Kortrijkstraat. (nu Rollegemse weg) Geen slachtoffers, geringe schade, enkele bominslagen in de velden.
1944 , enkele bommen vielen op Rollegem grondgebied en troffen ook het huis van Tant op het einde van de Marksestraat.
En eindelijk mocht men juichen op 4 september om 5 uur in de namiddag “Ze zijn daar”. Een algemene uitbarsting van vreugde en blijdschap. De straten zagen zwart van ’t volk om hun bevrijders toe te juichen. Soldaten kregen bloemen, kussen en natuurlijk ook bier. De driekleuren staken uit de vensters, er werd gefeest tot een gat in de nacht.
Beide oorlogen hebben niets opgelost, wel gezorgd voor veel mensenleed. “Nooit meer oorlog “ had men gezegd, het is een zinloos gedoe, den tweede wereldoorlog kon de eerste niet doen vergeten. Maar de mens heeft nog steeds zijn les niet geleerd van “ echte vrede” is nog steeds geen sprake. Kijk maar de wereld rond.
Zijn er nog te weinig helden gevallen op het veld van eer? Was de prijs nog te weinig “Hun leven, Hun nachtmerries, de blijvende letsels, de smarten, de pijnen”?
En toch moeten we blijven hopen, dat eens een einde word gesteld aan de chaos in de wereld! De “Victory Day” de triomfdag moeten we in zicht blijven houden. Ieder mens! Ieder Land! Ieder Volk!